NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 13. 1900. Dinsdag 30 October. 15e Jaargang. HISTORISGH CHRISTELIJK- PromtiÉ Staten Tan Zeeland. Oorlogsverhalen. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te F. P. D'HUIJ, te Middelburg. Goes PRIJS DER ADVERTENTIËN Engeland en Transvaal. „Alles zal rech kom". elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Een nieuw plan voor een tram Middelburg Domburg. Namens de Commissie tot voorbereiding van tramwegen op Walcheren is door de heeren Lantsheer, Zip en Gruber, aande Provinci ale Staten een adres gericht, waarin zij mededeelen dat zij besloten in studie te nemen en te geven een tramverbinding, die wel is waar niet zoo groot is opgevat, als hun eerste plan (een ceintuurbaan op Walcheren), doch welke geheel rekening hondt met de wenken en wenschen, die uit de discussies in de afdeelings- en openbare vergaderingen der Provinciale Staten hun zijn geworden, en hun ook aangegeven wordt in het advies van den Provincialen hoofdingenieur inzake de subsidie-aanvrage Domburg—Serooskerke—Middelburg. Deze wenken en wenschen waren aanleg der lijn op eenige afstand van de kust de sfeer van invloed van het ver keersmiddel vergrooten meerdere bewo ners van "Walcheren van het verkeersmid del te doen profiteeren, (het bevolkingscijfer langs de lijn Middelburg—Oostkapelle— Domburg, met Westkapelle, is 25066., ter wijl dit cijfer langs de lijn der commissie is 47023 inwoners), zoowel Middelburg als Vlissingen te maken tot plaatsen van aan- en afvoer, de lijn aan te sluiten aan het internationaal verkeer, dus de zaak te ma ken tot eene van nog meer algemeen nut. Volgens het nieuwe ontwerp neemt de baan een aanvang hetzij van de Loskade of, zoo het mogelijk is, van uit het midden der stad Middelburg, gaat over eigen baan langs den Groeneweg naar Koudekerke, buigt om dit dorp heen naar Biggekerke, in welk dorp de dorpsstraat wordt gekruist. Van Biggekerke loopt de baan naar St. Janskerke, alwaar de halte van Zoutelande en Meliskerke is; eene halte voor Westka pelle is te Poppekerke ontworpen, eene halte te Aagtekerke en remise te Domburg. Van uit Koudekerke wordt eene verbin ding tot stand gebracht met Vlissingen stad, haven en spoor. Daar het niet in het plan der commissie lag de kortste verbinding Middelburg of FEUILLETON. (Vit het Handelsblad.) De Boer op het oorlogspad. Stormen beschouwt hij als het ideale oor logvoeren; voorzichtig voortrukken en ge bruik maken van elke dekking als de Boer doet wanneer hij aanvalt, acht hij beneden zich en noemt hij laf. De Boer daarentegen heeft de practische opvatting; zijn vijand zooveel mogelijk schade doen en zich zelf zooveel mogelijk sparen. De ingeboren tac tiek dus van kaiferoorlogen. Bovendien is er niemand die den Boer tegenhoudt als hij »van positie verandert." de geliefkoosde uitdrukking voor retireeren. Wel tracht een commandant of veldcornet den »banghart" moed in te spreken of door bedreigingen tegen te houden; soms zelfs door handtastelijkheden tot zijn plicht te brengen; doch hiermede zijn ook alle dwang middelen uitgeput. Voor dén schande lijken dood uit het wapen van zijn officier behoeft een Boer niet te vreezen zooals de Engelschman. Daarom heb ik meer bewon dering voor den dapperen Boer dan voor den Brit die den dood veracht. Er is vaak gevraagd waarom de Boeren niet meer discipline bij hun commando heb ben. De beantwoording dezer vraag is te zoeken in het karakter v .=h den Afrikaner. Hij is meester op zijn plaats, uren in den omtrek is meestal geen levend wezen te vinden. In, alle zaken, die op zijn hoeve voorvallen," beslist hij zonder dat er een hooger beroep is en dies duldt hij geen tegen stribbeling. Begrijpelijk is het dus dat het on mogelijk is hem op commando plotseling te gewennen aan militaire tucht. Redeneeren 911 herinneren aan het belang der zaak en VlissingenDomburg daar te stellen, maar ontwikkeling van landbouw op den voor grond staat, moest hare baan rechts en links afbuigen om de bebouwde kommen der ge meenten genoegzaam te naderen. „Wij wenschen" zeggen adressanten ten slotte het plan der Middelburgsche commissie ('t welk deel van ons eerst door u afgewezen plan vormt) niet af te breken, maar ontveinzen ons niet dat, wordt dit plan uitgevoerd, nimmer meer sprake zal zijn, ook het zuidwestelijk deel uit zijn isolement te verlossen. In het belang van het zuidwestelijk deel van Walcheren; In het belang van den, in die streek wo nenden landbouwer; In het belang van de, van goede verkeers wegen en verkeersmiddelen verstoken, land streek en dus in het algemeen belang, verzoe ken wij uwe medewerking voor ons plaD. Wij verzoeken u te besluiten: voor het geval dat naar uw oordeel vol doende geldelijke steun wordt toegezegd, door de belanghebbende gemeenten, andere corporation en particulieren ten behoeve van den aanleg vae eene stoomtramverbin ding MiddelburgKoudekerkeDomburg met zijtak KoudekerkeVlissingen en door de commissie tot voorbereiding van tram wegen op Walcheren of hare rechtverkrij genden onder genot van een rijksvoorschot vau een derde in de kosten van aanleg, dezen stoomtramweg, overeenkomstig door de regeering en Gedeputeerde Staten van Zeeland goed te keuren plan en vast te stellen voorwaarden zal zijn aangelegd en in exploitatie gebracht; bereid te zijn evenzoo eene provinciale subsidie te verstrekken van een derde in de kosten van aanleg, verminderd met het bedrag der ondersteuning van gemeenten, andere corporatiën of belangstellenden tot een maximumalles onder zulke voorwaar den en andere bepalingen, als later, na overleg tusschen Regeering, Gedeputeerde Staten en de commissie tot voorbereiding van tramwegen op Walcheren of hare recht verkrijgenden, door Uwe vergadering zul len worden vastgesteld. de hulp van God zooals president Kruger, die zijn burgers kent als zijn eigen kinderen, baat veel. Hiervoor is echter in de hitte van het gevecht geen tijd en wat bij een soldaat, aan discipline gewend, de gewenscli- te uitwerking heeft, maakt dat de Boer, gewoon om zelf te bevelen en nooit bevolen te worden, koppig wordt. Vandaar dat als hij niet meer vechten wil, niemand hem meer kan tegenhouden. De Johannesburger-politie, de Vrijstaat- sche en Transvaalsche artillerie zijn aan discipline gewoon. Bij hen vindt men dezen bij zonderen karakertrek niet zoo sterk ont wikkeld, of beter gezegd, treedt hij niet meer zoo beslist op den voorgrond. Hieraan schrijf ik het toe dat zij dapper zijn als leeuwen en van geen wijken weten voor het alleruiterste oogenblik. Dit gebrek aan discipline bij de Boeren- commando's heeft echter ook zijn vóór. De Boer handelt dientengevolge meer zelfstan dig en is niet de automaat welken de Britsche soldaat vormt die, zonder bevel, meestal niet weet wat te doen. De Boer vertrouwt op zijn maat. Hij weet dat deze niet licht een domme streek zal doen en bij intuitie werkt hij met dezen samen zonder bevel of afspraak- Toen dit onderling vertrouwen wegging on de eene Boer niet meer overtuigd was dat de andere hem niet op een gegeven oogenblik in den steek zou laten, begon Lord Roberts' succes en deze veldmaar schalk heeft handig gebruik weten te maken van het verloren gaan van den onderlingen band, om door te rukken tot Pretoria vóór hetvertrouwen hersteld was. Was onder de Boeren nog de oude geest vaardig geweest die een bestorming van bpionskop mogelijk maakte, dan had Lord Roberts een geheel anderen tegenstand ontmoet. Mocht echter uwe vergadering, onvoor bereid op deze aanvrage, geen besluit wen schen te nemen, dan verzoeken wij voor ons plan, als hebbende de meest algemeene strekking, de voorkeur boven het bij u aanhangige plan voor een tram Middelburg —SerooskerkeDomburg, onder verbintenis onzerzijds u de, ter beoordeeling van onze aanvraag om subsidie, noodige gegevens zoo spoedig mogelijk en in ieder geval voor uwe aanstaande zomervergadering in te zenden". T IJ D VERZEN. Kruger op de Gelderland. Neon, niet in statie moet de held ont- [vangon, Zoolang Droef-England beult en moordt;' Geen jubelkreet eer weemoedszangen Zij thans gehoord: In Donker Afrika wordt Boerenvolk ge slacht, Een heldenschaar wreedaardig omgebracht, Het land met ijzer schoongevaagd, De vrouw, de zuigling zelfs verjaagd. Het volk moet als de Kananiet Verdorven worden èn verdaan; Geen huis of kluis mag blijven staan; De Brit spaart nu het minste niet. Wel gluurt de Boerenheld nog rond; En snipt de beulen, waar hij kan; Maar och! wat zijn een honderd man, Waar England duizenden weer zond. 't Is in den grooten Rhodesraad Beslisl, en wie zal 't keeren? Of Afrika in bloedstroom baadt, De Brit wil triomfeeren. Slechts Eén kan, nu de noodvlag rijst En alles dreigt in 't graf te gaan, De redding geven, maar geen mensch Behoedt den Boer voor ondergaan. Geen lofgezang begroet' den ouden Trekker Te bitter klonk een juichkreet in de smart Een traan in 't oog, een opzien naar den [Hooge, Een stil meelijdend, diep gevoelig hart. Wij zijn als hij, gepriemd door rechtsver- [krachting, Getroffen in Oud-Hollands heldenkroost; Toch kan men het den Boeren ook niet kwalijk nemen dat zij den grooten opmarsch naar Pretoria niet meer bemoeilijkt hebben. Hun getallen werden steeds kleiner en de Engelschen vochten niet meer, doch tracht ten alleen de macht van hunnen vijand te omsingelen om dezen aldus hetzelfde lot te bereiden als Cronjé en den zijnen. Hadden de Boeren het nu tot een omsingeling laten komen, dan was wellicht de oorlog reeds lang geëindigd, doordat het getal der hun nen nog onrustbarender geslonken was dan thans. Vluchten en een betere gelegen heid en een gunstiger terrein afwachten, waren de eenige kansen. In den guerilla-oorlog voelt de Boer zich meer thuis. Hij wordt thans niet aangeval len door een macht dier tegenover zijn klein getal te sterk is want een dergelijke macht ontwijkt hij. Hij kiest zelf den troep uit dien hij wil aanvallen en weet zich dus bijna altijd zeker van succes. Met groote behendigheid en steunende op de vlugheid van zijn paard, slaagt hij er in zijn vijand die het land zoo slecht kent, te ontkomen. Hij slaat zijn slag en voor er kans is hem te vangen, is hij weg. Dat leven is voor den Boer die gewoon is op het veld te huizen, weinig vermoeiend en voor den Engelschman die nimmer rust krijgt, doodelijk afmattend. Elk nieuw sucecs wakkert den moed van den Boer aan en maakt den Brit moede- loozer. Vrees voor roekeloosheid van de zijde van den Boer behoeft er niet te be staan roekeloosheid ligt niet in zijn aard, roekeloosheid is „banja onvoorzichtig". Van elke beweging van den vijand is hij op de hoogtede Brit. is midden in het land en omringd door spionnen, die altijd weten hoe berichten door te zenden. En krijgt de Boer in het veld niet de gegevens die hij meent noodig te hebben, dan gaat hij ze zelf halen. Velerlei wegen staan hem hier- Ons geldt als hun de trotsche-Britver- [achting Wij hoeven evenzeer een woord van troost. O, dat wij machtloos zijn, dat onze Ko- [ninginne Niet zeggen kan: „Oud-Hollands Leeuw, [ontwaak „Toont uwe tanden aan den Britschen [recht-verkrachter, „En grijp den Luipaard bij den wreeden (kaak!" Hoe zouden wij O England, diepge zonken! Gods England? Rhodes'Engeland zijt gij [vrij Gouds England, aan het stof zijt gij ver- [klonken Het goud voerde U tot moord en dwing- [landij. Als niet een God het gansch heelal regeerde, De God van Kruger niet terneder zag, Dan ging een kreet van woestheid op van [d'eerde, En grijnsde uit Nederland een bittre dui- [velslaeh Maar nu, nu ziet Gods kind Zijn almacht [komen Zijn roede onttrekken van 't verdorven [Boerenland 't Scherprechters zwaard door Hem zijn [kracht ontnomen; Gouds England door Zijn arm gedoemd [tot schand. En de oude Man Ginds zwerft hij op de [baren De Luipaard mist den Leeuw uit d' ouden [stam God wilde 'em voor vernedering bewaren, Toen Wilhelmina Kruger^tot zich nam. Zal hij Zal God hem in Zijn raad [gebruiken Tot stuiting van het zwaard, dat leeg niet [keert Zal hij met hooger hulp der Britten „al tmacht" fnuiken Zal 't schoone land niet langer meer onteerd God weet het, wat Hij in Zijn hand besloten Houdt, dia der volkren lot beslecht Hij krone 't hoofd der „Afrika-Zeloten" Als winnaar in den kamp voor 't Recht Luotok. toe open. Den eerste en gemakkelijkste heeft hem de Engelschman zelf aangewe zen. Hij spant zijn ossen voor den wagen, laadt deze op met landbouwproducten en rijdt naar de markt om straks, voorzien van geweuschte inlichtingen, weder naar zijn commando terug te keeren. Op deze wijze waagt hij zich zelfs in het Britsche kamp waar hij' zijn groenten met toestemming van den officier van de wacht aan de Tommies verkoopt. Ziet hij geen kans aldus te spionneeren, dan sluipt hij in den nacht, begunstigd door de alles ver bergende Z.-A. duisternis, door de Engel- sche linie, zooals Dinie Theron gedaan heeft toen hij zijn roemruchten tocht naar Cronjé 's omsingeld lager, en terug aflegde. Een vriend of kennis in de stad of het dorp verstrekt dan de inlichtingen en na een kort verblijf te midden der Britten wordt dezelfde sluipweg door de vijandelijke linie weder teruggenomen. Is ook hiertoe geen gelegenheid, dan kleedt de Boer zich een voudig in Engelsch khaki, zadelt een buit gemaakt paard op en hij die anders altijd galoppeert, draaft volgens alle regelen der Engelsche rijschool naar de stad of het kamp waar zijn kennis van de taal des vijands en zijn parmantigheid hem door alle moeilijkheden redden. Op deze wijze brach ten de manschappen der Johannesburger politie herhaalde bezoeken aan Bloemfontein. De Engelschen wisten het: doch het is hun slechts gelukt drie dezer spionnen te vangen. Zelfs de vrouwen doen aan dezen inlich tingen-dienst mede en laten door een ver trouwden kaffer de briefjes met mede- deelingen den mannen geworden. De militaire autoriteiten te Bloemfontein hadden den volgenden list bedacht om uit te vinden wie de vrouwen waren die hun vijand inlichtingen verschaften. Een briefje Dat Steijn zich met De la Rey vereeni gen zou, blijkt onjuist te zijn. Hij is op 't oogenblik in den Vrijstaat: te Fouries- burg, welke stad hij tot hoofdstad van den Vrijstaat proclameerde. Zoo houdt deze wakkere president er den moed in. Vrucht er van is zeker ook het stout optreden der Vrij staters bij Jacobsdal, in het westen van hun land, ten zuiden der Modderrivier, en dicht op de grens van Kaapkolonie. Of zij die plaats bobben verrast, dan wel na een hevig gevecht veroverd, mis schien wel beiden, in ieder geval hebben zij 34 Kaapsche Hooglanders die tot de bezetting behoorden gedood, of gewond. En nu zijn zij weer wol afgetrokken. Doch hun optreden alleen bewijst reeds dat zij zich zelfs daar sterk gevoelen. Zij hebben 't ook het meest op de Zuid-Afri kaners begrepen, wat natuurlijk is. Dat zijn hunne broeders die verraad pleegden aan de zaak van het Vereenigd Zuid- Afrika, en daarenboven do beste schutters uit Roberts' leger. Een volgend telegram van beteekenis is dat twee man van de afdeeling soldaten die bij het station Fraserburgweg, aan den grooten spoorweg van Kaapstad naar het Noorden de wacht hielden door Kaapsche tirailleurs (snipers) zijn doodgeschoten. Fraserburg ligt midden in Kaapkolonie. Zoodat dit bericht geeft te denken. Het bewijst dat in de Kaap ook do boel niet heel zuiver zit, dat men daar nog met opstand en vijandschap tegen de Engel schen vervuld isen er best nog meer vreeselijke dingen gebeuren kunnen dan deze. Ook in het noordoosten blijven de Boe ren bedrijvig. Zoo hebben zij onder an deren het station "Waschbank bij Dundee verbrand en de lijn beschadigd. Ook heb ben zij een paar stoute stukjes uitgehaald aan de lijn HeidelbergGreylingstad. Zij lieten een trein kantelen bij Kaapmuiden waarbij 19 Engelschen gedood of gewond werdenen dienzelfden dag vielen zij een trein aan waarin 21 Engelschen zaten. Zij namen er tien gevangon, die zij echter weer loslieten. werd geschreven, onderteekend met den naam van den een of anderen commandant, waarin gevraagd werd om opgaaf der troe pensterkte, van het aantal kanonnen enz., en bezorgd door een kaffer die beloofde den volgenden avond antwoord te zullen komen halen. Met teekenende domheid echter werd het briefje op zeer fijn papier geschreven dat een Boer nooit gebruikt. Is het te verwonderen dat niet één vrouw in dezen gespannen strik geloopen is Het begint te schemeren. "Wij bevinden ons op een klein kopje of heuveltje niet ver van Vredeport Statie. Aan onze voeten ligt een lange uitge strekte vlakte, die voortrolt met hier en daar eene heuvel tot bij Kroonstad. Aan onze voeten echter ligt een rookende puin hoop, hier en daar smeult het vuur nog een weinig. De boomen, die het sieraad dezer plaats waren, zijn alle omgekapt, geen levend wezen bevindt zich hier. Dood, dood, alles is dood. Gaan wij een paar honderd schre den verder, dan komen wij bij een ommuurd tuintje of kraaltje. Hier vinden wij een paar graven, één echter is nog een nieuw graf, men kan zien dat het graf pas ge leden gedolven is. Alles is stil, doodsche stilte. Daar na dert in deze duisternis een persoon be hoedzaam dit kleine verlaten kerkhof. Hij opent het hek, dat nog op één manier aan elkander hangt en staat met het hoofd op de borst bij het graf. Een traan rolt uit het dichtgeknepen oog langs zijn wang in zijn ijlen baard. Het is een tamelijke kloeke gestalte die daar door zielesmart getroffen neerknielt. Hier ligt zijn gade, die met een ge broken hardt hier ten grave gedaald is. Op

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1