NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 6. 1900.
Zaterdag 13 October.
15e jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGÉ-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Bü lil MMtf tehrl Bi!» iijwwl.
De Zeeuwsehe Partijdag.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nnmmers0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
en ^an
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Men schrijft ons uit Middelburg
Het was een goede gedachte van het
Provinciaal Comité om den Zeeuwschen
partijdag in dit seizoen bijeen te roepen.
Uit alle oorden der provincie zag men
de geestverwanten, onder welke ook en
kele dames, ter vergadering in de groote
zaal van het Schuttershof.
Aan de bestuurstafel hadden ook de antire
volutionaire leden der Staten de heeren jhr.
Pompe, Maas, Lucasse, Den Boer, De Jonge,
De Veer, Oggel, Siegers, v. d. Meer, Die-
leman plaats genomen.
De voorzitter van het organiseerend co
mité de heer mr. C. Lucasse, nadat ds.
Littooij de vergadering met gebed geopend
had, sprak een welkomswoord, waarin hij
het doel van den partijdag kortelijk uit
eenzette om daarna de sprekers voor dezen
dag aan de vergadering voor te stellen.
Waarom is deze eerste partijdag ge-
wenscht
In de eerste plaats om onze beginselen
en de regelen ter toepassing daarvan in
het maatschappelijk en staatkundig leven
te kunnen uiteenzetten door mannen daar
toe bevoegd. Het gaat behalve om de
stoffelijke, ook om de zedelijke en geeste
lijke belangen van 't volk. De lijnen waar
langs wij op staatkundig en maatschappe
lijk terrein hebben te wandelen, moeten in
de Schrift hun uitgangspunt hebben en
door deze worden bepaald. Die lijnen ons
klaar voor te stellen is roeping der pers,
maar 't geschiedt ook door 't gesprokene
woord. KersTersch moeten die beginselen
ons voor oogen staan Wij moeten weten
waar 'torn gaat, opdat wij niet verslappen
in onzen arbeid ter eere Gods en 't belang
des volks. De sociale quaestie vooral in
't licht der antirev. beginselen en in ver
band met den eisch Gods in Zijn woord
en met de nooden van den arbeid te be
zien.
In de tweede plaats is zulk een partij
dag goed om de strijders die anders den
FEUILLETON.
De Wet bij Roodeval Siding.
door
SI OMONü.
Pretoria was gevallen en Roberts hield
als gewoonlijk zich een tijd rustig om daarna
z'n slag des te verzekerder te kunnen slaan.
Kleine schermutselingen hadden er hier en
daar plaats iD den omtrek van Pretoria, van
weinig beteekenis en die slechts ten doel
hadden, de Boeren een beetje aan den gang
te houden en hen omtrent de ware plan
nen van Bobs te misleiden. Reeds twee
maal hadden de Boeren zich op deze ma
nier laten beetnemen, en helaas hoewel de
slagen bij Zelikatsnek en Donkerhoek be
wezen, dat tenminste sommige aanvoerders
der Boeren nog taaie wilskracht en groot
veldheerstalent bezaten, zij moesten toch
voor de overmacht van menschen en artil
lerie terugtrekken. De Boeren retireerden
dan ook altijd vol goeden moed, een uit
drukking die bij elk terugtrekken, zelfs in
gevallen waar dat volstrekt niet noodig was
geweest, gebezigd werd. Ja, predikanten
troostten van den preekstoel hunne hoorders
en hoorderessen altijd met »Ons burgers
retireer vol moed." Slechts één generaal
was er, die van de gewone xtaktiekder
Boeren om steeds een afwachtende houding
aan te nemen al week, en die nu hier dan
daar de Engelschen ot hunne convooien
aanviel en dikwijls met succes. Dat was
Christiaan de Wet.
De Wet had er bericht van gekregen,
dat er aan 't station Roodeval een proviand-
trein stond, 68 wagens groot en slechts
bewaakt door 240 man. Hoewel zelf slechts
80 man bij zich hebbende, bedacht hij zich
niet, en in den nacht van 5 op 6 Juni
werd met groote stilte en omzichtigheid
strijd alleen voeren, elkander te doen ontmoe
ten en spreken. Dit wekt weer onderling
vertrouwen, maakt eensgezindheid, behoedt
voor afwijken en geeft nieuwen moed tot
den strijd. Als alle christenen samenwer
ken tegen ongeloof en revolutie dan gaat
er kracht van zulk beslist optreden uit,
waarmee de tegenpartij ter dege rekent,
gelijk ook in den laatsten tijd herhaaldelijk
is gebleken.
Zeelands wapenspreuk Worstelende win
nen wij» zij ook die onzer partij, en worde
in haar en onder ons Christenvolk ook in
Zeeland, vervuld. (Applaus.)
Hierop trad prof. H. Bavinck op met
eene rede over »De antirevolutionaire po
litiek (in het licht harer beginselen)»welk
schoone rede wij in hoofdzaak aldus weer
geven.
In de benaming van het onderwerp en
in den partijdag die ons saambrengt, ligt
opgesloten dat politiek niet is een zondige
zaak waarmee belijders des Heeren zich
niet zouden mogen inlaten.
Wie gelooft in God den Almachtige en
in Jezus Christus, die gekomen is om de
wereld te behouden, terwijl Hij alle macht
in hemel en op aarde heeft, die kan niet de po
litiek als uit den duivel verachten.
Alle schepsel Gods is goed, mits met
dankzegging genomen.
Politiek is regeerkunst, die kunst komt
alleen toe aan God. Yan heel de schep
ping is Hij de Souverein. Zijn voorzienig
heid is niet anders dan goddelijke regeer
kunst.
Bij menschen is slechts bij afleiding sprake
van regeerkunst en koningschap.
De mensch is beelddrager Gods, aan wien
de heerschappij over de onbezielde en
bezielde dingen, over menschen en over
zichzelven geschonken is.
Die regeerkunst heeft ieder mensch van
noode en is hem opgelegd, zoodat „wie
zijn eigen huis niet regeert, erger is dan
een ongeloovige".
Onder de kringen der menschheid is
zeker wel de voornaamste die door het
volk gevormd wordt.
Zonder de zonde zouden er geen volken
zijn geweest, de menschheid zou één zijn
gebleven.
't station omsingeld en de hoogten bezet
Waarom de Engelsehen zoo roekeloos ge
weest zijn om daar geen wachtposten op
verderen afstand te plaatsen of ten minste
doorzoekingspatrouilles uit te zenden, is
ons altijd een raadsel gebleven. Zooveel is
zeker, dat de Rooineks niets vermoedden,
en toen den volgenden dag bij't »dagbreek"
de Mauserpilletjes regenden, vlogen de
khakies als verschrikte kuikens door elkaar
en boden geen noemenswaardigen tegen
stand. De witte vlag werd geheschen, nadat
we ongeveer een half uur gevochten had
den. W ij verloren op dit tochtje dooden
noch gewonden, terwijl van Engelsche zijde
ongeveer 40 man dood en 60 gekwetst
waren. Zoodra de witte vlag geheschen was,
stormden ons menschen van de kopjes af,
want allen waren natuurlijk nieuwsgierig
om te weten wat er alzoo in den opge-
propten trein zat.
De trein voerde mee: 30,000 pakken
kleeren, 2000 lyddietbommen, 2000 pakken
brieven, een enorme hoeveelheid sigaretten
en tabak en drank, en nog honderden an
dere dingen; ook veel cadeautjes voor de
hoofdofficieren. Eerst werden natuurlijk
de soldaten ontwapend en toen mocht ieder
een z'n gang gaan. En al wie een Boer
kent en met hem te velde geweest is, weet
dat hij 't vak van buitmaken in de puntjes
verstaat. In een oogwenk waren er dan
ook honderden kisten opengebroken en de
brievenzakken geopend. Elke brief werd
doorzocht, vel niet om te zien of er ook
strategische geheimen in stonden, maar om
te zien of er geld in zat. Velen voelden
slechts of er goud in zat en smeten de
brieven dan maar weg. Geld scheen echter
niet aanwezig te zijn, ten minste geen
1,000000 pd. st. zooals wij later hoorden,
dat er in den trein gezeten had, en was
Nu, om der zonden wil, is de mensch
heid in volken en natiën uiteengegaan.
Natiën, dit ziet op eenheid van afstamming
en taal; Volk ziet op de samenstelling van
den politieken staat.
God heeft de overheid aangesteld om den
mensch als beelddrager Gods te bewaren.
Beide volk en overheid moeten terug
tot de gebondenheid aan God.
„God er buiten" is de tijdleus. Maar
't weerzien dier overheid zegt 't tegendeel.
Zij is Gods dienaresse. De hoogste re
geerkunst op aarde oefent zij uit.
Die regeerkunstpolitiek in engeren zin
is moeilijk. En het is niet te verwonderen
dat door alle eeuwen de overheden in hunne
taak zijn te kort gekomen.
Velen zijn een vloek in plaats van een
zegen voor hun volk geweest. Doch zij die
de eere Gods zochten hebben de welvaart
bevorderd.
Vergelijkt men de Germaansche en de
Romaansche, de Protestantsche en de Room-
sche volken, dan overtreffen de Germaansche
en Protestantsche de andere in ieder op
zicht.
Nu is de Fransche revolutie gekomen.
Zij heeft de gezonde beginselen bestreden.
Zij was niet een gewone opstand maar een
principieel, stelselmatig verzet tegen Gods
ordinantiën. Een revolutie die tot de theo
rie der evolutie heeft geleid.
Een oogenblik scheen 't of deze begin
selen het winnen zouden. Doch de Reveil
kwam en onderwierp ze aan een vernieti
gende critiek.
Uit dien tijd dagteekent de antirevolu
tionaire partij. In vroegere tijden was zij
bekend noch mogelijk. Zij is in haar wezen
vrucht der tijden is haar vorm van dezen
tijd.
Zij was Christelijk historisch, niet naar
de Utrechtsehe*) uitlegging, waarbij noch
het Christelijke, noch het historische tot
zijn recht komt en heel de naam een vlag
is die de lading niet dekt; maar naar die
rijke beteekenis welke Groen er aan gaf.
Spreker bedoelde, gelijk hij bij 't debat
op een desbetreffende vraag te kennen gaf.
hier alleen de persoonlijke opvatting van dr.
Bronsveld.
dat toch zoo, welnu, dan zijn ze mee in
de lucht gevlogen. Ontzaglijk was vooral
de voorraad warme khakikleeren, die aan
wezig was. Poor Tomr Bij al die el
lende die zij moesten lijden kwam nu nog
de kou, men kan zich wel voorstellen wat
het zegt om bij een koude van zes graden
onder nul in de open lucht te slapen, alleen
bedekt door een dunnen deken, 't Was erg
gemakkelijk voor ons van nieuwe kleederen
te voorzien en iedereen trok dan ook maar
gauw een warme khaki jas en broek aan,
en lekker warm waren ze. Gauw werden
nu renboden uitgezonden om de andere
verspreide afdeelingen van de Wet's macht
te verzamelen, zoodat die ook nog van den
buit zouden kunnen profiteeren. 't Duurde
dan ook niet lang of ze kwamen. Onder-
tusschen waren er gauw een paar flesschen
onthalsd en dronken we een heerlijk glas
van de champagne die bestemd was voor
Lord Roberts, en we verzuimden niet zijn
gezondheid te drinken, waarna drie donde
rende hoera's voor Christiaan opgingen.
Veel Boeren waren al bezig, hunne kost-
zakken propvol te stoppen, en de gelukkigen,
die een pakpaard bij zich hadden, belaaden
'tarme dier dat 'ter bijna onder bezweek.
Ondertusschen hadden de commandanten
krijgsraad belegd. Alles mee te voeren was
onmogelijk. Men besloot zooveel mogelijk
ammunitie mee te nemen, en dan de rest
maar in de lucht te laten vliegen. De
intusschen aangekomen ossen en muilen
wagens werden beladen met Lee Metford
geweren, patronen en kanonnen ammunitie
waarvan later vijf wagenvrachten ver weg
in den grond werden begraven tot tijd en
wijle men ze weer noodig zou hebben.
Toen dit alles gedaan was begon de pret.
„Eerst houthakken burgers", was Chris-
tiaan'e commando, en In minder dan
Christelijk en dus gebonden aan Gods
Woordhistorisch als levende in de hi
storie van 't eigen volk en andere.
Als partij des geloofs uit 't paradijs na
den val geboortig; toch naar den vorm
van dezen tijd. De contrare-volutie tracht
naar restauratie van het voorbijgegane,
niet rekenend er mee dat de Heere uit
het kwade het goede laat voortkomen.
Groen was heel anders. Zie zijn poli
tiek na 1857. Voor dit jaar was hij voor
staatsgezindtescholen. Na de invoering
der wetV. d. Brugghen met haar neutra
liteit aanvaardde hij den neutralen staat;
doch alleen om erger te voorkomen.
Moet 't christelijke geweerd worden, dus
sprak hij, dan ook het niet-christelijke.
Volstrekt neutraal. En daarbij heeft de
antirevolutionaire partij, tot op heden,
zich aangesloten.
Huldigt zij daarmee nu den godsdienst
lozen staat? Zij miskennen haar die het
beweren. De artikelen 2, 3 en 4 van
„Ons Program" zeggen het wel anders. Niet
in den volkswil, noch in de wet maar in God
ligt de bron van het souverein gezag.
Waar wij op aandringen is dit: Indien
de overheid neutraal wil zijn, dan moet
zij zich ook niet met de geestelijke ver
zorging der jeugd belasten, dat komt haar
ook niet toe.
Doch zie, officieus doet de overheid het
toch.
Onder den schijn van neutraliteit ver
bergt zich de pantheïstische gedachte van
den alvermogenden cultuurstaat.
Zoo heeft hij School en Kerk en Univer
siteit tot vakken van staatsdienst gemaakt,
aan zich onderworpen.
En tegen dien schijnbaar neutralen,
doch in werkelijkheid pantheïstischen staat
heeft de antirevolutionaire partij den strijd
aangebonden.
Zij is geen kerkelijke partijintegendeel
moesten allen die de vrijheid des volks
eeren en vreezen voor het volksdwangstel-
sel, zich bij haar aansluiten; nu, geljjk de
Reformatie zich ook vele Roomschen tegen
den Spanjaard met de Protestanten ver-
eenigden.
Daarom zoekt de antirev. partij samen
werking met allen die tegen den onge-
geen tijd waren er 19 wagenvrachten hout
op 't stations-emplacement aangevoerd en
tot een grooten brandstapel opeengelegd.
„Nou de brieven, kèrls», liet andermaal
De Wet zich hooren, en nog eens arme
Tommies! daar gingen al de „feeling»
en »greetings« zoo maar boven op al dat
hout, ten vure gedoemd, 't Was jammer.
Een gevangen Engelsck kapitein stond
er bij te stampvoeten en riep telkens ,,'tls
schandewaarop generaal De Wet hem
ten antwoord gaf: „Weet n wat schande
is Al de hoeven der Boeren te verbran
den, de vrouwen en kinderen der Boeren
te mishandelen en weg te jagen. Jelui
mag nergens schande over roepen!» En
wat hij verder tusschen de tanden bromde,
zal wel niet veel liefelijks geweest zijn.
Toen alle brievenzakken leeg gestrooid
waren, kwamen de stukgeslagen kisten aan
de beurt, en daar bovenop de pakken kleeren.
Overal tusschenin werd een lyddietbom
gestoken en vierkante stukken buskruit.
Men nam zooveel sigaren mede als men
kon, de rest ging ook maar bovenop den
hoop, 't zou een schitterend vuurwerk wor
den, en daarbovenop werden nog drie lagen
lyddietbommen gelegd. Wie de uitwerking
kent van één lyddietbom, zal zich eenigszins
een voorstel kunnen maken van het knal
effect, teweeggebracht door 2000 van die
conserveblikjes. Toen alles klaar was werd
er een loopertje gemaakt met een lont die
ons ongeveer een half uur tijd zou geven
om ons uit de voeten te maken. De lont
werd aangestoken en we holden wegnaar
een bijgelegen kopje.
Vol spanning wachtten wij de uitwerking
af en daar op eens een vreeselijke knal
een vuur- en rookkolom van honderden me
ters hoog steeg uit den grond op. 't Was
of de aarde vuur en vlam spuwde, of er
loofsdwang bezwaar hebben.
Waarachtige vrijheid heeft zij verdedigd,
in de eerste plaats voor de Kerk\ scheiding
van kerk en staat vragende, in den zin
van vrij making der kerk.
Geen kerk over den Staat, maar ook
geen Staat over de Kerk, dat bedoelt zjj.
Zij meent dat de kerk eerst dan vrij
zal zijn als zij, zonder te steunen op den
staat, alleen bij de genade van Christus
wil leven.
Vrijheid zoekt zij ook voor de Schooi.
De bijzondere school is bemoeilijkt en
veracht geweest bij haar begin; thans be
gint 't beginsel van „de vrije school voor
heel de natie" zelfs liberalen toe te lachen.
Dat hierin gevaar schuilt, mag niet voor
bijgezien. Sommige stemmen gaan in onze
partij op die meer op 't plukken van lau
weren dan op 't voortzetten van den strijd
gericht zijn. En dat terwijl ons nog zulk
een strijd wacht. Want de anti-revol. par
tij vraagt ook vrijheid voor middelbaar en
hooqer onderwijs. Niet alleen de opvoeding,
ook de wetenschap is een terrein, waar
den Staat alle zeggenschap moet ontzegd.
Wel schijnt 'tof hij zich met de theologie
niet bemoeit, dewijl het vak der godgeleerd
heid door dat der godsdienstwetenschap is
vervangen. Doch meer dan schijn is dit
niet.
Hier is de strijd zwaarder, doch de zegen
ontbreekt ook hier niet, getuigen de vrije
gymnasiums, de vrije theologische school
en de vrije universiteit.
Vrijheid, om nu niet meer te noemen,
verlangt de antirevol-partij voor heel het
leven en streven der veelvormige maatschap
pij-
Wel vraagt zij in den laatsten tijd be
schermende rechten, doch dat geschiedt
alleen tot bescherming van 't recht dei
zwakken.
Voorts de Staat is geen armverzorger,
maar heeft te waken voor het heil van
allen, en de zwakken en verdrukten tege
moet te komen.
In dit strijden voor vrijheid en recht is.
de antirevol. partij verwant aan alle par
tijen van alle eeuwen in ons land en daar
buiten. Vooral aan die Christenscharen die
hun bloed gaven voor de vrijheid der cons-
een verborgen krater plotseling aan 't wer
ken was gegaan. 8tukken van bommen,
boomstammen, 't dak van 't station, spoor
rails en muurbrokken werden honderden
meters ver weggeslingerd. De groote uit
barsting werd gevolgd door kleinere doffe
slagen van de petroleumvaten. En toen
eindelijk alles stil was en we ons op de
plaats van de uitbarsting van de uitwerking
gingen overtuigen, zagen we dat er van 't
station Roodewal niets overgebleven was.
Een groot gat van ongeveer 200 voet lang
en 30 voet diep was er in den grond ge
slagen, en de rookende restjes der kleeren
lagen overal verspreidzooals wij later ver
namen werd de knal op 12 uur afstands
(te paard) vernomen en te Frankfort aan de
Wilgerivier trilden de ruiten en hoorden
de bewoners een doffen slag. Wij zelf waren
er in den eersten tijd doof van.
En ziedaar, voor een waarde van f 2,500,
000 was vernield, met één slag, en niet al
leen de directe materieele schade, Engeland
hiermede aangedaan, zou gevoeld wordeu;
maar vooral, dat de Engelsche soldaten
verstoken bleven van de warme kleeren,
dat vermeerderde het aantal zieken onrust
barend. Van een dame toch, die toentertijd
te Pretoria was, vernam ik, dat er ongeveer
26 per dag stierven en dan nog degenen
die in de groote hospitalen van Bloem
fontein, etc, dagelijks overleden.
't Werk was gedaan, we moesteD maken,
dat we weg kwamen, want de Engelschen
zouden wel spoedig bericht ontvangen hebben
en van twee kanten konden ze ons op 't dak
vallen, 't Commando „opzaal" klonk, de
trompet blies en voort ging 't weer nu naar
't Zuiden, om weer op andere plaatsen te
trachten den vijand afbreuk te doen.
(N. R. Ct.j