NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 3. 1900. Zaterdag 6 October. 15e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Bij flit nnmer telourt ten tjjwpl. De Partijdag. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER AÜVERTENTIËN FEUILLETON. Gemengde Berichten. el ken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA en van van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Wij gaan een belangrijke week te ge- moet de week van den antirevolutionairen partijdag. Wij hopen en verwachten dat vele vrien den en broederen naar dien dag verlan gende zijn en a. s, Donderdag in den goe den zin des woords ook van de partij zul len wezen. Zulk een partijdag is voor ons, Zeeuwen iets nieuwsen mist daardoor voor een enkele allicht de gewenschte aantrekke lijkheid. Het is geen eere voor Zeeland, het anti liberale" Zeeland, het van ouds calvinis tische Walcheren, het christelijk historische Middelburgdat zoo laat, zoo bijna te laat in deze eeuw een partijdag onder ons werd uitgeschreven. Zuid Holland, Utrecht, Groningen, Over- ijsel, hadden reeds zulk een partijdag; en wie hem mee doormaakten, hebben zich hun gang naar de hoofdstad hunner provincie niet beklaagd. Wij zijn er trotsch op dat Zeeland nu eindelijk ook eens zulk een partijdag zal hebben. Wij danken het provinciaal comité, en „Nederland en Oranje" te Middelburg voor bun initiatief. En nu Zullen wij bij de velen die plan hadden te gaan, nog meerderen trachten op te wekken Het zal wel niet noodig zijn. Immers 't genot van eens een dag onder broeders en geestverwanten te zijn, eens een handdruk te kunnen bieden, een blik wisselen, praten of de kennis ver nieuwen met den medestrijder uit andere streken der provincie, met vrienden die wij haast uit het oog verloren hadden, dit op zich zelf is reeds genoeg om er de reis voor te maken. Maar 't genot om twee geliefde en ge achte sprekers te hooren Bavinck de theoloog, Talma de socioloog, doch beiden op s'aatkundig gebied vertrouwd met de antirevolutionaire beginselen dit geeft nog meer aanleiding om dezen dag niet te verachten. En dan laten wij liet maar eerlijk willen weten, wij hebben sedert de Ka merverkiezing van 1897 als staatsburgers, en leden onzer kiesvereeniging, als belij ders der antirevolutionaire beginselen, onze (Slot.J Dienzelfden dag omtrent 1 ure kwam hij weer terug en wel met 10000 man en 8 batterijen kanonnen. Wij kwamen on der een vreeselijk bombardement, hetwelk tot halfvijf duurde. Wij lagen doodstil in onze positie, ieder achter zijn eigen uit gezochte bedekking, uit een rotsblok be staande. Toen hield plotseling het kanon vuur op en begon het geweer, daar de Engelschen genaderd waren. Het was een vreeselijk gezicht. De kop, waar wij op lagen, was als geploegd door de kanons kogels, hier en daar lag een doode of ge wonde van onzen kant, te wentelen in zijn bloed. Onze linker- en rechtervleugel sloegen op de vlucht, zoodat wij het hard te ver antwoorden kregen in 't midden. De vij and stormde onze kop op, waar wij met 400 man op lagen. Geheele rijen soldaten zag men als zandzakken in elkaar zakken, de grond was bezaaid met lijken der En gelschen. Ook van de 400 man gingen er nog zooveel vluchten en zooveel bleven stil uit angst achter hun klip liggen, dat wij op, 't laatst met 15 man stonden, generaal Koek zelf meêgeteld. Daarbij waren nog 1500 lanciers der Engelschen onze vluch telingen nagezet, zoodat ons niet veel goeds voor oogen stond. Wij geraakten op 't laatst tot op 10 pas van den vijand af. Wij roeping niet genoeg in 't oog gehouden Onze vergaderingen waren te zeldzaam uitgeschreven, en zoo er vergadering was, hebben wij vaak geschitterd door afwezig heid. Om de schoone beginselen onzer partij, de vraagstukken van den dag, de daden der regeering en onzer volksverte genwoordiging en van den afgevaardigde voor ons district te bespreken, zijn wij als antirevolutionaire kiesvereeniging niet ge noeg bij elkaar geweest. Hier is het Provinciaal Comité en roept ons toe: Leeft gij nog? Zijt gij wakker? Of in den dut Levensmoe misschien of afgeweken Waar is het vuur der eerste liefde Kiesvereenigingen van Zuid- en Noord-Beveland met uw tienen, wordt eens wakker. Gij daar aan den overkant, laat verzamelen blazen. Schouwen en Duiveland. Zierikzee en Bruinisse; toch zeker niet Juda en Efraïm gelijk, komt weer tot elkander. Flakkee en Tholen, telt uw manschappen eens en poetst de wapens op. Komt, allen op, naar Middelburg. Kader voor! En gij manschappen, voor zoover gij kunt en wilt, treedt aan voor de waebt- parade. Want de wachten moeten van nu af betrokken. Yan nu tot de aanstaande Kamerverkiezingen mogen de kiesver eenigingen geen oogenblik meer slapende zijn. Er komt werk aan den winkel. En zie nu, daar is zulk een partijdag nu goed voor. Men krijgt weer eens een anderen kijk op de dingen, men doet weer nieuw voedsel op voor den wegmen grijpt weer moed gelijk Paulus toen hij de broe ders zag. Men leert weer opheffen de trage handen en vast maken de wankelende knieën. Men keert straks terug naar zijn kiesvereeniging om iets van de bezieling die 't wederzien der broederen, die de referaten der sprekers, die de opfrisschende besprekingen en twistingen in den goeden zin hebben gewekt, in de harten der thuis ge bleven broederen over te storten, die nieuws gierig, die belangstellend zijn naar uw ver slag. Het was goed gezien van het Provinciaal Comité, dat 't ook aan dissentiëerende broeders gelegenheid ter kennismaking biedt. In den belangrijken stembusstrijd van 1901 moet de tegenstander die uit de beginselen der revolutie leeft, allen bond genootschappelijk, federatief naast elkaar zien. De partijdag moet een toekomstbeeld ge ven, profetie zijn van hetgeen 't over eenige maanden behoort te wezen. Wij hopen op - een recht gezegenden, aan hielden vreeselijk huis onder die dichte drommen soldaten met onze Mausers. Ieder schot gaat zeker door 5 of 6 menschen- licliamen heen. Ons troepje echter min derde ook, terwijl wij telkens van de eene bedekking achter de andere ons al schietende moesten terugtrekken. Ik zelf viel ook neer, getroffen door een kogel. Ik bleef echter bij mijn bewustzijn en stond een minuut later weer op en kon direct mijn geweer grijpen. Juist, toen ik opstond, zag ik een En- gelseh soldaat op generaal Koek toeloopen en hem neerschieten. Ik schoot nog op hem, doch te laat, generaal Koek lag reeds, hoewel ik den soldaat doodelijk trof. Kort daarop waren mijn patronen op en moest ik wel wijken, hoewel ik geen hoop of uitkomst zag er uit te komen. Het was als een hagelbui van kogels om mij heen. Ik zag van ons troepje maar één man meer. Ik riep hem nog om te vluchten, maar ik denk, hij werd achter mij neergeschoten. Ik heb hem tenminste niet meer gezien. Ik kreeg een regen van kogels achter mij, toen ik den berg afliep. Ik vond mijn paard doodgeschoten, waarop ik een ander zag staan onder een boompje, waar ik gauw opsprong en wegreed. Ik werd zoo beschoten, dat de bladeren en takken van den boom vlogen; ook mijn hoed werd af geschoten. Zoodra echter het paard zijn berijder in 't zaal voelde, stormde hij de wildernis in en bracht mij in een oogen- genamen partijdag; op oen opgewekt, broederlijk en zusterlijk samenzijn. Wat, zusterlijk ook al? Op een antirevolutionairen partijdag is 't gewoonte dat daar ook dames komen. Op den Zuid Hollandschen partijdag te Rotterdam zag men er meer dan een. Wij rekenen er op dat ook de dames, die belangstellen in den bloei der antire volutionaire partij, in den voortgang onzer beginselen, in den meest aangenamen gang der zaken, er Donderdag wezen zullen, luisteren zullen, spreken zullen zelfs, als :t moet. En dat een iegelijk barer nu niet zal zien op hetgeen eener andere is, maar op zichzelve. Antirevolutionaire vrienden en vriendin nen, tot Donderdag dan, in het schoone Schuttershof. Wie een circulaire ontvingen, zorgen er voor dat zij terstond aan den heer mr. C. Lucasse te Middelburg opgeven den naam van den afgevaardigde der Kiesvereeniging en diens mogelijk noodigen vervanger, met mededeeling dat d.e gemachtigd zijn te stemmen 'namens hunne Kiesvereeniging. „Een nieuwe titel voor de Zeeuw". Op een gemeente in Schouwen-Duiveland werd door een colporteur van een nieuw uit te geven blad dezer dagen als argument gebe zigd „dat „De Zeeuw" een Gereformeerd blad is en daarom onmogelijk door een Hervormde kan gelezen worden." (tegen schrijver dezes zelf zoo gezegd). De commies 3e klasse J. Walda te Middelburg is aangewezen voor het toe zicht in de beetwortelsuiksrfabriek »Suc- recies de Breda en Bergen op Zoom", te Bergen op Zoom. Vlissingen. Een nieuwe muizenvanger. Bij den heer M. alhier had gisteren een zeldzaam voorval plaats. Eenige weken ge leden had een der huisgenooten van den heer M. een kauw gevangen die nu dage lijks op de achterplaats rondloopt. Gisteren gebeurde het dat mijnheer de kauw een muis zag loopen en geen oogenblik draalde het beestje achterna te zitten, te vangen en wat meer zegt ook smakelijk voor de oogen der huisgenooten op te peuzelen, met uitzondering van den staarten een stukje vel. (Wij herinneren er aan dat kauwen en kraaien althans van veldmuizen niet vies zijn. Red.) Nieuw en St. Joosiand. De gemeen teraadsverkiezing is bepaald op IC Oct. blik buiten het bereik der kogels. Hier wachtte mij echter nog een groot gavaar, daar de 1500 lanciers, die onze vluchte lingen nagezet hadden, terug kwamen in oene lange linie. Aan omtrekken was geen denken, daarvoor was de linie te lang, zoodat mij niets overbleef dan mijn paard te laten staan en te voet probeeren er door te komen, daar ik mij dan beter kon be dekken. Gelukkig werd het dien avond stikdonker. Ik vervolgde mijn weg zoo stil mogelijk. Hier en daar hielp ik nog een gewonde overeind en ontmoette ik ook nog een paar van onze makkers. Ik hield nog een oogenblik stil om naar liet slag veld te luisteren. Het was vreeselijk om te hooren: van den vijand warei (volgens latere opgaaf) 1600 gedood en gewond, van de onzen 95 en 80 gevangen. Het was een hopeloos gekerm. Men kan van zulk een ellende zich onmogelijk een denk beeld vormen. Ik kwam veilig door de lanciers heen, door plat op den grond te gaan liggen. Zij reden mij rakelings voorbij, doch merkten mij niet op. Een half uur, nadat ik er door was, kwam de maan op, zoodat liet ook maar net bijtijds was. Het begon ook dien nacht weer te regenen. Ik had mijn regenjas en deken onderweg aan gewonden afgestaan; die niet loopen konden, zoodat ik er maar armoedig bij liep. Toen ik de rivier door was, wou ik toch eens onderzoeken, hoe ik eigenlijk gewond was- Ik had eene vreeselijke pijn Candidaten zijn C. Dingemanse Pz. en H. v. Leerdam. Sas van Gent. Gelijk wij reeds per telegram 'berichtten heeft Woensdag de feestelijke openiDg der coöperatieve beet- wortelsuikerfabriek plaats gehad. Voor de fabriek waren door de werklieden eenige versieringen aangebracht. Het gebouw lieeit een voorgevel van 70 M. Het hoofdgebouw is 12 M. lang en 20 M. hoog, en zal electrisch verlicht worden. Alles maakt een grootschen indruk en doet den bouwmeester, den heer Wisse uit Zaam- slag, en den aannemer en diens werklieden alle eer aan. De heer Collot d'Escury bracht dank aan den directeur en aan allen die aan de totstandkoming der fabriek hadden mee gewerkt. Dr. Bruinsma dankte 't bestuur en den president voor hun energie en feliciteerde hem met den uitnemenden directeur welke leeft voor de coöperatie. De heer Wortinan (in 't telegram stond foutief Hartman, hoewel Wortinan geseind was) dankte voor deze woorden en ook de heer Oggel sprak een woord namens de deelhebbenden. Daarna werden de ververschingen ge bruikt en de machines in werking gebracht. Jammer dat het weer niet meeviel. Er moet te Utrecht voor twee vaca tures in den gemeenteraad herstemd wor den tusschen twee Roomschen en twee SocialistenSteenhof en Oudegeest en Kooien en Oudegeest. Dit is dezelfde persoon. Te Daarle brandde een tweejarig meisje zich zoo ernstig aan de kachel dat zij kort daarna aan de gevolgen overleed. In een stal te Beilen geraakte een we duwe, die aan 't melken was, door 't ge drang der koeien onder den „voet" en kreeg daarbij een trap die haar dood ten gevolge had. Te Nieuw Amsterdam stierf een vijfjarig knaapje ten gevolge van het eten van de vergiftige bessen eener nacktscha- deplant. Te Ommen geraakte een boerenknecht bij het vervoeren van mest onder de paarden met 't gevolg dat hij weinige oogenblikken later overleed. Te Nieuwemoer viel een landbouwer bij het appelen plukken uit den boom. Hij kwam op het hoofd terecht en bleef op de plaats dood, hij laat een groot gezin achter. De juffrouw die eenige dagen geleden bij den brand in de Reguliersdwarsstraat te Amsterdam uit 't raam sprong is in .'t gasthuis aan bekomen inwendige kneuzin- in gevecht gevoeld, in den vorm of mijn rechterarm er afgerukt werd. Ook was ik neergevallen en gedurig voelde ik bloed over mijn rng loopen. Ik dacht later, toen ik weêr goed kon schieten, dat het maar een schampschot was geweest, maar nu begon mijn schouder mij zeer te doen en kon ik mijn arm niet meer gebruiken. Ik vond een gaatje onder mijn rechterschouder, maar ik kon niet hegrijpen, waar de kogel gebleven was. Ik dacht stellig, dat de kogel was blijven zitten. Een vriend ech ter merkte op, dat mijn jas van achter door nat was van bloed en vond een gaatje achter in den rug onder het schouderblad, omtrent 2 c-M. van den ruggegraat af. Het liet zich wel slecht aanzien toen, hoewel ik maar blij was, dat hij er tenminste uit was. Wij liepen door tot 2 uren, waarna wij een weinig rusten. Altijd regende het nog. Om 5 ure zetten wij onze reis voort tot 10 ure in den voormiddag. Toen was ik zoo uitgeput, dat ik niet meer loopen kon. Gelukkig waren wij juist aan een kruis weg en kwam er een wagen aan met eenige Duitschers van Dundee. Ik werd op den wagen geladen en vervolgde toen zoo de reis. Den volgenden dag, 23 Oct. bereikten wij de spoorlijn en werd ik per trein naar New-Castle vervoerd, waar ik tegen 5 ure aankwam en in 't hospitaal werd onder zocht. De dekter zeide tegen den oppasser, dat ik het er niet door zou halen, daar ik gen bezweken. Bij een vechtpartij op de kermis te Wouw heeft een der vech tersbazen een levensgevaarlijken messteek in de zijde opgeloopen. Een 9-jarig meisje te Zwolle geraakte bij het dragen van koffiewater en vuur in brand. Wel doofde men spoedig de vlammen, door het kind in een sloot te werpen, doch zij bezweek niettemin aan de reeds bekomen hevige brandwonden- Op 't station Venlo is een wegwerker door twee afgestooten wagens aangereden en gedood. In de zaak betreffende den moord te Tilburg is weder een nieuwe getuige opgetreden. De oproeping in de Tilburgsche bladen heeft tengevolge gehad, dat Maandag bij den commissaris van po litie de juffrouw zich heeft aangemeld, die met den schilder M. heeft gesproken op Vrijdag 24 Augustus des namiddags, toen de koster werd gearresteerd. Deze getuige bad op genoemden datum des namiddags te ruim 2 uren een bood schap in de Noordhoek, en ziende dat er zooveel volk in de Industriestraat stond, was zjj door die straat gewandeld tot aan de woning van den Heer Kessels Terug- keerende, ontmoette zij den commissaris van politie met iemand, die de koster bleek te zijn. Nabij de kerk gekomen, stond aan de zjjde, van het café »De Zwarte Arend" een man, die haar op gejaagden toon en met onsamenhangende woorden aanspeak »ja, ja, juffrouw, het is wel iets, ze hebben hem" en, wijzende naar den koster, voegde hij er bij »die heeft het gedaan." De juffrouw, zeer verschrikt over deze mede deeling, antwoordde »maar man, weet je er dan iets van »ja, ja," hernam hij met bevende stem, »ik kan niet langer zwjjgen als het kind er bovenop lag (op de kerk), dan kon je het hier zien liggen.'' Terwijl hjj dit zeide, keek hij met verwilderde blik ken naar het dak van de kerk en liep daar na hard den Noordhoek in. Ook is deze juffrouw op den morgen, waarop de misdaad werd gepleegd, in de kerk geweest tusschen halftien en tien uur. Toen zij de kerk verliet, stond er iemand met een jas aan in de deur van het kerk portaal, die in de richting van de Indu striestraat keek. Zij herinnert zich, dat dit dezelfde persoon was, die haar Vrijdagsmid dags had aangesproken. Door den schilder M. was aan de justitie medegedeeld, dat hij eene juffrouw op den middag der arrestatie van den koster had aangesproken en nagenoeg hetzelfde had gezegd, als thans door deze getuige is ver klaard. N. vd. D. teveel mezelf vermoeid had, en de wond door de long zeer gevaarlijk was. Het liep echter geheel anders uit. Ik kreeg mijn avondeten, het eerste sedert Zaterdag voor 't gevecht uitgenomen een paar stuk ken beschuit bij dien wagen. Daarna werd ik verbonden en ging ik naar de kooi om trent 7 ure. Den volgenden morgen om trent 7 ure werd ik wakker. Mijn geheele bed en dekens waren nat van 't zweet. Door het sterke contrast, daar ik nu ge woon was buiten te slapen, had ik dien nacht alle kou en ellende uitgezweeten. Toen de dokter kwam, vond hij mij geheel in orde, uitgenomen een stijven arm. Vrjj- dag 27 Oct. werd ik naar Pretoria ver voerd, waar ik nog tot Maandag 30 in 't hospitaal bleef. Toen ben ik er uitgegaan naar mijn kamer. Mijn arm zal ik zoowat 6 weken lang niet kunnen gebruiken, doch toen was hij ook weer even goed als vroe ger. Vergeten heb ik nog in te voegen, dat wij een paar dagen na den veldslag zoo goed als doof waren. Wanneer ge nu lust hebt een slag mede te maken, de kans bestaat nog, gij kunt u hieruit nu wel voor stellen, dat het mooi is een expeditie in een boek te lezen, maar dat de werkelijk heid een ondenkbare ellende is. Ik zal nu maar eindigen. Uw U liefh Zw. en Br.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1