AAN.
planien
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 140. 1900.
Donderdag 30 Augustus.
14e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
yp:
>urg.
per flacon bij
londerd,
GELOK,
-6cl)clïu\
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Voor Christelijk Onderwijs.
Engeland en Transvaal.
ELBÜRG.
ble's).
groote vrucht.
)OTDIENST
u 1 s tV lake
[ENST.
Ylakc via. G,
onmiddellijk na
fondeerende trein
1ST.
koorden vm. 7,30
pllijk na aankomst
-, en 11,30, n.m.
LËGBAAF.
Antwerpen
g) smorg
8.—u.
1IENST.
delburg.
lm. vm.
4,50 r,
11,45 nm. 12,30
4,15, 5,10,-1-5,55,
10,15.
ise.
vlarkt) vm. 5,20,
lim. f 12,35, 1,20
5,15, 6,-
7-,
r
deren.
IENST
ROTTERDAM.
des Zondags, van
pelburg 8,
,45; be-
Rotterdam 9 uur.
-ikzeesche
tschapp jj
an Rotterdam.
's midd.
Ier. 1
12,30
d. 2
12,30
In. 3
12,30
s. 4
12,30
len. 5
1-
ld. 6
11,-
ld. 7
11,30
[r. 8
11,
ld- 9
12,-
In. 10
12,—
Is. 11
12,-
len.12
12,
ld. 13
12,-
ld. 14
12,—
fer. 15
12-
ld. 16
12,—
In. 17
12,-
Is- 18
12,
en.19
12,30
ld. 20
10,30
ld. 21
11-
er. 22
10,—
ld- 23
12,—
In 24
12,—
Is. 25
12,—
fcn26
12,-
ld.27
12,—
d.28
12,—
Ir. 29
12,—
|l. 30
12.—
|jd.
3,15 6,20£)
3,50 6,50
1,55a) 4,45
2,15») 5,05
3,30 6,20A)/)
3,50 6,40f)
laar Breskens en
ar Borsselen en
r "t.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
In een schoone rede, in 't belang van
Christelijk onderwijs, te weten lager on
derwijs, dezer dagen door dr. J. Th. de
Visser gehouden, blinken deze goede woor
den uit:
Eindelijk beveel ik goed, deugdelijk,
Christelijk onderwijs aan, om de kinderen
on zes volks te wapenen tegen de verder
felijke leer der zoogenaamde «morale indé-
pendante." Onze eeuw heeft zich opge
maakt om de wereld in te richten naar
haren wil en houdt geene rekening meer
met de eeuwige ordeningen van het Rijk
van God. De moderne wetenschap poogt de
eindige wereld te verklaren buiten den
oneindigen God om. De strekking der mo
derne kunst is geen andere, dan het ideale
op te offeren aan de streeling der zinnen
en de prikkeling der hartstochten. De mo
derne letterkunde siert zich mot de ver
welkte kroon van gezochten twijfel en ge-
maakten weemoed; om dan hare kracht
niet aan de vertolking van het heilig Lief
desmysterie, maar aan die eener verwarde
menschelijke mystiek te besteden. Door
de moderne paedagogiek wordt een systeem
aangeprezen, dat een proeve van opvoeding
is, buiten allen positieven godsdienst om.
De moderne staatkunde verklaart in de wet
geving ieder beroep op Hooger leiding, op
de wet en het recht van God voor onont
vankelijk. Maar, tenzij wij willens blind
zijn, ontwaren wij ten duidelijkste de droe
vige gevolgen van dit streven, werwaarts
wij de oogen richten. De vrije wetenschap
ontaard in stofvergoding; de vrije kunst in
zinnendienstde vrije letterkunde in rea
lisme; de vrije paedagogiek in het zweren
bij de rechten der natuur; de vrije staat
kunde in geestdoodend materialisme. Na
tuurlijk. Want slechts aanbidding, de hoogste
daad van den menschelijken geest, knakt
onze lagere begeerlijkheden. Alleen de ver
rukking des H. Geestes doodt de zelfzuch
tige wenschen van ons hart. Buiten het
licht van 's Heeren heerlijkheid zinkt alles
neder in een kleurloozen nacht. Willen wij
dat helpen verhoeden dan moet elke kracht
des mensclien in dat licht worden geplaatst
en Gods Woord do bodem zijn, waarin
iedere gave zich ontwikkelt.
Welnu, dat wil de Christelijke school den
kinderen onzes volks leeren. Dit is hare
kracht. Zij treedt te midden van de jeugd
op als de handhaafster van het Absolute
en levert een duidelijk protost tegen het
sfreven van velen, om deze stoffelijke wereld
los te maken van de ideale wereld, ja van
God. Zij beveiligt met haar schild het op-
komend geslacht tegen de illusiën van onze
tijdgenooten, die op menschelijken grond
slag het gebouw der toekomst meenen te
kunnen vestigen. Zij predikt luide, dat zij
voor het vaderland eerst dan gelukkige da
gen verwacht, wanneer in dezelfde mate,
als waarin de stoffelijke goederen worden
begeerd, de geestelijke gaven worden ge
zocht en gebruikt. Hare voorstanders ge-
looven, dat de mensch eerst dan wezenlijk
bewaard blijft voor materialisme, en rea
lisme, wanneer hij God in de natuur, in
wat de menschelijke kunst voortbrengt, in
het menschelijke leven, in de historie leert
opsporen en aanbidden; wanneer de stof
hem niets en de idee, die in haar te voor
schijn komt, alles is: wanneer God is het
Ideaal van al zijne idealen. Maar dat wil
len wij er dan ook zoo vroeg mogelijk bij
hem inbrengen, opdat hij het later te zeker
der toepasse. Het geldt hier de bestrijding
eener hoogst gevaarlijke macht en niet te
vroeg kan men het kind leeren, daartegen
op zijne hoede te zijn. Waarlijk, niet het
minst om deze roep ik u allen op, bij ver
nieuwing het Christelijk onderwijs te steu
nen en zelf uwe kinderen eene plaats te
doen innemen op de Christelijke school.
Als ik nu ten slotte de genoemde
gevaren, die ons volk bedreigen, in mijn
geest ontleed, dan is het mij, alsof ik
eene donkere wolk aan den vaderland-
schen hemel zie verschijnen. Zij heet: het
ongeloof. Dat ongeloof heeft gebroken met
den God der vaderen en spot met Zijn
Woord en Zijn dienst. Dat ongeloof ziet
uit de hoogte op de vroomheid van het
voorgeslacht neder en noemt haar bekrom
penheid. Dat ongeloof lacht om de hoog
schatting des Bijbels en minacht haar als
letterdienst. Dat ongeloof beschouwt gebeds-
vertrouwen als een verouderd standpunt
en gehechtheid aan eene belijdende kerk
als onverdraagzaamheid. Waar drong zijne
fatale macht niet door Wie leed, zeis onder
de geloovigen, niet door zijnen invloed?
Hoe worden onze kinderen, hoe wordt ons
volk er door bedreigdOpenen wij hier
voor onze oogenSlaan wij de handen aan
den ploeg! Laten onder do toevluchtsoorden,
waarmede onze tijd ons verrijkt, de asyls
voor onze kinderen niet ontbreken! Gaan
wij voort scholen te bouwen! Maar wan
neer wij de kinderen zien toestroomen en
de onderwijzers hun arbeid zien beginnen
wanneer wij nieuwe afdeolingen stichten
en nieuwe scholen oprichten, herhalen wij
dan met meerder kracht dan ooit de aloude
bede: »Veni, Creator Spiritus," «Kom, Schep
per H. GeestWant de Aeolusharp, kun
stig samengesteld en sterk gespannen, doet
eerst dan hare schoone tonen hooren, als
de adem des hemels er zijne accoorden op
speelt.
29 Aug. 1900.
Wegens plaatsgebrek moeten wij een
eenigszins groot verslag omtrent Patrimo
niums Jaarvergadering ter zijde leggen.
Toch willen wij wel met een enkel woord
zeggen wat daar verhandeld is en onze
blijdschap uitspreken dat de eenheid en de
eendracht zoo goed bewaard bleven, trou
wens van werklieden die op den bodem
des Geloofs staan, te verwachten.
Vermelden wij dat Kater eerevoorzitter
werd; P. van Vliet uit Arnhem tot voor
zitter werd gekozen en aan ds. Talma met
109 van de 120 stemmen het redacteur
schap van het blad werd opgedragen.
Alle drie hebben aangenomen en hun
werd de zegenbede van Psalm 134 toe
gezongen.
Eon der stembriefjes voor ds. Talma was
van den navolgenden inhoud»Geof ons
orgaan meer smaak en geur. Maak A. S.
Talma redacteur."
Het optreden van den Oud-Bonds Voor
zitter werd met lovendige toejuichingen
begroet.
Een en ander verblijdt ons zeer, dewijl
in de laatste dagen èn over Kater èn over
ds. Talma wel 't een en ander was gezegd
dat niet verdiend was, in verband met de
leiding en de voorlichting van Patrimonium.
In zake de Vakorganisatie werd flink
positie genomen.
Tot het bijeenroepen van een tweede
sociaal congres werd besloten; daartoe zal
worden aangeklopt bij het Centraal Comité.
Hot program van actie voor 1901 gaf
tot een belangrijke bespreking aanleiding,
waarvan de vrucht was een besluit om
't stel wenschen van Patrimonium aan de
Chr. partijen voor te leggen en die partij
te steunen welke in overleg met Patrimo
nium 't program van actie, wat de sociale
quaestie aangaat, wenscht saam te stellen-
Bloeie voorts Patrimonium!
In Ret Volk, het dagblad dor sociaal
democraten, komt onder do rubriek «Uit
Zeeland, particuliere correspondentie" de
navolgende walgelijke, geniepig dubbel
zinnig gestelde mededeeling voor:
In Zuid Beveland hebben eenige ar
beiders er verleden jaar een ander
middel op bedacht, om aan den kost
te komen, zij hebben n.l. een stroopers-
vereeniging opgericht. De naam van
de vereeniging wijst duidelijk genoeg
het doel aan. Indien een lid van de
vereeniging wordt bekeurd, wordt de
boete betaald uit de kas. Het is na
tuurlijk dat men voor een dergelijke
vereeniging wel eenig respekt heeft;
want een blauwe boon zou evengoed
in het korpus van een veldwachter
terecht kunnen komen, als in dat van
een haas of een eend. Indien men te
doen had met oen onhandig schutter,
die toevallig lid van de vereeniging
was, en die als hij al een paar hazen
had geschoten, bij het zien van No. 3
ook gelijktijdig oen veldwachter Jop
zich af zag komen, dan was het best
mogelijk, dat de man in zijn blijdschap
over het zien van 'den man, den haas
loopen liet en schoot op don veld
wachter.
De schrijver van dezen onzin is, naar
den stijl te oordoelen, oen dier vorstandige
jonge menschen die precies woton hoe zij
schrijven moeton om uit do bandon der
justitie te blijven.
Wij zouden echter wol eens willen woton
of hij hier de grens van hot geoorloofde
niet overschreed. Van het zedolijk geoor
loofde zeer zeker.
Mr. Van Houteu gaf weereen staatkun
digen brief uit.
Hij is gericht tegen den premier, die
volgens hem niet deugt voor premier, wijl
hij geen voorbereidende school voor het
politieke leiderschap heeft doorloopen. Daar
om laat hij feitelijk mr. Goeman Borgesius
voor hem de zaken doen. Maar de leiding
ontbreekt.
De politiek van den tiendaagschen veld
tocht is verloochend, zoo klaagt deze ond-
minister; en hij zegt er nog veel meer bij.
Onder andere dit: lij g
«Zonder geregeld plan wordt de Tweede
Kamer overhoopt met wetsontwerpen, waar
onder er zijn, die niet de minste kans op
aanneming hebben. Van een politiek van
liberale concentratie, uitgangspunt en doel
der Kabinetsformatie, geen spoor. De libe
rale groepen der beide Kamers met el
kander in conflict; het Ministerie tussclien
beide laveerende. Niet het minste uitzicht
de liberalen in 1901 eendrachtig naar do
stembus te zien optrekken. De regeering
coquetteert met de sociaal democraten; zij
coquetteert met de voorstanders van het
bijzonder onderwijs; de sterkste groep der
liberalen wordt als quantité négligeable,
soms zou men zeggen als de vijand bij
uitnemendheid beschouwd".
Wij zijn het zelden met mr. Van Houten
•eens. Toch gelooven wij dat hij nu den spij
ker op den kop slaat.
De beschuldiging aan zijn partij is juist.
Zijn vrees voor 1901 schijnt ons echter
minder gegrond.
De Chr. historischen en Sociaal-demo
craten in 1897 zullen ook dan wel een
handje helpen, en Het Centrum is er ook
nog, om de «gematigde" liberalen op de
been te houden
Nietzsche is deze week op56jarigen ouder
dom, na een elfjarig lijden, een leven van
verstomping tot beneden het dierlijke, over
leden.
De gevierde professor, spotter, Ueber-
mensch, die den Heiland met Zijn Evan
gelie naar de koeien verwees, om den
nieuwen godsdienst der zelfvergoding te
prediken, is in de diepste verlatenhoid
heengegaan.
Wij hebben 't al meermalen over hem
gehaden zullen daarom bij zijn graf, na
een zoo diep tragisch einde, over hem het
stilzwijgen bewaren.
Maar als wij 't oor te luisteren leggen
is 't of ons uit zijn laatste rustplaats tegen-
klinkt dat schrikkelijk Apostolisch woord:
Dwaalt niet, God laat zich niet bespotten.
Zoo wat de mensch zaait, dat zal hij
maaien.
De brieven van de Engelsche parlements
leden Labouchère, Clarke en Ellis hebben
niet 't minst de aanwezigheid ook zelfs
maar van de bedoeling om met de Boeren
te heulen, aan het licht gebracht.
In ons vorig nommer namen wij ze in
hoofdzaak over, en hadden toen reeds ge
legenheid dit te constateeren.
Labouchère, die zelf zijn brief publi
ceerde, had dan ook alle reden Chambor-
lain onder handen te nemen over zijn
aanstellerig, lasterlijk optreden.
Clarke, die vroeger consul van Transvaal
te Londen was, nog sympathie voor do
Boeren heeft en met Kruger intiem is,
had geen andere misdaad gepleegd dan
dezen laatste waarschuwen dat hij do pas
sen kon bezetten, doch dan tevens gevaar
loopen de sympathie van Europa te ver
liezen.
En Ellis, een vrome kwakor, Boeron-
vriend, had nog minder op zijn gowoten.
Hij had, als vijand van eiken oorlog, aan
oen vriondin gevraagd om feiten omtrent
goploogdo gruwelen to verzamelen.
Uit doze quaestie is dorhalve Ohambor-
lain bekaaid weggokomen.
Zij 't hot voortookon van zijn aanstaan
den val en dien van alle jingo's on impe
rialisten in Engeland.
Roberts' dreigement in zako de behan
deling van Boercn-„vijanden" is in Enge
land met sympathio ontvangen.
Hoe kon 't anders.
Dat volk is verdorven. En als bet beste
tot bederf overgaat, is het het slechtste;
dit blijkt ook hior.
Immors onder de Tbry-bladen die don
maatregel toejuichen is er een, dat er
rond voor uitkomt den maatregel niet
doeltreffend te vinden, wanneer niot alle
Boeren naar Ceylon worden gevoord. En nog
oen andor zegt dat niot alloon de mannen
maar ook de vrouwen en kindoren dio be
richten naar „den vijand" ovorbrongon,
bohooren te worden onschadelijk gemaakt.
De militaire maatregel van verbanning
op mannen toegepast, behoorde voor kin
deren te worden verscherpt. Deze moeten
worden „dispatched".
Dispatched beteekent weggovoerd; maar
ook afgemaakt.
Men heeft vrij keuze.
Naar ons oppervlakkig zien is de week
voor de Boeren ingezet met een paar on
gevallen.
Maar wat wij een ongeval noemen kan
in 't eind wel eens voordeel blijken. Laten
wij derhalve ons oordeel opschorten.
Vermelden wij alleen dat Roberts einde
lijk den strijd tegon Botha heeft aange
bonden.
De slag om Machadodorp „het begin
van het einde" is begonnen.
Volgens sommigen is de aanval te vroeg
begonnen, en is hij gelast door Joe Cham
berlain die een groote overwinning verlangt
om de verkiezingscampagne te kunnen be
ginnen en reclame te maken voor zijn partij.
Reeds heeft Kruger er op gezinspeeld
dat de verkiezingen wel eens dit ministe
rie zouden knnnen verdringen en de min
der oorlogszuchtig gestemde liberale partij
aan het roer brengen.
Die kans schijnt echter gering. Immers
de liberale partij van Gladstone en Spen
cer is reeds lang in de „liberale" partij
van Rosebery en Asquith ondergegaan.
Bovendien zijn de zuiver liberale gele
doren zeer gedund, ook onder de kiezers.
Er schijnt derhalve weinig kans op ver
wezenlijking van Krugers wonsch. Edoch
een ongeluk ligt soms in een klein
hoekje. En zoo dan, laat ons hopon dat
dit hoekje voor Chamberlain en zijn kliek
liggen mag om Machadodorp.
Ongetwijfeld heeft Roberts in de jongste
gevechten aldaar kleine voordeelen behaald.
Hij won terrein en verbrak den keten der
Boerenstrijdmacht, op den weg van Belfast
naar Lijdenburg, door de divisie-French
te laten oprukken tot Lekensvlei, tusschen
Esbach en Dalmanutha, ten noorden van
Machadodorp.
Zelfs waren de verliezen der Boeren bij
een aanval van Buller op hem tusschen
Ermeloo en Machadodorp zwaar. De helft
der kanonniers werd gedood, en hun aan
voerder Von Dal wig, een Duitscher, neof
van Krupp, gevaarlijk gekwetst.
Doch nu hebben de Boeren, met prijs
geving van hun ongekend sterke stellingen,
ondanks Botha's verzet, besloten naar het
Lijdenburgsche terug te keeren.
Of dit een goed besluit is, weten wij
niet. Doch eenigszins kunnen wij begrij
pen dat het voor Buller en Roberts ge
vaarlijk moet zijn. Gelukt het toch don
Boeren hen in de bergen te lokkon, waar
do bodem ongeschikt is voor evoluties met
ruiterij als die van French, tegenover de
vlugge poney's der Boeren, dan kan 't
indordaad wel eens „het begin van het
eindo" zijn, doch precies andersom als de
Engelschen gowenscht hebben.
Ook hoeft Pole Carew reeds groote vor-
liezon gcloden; en hebben De Wet en Do
la Rey gelogenheid Roberts in don rug
aan te vallonzoodat nog geon reden is
om aan don uitslag te vertwijfelen.
Buller hoeft drie dagen moeten vechten
ten noorden van Belfast.
Groot echter moot de teleurstelling voor
de Boeren zijn over het bericht van Oliviers
nederlaag en gevangenneming bij Winburg.
Roberts geeft er een lange beschrjjving
van, welke hierop neerkomt.
Ridley en zijn Yeomanry waren op een
verkenning door Olivier aangevallen. Ro
berts zond dadelijk hulp, per trein, onder
Hamilton; terwijl Hunter van Heilbron naar
Kroonstad en Ventersburg toog om in
samenwerking met de bezetting van Win
burg Ridley te ontzetten. Kelly-Konny
had oen klein vliegond vendel onder
overste White, van do artillerie, uitgezon
den, om Oliviers aandacht van Ridley af
te trekken.
De uitslag was dat Oliviers stoutmoe
dige aanslag mislukte en hij zelf met zijn
drie zoons en gewond den Engelschen in
handen viel. Van zijn elfhonderd dappe
ren bleken verscheidene gesne avoid en
meer dan de helft werd krijgsgevangen
gemaakt. De overige werden verstrooid
na een hardnekkig gevecht dat Maandag
den geheelen dag duurde.
Dat is dus het eind van den kloeken
doorbreker, die zijn commando uit Kaap
kolonie naar Transvaal dwars door 't vij
andelijke leger heen, veilig te voeronwist;
weigerde mot Prinsloo zich over te geven,
en sedert dien tijd vier weken lang den
vijand allerlei nadeelen wist toe te brengen.
Niemand verwondert zich over dit einde.
Wie de beschrijving in ons blad omtrent
hem zich nog herinnert, zal moeten toe
geven dat 't haast niet anders kan, want
Olivier is roekeloos vermetel, een tegen
beeld van De Wet
Hetgeen een Afrikaner omtrent die bei
den schreef, blijkt tot nu toe juist te zijn
geweest.
»Ik geloof niet, (schreef hij) dat Olivier
als veldheer zooveel beteekent als de Wet,
maar hij is even betrouwbaar, even hartelijk
anti-Engelsch, even gelukkig in den oorlog
als deze. Maar, zooals ik zei, hij is ver
metel, en ik heb voor hem dikwijls mijn
hart vastgehouden. De Engelschen krijgen
de Wet nooit te pakken, er zou wel de
geheele Engelsche macht tegen hem samen
getrokken moeten worden en dan misschien
nóg niet; maar voor Olivier heb ik vaak
gevreesd. Hij mist, althans toen ik hem
kende miste hij, mijns inziens, den ruimen
blik en het alles omvattend overzicht van
de Wet. Ook is hij niet zoo voorzichtig,
en hij zou stratigisehe fouten ten opzichte
van het vrijhouden van den aftocht kunnen
maken, die bij de Wet onmogelijk zijn."
Toch mogen wij de beteekenis dezer
gevangenneming niet te hoog aanslaan.
Roberts' telegram toch spreekt wel van
de gevangenneming, niet van de verove
ring van kanonnen.
Daarenboven er zijn nog meer aanvoer
ders. En De Wet is ook weer present.
Hij is te Heilbron weer opgedoken. In
kleine commando's verdeeld zijn zijne troe
pen langzaam weder vereenigd. Dat onder
weg enkelen door Engelsche verkennings
troepen werden ingerekend, spreekt van