NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 26. 1900.
Donderdag 29 November.
15e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
President Kruger.
VERSCHIJNT
Wed.
Engeland en Transvaal.
S. J. DE JONGE-VERWEST, te
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Verschillende pogingen
van Boerenkrijgsgevangenen tot
ontvluchting.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
Wij hebben de eer aan
onze geachte begunstigers en begun-
stigsters te berichten dat wij dit
jaar, met afwijking van de gewoonte,
geen „Extra-nommers" voor de Sint-
Nicolaas-Advertenties zullen versprei
den.
Wij nemen echter de vrijheid ons
voor plaatsing van hunne adverten-
tiën in de gewone nommers van ons
blad beleefdelijk te blijven aanbeve
len; daar ons blad toch tot de meest
verspreide op de eilanden Walche
ren en Zuid- en Noord-Beveland
behoort.
DE ADMINISTRATIE.
Het is nu ongeveer een jaar geleden dat
nu wijlen ds. Lion Cachet 't land afreisde
om sympathie met de Boeren te wekken.
Men herinnert zich nog zijn wegsleepend
woord dat hij in de voornaamste steden
van ons land kwam brengen.
Nu Kruger gereed staat ons land binnen
te komen, zij aan dit woord van den grijzen
Cachet herinnerd.
Het slot er van luidde volgens de ver
slagen
Naar den mensch gesproken, kunnen
de Boeren het niet houden. Maar heb
ben de Engelschen Transvaal, de Trans
valere hebben zij daarom nog niet. Een
verschrikkelijk gevaar dreigt Transvaal
van de zijde der Kaffers. Naar den
mensch ziet het er donker uit. Maar
de Hcere is almachtig.
Engeland, dat zoo snoevend beweert,
dat Transvaal bukken zal, kon zijn graf
wei eens vinden in Transvaal. Wat zal
het zijn als de pest onder de troepen
uitbreken? Wat, als de ziekte onder de
paarden heerscht?
Onze roeping is om geld te geven;
eene heerlijke nationale éénheid ont
wikkelt zich in deze dagen, maar er dient
meer gedaan te worden. De Regeering
van Nederland mag niet blijven zitten.
In dit land heeft de vredesconferentie
plaats gehad. Langs zuiver constitution
neelen weg en met volkomen handhaving
van neutraliteit, moeten wij bij de Re
geering aanhouden: Spreek toch een
woord van recht!
En dan is er nog eene andere, zeer
noodige zaak. Wij hebben steeds met
onze gebeden te gaan naar den Potentaat
der Potentaten, opdat Hij een einde
make aan dat moorddadig bloedvergieten,
opdat Hij, de Rechtvaardige, recht boven
macht wil doen zegevieren. Onze smeek
gebeden mogen zijn voor Transvaal, voor
dat arme volk, opdat de kracht Gods
Engelands onrecht verbreke.
Wij kunnen niet anders zeggen dan dat
deze kloeke strijder (o. a. te Groningen 1
Nov.) een profétisch woord gesproken heeft.
De toestand en de verwachtingen zijn
nog gelijk hij ze voorspeld heeft.
Laten wij onze roeping door hem als
't ware met stervende hand geteekend, vast
houden.
Onze gaven offeren.
Onze gebeden uitstorten.
Aandrang oefenen bij de Regeering, zoo
mogelijk, cm diplomatieken steun.
Ook om dat laatste is 't Kruger te doen.
Doen dan Regeering en Volk wat hunne
hand vindt om te doen.
Het zijn slechts kleinigheden die wij ver
tollen gaan. Kleinigheden die echter te
verstaan geven dat 't den Boeren op 't oogen-
blik niet tegenloopt en Roberts of diens
wreede opvolger Kitchener van Khartoem,
deerlijk in 't nauw zit. Eenigszins onge
rust seint hij het volgende:
Burgers onder Botha en Viljoen treden
steeds actiever op in de districten, waar
zij volgens een nieuw plan handelen, of
juister, een oud plan weder opgevat hebben.
Zij stellen voor opnieuw naar de grenzen
der Kaapkolonie te trekken, waar, naar
men meent, een groot aantal ontevreden
Kaapsche Afrikaanders zijn, die voorraden
en wapens verborgen houden, en gereed
zijn om de vijandelijkheden met kracht te
hervatten bij do geringste aanmoediging.
De Boeren treden uiterst krachtdadig op
in bijna elk deel van Transvaal en don
Vrij staat.
Ook in den Vrijstaat gaat 't al beter.
Er wordt gemeld, dat De la Rey met dui
zend man staat in de Magaliesbergen. Er
zijn eveneens kleine laagers in het Westen
van Transvaal.
De la Rey weigert de Boeren op te ne
men die den eed van onzijdigheid hebben
afgelegd.
Alle andere Boeren-commandanten ge
bruiken echter geweld om de onwillige
Boeren te dwingen zich bij hen te voegen.
Roberts gaat weldra Zuid-Afrika verlaten.
Milner vestigt zich voor goed te Johan
nesburg.
Hutchinson, gouverneur van Natal, zal
hem opvolgen als gouverneur van Kaap
kolonie.
Roberts mag weer eens reclame maken
met oen moordaanslag. De politie te Johan
nesburg had er sinds eenigen tijd kennis
van dat er een komplot bestond. Den 16
Nov. zijn hierop vijf Italianen, vier Grieken
en een Franschman gevangen genomen,
wier bedoeling was den 19 November onder
den dienst van 11 uur 's morgens in de
Heilige Mariakerk een mijn te laten
springen.
De Engelsche verliezenlijst bevat weer
de namen van 23 man, die, meest aan
typhus, bezweken zijn.
Gisteravond laat heeft de heer Wolmarans
nog een telegram uit Parijs ontvangen,
waarin o. a. gemeld wordt dat, althans op
het uur van afzending, de President nog
geen beslissing had genomen omtrent zijn
vertrek uit de Fransche hoofdstad of omtrent
verdere reisplannen.
Overigens bestaat er reden om aan te
nemen, dat de President, eenmaal in Neder
land aangekomen, niet zoo spoedig weer
naar het buitenland zal gaan, welk voor
nemen hem werd toegeschreven. Hij zal
rust nemen en werken in het belang zijner
zending. Indien president Kruger bewilligt
in het houden der groote receptie te 's-Gra-
venhage voor autoriteiten, vereenigingen
enz., zal deze waarschijnlijk plaats hebben
in het Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen.
De in Den Haag aanwezige verdreven
spoorwegambtenaren der Z. A. S. M., ten
getale van ongeveer 100. zijn voornemens
bij de aankomst van president Kruger tegen
woordig te zijn.
In verband hiermee vertelt men dat de
President niet te Brussel zal afstappen doch
alleen België doorreizen op weg naar Den
Haag, en zelfs de coupé niet verlaten zal
aan het station du Midi, wat echter niet
beletten zal dat de betoogingen te Brussel
toch zullen plaats hebben, zelfs voor het
geval, dat de President er niet stil houdt.
Maandag heeft hij verschillende autori
teiten bezocht en deputaties ontvangen.
Ook bezocht hij de tentoonstelling waar hij
uit een opengeslagen Bijbel in de Trans-
vaalsche afdeeling in Psalm 32 heeft staan
lezenen lang staarde op 't portret van
den gesneuvelden generaal De Villebois
Mareuil.
Dinsdagmorgen bracht hij een bezoek bij
den minister-president Waldeck-Rousseau,
vergezeld door dr. Leyds, Fischer en Van
Hamel. De ontmoeting had plaats in de
werkkamer van den minister. Het onder
houd duurde 10 minuten. Om half tien
I ot den broeder van dezen gesneuvelde
had daags te voren bij een ontvangst Kruger
gezegd: „Ik ben gelukkig kennis te maken
met den broèder van den moedigen man die
zijn leven voor de edele zaak der vrijheid van
mijn volk heeft gegeven".
UITGAVE DER FIRMA
en van
"mi hiliMiliiïl
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
bracht de heer Waldeck-Rousseau den
President een tegen-bezoek aan het hotel
Scribe.
Te 10 uur ontving Kruger bezoek van
een deputatie uit den gemeenteraad, en
vertrek daarna zelf er heen, per rijtuig,
geëscorteerd door de gardes municipaux.
Een reusachtige mensehenmassa stond op
het plein voor het stadhuis en juichte den
President toe. Gedurende het bezoek ver
scheen President Kruger voor een der ven
sters. Hij werd met toejnichingen be
groet. Hij werd in de raadzaal ontvangen.
De vice-president van den gemeenteraad
wees op de geestdriftige betoogingen van
de bevolking van Parijs en voegde er bij,
dat als de volkeren hun stem doen hooren,
de arbitrage onvermijdelijk is.
President Kruger bedankte de bevolking
voor de ontvangst en de regeering voor de
bewijzen van sympathie. Hij zeide verder:
Het Boerenvolk strijdt, het is nog niet
overwonnen, de tegenstand duurt voorten
zal voortduren. Het zal blijven strijden
voor zijn onafhankelijkheid. Het zal de
kreten van Parijs hooren en zijn moed
voelen verdubbelen. Hij bedankte de pers
voor hetgeen zij deed voor zijii land en
geloofde, dat als de eerlijke en onpartijdige
pers overgebracht kon worden naar Trans
vaal, de bladen gevuld zouden zijn met
verhalen van pijnlijke tooneelen, en de
ware stand van zaken spoedig zou vastge
steld zijn. Men zou weten welke gruwelen
bestaan en welk lijden geleden wordt in
zijn ongelukkig land. Daarom zal zijn
volk niet ophouden te strijden, totdat het
recht verkregen zal hebben.
De President betreurt, dat men zijn toe
vlucht niet heeft willen nemen tot arbi
trage om het geschil te beslechten. Hij
voor zich zal niet ophouden er om te
vragen, en bedankte voor de zoo schitterende
ontvangst, die hem bereid is. Deze woorden
werden met applaus begroet.
Daarna keerde hij naar het hotel terug,
overal toegejuicht. De dames wierpen
bouquetten van viooltjes in het rijtuig.
De President van den algomeenen raad
van het Seine-departement zal in de zit
ting van morgen een voorstel indienen,
waarin do wensch nitgedrukt wordt om
arbitrage.
In een geheime vergadering van den
gemeenteraad te 's-Gravenhage is besloten
dat President Krugor bij zijne komst daar
ter stede door den raad en corps zal worden
verwelkomd en de burgemeester hem namens
de burgerij zal toespreken.
Omtrent het opholslaan van de paarden
van een landauer tijdens het huldebetoon,
president Kruger te Parijs gebracht, en de
gevolgen daarvan, kunnen nog eenige bij
zonderheden worden medegedeeld
Het ongeval had plaats tijdens president
Kruger zich voor de eerste maal op het
balcon van het hotel Scribe vertoonde. Ver
schrikt door het geluid der toejuichingen
en het handgeklap renden de paarden van
een open landauer, welke van de opera
kwam, de boulevard des Capucines op.
De menigte verdeelde zich onmiddellijk
om het span te laten passeeren, een ernstige
botsing volgde echter. Men vreesde voor
ongelukken, toen de agent Mounier, van de
brigade voerwezen, zich moedig op de dol-
wordende dieren wierp en in de teugels
greep.
Na een 60 meter ver te zijn meegesleurd
was hij op het punt hen meester te worden,
toen de koetsier de noodlottige onvoorzich
tigheid had, de teugels los te laten. De
agent viel toen tegen den grond en de
wielen van het zware rijtuig gingen over
zijn lichaam heen.
Men hief hem op en bracht hem in een
apotheek waar velen hem opzochten en
complimenteerden over zijn moedig ge
drag. Het linkerbeen van den dapperen
kerel was bij do knie gebroken en zijn
rechterarm ernstig gekneusd.
„Ik heb slechts mijn plicht gedaan'', ant
woordde hij zijn enefs.
Hij is daarop naar zijn woning gebracht.
Toen hij uit de apotheek werd gedragen,"
bracht de menigte hem oen warme ovatie.
Men riep
«Hoeden af heeren!" Intusschen hadden de
paarden mot den landauer hun weg ver
volgd. De reiziger, die in het rijtuig zat,
trachtte met den koetsier do teugels weer
meester te worden maar zonder te slagen.
De paarden snelden toen de rue Royale
in, welke zij in vollen galop doorholden.
Op Place de la Concorde kwamen zij met
vijf rijtuigen in botsing, gelukkig zonder
nieuwe slachtoffers te maken. Eindelijk
kwamen zij bij de monumentale poort met
het achtergedeelte van een omnibus in
aanraking, waardoor zij vielen. De reiziger
en de koetsier duikelden uit het rijtuig,
maar werden niet gewond.
Zooals wij reeds gemeld hebben, heeft de
heer Leyds uit naam van president Kruger
voor den kranigen agent een som van 100
frcs. aan den Prefect toegezonden.
(De heer Van Bosse schrijft vorder in
Ret Handelsblad.)
Den dag na Hultien's ontsnapping werd
toevallig de kapitein, die bij onze aan
komst op de Manilla het bevel over onze
bewaking gehad had, vervangen door cap
tain Proctor, een Kaapkoloniër, die bij de
Cape Garrisson Artilfery (een soort schut
terij) diende. Waarschijnlijk dachten de
Engelschen hiermede eens iets heel slims
te doen en onze eeuwige dankbaarheid te
verwerdenwant hij was toch min of
meer een landgenoot en sprak de taal.
Captain Proctor nam de eerste de beste
gelegenheid waar om ons dit alles in onze
taal te vertellen, en dat, als wij heel rus
tig en kalm waren, hij veel meer voor
ons zou kunnen doen, dan als wij ods on
handelbaar betoonden. Dit gebeurde bij
het eerste appèl na Hultiens vlucht. Wij
vonden zijn speech zeer vervelend, en
vooral onze tafel, daar wij op heete kolen
zaten, ot ons plan om Hultien's afwezig
heid verborgen te houden, gelukken zou.
Toon eindelijk captain Proctor's wel
sprekendheid bedaard was, gings als ge
woonlijk de sergeant-majoor rond om te
zien of aan iedero tafel do zestien govan-
genen zaten. De tafels waren zeer lang
en stonden in rijen met het eene einde
tegen den wand van het schip, zoodat er
in het midden van het ruim oen gang
open bleef. Bij iedere tafel waren twee
vaste bankentusschen do banken van
twee naburige tafels was nauwolijks plaats
om te loopon.
Toon de sergeant aan onze tafel geko
men was, telde hij 16 man en terwijl hij
voorbij liep naar do volgende tafel, schoof
ook de pseudo-Hultien (een Hollander,
Elzas geheeten) die op de achterste
plaats aan onze tafel was komen zitten,
zijn beenen tusschen de twee banken hou
dende weer op zijn eigen plaatsje aan
de volgende tafel, en de sergeant telde
weer: „One, two, three, four
fifteen, sixteen. Righten liep door. De
duisternis, die zoowel overdag als 's avonds
in het ruim heerschte, is ons hierbij goed
te pas gekomen- Wij hadden nog een
benauwd oogenblik, toen de sergeant-ma
joor na het appèl nog eens op onze tafel
aankwam. Het was gelukkig dat het sig
naal „Rust" al geblazen was, en wij kon
den opstaan, zoodat het niet in het oog
viel, dat er een man te kort was. De ser
geant kwam met de boodschap dat capt.
Proctor onzen voorman oven wilde spreken,
en dit werd door ons ook weer als een
kwaad teeken beschouwd. Gelukkig bleek
het, dat het alleen was omdat capt. Proc
tor zijne tante, die te Kaapstad woonde,
gekend had.
Bij het volgende appèl kregen wij één
van onze officiorsbedienden (die afzonder
lijk en later geteld werden), om voor Hui
tien te spelen. Door een en ander was
Hultien's ontvluchting al overal onder de
krijgsgevangenon bekend geworden en daar
het zoo gemakkelijk leek, wilde bijna
iedereen het ook wel eens probeeren.
Den volgenden avond stormde het en
was het te gevaarlijk zich in zee te wagen
hierdoor was echter het aantal liefhebbers
twee avonden slechts.aangegroeid.
Dien avond kon men de aspirant-vluch
telingen overal in de weer zien, zwemgor
dels werden verstopt, bundeltjes gemaakt
van kleeren en de in die twee dagen samen-
geschraapte levensmiddelen, kortom, het was
of zij het er op aanlegden, den Engelschen
toch maar zoo gauw mogelijk te laten mer
ken wat er gebeuren moest. De vraag van
dén dag was: „Ga jij ook?"
Sommigen, die er nooit toe zouden komen
over boord te springen, maar toch den scliijn
wilden hebben, van ook te durven, liepen
rond om geld bijeen te krijgen, of vroegen
„Kan ik soms iets voor je doen te Pretoria?"
Ilet was te voorzien dat zulk een ontvluch
ting en-gros al zeer weinig succes zou
hebben.
Tegen halftien captain Proctor had van
zijn vele belof en deze gehouden, dat wij tot
tien uur 't op bovendek mochten blijven
ging ik eens achter het waschhok kijken,
op de plaats, waar Huitien zich in zee had
laten glijden. Hier krioelde het van de
would-be en would-not-be vluchtelingen, die
elkaar in den weg liepen en zoo overdreven
beleefd waren geworden, dat de een niet
voor den ander weg wilde gaan. Zoodra
een van de schildwachten, die op het dek
heen en weer liepen, in de buurt kwam
vluchtten de meesten in het waschhok, dat
voor deze gelegenheid in een kleerkamer
herschapen was en waar de stapels zwem
gordels lagen.
Hier hoorde ik dat er al twee over boord
waren en toen ik eens op het voordek ging
kijken, zag ik er nog een over de verschan
sing verdwijnen. Op het voordek werd mjj
d lor een Afrikaner gevraagd, toch vooral
niet over de verschansing te gaan leunen
daar dit de aandacht van den schildwacht
zou trekken. De schildwacht stond echter
druk in gesprek met een paar Afrikaners
en in zee kon ik, waar ik stond, duidelijk
iets donkers zien drijven, terwijl het geplas
dat van tijd tot tijd hoorbaar was, geen
twijfel overliet of dit iets moet een zeer
geoefend zwemmer zijn. Het was Bothma,
een Afrikaner.
Toen ik weer naar het achterdek terug
ging, zag ik, dat er een vluchteling weer
op het droge word geheschen. Hij was
bang geworden, of zooals hij zeide: het
water was te koud en hij vreesde kramp
te zullen krijgen.
Indirect is hij de oorzaak geweest dat
alles ontdekt is geworden. Hij had name
lijk met een Amerikaan afgesproken samen
de Kaapkolonie door te reizen. Daar hij
er don weg kende, zou hij als gids en tolk
fungeeren, terwijl de Amerikaan voor de
financiën zou zorgen, Nu hij echter terug
krabbelde, bleef den Amorkaan niets anders
over dan zich eveneens weer te laten op
trekken. Dit gebeurde dan ook; maar
toen hij op het dek sprong, viel hij in de
armen van den sergeant-majoor, die einde
lijk lont had geroken. Zijn natte plunje
leverde een onwederlegbaar bewijs van zijn
voornemen en hij werd direct in den tronk
gestopt! Dadelijk werd de trompet ge
blazen voor een inpromptu appèl, dat meni-
gen ouden Boor uit zijn eersten slaap op
schrikte; aan de oorlogsschepen werd het
gebeurde met lichten geseind en kort daar
op was de «Manilla" het centrum van de
lichtstralen der «searchlights". Het waeht-
bootje stoomde overal rond, met behulp
der zoeklichten naar vluchtelingen uitziende.
Intusschen was bij het appél gebleken,
dat er slechts twee krijgsgevangenen weg
waren. Dit waren Huitien en Bothma.
(Wij hadden zoo gauw geen remplacant
voor Huitien kunnen vinden en achtten het
bovendien overbodig zijne afwezigheid lan
ger te verbergen, daar hij al twee dagen
voorsprong had).
Bothma kwam ondanks zijn kleinen voor
sprong en zijne ongeoefendhheid in het
zwemmen, veilig aan land, en na vele