ier Harsi,
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 139. 1900.
Dinsdag 28 Augustus.
14e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
LaDiMriem owr Dentil.
[lelburg.
ECltAIM'l.
jr Balsems"
ïeten,
Assurantiën
Middelburg.
jopt Effecten en
deposito tegen
!7a-4 pCt.)
Ct. en 37a pCt.
uider Hypotheek-
H van f 100.—.
onder eerste hy-
van kuizen en
■en tegen brand-
ven en inboedels
emie, beurspolis).
er-6cl)clöe.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
T IJ D V E B Z E JN.
CHRISTIAAN de WET.
Engeland en Transvaal.
i
3l gefaald heeft, gaf
i, genaamd:
n naar een afdoend
nuitstaanbare pijnen
[JICHT en RHEU-
en uit het klooster
rtagenebekend door
ïgen en studiën op
aied, hebben het
«schatbaren dienst
leveren van het
ng der Balsems,
der Balsems bezit
t om elk lijder aan
van de smartelijke
en heilzaam middel
snij wonden, kneu-
in ledematen, spier-
eest en voorkomt
oeten. Prijs per pot
,20, f2,50.
L. I. AKKER,
it 11, Rotterdam.
postwissel met 10
)or vracht,
br. MULDER, Goes,
Korte- Noordstraat
BENIEST, Lepel-
r. GROENEWEGE
'IPPER Bath, P.L.
Terneuzen, A. M.
e, J. POLEIJ Krui-
JAGT Krabben-
L00 Hansweert,
Rilland-Bath, C.
neldinge, C. A.
Middelburg, Gebr.
aat, Pr.DEEOUW,
len, M. RIEMENS
VAN DOSSE-
Pn.BOMjIerseke.
ierikzeesche
latschappy
tus.
Van Botterdam.
's midd.
Dond. 23
Vrijd. 24
Sater. 25
'ond- 26
daan. 27
)ins. 28
ÏVoen29
)ond.30
rijd.31
2-
11-
12,—
12,30
12,30
12,-
12-
12,30
12,30
f DIENST
LB. ROTTERDAM.
us.
rd des Zondags, van
iddelburg 8,45be
an Rotterdam 9 uur.
rtijd.
nm. 3,15 6,20i)
nm. 3,50 6,50
nm. 1,55a) 4,45
2,15a) 5,05
3,30 6,20i)/)
3,50 6,40/)
naar Breskens en
naar Borsselen en
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
I.
Onder al de verschillende onderwerpen
nit de landbouwwetenschap is er geen, dat
zoozeer de volle belangstelling heeft van den
practischen boer, geen, dat zoozeer de aan
dacht verdient van oen ieder, die zich met
Landbouw bezig houdt, als de leer dor be
mesting. De leer der bemesting is een bij
uitstek practiscb onderwerp, omdat de ge
volgen van een deugdelijke of verkeerde
bemesting aanstonds in 't oog springen;
zij is echter ook een van de moeiolijkste
gedeelten van de landbouwwetenschapom
dat tot een helder begrip der bemestings
leer heel wat andere kennis vereischt wordt,
eenige bekendheid met scheikunde niet ge
mist, een helder inzicht in de bestanddeelen
en de eigenschappen van den bodem even
min ontbeerd kan worden en men tevens
iets dient te weten van den bouw en het
leven der planten. - Ik heb gemeend den
lezers van dit blad geen ondienst te doon,
door hun 't een en ander nit deze practi-
sche en nuttige leer der bemesting mede
te deelen. Hoe moeilijk het onderwerp
ook is, ik zal trachten de zaken zoo een
voudig en gemakkelijk mogelijk voor te
stellen.
Wanneer wij nagaan, dat de kleine zaden
of knollen, die wij aan den grond toever
trouwen, langzamerheid groote planten wor
den en deze zaden of knollen en later de
jonge plantjes, die er uit voortkomen, alleen
in aanraking komen met den grond en de
lucht, dan begrijpen wij aanstonds, dat
alles, wat noodig is, om planten te doen
groeien en bloeien en vruchten en zaden
te doen dragen noodzakelijk ook uit don
bodem en de lucht moet voortkomen. Het
is een waarheid, die ieder inziet, waaraan
niet te twijfelen valt, dat alle stoffen, waar
uit de planten lestaaniu de lucht of in den
bouwgrond moeten voorkomen. Allo bestand
deelen van suikerbieten, tarwe, aardappelen,
gras, vlas, koolzaad enz. moeten voorkomen
in den bodem, in den bouwgrond dus, of
in de lucht. Aangezien door de meeste uit
de lucht slechts koolzuur ter voeding wordt
genomen, dat wil zeggen een gas, dat nit
koolstof en zuurstof bestaat, zoo moeten
dus alle andere stoffen uit den grond wor
den genomen. Nu gaat het echter moeilijk
ergens iets uit te halen, als het er niet in
is. Het is dan ook duidelijk, dat de land
bouwer moet zorgen, dat de stoffen, die
aan den bodem ontbreken, zoo spoedig
mogelijk er aan toe moeten gevoegd wor
den. Het is een reeds lang bekende zaak,
dat er onder de verschillendes toffen, waaruit
de planten bestaan, drie zijn, die niet meer
in genoegzame hoeveelheid in den bodem
voorkomen, die door de verschillende oog
sten in zoo groote massa gebruikt worden,
dat er aanhoudend een nieuwe voorraad
moet aangebracht worden Deze drie stoffen
zijn Stikstof, Phosphorus en Kali. Het zijn
dan ook deze drie stoffen, die door den
landbouwer in den vorm van Chilisalpeter,
Superphosphaat of Thoniasslakkennieel en het
eene of andere Kalizout (Stassfurter Kali-
zouten) moeten worden teruggegeven, wil
hij kunnen verwachten dat zijn oogsten
loonend zijn.
Sta a t iallemoetïng.
27 Aug. 1900.
Wy verzetten ons tegen den geest der
meerderheid, die Staatsalbemoeiïng predikt.
De Staat is wel geroepen het zwakke te
steunen, noodhulp om der zonde wil!
doch nimmer om den gezonde het werk
uit de handen te nemen.
De Staat wordt in dat stelsel de Vader,
de Oppergod die over leven en vrijheid
zijner menschen beschikt en hen kneedt
naar welgevallen.
De Staatsalbemoeiïng knelt de natie
langzaam maar zeker in het dwangjuk eener
partij regeering.
Deze albemoeiïng van den Staat heeft
dan ook altijd treurige gevolgen gehad. Zij
heeft de menschen tot willooze, niet kun
nende, niet durvende bloodaards verlaagd,
een volk zonder energie gekweekt, dat
zonder Staatskrukken niet voort wil, en
een geslacht gegenereerd dat niet beter weet,
of het leven zoo is het echte volksleven.
De Nederlander schreef daaromtrent het
volgende wat we volkomen beamen:
Hot Volksdagblad is, van zijn standpunt
natuurlijk, niet overtuigd, dat bijzondere
of vrije vereenigingen beter en goedkooper
voor verzekering kunnen zorgen dan een
groote lijksmacliine, de Rijksbank Het
blad meent, dat «een groot administratief
on dirigeerend personeel zou worden uit
gespaard, indien bijv. de fabriekmatige be
reiding van alles wat wij noodig hebben
ware vereenigd onder de leiding van één
bestuur; indien niet de reclame en de wan
hopige pogingen om de concurrentie het
hoofd te bieden, reusachtige sommen aan
niet-productieve uitgaven deed verkwisten,
die op andere wijze nuttig konden worden
besteed". Het vraagt ons moor bepaald, of
dan al het werk dat de ambtenaren eener
Rijksbank zullen moeten verrichten niet
gedaan zal moeten worden wanneer de
groote en kleine patroons de vrijheid heb
ben zelve de ongevallen voor hunne be
drijven te regelen. Het blad meent dat
die arbeid, als hij verricht wordt door den
Staat, tot een minimum zal worden beperkt,
indien hij geschiedt, niet door dj tallooze
«kruiwagens" bij de patroonsvereenigingen
of winstbejagende particuliere maatschap
pijen, maar door den zandtrein eener Rijks
bank.
Natuurlijk zullen wij niet pogen het blad
tot andere inzichten te brengen; dat gaat
niet in een dagblad-artikel. Maar enkele
opmerkingen willen wij onzen lezers niet
onthouden.
Eerst een paar zinsneden uit een brief,
dien wij juist dezer dagen uit Indiö ont
vingen. met eenige opmerkingen over het
Javaansche volk, Ook in Java draagt de
overheid alle zorg. »Op last van de over
heid worden de rijstlanden beplantde
overheid commandeert dit en de overheid
commandeert dat. Ieder jaar tegen Mei
vaardigt de adsistent-rssident een order
uit dat alle ingezetenen hunne huizen Moe
ten witten Zonder commando doet de
Javaan niets, llij is een type van een zor
geloos mensch. Hij heeft niet geleerd voor
zichzelf te zorgen, maar dit is juist de
groote hinderpaal om het Javaansche volk
op te heffen. Wil het volk tot welvaart
komen, dan moet het zelf zijn krachten
inspannen maar juist dat kan het niet."
Wat in Java geschiedt, zal ook ten onzent
geschieden. Staatsbemoeiing werkt ver
lammend, en is een hinderpaal voor ware
volksontwikkeling.
Gij bidt en gij ontvangt niet, omdat gij
kwalijk bidt, schrijft de Apostel Jakobus.
Hoe zonden wellicht de hemelen scheuren
en zegenstroomen nedervloeien, als zij die
wél bidden, meer met dat «kwalijk» bidden
rekenden.
In eene predikatie over dit woord sprak
een leeraar over het gebed der ouders om
de bekeering hunner kinderen. Het kroost
is zoo weerbarstig het trekt naar den ver
keerden kanthet is gestaag met den wensch
der ouders in botsing, En zij bidden da
gelijks dat de Heere toch dat hart hunner
kinderen veranderen mocht. Maar het
schijnt niet verhoord te worden. O, ouders
zoo ging de dienaar voort, waarom vraagt
gij die verandering van den Heere Het is
wellicht omdat de kinderen u zooveel moeite
veroorzaken. En niet wij] het u eene droef
heid is, dat zij zich tegen den Heere ver
zetten en Hem verwerpen.
(Fallus bl. 57.)
De Roomsclie bladen biijven ernstig de
besprekingen over «Samenwerking" voort
zetten.
Na de principiëele artikelen van de Tijd,
trekken de practische artikelen van ïlet
Huisgezin de aandacht.
Wij^citeeren er het volgende uit:
De periodieke verkiezingen voor de Pro
vinciale Staten hebben, plaats den* eersten
Dinsdag van Juni, die voor dej Tweede
Kamer den eersten Dinsdag van Juli. De
stemmingen en herstemmingen voor de
Staten naderen dus zeer dicht den dag,
voor de Kamerverkiezingen bepaald.
Wat zou er nu gebeuren, indien wij
spreken hier natuurlijk nog geheel ver-
onderstellenderwijs jdoor de katholieken
besloten mocht worden, met do «gematigde''
liberalen samen te werken, of indion zij
ook maar van een bondgenootschap met de
anti-revolutionairen afzagen en op eigen
gelegenheid den strijd voerden?
Wie durft veronderstellen, dat dan voor
de Staten-verkiezingen door de christelijke
partijen niet enkel zou worden samenge
werkt, maar ook, dat de samenwerking
zóo hartelijk en krachtig zou zijn, als noo
dig is, hier om te behouden, zoo mogelijk
te vermeerderen, wat men heeft, daar om
het in 1898 begonnen werk te voltooien?
In Gelderland bezitten de gezamenlijke
anti-liberalen 36 zetels tegen de liberalen
26, in Zeeland zijn de cijfers onderschei
denlijk 25 en 17, in Utrecht 25 en 16.
Een verlies, aan anti-liberale zijde, van 6
zetels in Gelderland, van 5 zetels in Zee
land en Utrecht zou de liberalen weer aan
de meerderheid helpen.
In Zuid-Holland beschikken de liberalen
over 46 tegen 36, in Friesland over 28
tegen 22 zetels. Een verlies aan hunne
zijde van 6 zetels in Zuid-Holland, van 4
in Friesland zou de meerderheid aan de
anti-liberalen bezorgen. Ook dit verlies
zou, maar hier mits de anti-liberalen hun
uiterste best doen, niet tot de onmogelijk
heden behoeven te behooren.
Lichtvaardig is, met het oog op deze
cijfers en de ervaring van het verleden,
de conclusie niet, dat het behoud der anti
liberale meerderheid in de Staten van Gel
derland, Zeeland en Utrecht, het verwerven
eener anti-liberale meerderheid in de Staten
van Zuid-Holland en Friesland alleen mo
gelijk is mits het bondgenootschap tusschen
de christelijke partijen bestendigd worde.
Daarom, indien voor de eerstkomende
Kamer-verkiezingen niet de anti-revolutio
nairen, maar de liberalen onze bondgenooten
moesten zijn, dan zou voor de Staten-ver
kiezingen tot een bondgenootschap met de
anti-revolutionairen niet worden besloten,
öf het zou uiteenspatten. Maar dan zou
den ook de anti-liberale meerderheden in
de Staten van Gelderland, Utrecht en Zee
land zeer ernstig worden bedreigd, dan
zou de kans, in de Staten van Zuid-Hol
land en Friesland de meerderheid om te
zetten, voor lange jaren verkeken zijn".
Christelijke verzorging van zenuwlijders.
Een algemeene vergadering zal te Utrecht
gehouden worden van voorloopige leden
en belangstellenden tot stichting van de
Vereeniging tot Christelijke verzorging van
zenuwlijders, op Woensdag 5 September a. s.
te 12 uur in liet gebouw Irene aldaar.
De agenda vermeldt o. a.
Bespreking van de beste wijze van ver
zorging der zenuwlijders, ingeleid door een
gemotiveerd advies van de commissie ad.
hoc. Dr. J. R. Hermanides, P. Roodhuizen
en ds. J. W. A. Notten opdracht tot aan
koop van een geschikt terrein, bouwen van
tehuizen en uitschrijven van een leening'
van f200.000.
Bericht van voorloopige toetreding van
leden en corporation kan nog tot 1 Sept.
a. s. worden ingezonden bij Ds. A. van Andel
te Heerenveen. Ook kan men bij het begin
der vergadering zich nog als lid en corporatie
laten inschrijven.
Wijze: Piet Hein.
Wat is me dat een kerel, die Clrristiaan de Wet
Hij spot met de Britsche soldaten:
Of Kitchener of Methuen liet net al open zet,
Hij scharrelt toch door (le gaten.
Do Wet, De Wet
Komt niet in Roberts' net;
Hij rijdt den Brit voorbij,
Op marscli naar Do la Rey,
E11 zegt den Rooinok: «Do groet van mij!"
Of ook d'ouwe Roberts benauwd voor hem is,
Dat kun je je levend begrijpen:
llij stuurde zijn halve macht op hem af,
Om hem in zijn knouken te knijpen.
Dc Wet, enz.
't Is ook niemand vreemd, die De Wet maar
(even kent:
't Is de koenste der Boereniielden
Was hij niet de man die de spoorlijn verbrak,
Toen de Rooineks de Vaal oversnelden?
De Wet, enz.
Wat had de Brit het land en wat schold hij
(op De Wet,
Want die kreeg zijn provisie te pakken;
Zijn mannen hadden kleeren en brood in
(overvloed,
E11 de Brit stond er om te snakken.
De Wet, enz.
De Wet was overal, waar het Britteuleger was
Hij liet ze geen tijd tot droomen;
Verscheen er een macht, om den held te ver
slaan
Dan was hij den Brit weer ontkomen.
De Wet, enz.
Eens pakte hij een troepje van Londen milli-
(onairs,
Toen was liet plezier uit hun leven
Hij zond ze naar 't Noord, met hun hand-
Schoenen aan.
Om pa Kruger een handje te geven.
De Wet, enz.
Nu haalde hij geschut, dan weer heel een
(bataillon,
Straks liet hij de treinen ontsporen;
En kwam hij wel tienmaal in d'Engelsche knip,
De Wet ging toch nooit verloren.
De Wet, enz.
«Ik vrees, dat de Wet het al weer ontkomen is,"
Moest Roberts aan Chamberlain seinen;
Wie weet wat De Wetaanden ouwe nog flikt;
Hy is zoo verzot op treinen.
De Wet, enz.
Zoolang er een De Wet bij het Boerenlieir
(bestaat,
Is 't voor Kruger nog niet verloren;
Dan wordt ophetveldgeve God het weldra!
Een nieuwe Transvaal geboren.
De Wet, De Wet,
Kom nooit in Robert's net;
Houd kruit en Mauser droog;
Laat de Brit niet uit het oog,
En wacht Uwe hulpe steeds van omhoog!
Uit Pretoria komt bericht, dat Hans Cor-
dua daar Vrijdagmorgen vroeg den kogel
kreeg binnen de ommuring der gevangenis.
Gelijk men weet, was zijn schuld aan
het beramen der beweerde samenspanning
tot het oplichten van Lord Roberts niet
bewezen, alleen dat hij daartoe door een
Britsehen geheim agent was aangezet. Maar
het verbreken van den onzijdigheids-eed
alleen werd in dit geval reeds voldoende
reden voor de toepassing der doodstraf
geoordoeld.
Of dit de stemming verbeteren zal?
President Kruger moet op de jongste
barsche proclamatie van Lord Roberts met
het volgend eenvoudig woord aan zijne
burgers geantwoord hebben: Ziet gijlieden
niet, dat het u niets baat wanneer gij de
wapens nederlegt of uwe commando's ver
laat. Iedere stap naar huis toe beteekent
voor ulieden eene schrede verder naar St.
Helena!"
Roberts heeft aan Kruger voorgesteld
de Britsche krijgsgevangenen te Nooitge-
dacht vrij te laten en naar Engeland te
zenden, op voorwaarde dat zij niet meer
tegen de Boeren komen vechten.
Kruger heeft echter geweigerd op dit
voorstel in te gaan. En terecht. In de
oerste plaats heeft die voorwaarde geen
zin, zoolang vaststaat dat de vrijgelatenen
de garnizoenen in Engeland gaan verster-
kon, en daardoor gelegenheid geven aan
even zoovelen om in hun plaats naar Zuid-
Afrika te gaan. En dan nog zijn er ver
scheidene jongelieden van aanzienlijken
huize bij, en vooral nu de Engelschen zoo
zonderling met recht en wet beginnen te
doen, is het voor de Boeren wel van be
lang iots van hen, wat waarde heeft, in te
hebben.
Overigens blijven de berichten die Ro
berts seint, zeer onverstaanbaar. Zij ge
wagen van overwinningen en bevrijding
van gevangenen, doch men weet ze niet
thuis te brengen.
Zoo heeft Donderdag Baden-Powell, waar
blijkt echter niet, 100 gevangenen bevrijd
en 25 Boeren gevangen gemaakt, onder
welke een Duitsch artillerie-officier, bene
vens kapitein Van der Merwe, van de
Staats-artillerie, en een veldcornet.
Patrouilles, die naar Brandwater-pan ge
zonden werden, vonden daar 14,000 rounds-
patronen voor Mausergeweren, twaalf gra
naten voor Krupp-kanonnen en 200 pond
dynamiet in don grond begraven.
Van de 20,000 Boeren die nog te velde
zijn tusschen Belfast en de Krokodilnvier,
staan vijfduizend tusschen Belfast en Macha-
dodorp, waarvan tweeduizend bewesten
Dalmanutha, hetwelk Botha bezig is te
verschansen. Vijfhonderd Heidelbergers
staan nabij Nooitgedacht, vanwaar de
Britsche gevangenen gezonden worden
naar Komatipoort, waarschijnlijk om later
over de grens gezet te worden. De Boeren
bereiden een verderen terugtocht langs
den spoorweg voor. Achttien kanonnen
zijn Nooitgedacht Oostwaarts gepasseerd.
Een en ander behoeft nog niet te beteeke-
nen, dat de Boereen naar Lijdensburg
terugtrekken. Hun doel schijnt vooreerst
te wezen den Spitskop, ten Z. van de
Zandrivier, te bezetten.
Van uit hun nieuw militair centrum Zee-
rust-Klerksdorp-Rustenburg-Lichtenburg
bedreigen de Boeren zoowel Mafeking als
Vrijburg en den spoorweg. Op een kleine
30 kilometers Noordwaarts van eerstge
noemde stad hebben zij eene sterke macht
staan. Visser is met 1000 man te Kumana
en Du Toit heeft een sterk commando te
Wolmaransstad. Te Geluk, 17 mijlen van
Machado-dorp, is eene Britsche colonne
aangekomen, welker cavalerie met de Boe
ren in een heet gevecht werd gewikkeld.
Gedurende den opmarsch werden andere
aanvallen des vijands door de artillerie
afgeslagen
Er schijnt dus daar in den omtrek van
Machado-dorp iets op handen te zijn.
Reeds gaven de telegrammen gister er
een voorproefje van te lezen. Roberts
seinde namelijk:
Bullers colonne is zes mijlen ten Westen
van Machadodorp en French trekt ten Oosten
op. Methuen kwam te Zeerust aan en
stelde zich in verbinding met Carrington.
Bulier ondervond den 23sten geduchten
tegenstand van den vijand, die een hinderlaag
gelegd had voor de cavalerie en het vuur
op korten afstand opende. De kanonnen
zwegen eehter en de hinderlaag mislukte
tengevolge van een misverstand.
Twee compagnieën infanterie geraakten
afgesneden.
Het grootste gedeelte werd omsingeld.
De verliezen bedragen 12 man en een officier
gedood, 57 man en vier officieren gewond,
33 manschappen worden vermist.
Al deze berichten worden even wei in be
langrijkheid overtroffen door dat omtrent
De Wet, wiens leger, tusschen de 300 en
7000 man geschat, na benoorden Pretoria
geopereerd te hebben, reeds weder aan de
Vaal gereed staat den Vrijstaat binnen te
trekken.