NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 137. 1900
Donderdag 23 Augustus.
14e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Het Anarchisme.
blken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 oent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
De Nederlander herinnerde deze week
aan den levensloop van den man, aan wien
de anarchisten, die in Spanje, Frankrijk
en Italië woelen en werken, liun beteekenis
ontleenen, n.l. den Russischen officier
Bakounine.
Onze ruimte laat niet toe het artikel
van den Nederlander geheel over te nemen.
Slechts drukken we om den geest van het
anarchisme te doen kennen, een zinsnee
af uit Bakounine's Revolutionaire Catechis
mus.
Men leze het volgende:
»De revolutionair is een gewijd mensch
hij heeft geene persoonlijke belangen, geene
neigingen, geen eigendom en ook geen
naam. Alles wordt bij hem in beslag ge
nomen door één eenig uitsluitend belang,
één eenige gedachte, één eenige hartstocht
de revolutie. In het diepst van zijn wezen,
niet slechts in woorden, maar in de daad,
heeft hij volkomen gebroken met de bur
gerlijke orde, geheel de beschaafde wereld,
de wetten, de gewoonten, en de algemeen
erkende zeden der wereld. Een revolu
tionair ziet af van de wetenschap dezer
wereld, die hij voor de volgende geslachten
afschaft. Hij kent slechts één wetenschap
de verwoesting. Koud tegen zich zeiven,
moet hij het ook tegen anderen zijn. Alle
gevoelens van toeneiging, alle gevoelens
van verwantschap, van liefde, van dank
baarheid, moeten in hem door den eenigen
en kouden hartstocht van het omwentelings-
werk verstikt zijn. Dag en nacht moet
hij één enkele gedachte hebbeneen eenig
doel, namelijk de onverzoenlijke verwoes
ting. Terwijl hij koud en onophoudelijk
dit doel vervolgt, moet hij bereid zijn, zelf
onder te gaan en allen, die hem in dit
doel hinderen, met eigen handen om te
brengen. Hij mag niet terugschrikken voor
de verstoring van eenige positie, dit is:
ook niet voor koningsmoord), van geen
band, geen mensch, die deze wereld toe
behoort. In de overtuiging dat de vrij
making en het geluk des volks slechts kan
worden bereikt door een alles verwoestende
revolutie, zullen de verbondenen alles aan
wenden om het ongeluk en de ellende te
vergrootenom het ongeduld des volks uit
te putten en het tot den algemeenen op
stand aan te hitsen. Onze zaak is: de
schrikkelijke, volstandige, onverzoenlijke,
en algemeene verwoesting".
Lezer, wat dunkt U van zulk een on-
tembaren hartstocht, van zulk een gloeien-
den haat jegens al het bestaande, van zulk
een zelfvernietiging ten bate van een
idee!
"Want het anarchisme, geesteskind van
het socialisme, is, evenais dit, slechts een
menschelijke philosophie, een wereldbe
schouwing zonder God en zonder steunpunt
in het heden, een droombeeld in de toe
komst, een hersenschim, een vrucht van
ijdele verbeelding, waaraan alle werkelijk
heid ontbreekt.
Hoe schrikkelijk is toch de verwoestende
werking der zonde, waardoor het mogelijk
wordt hart en ziel en zinnen ten dienste
te stellen van een onzinnigen waan, min
der dan een schaduwbeeld.
"Wie ijst niet bij het lezen van het be
sluit in 1881 op het anarchistisch congres
te Londen genomon, »dat voor de vernieti
ging van vorsten, ministers, qeestelijken, adellijke
heer en, groote kapitalisten en andere dergelijke
personen elk middel geoorloofd wordt
verklaard.
»Weg God, weg koning, weg staat, weg
maatschappij, weg wetenschap, weg kunst
weg zedelijkheid, weg alles wat bestaat!'''
Zóó luidt de leuze van den anarchist.
Maar op de puinhoopen der verwoesting
moet een nieuwe wereld worden geschapen,
een geluksstaat, waar alle ellende en ar
moede en ziekte is geweken.
Dat scheppingswerk wenscht het anar
chisme te ondernemen.
Hoe moest niet, bij het losbreken van
deze machten der duisternis, de liefde en de
ijver verduizendvoudigd worden dergenen,
die het nieuwe Jeruzalem uit den hemel
verwachten van Hem, die troont boven
alle aardsche machten; een zelfopofferende
liefde en verterende ijver, om het licht
der waarheid Gods te doen schijnen te
midden dezer stikdonkere duisternis. Een
liefde en een ijver bovenal om ons eigen
land en volk terug te houden van het
hellend vlak der revolutie, waar geen stil
stand mogelijk is en dat uitloopt in een
gapenden afgrond van dood en verderf.
Tegen de revolutie is alleen bestand:
het Evangelie van den Zone Gods.
22 Aug. 1900.
Het is de kwaal van onzen tijd dat vele
ouders hunne kinderen, in plaats van hen
een of ander handwerk te laten leeren of
onder moeders toezicht tot brave huishoud
sters te doen opleiden, er zooveel mogelijk
knappe mensch en van willen maken.
Menschen die zich later den stand scha
men, waaruit zij zijn voortgekomen.
Het zal wel niet helpen, maar gezegd
moet het toch dat er veel te veel studee-
deerende jongelieden zijn.
Er zijn nu reeds te veel rechtsgeleerden,
ingenieurs en artsen.
Honderden advocaten zonder praktijk
zoeken een postje bij levensverzekering,
journalistiekpolitiegriffie of departement.
Tal van ingenieurs worden handelaars of
gaan les geven.
Geneesheeren loopen in de groote steden
elkaar in den weg, terwijl in de kleinere
gemeenten veeltijds te klein salaris hen
belet aich te vestigen.
Jongens van grooten aanleg het op
studie gaan te beletten zou dwaasheid zijn.
Maar hij, wiens zoon maar een middel
matigheid of nog minder is, zal wijs doen
hem liever een vak, ook 't landbouwersvak
te laten aanleeren, dan er een brekebeen
onder de gestudeerden van te maken.
Kranige, krachtige jongens met studie
koppen, vinden hu* weg toch wel.
Het bekende trapje:
Conservatieven.
Liberalen,
Radicalen.
Socialisten.
Anarchisten.
is geen verdichtsel van Groen van Prin-
sterer, maar logisch uit den ontwikkelings
gang der revolutie voortgekomen.
Dat Conservatieven en Liberalen na
1848; Liberalen en Radicalen na 1878;
Radicalen en Socialisten van onzen tijd
uit éénzelfde beginsel leefden of leven,
werd door de betrokkenen zeiven herhaal
delijk toegegeven.
Maar Socialisten en Anarchisten, en dan
het trapje langs, ook, zij het van nauwe
lijks waarneembare verte', ook de overige
genoemden van een politieken bloede met
de koningsmoorders onzer dagen, dat wil
bij hen er niet in en wij bekennen het
gaarne, het heeft ook ons menigmaal een
onhoudbare veronderstelling toegeschenen.
Toch is de stelling niet zoo onbewijs
baar als het zoo oppervlakkig schijnt.
Laat een Duitsch blad de Reichsbote,
met instemming door 't chr. liberale blad
De Vaderl. vertaald en overgenomen, u
het volgende zeggen:
„En wat is het anarchisme anders dan
de misdadige kranke voortplanting van het
revolutionaire socialisme, van den scepti-
schen afval van God en van de christelijk-
zedelijke wereldbeschouwing voor welke
er geen godsdiestige en zedelijke waarheid
meer is en die zich ten laatste niet meer
door conventioneel moraal of die der staats
wetten beperken of in toom houden laat
„Voor het anarchisme duurt de revolu
tionair socialistische ontwikkeling naar de
begeerde ineenstorting der huidige maat
schappij te lang. Het wil die bekorten en
gelooft, dat het vermoorden van vorsten
en hoofden van republieken, als vertegen
woordigers der bestaande machtsverhou
dingen, daartoe het beste middel is
„Beginselen hebben hunne consequentiesen
vragen er niet naar of de menschen dit aan
genaam vinden of niet."
Daar zijn wij het eens mee.
Voorheen en thans. Te Haarlem is de
vorige week kermis gevierd
Het inschrift op de in 1686 door Fremy
te Amsterdam gegoten klok, die de kermis
in- en uitluidt, is in zonderlinge tegenspraak
met kermislawaai en de kermis-insolentiën
■sLaudate dominum Cgmlohs jubilationis
spiritus", dat, overgezet zijnde, aldus luidt
Looft den Heere, alle gij q eest en. met de
cymbolen der vreugde
Stichtsohc Courant.
De lieer Van Kol heeft in Bet Volk een
en ander gezegd over de Koloniale Reserve
te Nijmegen, waaraan wij niet en waaraan
wij wel de aandacht behooren, te schenken.
Die koloniale reserve" dient als kern voor
de uitzending van suppletietroepon naar
Indië (Atjeh), daarom noemt de schrijver
haar een «verknoeid werfdepot". Maar hij
noemt liet ook een »duur werfdepot".
Wij zijn geneigd dit te gelooven.
Immers voor dit jaar, zegt de hoer Van
Kol, wordt gerekend op liet aanwerven van
slechts 160 recruten voor 51 duizend gul
den; terwijl in Harderwijk voor 800 recru
ten 176 duizend gulden wordt betaald aan
premie- en aanbrenggelden en de geheele
inrichting daar veel goedkooper is.
Dan rekent hij uit dat de uitgaven voor
staf en vast personeel meer dan 100 dui
zend gulden bedragen.
Dan schijnt er een geest te heerschen
als in een strafdivisie. Een korporaal die
aan een blad een grief had meegedeeld
tegen de geneeskundige commissie aldaar,
werd gestraft met 14 dagen provoost om
den anderen dag water en brood.
Het is niet te verwonderen dat bij toe
passing van dergelijke straffen de weerzin
in den dienst algemeen is, deserties ver
menigvuldigen en veinzen ziek te zijn, aan
de orde van den dag zijn.
Nu zeggen wij met den heer v. Kol:
«Wanneer desertie in een legerkorps veel
vuldig voorkomt, is dit een bewijs dat er
iets hapert aan de leiding van het korps
of aan de daaraan deel uitmakende sol
daten."
De schrijver laat de statistiek spreken:
«Bij de Reconvalescenten-afdeeiing te
Zutfen waren 1 Juli 1899 gemiddeld aan
wezig 444 militairen; daarvan overleden er
13 en kregen er 118 voortdurend gagement,
die dus weinig aanleiding hadden om te
deserteeren. Van de 313 die daarvoor in
de termen vielen, zijn er gedeserteerd niet
minder dan 50 en werden qepasporteerd, uit
den dienst verwijderd of om andere redenen
afgevoerd, er gingen dus grootendeels door
eigen schuld of door verkeerde behande
ling weg, nog 42 soldaten ofte samen 92,
terwijl er niet meer dan 188 overgingen
bij het valide gedeelte. Ongeveer een derde
van de validen ging dus voor het Indische
leger verloreneen zeer ongunstig resultaat
voor wie de waarheid wil erkennen."
De heer Van Kol is Kamerlid en zal
derhalve op deze quaestie wel terugkomen.
Doch de vraag mag ook in de pers aan
de orde blijven: Is de Koloniale Reserve
niet te duur en kan dat niet een beetje
minder En hapert er iets aan de inrichting
en is deze niet te verbeteren
Wij hebben opzettelijk die klachten welke
wij konden voelen aankomen, terzijde ge
laten.
Doch de beide hierboven genoemde heb
ben recht besproken te worden. Zij betref
fen de dubbeltjes der belastingschuldigen,
en het gehalte onzer Indische soldaten.
Het ambt van griffier bij het drukste
der vijf Amsterdamsche gerechtshoven is
vervuld door de benoeming van den Hooge-
veenschen kantonrechter mr. Smeenge.
Zulks in weerwil der billijke aanspraken
van den substituut-griffier mr. Kann die
23 jaar deze betrekking aan genoemde
rechtbank vervuld had.
Of hier ook de politiek oen woordje
heeft meegesproken?
Men zou het haast denkon.
Mr. Smeenge heeft der liberale partij
als verkiezingsredenaar groote diensten be
wezen; en is mensehelijk gesproken ook
een der velen die tot het optreden van
het tegenwoordige kabinet hebben bijge
dragen.
Hem werd daarom allicht door deze de
tol der dankbaarheid betaald.
Treilend en juist is de onderstaande
paedagogische opmerking, door prof. Fa-
bius in zijn voortreffelijk „Voortvaren"
(blz. 45) ingevlochten, en wat door ouders
wel mag ter harte genomen.
»Het verschil van aard bij de geslach
ten komt ook uit in de kous van het speel
goed en de wijze waarop zij daarmee om-
De pop van het meisje verdient do aan
dacht, niet alloen omdat in de liefde daar
voor uitkomt hoe diep de oigenaardigo
bestemming dor vrouw in hare natuur is
gelegd, maar ook wijl in do behandeling
van dat speelgoed valt op te merken, hoe
hot meisje geneigd is de dingen aan te
nemen, zooals zij zijn, en ze eenvoudig te
gebruiken overeenkomstig hunne bestem
ming, terwijl de knaap meer behoefte heoft
om de samenstelling van het voorwerp na
te gaan, waarvan dit echter maar al te
vaak het slachtoffer wordt.
Een onderscheid van aanleg, dat ook
voor de opvoeding van groote beteekenis
geacht moet worden. Roekeloosheid en
vernielingszucht zijn afkeuringswaardig ook
in den jongen. Maar ouders, die aan den
knaap, wiens speelgoed is verongelukt, wel
licht ten gevolge zijner nasporingen om
het verband te ontdekken, kortweg de goed-
bewaarde pop van het zusje voorhouden,
doen aan de billijkheid te kort."
Bet Centrum is voor samenwerking met
de «gematigd" liberalen.
Er bestaat ook een Katholiek-Democra
tische Volkspartij.
De naam doet denken dat men van 't
goede te veel kan krijgen.
Deze partij zal aanstaanden Zondag haar
eerste jaarvergadering houden te Arnhem.
Dat vergaderen op een Zondag zegt al
genoeg wat van een zoodanige partij voor
eeno actie in Christelijken geest te ver
wachten zij.
T 'ouwens haar politiek programma be
vat veel wat ook door de gematigd libe
ralen aanvaard wordt, zelfs in vereeniging
met de sociaal democraten.
Onder anderenAlgemeen Kiesrecht.
Leerplicht, zoo uitgebreid mogelijk. Af
schaffing van den gedwongen Krijgsdienst.
Vermindering der hooge traktementen.
Sterke progressie op de vermogens en het
erfrecht.
Op dit program komen ook nog wel
andere zaken voor, die ook onze sympathie
hebben.
Met name Drankbestrijding met local
option (Verbod van drank verkoop in een
gemeente bij volksstemming), Zondagsrust,
Verkorting van arbeidsduur voor volwas
sen arbeiders. Een ministerie van arbeid
voor alle bedrijven, enz.
Maar de bovengenoemde kan men spe
ciaal beschouwen als aanduidende de oor
zaak waarom een deel der Roomsche pers
meea tot de gematigd liberalen van 1900,
den tot de antirevolutionairen neigt.
Dat onze tijd met den dag democrati
scher wordt, blijkt ook uit het feit dat
zelfs vorsten eikaars handelingen publiek
gaan critiseeren.
Natuurlijk geschiedt dit critiseereB dan
op diplomatische wijze. Doch goed, vroe
ger achtte men iets dergelijks zelfs niet
mogelijk.
De Keizer van Duitschland heeft dezer
dagen in zijn toespraak tot Waldersee bij
diens vertrek naar China het illusionisme
van den Czaar in zake de Vredesconferentie
op vriendschappelijke wijze gehekeld. Hij
sprak den wensch uit, „dat onze gemeen
schappelijke expeditie een vaste waarborg
zal zijn van de onderlinge waardeering en
den onderlingen vrede voor de Europeesche
mogendheden, gelijk de keizer van Rusland
verleden jaar op andere wijze heeft ge
tracht te verkrijgen. Wat ons in vrede
niet gegeven kan worden, is nu misschien
met de wapen^ in de hand te bereiken".
De Czaar zal meesmuilen, wanneer hij
dat leest
Blanke Slavinnen.
Wellicht zal men zich herinneren, hoe
de heer W. A. Dekker, predikant te Hoo-
goveen, geruimen tijd geleden ia het daar
ter plaatse verschijnend blad gewaarschuwd
heeft tegen een advertentie, waarin tegen
hoog loon in een hotel in Den Haag een
flinke stevige buitenmeid werd gevraagd.
Deze waarschuwing in de Hoogevcensche
Ct. van 10 Septomber 1898, luidde als
volgt
«Ondergetoekendo acht zich geroepen
onze dienstboden ten ernstigste te waar
schuwen tegen de advertentie, waarbij te
gen een loon van f 200, zegge tweehonderd
gulden, in oen hotel in Den Haag, eene
flinke, stevige buitenmeid wordt gevraagd.
„Uit een door mij ingesteld onderzoek
is mij gebleken, dat de dienstboden, die
in handen vallen van het beruchte Am
sterdamsche verhuurkantoor, als blanke
slavinnen worden verhandeld en versjacheld.
«Door ongesteldheid moet ik kort zijn
in mijn schrijvende belanghebbenden
kunnen nadere inlichtingen bij mij ver
krijgen.»
De brieven op de advertentie moesten,
zooals daarin vermeld was, worden inge
zonden bij Henny's Advertentiebureau,
Kerkstraat te Amsterdam.
Nu wordt door denzelfden Henny een
huur- en verhuurkantoor van dienstboden
geëxploiteerd, en hij stelde daarom wegens
beleediging een eisch tot schadevergoeding
tegen den predikant in.
In het Weekbl. voor het Recht, No.
7467, is nu het vonnis der rechtbank te
Assen opgenomen, waarbij die vordering
ontzegd is op de volgende gronden
In rechte
g&O. dat in den regel het bestuur van een
advertentieblad of van een advertentiebu
reau, al verklaart het zich ook bereid de
antwoorden in ontvangst te nemen, niet
aansprakelijk gesteld wordt voor den in
houd der geplaatste advertentie, zoodat de
gedaagde met zijn waarschuwing nimmer
den eiseher als bestuurder van een adver
tentiebureau kon treffen
JJJO. dat de door den gedaagde geplaatste
waarschuwing, slechts beleedigend zou
kunnen zijn voor den inzender der ad
vertentie
dat echter de inzender zjj het wel
licht de eiseher zelf, gebruik makende
van de (niet eens met des eischers naam
geheel overeenstemmende) initialen C. H.
anoniem heeft geadverteerd en de gedaagde
zijne waarschuwing dus heeft gericht tegen
een naamloos stuk, de advertentie van een
onbekende, waaraan de eiseher, al is hij
besteder van dienstboden of houder van
een verhuurkantoor, evenmin in die quali-
teiten eene rechtsvordering kan ontleenen,
indien niet, gelijk m het onderwerpelijke
geval, in de waarschuwing zelve de eiseher
uitdrukkelijk of onweifelbaar wordt aan
gewezen
Gezien art. 56 B. R.
Verklaart den eiseher niet ontvankelijk
in zijne vordering en verwijst hem in de
proceskosten aan zijde van den gedaagde,
enz.