N1EUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 144. 1900.
Zaterdag 8 September
14e Jaargang.
eHRISTELIJK-
HISTORISCH
-0cl)flöe.
VERSCHIJNT
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
EN VAN
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER AÜVERTENTIËN
Engeland en Transvaal.
SR—GOES.
van Dinsdag
3k Veer 7,
Ration) 8,37
)es Dinsdags
fertrek Goes
ST
ETRBTTTEEB
Doorweg Goes.
Zierikzee.
QOrg. 'smidd
4
5
6
7
8
9
10
11
7,50 2,30
7,50 3,—
6,30 3,—
7,50 3,—
7,50 3,—
7,50 3,—
7,50 3,—
7,50 3,—
12 7,50 3,—
13 6,30 5,—
14 7,50 3,—
15 7,50 3,—
16 7,50 3,—
17 7,50 3,—
18 7,50 3,—
19 7,50 3,—
20 6,30 3,—
21 7,50 3,—
7,5011,30
23 11,30
24 6,30 3,—
25 7,— 3,—
26 7,50 3,—
27 6,30 3,—
28 7,50 3,—
29 7,50 3,—
30 7,50 3,—
z e e s ch e
|chappy
Rotterdam.
's midd.
4
12,30
5
1-
6
11,
7
11,30
8
11,
9
12,-
.10
12-
11
12,-
.12
12,
13
12,-
14
12,—
.15
12,-
116
12,—
.17
12,-
18
12,
Ll9
12,30
20
10,30
I- 21
11,—
22
10,—
1- 23
12,—
1. 24
12,-
1 25
12,—
Ii26
12,-
1.27
12,-
1.28
12,-
1. 29
12,-
1. 30
12.—
IE N S T.
ielburg.
lm. vm. 4,50 r,
fl,45nm. 12,30
1,15,5,10, f 5,55,
fl0,15.
larkt) vm. 5,20»
n. 112>35>1'20'
^15, 6»—
leren.
7,25
7,30
8,5
7,33
8,18
9,1
9,5
3,15
3,50
1,55«)
2,15«)
3,30
3,50
6,205)
6,50
4,45
5,05
6,20 b)f)
6,40f)
aaar Breskens en
Laar Borsselen en
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Bij iil Mmmer beloort em liijwpl.
Mnlriem over Bertiof.
IV,
Sohreven wij in een vorigen brief over
de bemesting van het land, dat met eet-
aardappels moet beteeld worden, heden
willen wij behandelen de bemesting van
de voeder- en fabrieksaardappels. Nemen
wij eerst de voederaardappels. In het al
gemeen moeten wij, bij de bespreking van
het een of ander voedergewas, weldegelijk
in aanmerking nemen de omstandigheid,
dat, wanneer het land straks bemest zal
worden met den mest, die afkomstig is
van het vee, dat gevoederd is met produc
ten van het land, er aan dat land weer heel
wat stoffen teruggegeven worden, die vroe
ger eraan ontnomen zijn, door het voeder
gewas. Er heeft op landbouwhoeven waar
aan een flinke stal met vee verbonden is,
alzoo een kringloop plaats van het land
naar het voedergewas, van het voedergewas
naar het vee, van het vee naar den mest
en van den mest weer naar het land. Ik
wil daarmede zeggen, dat er bij den ver
bouw van voedergewassen veel minder
plantenvoedsel aan (je hoeve ontrokken
tvordt, dan wanneer men marktwaren ver
bouwt', die verkocht worden en waarvan
dus niets aan het land ten goede komt.
Bij den verbouw van voederaardappels
moet men naast een groote opbrengst vooral
beoogen eene stijging van het eiwitgehalte
van den aardappel. Hoe meer eiwit het
veevoeder bevat, zooveel te grootere waarde
heeft het voor den boer. Bij den verbouw
van aardappels in het groot voor veevoeder
heeft men minder te letten op den goeden
smaak van de aardappels. Een bemesting
iqet verschen stalmest is dus hier niet uit
gesloten. Daar echter gewoonlijk geen stal
mest genoegzaam aanwezig is, om deze
landerijen geheel of gedeeltelijk daarvan te
voorzien, zoo is eene bemesting met Chi-
lisalpeter zeer aan te raden. De hoeveel
heid zal in dezen geheel afhankelijk zijn
van den meer of minder vruchtbaren toe
stand van den bodem. In elk geval kun
nen wij aannemen, dat bij dergelijke aard
appels zeker niet minder, maar wel meer
stikstof in den bodem moet aanwezig zijn,
dan bij de in den vorigen brief besproken
eetaardappels. Immers op den smaak behoe
ven wij niet te letten en de kwantiteit der
knollen en de hoeveelheid proteïne-stoffen
f ei wit) wordt door een gepast gebruik van
Chilisalpeter vergroot, wanneer de staimest
van de beesten, die met de aardappels ge
voederd worden, niet ten goede komt aan
het land, dan zeker, maar ook in het tegen
overgestelde geval moeten wij vooral op
zand- en veengronden den bodem geen
Kalibemesting onthouden. Op veenachtige
gronden kan men zelfs in het voorjaar zon
der schadelijke gevolgen Kalibemesting ge
ven. En wanneer in den herfst Kaïniet of
garhalliet gebruikt yorcjen zijn cje aafd-
Ippfils ?eóf 'dankbaar voor.
Op schrale zandgronden is eene bemes
ting met phosphaten absoluut noodig. En
wanneer wij ons nu herinneren, wat ik
in mijn tweeden brief opmerkte omtrent
het noodzakelijke van de aanwezigheid van
alle voedingstoffen, over de mogelijkheid,
dat Cluhsalpeter die wel aanwezig is, niet
Phosphorus ontbreekt. Zoo
is het duidelijk dat men de Phosphaatmest
niet zou kunnen ontberen.
Wij zouden met onzen Chilisalpeter
alleen den grond van Kali en Phosphorus
geheel berooven en alzoo den grond voor
een volgend gewas ongeschikt maken Het
is inderdaad verrassend, hoe in sommige
streken, door een volledige bemesting van
Superphosphaat of Thomasmeel, Kali en
Chili, de opbrengst op inderdaad ongelofe
lijke wijze verhoogd wordt. Wanneer we
toch lezen, dat wij op die manier tot
25000 kilogrammen aardappels van de Hec
tare kunnen trekken, verdient het wel
overweging in ieder geval voor eene vol
ledige bemesting te zorgen en te waken,
dat wij door eenzijdige bemesting geen
schade lijden.
De bespreking van het voedergewas heeft
ons zoo lang bezig gehouden, dat wij die
van de bemesting van liet land voor fa
brieksaardappels tot een volgende brief
uitstellen.
Wordt vorvolgd.)
7 Sept. 1900.
Prof. Fabius te Amsterdam heeft den
directeur der Nederlandsche opera, die om
8 uur Zondagavond een voorstelling gaf,
herinnerd dat de Zondagswet het geven
van openbare vermakelijkheden, schouw
burgen, enz. verbiedt bevorens het volko
men eindigen van alle godsdienstoefenin
gen, en dat in de Koepelkerk, vlak aan den
schouwburg grenzende, de avonddienst
te 7 uur begonnen nog niet geëindigd
was.
De MiddGrt. neemt dit den professor
kwalijk, die „niet schijnt te begrijpen of
te willen begrijpen, van zijn exclusief ker
kelijk standpunt, (wat) een groote stad als
Amsterdam" (toekomt), wien „zeker als
ideaal voor oogen zweeft de Zondag van
hqt vrome, brave Engelsche volk met zijn
edelen Chqmlierjain, Roberts, en?." en die
„met de versleten Zondagsrust in de band
zijii eisch wil handhaven".
De toon, en die combinatie van „vrome
Engelsche volk en zijn edelen Chamberlain"
doen vermoeden dat de redactie van het
liberale blad nog niet genezen is van den
waan dat vroom zijn en den sabbath hou
den en kwaad doen zoo wat bij elkander
bebooren.
Overigens behoeven wij het voor den
heer Fabius niet op te nemen. Hp is er
zelf mans genoeg voor.
Doch ook een verouderde, nog niet af
geschafte wet moet geëerbiedigd worden.
En ook zonder er een Engelschen Zondag
van te maken kunnen op Zondag tal van
ongerechtigheden welke de wet verbiedt,
worden voorkomen.
Er zijn tal van steden waar het ge
meentebestuur hiervoor zorgt; en dat kan
naar wij vertrouwen te Middelburg ook
geschieden.
Met genoegen merken wij hierbij op dat in
de quaestie-muziek Langedelft onze Middel-
burgsche zuster het met de antirevolutio
naire raadsleden die in de jongste raads
vergadering protest aanteekenden eens is.
In Engeland komt een kentering in de
volksmeening omtrent den oorlog.
In de groote vergadering der Trade Unions
te Huddersfleld zijn woorden gesproken en
toegejuicht die duidelijk bewijzen dat de
Engelsche werkman inziet, dat hij wat
anders te doen heeft dan uit te gaan om
Hollandsche boeren in Zuld-Afrika te ver
moorden, uitsluitend ten voordeele van Park-
lane financiers ot Rliodesiammillioqairs. Te
reclit zgide cjfi president der Trade Unions:
»Wat heeft de werkman gedaan, in het
laatste jaar, in de hitte van de oorlogskoorts
Hij vergat alle zoo hoog noodige hervor
mingen hij heeft verwenschingen geslaakt
en met rotte eieren geworpen naar menschen
die in het verleden de beste vrienden van
den werkman waren."
Het radicale Engelsche blad The Star,
steeds onvermoeid bezig den oorlog te be
oorlogen, roept dit lezende uit;
En dat getjeqrt óm' ijhqdes 'te believen,
die liever goedkoope öhineezen dan Engel
sche werklieden heeft en wiens streven
het is om ook aan den Rand de »zegen-
ingen" van Kimberley in te voeren. Dat
gebeurde, om Chamberlain te dienen, de
man die bij de jongste verkiezingen be
loofde ouderdoms-pensioenen van werklie
den in te voeren, en die in plaats daar
van het nationale vermogen vermorst in
een »wreeden en onnoodigen oorlog".
En het blad vergelijkt deze uiting der
werklieden die een motie tot at keuring
van den oorlog hadden aangenomen, met
een verfrisschende teug sodawater voor een
haai'pijnlijder.
»Voor enkele maanden", zegt Birrel, »was
het geheele land dronken van Chamberlain's
nieuwen wijn, de Imperial brand; thans
vraagt het om soda-water."
Francis Gould in de »Westm. Gazette"
brengt dit woord op zijn geestige wijze in
beeld. Hij teekent een John Bull, die zoo
katterig uit zijn oogen kijkt en met zooveel
walging de flesch Imperial Brand van zich
afschuift; met zooveel smachtend verlangen
roept om soda-water, ten einde zijn maag
wat op streek te brengen, dat men werke
lijk medelijden met hem krijgen zou.
Zwaar ligt Chamberlain's imperialisme
hem in de maag; hij most iets hebben om
te restaureeren. »En wij hooren telkens
opnieuw de kurk van de sodawaterflesch
springen", zegt genoemd blad, doorvliet
Handelsblad overgenomen. WI0S 1
Deze en andere dergelijke uitspraken
mogen wij beschouwen als een wolk als
eens mans hand, voorbode van eenmilden
regen des vredes.
Vereeniging tot Christelijke verzorging van
Zenuwlijders
Gisteren werd te Utrecht, gelijk reeds
kortelijk werd gemeld, de eerste algemeene
vergadering gehouden der Vereeniging tot
Christelijke verzorging van zenuwlijders. Zij
werd gepresideerd door ds. Notten, van
Velp, die haar met gebed, het lezen van
een gedeelte der H. Schrift en een rede over
het karakter der dienende liefde des Chri
stens, opende. Hij zette inditopeningswoord
het hoog belang eener christelijke verpleging
van zenuwlijders uiteen, en wees er op, dat
ook daardoor het evangelie in de wereld
moet worden gebracht.
Prof. L. Lindeboom gaf een overzicht
van hetgeen tot de oprichting dezer vereeni
ging heoft geleid. De commissie uit de
Vereen, tot Chr. verpleging van krankzin
nigen benoemde een voorloopige commissie,
die een circulaire verzond, waarop 91 be
tuigingen van sympathie werden ontvangen.
Ook staande de vergadering gaven zich
verschillende personen en corporatiën als
leden op.
Het statuut kwam daarop in behandeling
en werd met eenige wijzigingen vastgesteld.
De vereeniging staat op den grondslag der
Heilige Schrift, naar de Geref. heljjdenis.
Het te kipzen Bestuur werd gemachtigd op
de Statuten'de Koninklijke goedkeuring aan
te vragen en desnoodig redactiewijzigingen
aan te brengen. Van de leden der voor
loopige commissie, worden in de definitieve
commissie gekozen de beeren dr. S. R.
Hermaniies, ds. J. W. A. Notten, E. A. Keu-
chenius, ds. A. van Andel, C. Graaf van Lim
burg Stirum, jhr. mr. T. A. J. van Asch van
Wijck, ds. J. H. Feringa, F. Gunnink B?n, pn
P. Roodhuizen.
Tot laden der commissie voor het nazien
der rekening en verantwoording werden
gekozen de heeren prof, Lindeboom, Kort-
lang en Knevel en als secundi J. T. de
Lange en E G. Wentink.
Aan de orde kwam een rapport over de
wijze van verpleging, ingeleid door den heer
P. Roodhuizen, die als conclusie der voor
deze zaak benoemde commisie, de gemengde
verpleging van mannen en vrouwen aan
beval. Na eenige discussie, waarbij van de
zijde der aanwezige geneesbeerpnyopyal aan
gedrongen werd op nauwlettend tp.ezioht en
kleine paviljoenen, werd dit beginsel ook
door de vergadering aanvaard.
De nog restende punten, aankoop van
terrein, en uitschrijven van een leening wer
den aangehouden tot eene in April a.s. te hou
den tweede vergadering. In die vergadering
zal door de heeren d1- Schurmans Stekhoven,
dr. Dupont en ds J. W. A. Notten, rapport
worden uitgebracht over de vraag hoe zal
worden gebouwd.
Aan het bestuur werd opdracht verstrekt
zooveel mogelijk afdeelingen te stichten en
leden te werven, desnoods met aanstelling
van een reizend agent.
Ds. landeboqm van Sprang sloot do ver
gadering met dankzegging.
Op Patrimoniums Jaarvergadering is
lang gesproken over de quaestie van een
program van actie voor 1901.
De heer van Vliet leidde haar in en
lichtte de volgende op dat program te
brengen punten toe.
lo. De vrije school voor heel de natie.
2o. De verzorging van den arbeider
die niet meer werken kan.
3o. Arbeiderskiesrecht.
4o. Bescherming van den arbeider door
wettelijke regeling van het arbeids-contract.
5. Bescherming van den pachtboer door
regeling van het pachtcontract.
6o. Bescherming van den nationalen
arbeid.
7o. Uitbreiding van het onteigenings-
recht ter wille van de volkshuisvesting en
de belangen van den landarbeider.
Verschillende afdeelingen spraken in deze
quaestie hun meening uit,
Leeuwarden meende dat de leiding van
het centraal comité en de provinciale co-
mité's niet deugt, Het bondsbestuur dient
met hen te onderhandelen om te komen
tot een betere regeling,
T IJ J) VERZEN.
Geschiedenis van Pieter Simpel.
I. Aan den drank.
Of ik een glas jenover lust
Wel minstens tien per dag:
Ik sliep geen enklen nacht gerust,
Als ik er minder zag.
Of er van 'tloon wat overschiet,
Vraag dat aan Pieter Simpel niet:
Mijn slokje is mijn nummer één;
Daar gaat mijn lieve geld mee heen.
Als 'k wakker word, grijp ik de flesch
En giet ze in mijn kraag;
Ik drink een fermen slok of zes;
Zoo gaat het alle daag.
Mijn kleeren vallen mij van 't lijf;
'k Word mager, zwaklijk, ziek en stijf;
Maar had ik daags mijn slokje niet,
Dan was ik een verloren Piet.
Zoo door den dag gaat menig glas
Door 't slokgat in mijn kraag;
Misschien vindt gij het al te kras,
Maar 't streelt zoo zoet -mijn maag.
Wel blijft er niet veel geld voor brood,
Maar bitter weert den hongerdood;
Geloof je 'tniet; zie mij maar aan:
Ik eet haast niet; 'kblijt toch bestaan.
En 's avonds voor ik ga ter rust,
Dau gaat de laatste slok;
Dau komt de grootste bitterlust
En 'k neem. een tlinken klok.
Een ding betreur ik evenwel:
Mijn lieve geld ontloopt mij snel;
De kroegbaas leeft er vroolijk van,
En Piet blijft steeds de arme man.
Mijn kindren zijn benauwd voor 'tglas;.
Mijn vrouw schreit van verdriet;
En zegt: ,,'k wou dat je wijzer was,
't Vervloekte drinken liet."
Maar zou ik 't laten voor een vrouw;
Ik heb van 't drinken geen berouw:
Mijn glaasje smaakt mij hoven brood,
Zoolang ik bitter heb, geen nood.
II. Yan den drank.
Ge ziet mij anders voor u staan,
Dan vifer, vijf maand geleen
Sinds heb ik heel wat doorgestaan;
'k Ben nu door 't lijden heen.
Naast God dank ik mijn lieve vrouw,
Dat ik in 't leven hen;
Ik blijf den Heer en vrouwlief trouw,
Wier goedheid ik erken.
Een ijselijke krankheid greep
Mijn zwakke leden aan;
Der pijnen wreede wringersneep
Had 'k dagen door te staan.
Was nu mijn lichaani kloek geweest,
Dan kon ik weerstand biên;
Maar och, de drank sloopt spier en pees;
Te laat heb ik 't gezien.
Maar nu spreek mij niet meer van drank
Van schaamte kleurt mijn wang:
Zij vreet de ziel on't lichaam krank;
D' erinring is mij wrang.
Geen glaasje komt er meer in huis.
'k Brak eens en ook.voor goed;
Ik blijf bij vrouw en kinderen thuis;
Geen kroeg drukk' ooit mijn voet.
'k Was minder dan een halve man;
De Heer bracht mij tot staan
'k Zal voor Hem leven, wat ik kan,
De drankzucht tegengaan.
Waar ik ze zie, gezocht, begeerd,
Zal (k getuigen van mijn val,
En hoe de drank in zijn geslacht
Den mensch verderven zal.
Niet ieder zegent Gods gena;
Niet ieder komt tot rust!
Veel zijn er, die té spa, te spa
Beklagen hunnen lust.
Laat staan zoo gij u zelf niet kent,
Het eerste bittèrglas:
Straks zijt gij aan een glas gewend
Dan volgt het tweede ras.
Och, geef geen drank nog aan de jeugd,
Zoo pas op 's levens baan
Hij geeft geen ware levensvreugd,
Wekt al te droef een traan.
Laat staan en wijst hèm; van dén mond;
Neem U een vast besluit;"
Werp liever 't helvocht op' den grond,
En stort het glaasjen uit.
3 LTJ'ctor.
De dieptreurige tijding wordt bewaar
heid dat generaal De la Rey overleden is
tengevolge 'van de wonden ,in 't gevecht
bij Elandsrivier waar hij de Engelschen
sloeg opgedaan.
Zijn zoon had hij reeds bij 't begin van
den oorlog, in den slag bij Graspan ver
loren.
Zijn persoonsbeschrijving,- in ons blad
overgenomen, is nog te zeer bekend om
over hem uit te'' weiden. Volstaan wij
derhalve met een traan te wijden aan de
nagedachtenis van dezen edelen,- kloeken
landsverdediger. V-,
Het blijkt al meer en meer dat, de posi
tie der Boeren bij Lijdènburg onneembaar
is. Buller' heeft er reeds het hoofd ge-
stooten. Zelfs de positie aan deVaalkrans
schijnt er niéts bij te zijn.
De Boeren hebben op de nadering van
Hunters troepen het belpgygn Ladybrand
opgeheven. Tooh hebben zij er.hun.doei
bereikt. Zij zijn nameljjk in.de:.stad ge
weest' en hebben van bet kerkplein met
een kanon de bezetting beschoten.>Kïijgs-
gevangenen konden zij toch niet inschikken
zij hebben zioh dps vergenoegd "met ;don
vijand zooveel .mogelijk verliezen toe te
brengen en levensmiddèlèn te bemachtig
Omtrent de krijgsbedrijven binnen Lady-
brand vertelt men van Engelsche zijde onder
meer het volgende
Wij haddon sléchts 7 licht--gewonden.
De Boeren vertrokken in de 'richting van
Modderpoort, na do magazijnen geplunderd
en alle paardon uit de plaats weggevoerd
te hehhen! Zij 'slaagdon' er iil' een troep
paarden te bomfichfigon nadat eên ontsnapte
gevangeno hun "de 'plek waar de dieren
verborgen waren, had aangewezen. ..Zij
schoten daarop, depaarden braken'los en
werden door de .Boeren opgevangen.
De vrouwen van de'Bóeren in de plaats
beleedigden(!) do Engelschen; toén het
garnizoen uit de verschansingen macheerde
zongen zij hun volkslied.
De Boeren gaan al zuidelijker. Zij zijn
reeds weer te Wópener gezien. Wepeijer
ligt op 85 mijl van de grens, der Kaap
kolonie,
Het troepje van, Théron heeft aan deze-
plundering dapper meegedaan, nadat zij
reeds bij Kliprivier een trein met levens
middelen hadden genomen.
Natal heet thans van Boeren, gezuiverd.
Toch belet" dit niet dat een militaire trein
bij Charlestown door »snippers" beschoten-
werd, waarbij de machinist omkwam..