NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND No. 2. 1900 Donderdag 4 October. 15e Jaargang CHRISTELIJK- HISTORISCH VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Engeland en Transvaal. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,026. UITGAVE DER FIRMA en van van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 3 October 1900. Aan de Lezers Deze week schijnt in onze provincie ver spreid te worden een nieuw blad: »De Nieuwe Goesche Courant", of »De Nieuwe Middelburgsche Courant". Dit schijnt een vrij-antirevolutionair blad te zijn, hoewel het er niet op staat. Het dient zich slechts aan als Nieuwsblad zonder meer. In een circulaire, onder meer aan verschillende vrienden van ons blad gezonden, dient het blad zich aan als »mild Christelijk Nieuws blad". Uit ons verschafte inlichtingen op vele plaatsen is ons gebleken dat deze Nieuwe Courant althans aan vele abonné's van •»De Zeeuwgezonden is, een daad die wij niet zullen qualificeeren, te meer daar door de uitgevers van dat blad wordt voorge wend dat het er niet om te doen is de abonné's van f De Zeeuw'''' voor zich te winnen. Wij maken onze lezers er evenwel attent op dat dit nieuwe blad van de heeren Visser en Smits niets met ons blad te ma ken heeft, ook al zullen vele lezers 't te gelijk met het onze ontvangen; en al schijnt de inkleeding er van aan die van ons blad te herinneren. Wij juichen elke poging toe om door de courant de christelijke historische begin selen onder ons volk te brengen; en zou den dan ook de »Nieuwe Goesche Courant" gaarne in dien strijd het eeresaluut hebben gegeven. Doch nu in haar optreden iets is dat ons mishaagt, wijl 't ons misleidend voorkomt, moeten wij op eenigszins andere wijs, dan wij wel gewenseht hadden, de intrede begroeten van een blad, dat geen politieke kleur bekent en op minder ge wone wijze ons blad tracht af te breken. Wij zullen er verder het zwijgen toe doen. En voorts nu wij weer een nieuwen jaargang begonnen, met ernst, in Godes kracht, onze taak voortgezet, ons daarbij aanbevelend in de zoolang reeds genoten medewerking der lezers. Dezer dagen trok onze aandacht een be richt in de bladen als een bijzonderheid FEUILLETON. Wij zijn in de gelegenheid een schrij ven van een oud-gewestgenoot uit Znid- Afrika, wiens ouders te Tholen wonen, den heer C. W., aan zijne familie, ter kennis making voor zijn vele vrienden en kennis sen in onze provincie, in ons blad over te drukken. De brief is van den navolgenden inhoud Pretoria 2 Juni 1900. W. Zw. en Z. Zaterdag 11. ontving ik uwen brief van 17—4, waarin het vermelden van u aller welstand. Het commando van Waterberg was vandaag in Pretoria. H. was er ook bij. Hij ziet er flink uit en is nog niet van plan den strijd op te geven. Wat mij aangaat, ik zal mij niet meer vrijwillig in gevaar begeven, hoewel ik eiken dag ver wacht gecommandeerd te worden. De krijgs kansen staan den laatsten tijd voor de Boe ren niet zoo gunstig als voorheen. Het is maar geregeld retireeren en wegloopen. Ook zijn de krijgsplannen der Boeren veranderd, eerst was het plan geweest Johannesburg en zijne mijnen te vernielen. Evenwel hebben zij Johannesburg ongedeerd gelaten, alleen bij Kliprivier is nog een slag gele verd, waarbij de Engelschen noemenswaar dige verliezen zijn toegebracht. Daarna trokken de Boeren terug en lie ten de Engelschen J. intrekken. Ook was het plan Pretoria niet te ver dedigen, waarin nu weer verandering is gekomen, in zooverre, dat de linie er niet naar gewijzigd zal worden, om Pretoria te sparen. Van P. uit den Vrijstaat hooren we niets; ik heb al geschreven en gete legrafeerd, maar er komt geen antwoord. Denkelijk is zijn vrouw met de beesten dat drie politiemannen met zijn drieën één strooper hadden gepakt. Bij onze langzame rechtspraak zal 't nog geruimen tijd duren, eer deze strooper ge vonnist wordt. Hiertegenover knippen wij 't onderstaand bericht, uit een Amerikaansch blad: G, M. Hawkins, een jachtopziener van Zuid-Jersey, zocht naar overtreders van visch- en jachtwet. Hij ontmoette Zondag twee Italianen in de bosschen bij Wynockie. De eene Broes, verzette zich en Hawkins had veel moeite met hem. Cerina gaf zich gewillig over. Beide waren gewapend met geweren. De twee Italianen werden voor vrede-reehter Josian Ricker te Winockie gebracht. Zij werden schuldig bevonden onwettig te jagen op den Sabbatdag, en elk beboet met 20 dollar. Geen geld bij zich hebbende, werden zij voor negentig dagen naar de gevangenis gezonden. Dat klinkt dapperder; en vlugger. Socialistische toekomststaat. Een prachtige illustratie van den socialistischen toekomst staat, zoo verhaalt De Graafschapper. Te Saint Etienne (Frankrijk) werd de vo rige week een vergadering gehouden van socialisten. Deze „heeren hebben gezamen lijk eene mijn gekochti en deze wordt nu door de bezitters zelf ontgonnen. Ieder werkman wordt, zoodra hij aangenomen is mede eigenaar van de mijn, en deelt dien tengevolge in de gemaakte winst. Nu hebben de socialistische eigenaars werklieden er een kunstje op gevonden om zooveel mogelijk winst op te strijken. Als er nieuwe werklieden noodig zijn worden deze als „helpers" of „knechten" van de andere werklieden aangenomen. Daardoor blijven deze uitgesloten van de winst, die de anderen gansch onder elkaar verdeelen. Zoo zijn dan alle werklieden die het zoo onrechtvaardig vonden voor een „patroon" te werken, die de winst opstreek, zelf de „patroon" geworden en deelen evenmin met hun „helpers" als hun vroegere patroons zulks deden. Wat zijn die „heeren socia listen" dus spoedig hun leer vergeten, als het om hun eigen centen gaat! Maar op de vergadering waarvan boven naar het Noorden. Het kan ook zijn dat zij nog op de plaats iswant het Ooste lijk gedeelte van den Vrijstaat is nog in handen der Boeren. Generaal de Wet en President Steyn zijn daar weer flink aan den gang. Zij zullen waarschijnlijk pro- beeren de communicatie van Lord Roberts met het Zuiden te verbreken. Wanneer zij daar succes hebben, zal de plaats van P. wel gevrijwaard blijven van Engelschen zijn plaats is zoo omtrent in het middel punt van de dorpen Bethlehem, Harrysmith en Vrede. De Boeren beginnen nu echter wel in te zien, dat het ernst wordtzoo dat het wel te verwachten is, dat de eerste ontmoetingen met den vijand hen lang zullen heugen. Jammer is het, dat ze zoo weinig kanonnen hier hebben. Zij hebben er omtrent 2 tegen 10 en dan nog zoo'n overmacht van soldaten op den koop toe, bezorgt hun een harden kamp. Het is wel jammer, dat die ellendige oorlog hier is uitgebroken, daar zij bij overmaat van smart Zuid-Afrika misschien voor langen tijd verwoest. Ook is te Durban, Port- Elizabeth en Kaapstad de pest uitgebro ken, natuurlijk ook een gevolg van den oorlog, dewijl die havenplaatsen reeds van voor den oorlog dagteekenen van een op- eenhooping van vluchtelingen van allerlei rang en stand, kleur en kwaliteit. Als ik het onder de Engelsclie regeering niet naar mijn zin had, zou ik denken beter te doen naar Indië ot Amerika te gaan, dan naar Holland, mij dunkt er is in Holland niet veel te verdienen, als men bedenkt, dat in Holland het kleinste geldstuk een halve cent is en hier three pence, dat is 3 stuivers. Het slechtste, wat ik ooit aan de hand heb gehad, is die veldtocht en vooral die veld slag bij Elandslaagte. Wij waren hier van sprake is, herinnerden de zoogenaamde werk lieden aan de statuten der mijnvereeniging,' die ieder werkman terstond in de winsten doen deelen. Daardoor ontstond zulk een rumoer dat de aandeelhouders-werklieden de zaal moes ten verlaten. Uit een becijfering in een circulaire der Steenkolen Handelsveremiging te Utrecht blijkt dat de hooge kolenprijzen die van 't publiek gevorderd worden, niet gevolg zijn van de prijzen door genoemde Handelsvereemging gesteld. De schuld ligt bij de handelaars en plaatselijke verkoopers. De circulaire zegt: „Zoo lijven de prijzen, waartegen door den Groothandel, eene behoorlijke winst inbegrepen, van af 1 October a. s. kan worden verkocht: f96 voor de z. g. Förderkolen (goede, grove kolen), en voor grovere soortenf 99 en f 102 per waggon van 10000 K.G., dus per H.L. van 80 K.G.f 0.77, f 0.79 en f 0,81 franco station te Utrecht, Rotterdam, Den Haag, Leiden, Amster dam en tusaehenstations voor zoover de hoeveelheden, betrokken in de zomermaan den, in den winter niet overschreden worden. Eerst wanneer meer geleverd wordt dan die hoeveelheden, worden de prij zen voor het meerdere f 0.12 per H.L. hooger en bijgevolg voor deze soorten f 0.89, f 0.91 en f 0.93 per H.L. franco de voorbedoelde stations". Natuurlijk zal 't publiek weinig belang inboezemen of de kat dan wel de kater hier bijt. Maar dat de hooge kolenprijs een drukkende belasting, progressief maar naar den minderen man toe, inplaats van naar den meest vermogende, kan genoemd worden, zullen allen met ons eens zijn. Te rekenen van Zondag 4 Nov. a. s. zul len des Zondags niet meer worden besteld: a. gedrukte stukken bedoeld in art. 1 b. der postwet; b. nieuwsbladen die maar eens per week verschijnen. Zij zullen 's Maandags besteld worden. Pretoria vertrokken 3 October '99 met den trein tot Zandspruit, vandaar gingen wij geregeld in ciagmarschen tot New-Castle. De tenten hadden wij in Zandspruit ach tergelaten, omdat er maar twee wagens met muilen bespannen meegingen, beladen met ammunitie en wij hadden op onze paarden genoeg aan een regenjas, cumbers en ge weer met patroonband, zoodat het nacht verblijf in de open lucht was. Wij hebben zoo verschillende plekken ingenomen, en trokken geregeld voort, totdat wij in Elands-' laagte op een vijfmaal grooter leger van den vijand stuitten, waar wij uit elkander ge slagen werden of liever de onzen vlucht ten. (Het Boerenleger is feitelijk nog nooit verslagen overal waar zij achteruitgingen, was het hun eigen lafheid en voornamelijk der officieren, soms ook moesten- zij tegen over groote meerderheid van den vijand ach teruit, uit vrees voor omsingeling) Wij bwamen Donderdag 19 Oct. 's avonds in de Biggarsbergen aan, waar wij dien nacht zouden overblijven. Wij waren daar om trent vijf uur te paard van Elandslaagte af. Het was guur weer dien avond en regenachtig; wij hadden eenige schapen geslacht en zouden die braden. Ieder braadt zijn eigen vleesch aan zijn vork, waarmede hij het vleesch eenige minuten in een vlam houdt, dan is het gaar. Wij gingen zoo omstreeks 9 uur slapen, maar werden omtrent half elf weer wakker, doordat wij gewaar werden, dat wij in 't water lagen, veroorzaakt door den steeds toenemenden regen. Wij gingen toen een schuilplaats zoeken en vonden een plaats, een half uur buiten 't kamp een boeren huis. Toen wij goed en wel daar waren, werd er inrukking geblazen. Wij hoorden toen, dat er een enorme voorraad goede ren voor het Engelsche leger van Lady- Ook deze maatregel wordt door ons toe gejuicht. Doch waarom nu niet een stap verder gegaan Ook dagbladen behoorden des Zondags niet besteld te worden. Die enkelen welke ze begeeren, kunnen ze op een bepaald uur immers afhalen. Rapporteurs der tweede kamer over: staatsbegrooting: algemeene beschouwingen, huis der koningin, enz. wet op de midde len en onvoorzien, zijn de heeren Rink (voorz) Drucker, v. Gijn, v. Alphen en Kuyper. Niet onaardig gevonden is wat de Te legraaf als totaal indruk van den tegen- woordigen stand des oorlogs mededeelt: Kapitein, ik heb een krijgsgevangene. Breng hem hier. Ik kan niet, hij wil me niet loslaten Inderdaad, het gaat Engeland als dien soldaat. De oorlog is uit. Geef mijn legi oenen terug, moet Koningin Victoria vra gen. »Ik kan niet. De Boeren willen mij niet loslaten", is het antwoord van Bobs. Botha, die zich aan de Portugeezen on derworpen had; De la Rey, die een twin tigmaal als gesneuveld gerapporteerd is, en Erasmus, die op 't punt staat zich over te geven zijn nog in volle actie en staan, de eerste bij Pietersburg, de tweede bij Commando-nek, de derde ten Noorden van Waterval, en denken er .niet over er een einde aan te maken. Botha heeft een 2000 man onder zijn bevelen, en is over Leydsdorp naar Pie tersburg getrokken, waar hij zich vereenigd heeft met de commando's van Vorster en Grobler. En ter wij 1 de Engelsche troepen bij Ko- matiepoort aan 't defileeren waren voor de Portugeesche autoriteiten, lagen de Boeren voortdurend te »snipen" op de Engelsche voorposten 1 Zoo gaat het ook in den Vrijstaat. Ten N.O. van Bloemfontein, bij Lindley, vielen eenige Boeren Zaterdagnacht een smith naar Dundee zou worden vervoerd Wij reden dien ganschen nacht door. Het regende onophoudelijk, 's Morgens om 5 ure, juist toen het licht werd, bereikten wij Elandslaagte station, waar eenige trei nen van den vijand waren, ook een gepant serde. Na een kort gevecht moest de vijand wijken en wij waren meester van de trei nen en van het dorp. Ook waren er een paar goudmijnen, doch zeer onbeduidende. Wij hadden het hard gehad, die laatste dagen. Omtrent twee dagen zonder kost en geregeld doornat van den regen. De bewoners van Elandslaagte waren gevlucht, ik ging met een kennis van mij het dorp eens rond en bezochten zoo naar onze schatting het deftigste huis. Het ontbijt al op de tafel, maar de inwoners hadden zoo'n haast gemaakt, dat alles in den steek was gelaten. Nu, u kunt begrijpen, dat wij de tafel geen schande aandeden. Na het ont bijt gingen wij de kleerenkast eens Bakij- ken en de schoone, droge kleeren van Mijnheer voor onze natte, smerige lompen inruilen, natuurlijk met een briefje er bij met de noodige verontschuldigingen. Daar na bezochten wij de slaapkamers om daar op de donzen bedden voor eenigen tijd van het ruwe oorlogstooneel te verdwijnen. Toen ik na eenige uren wakker werd, was het huis vol vrienden, ieder voor zich zelf in de weer. Ik was alleen naar bed gegaan en toen ik er uitstapte, lagen er nog vijf op 't zelfde bed. Mijn ontbijtkamer was niet meer te bekennen vuile borden, vorken, lepels, messen, stoelen en banken op den grond en op tafel in de keuken ging het wat fatsoenlijker toe, men had namelijk de kachel, welke aan 't branden was, meer practisch ingericht door er eenvoudig een zak steenkolen boven op te gooien en dan gebruik te maken van alle potten en pan- Engelsche voorpost aan. Zij kwamen van Kafferkraal en waren gehuld in dekens. Een Engelschman sneuvelde en een werd gewond. Een Boer, die gevangen werd ge nomen, droeg het groot-tenue der Brabant's Horse. Roberts heeft hierop terstond een proclamatie uitgevaardigd, dat elke vijand, die bevonden wordt den uniform te dragen van Hater Majesteits troepen, er aan bloot staat doodgeschoten te worden. Heel veel zullen de Boeren zich van der gelijke brommerige manifesten wel niet aantrekken. Zij toonen 't trouwens ook, want zij zijn zich daarna heel rustigjes van 't noodige gaan voorzien te Wepener, gelijk zij dit een paar weken te voren te Lady brand had den gedaan. Natuurlijk zijn de Boeren op de nade ring van Hunter afgetrokken nadat nog eenige schoten gewisseld waren. De Wet en Haarbroek die de omliggende heuvels bezet hielden bewezen daarbij goede diensten. Op nog andere plaatsen is gevochten. Zoo onder anderen in Potchefstroom, ook bij Bankstation, Reitz, Korannaberg. Ook bij Warringham werd een paardencommando ontdekt, sterk 600 man en een kanon 't Blijkt dus, dat zoo ongeveer op alle punten van eenig belang weder Boeren zijn opgedoken. En 't opmerkelijke is dat de Engelsche correspondenten, nu met Kruger afgedaan is, het met Steyn gaan probeeren. Nu heet die de man welke met allerlei leugen- praat den oorlog in gang houdt, terwijl Kruger gepleit had voor overgave. De Canadeezen en City-vrijwilligers zijn naar hun land teruggekeerd. Wie hen vervangen zijn jonge, zwakke, verloopen knapen. Ook zullen weer twee nieuwe regimenten worden uitgezonden een West Surrey en een Zuid Wales; er zijn jonggedienden van slechts vier maanden diensttijd bij en herstelde invaliden. UIT CHINA. De Keizer heeft in warme bewoordingen zijn diepste leedwezen betuigd aan den Duitschen keizer over den moord van Von Ketteler. Hij belooft dat voor den ver moorde een plengoffer zal worden gebracht nen, ketels en emmers, die voor de hand waren om kost op te koken. Wanneer het vuur dan gevaarlijk dreigde te worden, werd hij een weinig getemperd door een emmer water er over te gooien, waardoor de heele wonidg tot stikking toe met rook werdt vervuld Het mooie gemeu- beleerde huis was in een ruïne herschapen. Dit gebeurde nu niet enkel hier, maar overal in elk dorp. De Boeren doen het, Hollan ders en Duitschers en Franschen die hier- vechten doen het ook en de Engelsche soldaten, als zij de kans krijgen, niet minder. Je zult wel denken, dat is geen beschaafd oorlogvoeren en het is niet goed om in private woningen zoo te keer te gaan, maar ik geef het ieder te doen om met een paar duizend fatsoenlijke menschen, die in geen paar dagen kost hebben gehad, onder regenachtig wéér een dorp in te ko men en dan de regels der etiouette niet te overtreden, terwijl men weet dat men haast moet maken want ieder oogenblik kan de vijand komen en moet men gereed zijn. Om drie uur in den namiddag (n.l. van Vrijdag 20 Juli) was het plotseling: »op- zalen, de vijand komt.» Een half uur later zaten we buiten het dorp in de hergtop- pen. Het regende nog steeds en tot over maat van vreugde kreeg ik dien nacht met vijftien man brandwacht en patrouille, zoo dat wij dien ganschen nacht in 't zaal waren. Wij kwamen tot nabij Ladysmith iu onzen verkenningstocht, doch de vijand hield zich den ganschen nacht stil. I)en volgenden dag echter kwam hij uit, omtrent 9 ure, wij zaten juist bij den pap pot, toen er geroepen werd »Daar komen de Engelschen.» Hetzelfde oogenblik vielen de kanonskogels vlak bij ons. De vijand werd echter spoedig teruggedreven. (Wordt vorvolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1