NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 136. 1900. Dinsdag 21 Augustus. 14e Jaargang. HISTORISCH CHRISTELIJK- Buitenlandsch Overzicht. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN BLKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02®. UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. 20 Aug. 1900. Invoerrechten. Wij hebben al meer gezegd dat de li berale partij, wanneer zij straks het wets ontwerp van den minister Pierson tot her ziening van het tarief van invoerrechten aanvaardt, zal moeten doen, wat even- genoemde bewindsman deed: haar eigen woorden opeten. In den verkiezingsstrijd van 1897 is dit punt van 't antirevolutionair en van het Katholiek program, van liberale zijde hef tig bestreden, en de heer Pierson vooral heeft, gedurende den tiendaagsehen veld tocht; duidelijk doen uitkomen dat deze onvaderlandsche maatregel nimmer op zijn steun of op dien van zijn partij zou kunnen rekenen. Hoe 't land aan de, in de eerste plaats noodige gelden voor de sociale hervormingen, zou moeten komen, was een open vraag die door de liberale partij open gelaten werd. Wacht maar! hebben wij toen haar toe geroepen. En nu komt 'tal uit. Men zit aan de zijde der ministers met de quaestie verlegen. En nu stapt men een voudig, wij zeggen niet in 't antirevolutio naire maar dan toch zeker clericale schuitje overen stelt nu voor, wat men toen ver wierp. Eerlijk schijnt ons dit niet. In de verkiezingsdagen heeft men de kiezers op zijn zijde gekregen met de be lofte: geen nieuwe invoerrechten, en geen verhooging der bestaande. Die belofte heeft men verbroken. Het zij zoo. Het spreekt van zelf dat bjj hetgeen de minister ter verdediging van enkele ver hoogingen of nieuwe belasting op zichzelf aanvoert wel een en ander is dat wij be amen. Wij lezen onder andere: Voorop gesteld wordt dat een groot ge brek van het tarief van 1862, zooals het in 1877 is herzien, is, dat het zoowel den handel als het bestuur der belastingen maar al te dikwijls stelt voor de vraag of een ingevoerd artikel tot de belaste dan wel tot de vrijgestelde behoort. De bezwaren doen zich voornamelijk voor met betrekking tot de fabrieks-, landbouw- en stoomwerktuigen en de gereedschappen en niet minder met betrekicing tot de on- derdeelen daarvan. Meer en meer geeft voor de heffing der invoerrechten ook moeilijkheid de vraag, wat als fabriek, wat als werkplaats is aan te merken. Onopgelost ook laat de wet de vraag, wat onder stoomwerktuig is te ver staan. Tal van werktuigen zijn voorts zoo wel voor hand als voor stoomkracht inge- rjcht. Naast de vraagfabriek of werkplaats, rijst eene andere: werktuig of gereedschap Ook bij de toepassing van de vrijstelling van gereedschappen zijn de bezwaren niet uitgebleven. Bij art. 2 der wet van 1877 werd ver vallen verklaard de post ijzer, met uit zondering van ijzerwerk, gegoten, gesmeed, geslagen of geplet, niet afzonderlijk belast, alsmede aambeelden. Onveranderd bleef de bijzondere bepalingen op dien post. Ook deze bijzondere bepaling gaf aanleiding tot tal van quaesties. Nog deden zich omtrent vele andere artikelen bezwaren voor. De min volledige omschrijving in het tarief gaf desniettemin herhaaldelijk aan leiding tot geschillen, zoodat ook in dit opzicht een scherper definitie noodig is. Er zijn ook ongemotiveerde vrijstellingen het eerste is het geval van sukade, ge- confijte gember en geconfijte citroen- en oranjeschillen. Door de vrijstelling van steen en hetgeen verder tct die rubriek behoort, zijn anomaliën ontstaan. De ruwe grondstof bergsteen te belasten zou onoordeelkundig zijn, maar dit kan niet gelden voor de ge heel of gedeeltelijk afgewerkte fabrikaten daarvan. Ook de vrijstelling voor zeildoek is van de beginne af, in 1877, door den handel anders opgevat dan door de admi nistratie. Tot de ongemotiveerde vrijstelling behoort ook die van onversmolten rundvet. Er be staan, zegt de regeering, geen practische bezwaren dit vet, dat zich door de wijze van verpakking gemakkelijk laat onderken nen, aan een met den accijns equivaleerend invoerrecht te onderwerpen. Bij de overweging van de beginselen voor de herziening van het tarief, is ook gedacht aan de meening van hen, die het wenschelijk achten de bestaande rechten naar de waarde der goederen zooveel mo gelijk om te zetten in specifieke rechten rechten naar het gewicht of de maat. Door rijpe overweging is de minister van financiën in zijn overtuiging bevestigd, dat voor de meeste artikelen, die in groote verscheidenheid van qualiteiten voorkomen, een billijk specifiek tarief, welke toepas sing niet tot ernstige botsingen aanleiding geeft, bezwaarlijk is te maken, zoodat voor zoodanige artikelen in den regel de heffing van rechten naar de waarde verre de voor keur verdient Voor eenige artikelen kunnen echter zonder bezwaar specifieke rechten worden bepaald. Professor Lindeboom gaat in De Bazuin onvermoeid voort met de Christenen op hun roeping in de sociale quaestie te wijzen. Thans weer legde hij aan de consciëntie de ernstige vraag: hoe laat sluit gij uw winkel en waarom niet vroeger? Ook wij hebben al enkele malen een goed woord voor onze winkelbedienden gesproken. Vooral de winkeljuffrouwen dienden wat meer ontzien te worden. Vele winkels zijn des avonds veel te laat open, en vooral des Zaterdagavonds hebben onze winkeliers en hunne helpsters en helpers, hetzij vreemden, hetzij eigen, het zoo volhandig, en moeten zij ter wille van 't publiek en van de concurrentie, zoo laat in de weer zijn, dat voor niet weini gen de lust of de gelegenheid om den Zondag te heiligen, maar al te veel ont breekt. Laten onze winkeliers aan dezen on- houdbaren, voor God niet bestaanbaren toestand, met gezamenlijk optreden, eens spoedig een einde maken. Sluiten alle winkels des avonds, bijv. 7 uur, en des Zaterdagsavonds bijv. 9 uur, dan is 't publiek wel genoodzaakt op den dag of vroeger op den avond te koopen. Des Zaterdagsavonds moeten de winkels wel iets later open staan, dan op andere avonden der week. Zulks met het oog op den werkman en zijn gezin voor wie im mers juist deze avond de meest, ja bijna de eenig geschikte is om op hun gemak het benoodigde te komen bezichtigen of inkoopen. Doch naarmate ook de werkman Zater dagsavonds vroeger vrij wordt, zal ook deze noodzakelijkheid opgeheven worden. Alle winkels in onze steden behoorden om 8 uur 's avonds dicht te zijn. Men make er zijn werk eens van. In dezen socialen nood althans kan bij eenigszins goeden wil, wel voorzien worden. Desnoods zou de winkelier op Zaterdag avond een bediende meer kunnen nemen, en dan voor dien avond, den prijs zijner waar kunnen opslaan. Maar dan moeten allen mee doen. Eén, allemaal, zeggen onze jongens. Een gulden regel dien wij gaarne van hen za gen overgenomen en in toepassing gebracht. Voorgesteld wordt om het percentage van invoerrecht op fabrikaten uit het bui tenland te verhoogen van 5 op 6 pCt. En voorts worden voor het eerst de volgende artikelen aan een invoerrecht onderworpen hagel, garens, geconfijte gember, holsblok- ken (klompen), zeildoek, zeilen, gaspijpen, nagels en spijkers, touwwerk en touw, ter pentijnolie, prenten en platen, steen, on versmolten rundvet (waarvan verleden jaar voor 2 millioen kilogram uit het buiten land werd ingevoerd). Gelijk te begrijpen is, doet de minister alle moeitejom te betoogen dat 't slechts tech nische verbeteringen geldt, en die zijn er ook bij. Maar een kind ziet dat het te doen is om de achttien ton waarmee de bestaande invoerrechten zullen verhoogd worden. Het tarief zal eenigszins beschermend werken. Dit is de kostelijke bekentenis door dezen kampvechter voor den vrijhandel in zijn Memorie van Toelichting afgelegd. Wel tracht hij voor de vrijhandelaars de pil te doen verzilveren door het protectio nistische (beschermende) in het tarief weg te denken en 't fiscale (dat wil zeggen wat in 't belang van de schatkist is) op den voorgrond te stellen. Wel maakt hij onderscheid tusschen be doelde en «als onvermijdelijk en betreurens waardig uitvloeisel van een noodzakelijke belastingverhooging" aanvaarde bescher ming. Doch dit neemt het feit niet weg dat het bestredene van '97 waarmee de meer derheid verkregen werd, thans wordt aan geboden. Wie weet of ook nu, en nu reeds, de politiek weer niet een woordje mee spreekt. In 1897 moesten vrijhandelaars, in 1900 moeten protectionisten gewonnen worden voor een «gematigd liberale" meerderheid, en voor dit gematigde Immers het is gelijk wij in ons artikel «Doorgevloeid" al gezegd hebben, alzoo gelegen, dat de liberale partij al meer van haar krachten aan het socialisme moet af staan en dientengevolge werven moet onder vreemdeling en tegenstander, om op de been te blijven. Ligt het niet voor de hand, dat de hulp troepen voor de stembus van 1901, moeten gezocht bij de «antiliberalen"? Naast de protestantsche «gematigden" van '97 de roomsche «gematigden" van 1901. Dat kan schikken! Dure steenkool. De Stichtsche Ct. noemt de onrustbarende stijging in de steenkolenprijzen van zeer ernstige beteekenis, niet alleen voor de parti- eulliere huishoudens, maar ook voor de in dustrie, De oorzaken zijn, zagt het blad, niet alleen schaarsehte van het product, maar ook kunstmatige opdrijving der prijzen. De syndicaten en trusts, die in Amerika reeds zooveel kwaad hebben gebrouwen, beginnen nu ook in de oude wereld meer en meer een rol te spelen en de regeeringen zullen wel doen op krachtiger tegenweer dan tot hiertoe geboden werd, bedacht te zijn. Om het steenkolen-syndicaat in bedwang te houden zou staats-exploitatie der in Lim burg aanwezige steenkolenmijnen onge twijfeld voortreffelijk kunnen werken. Ongelukkig genoeg wordt deze gewichtige aangelegenkeid met zoo onverklaarbare langzaamheid behandeld, dat men er het geduld bij verliest. In April 1899 is eene commissie benoemd om onderzoek te doen naar de mogenlijk- heid van staatsexploitatie van een deel der Limburgsche mijnen en tevens is een nieuwe mijnwet ingediend, die de ontginning door particulieren op beteren voet regelt. 8 Aug. 1899 is het voorlooping verslag van Het afdeelingsonderzoek van dit wetsontwerp reeds verschenen. Maar het antwoord der Regeering laat nu, een jaar laten dus,, zich nog steeds wachten. Inderdaad zóó groote langzamheid, waar zulke allergewichtigste belangen op het spel staan, is eenvoudig onverantwoordelijk. «Wie koren inhoudt, dien vloekt hot volk," zegt de Schrift. Dit geldt natuurlijk in de eerste plaats hen, die opzettelijk door allerei kunstgrepen thans de steenkolenprijzen opdrijven. Maar ook onze Regeering mag aan deze krasse uitspraak wel eens denken waar zij, wetende welk een rijke schat van onmisbare brandstof onder Limburgs bodem ligt ver- horgen, zoo traag is om te doen wat in haar vermogen is om den toegang tot dien schat te ontsluiten en daardoor tevens paal en perk te stellen aan het gewetenloos drijven van mijneigenaars en steenkolenhandelaars. Neutraliteit. Dat de Nederlanders vroeger ook wel eens al te veel tot neutraliteit ge neigd waren, bewijst het volgende versje, gezongen in den tijd toen Alva hier den tienden penning wilde invoeren. Een nieu we inval van Willem den Zwijger was toen op handen en daar de Nederlanders hem bij den eersten inval slecht hadden gesteund en niet één stad in Groningen haar poorten had geopend, werd nu tegen neutraliteit gewaarschuwd. O Nederlandt, gij zijt belaan, Doodt énde leven voor u staan Dient den tyran van Spangiën, Of volgt om hem te wederstaen Den Prinse van Orangiën. Helpt den herder die voor u strijdt, Of help den wolf, die u verbijt. Wecst niet meer neutralisten, Verbijt den tyran, 't is nu den tijt, Met al zijn tyranisten. Ned. Dagblad. Wij staan op economisch terrein tegen over de oude school en tegenover de jongere, al wenschen wij de rechtmatige verdiensten van geene richting te miskennen. Onaan nemelijk is voor ons elk stelsel waarvan niet Gods Woord de grondslag is; onbe trouwbaar iedere gids, die voor wetenschap en practijk niet de Heilige Schrift erkent als het hoogste gezag. Fabius, Voortvaren, blz. 89. Doorgevloeid. Zondag juist op Zondag! 1.1. zijn te Middelburg de voorzitter der libe rale kiesvereeniging „Eendracht maakt macht" en het sociaal democratische Kamer lid Schaper voor de kiezers opgetreden met 't gemeenschappelijk onderwerp «Algemeen Kiesrecht." Zij hebben niet tegen elkaar gesproken, met gedebatteerd. Neen zij zullen spreken met één geest, in éénen zin over eenzelfde punt van éen gemeenschappelijk toekomst program. Daarin nu is niets wonderlijks. Het wekt onze ergernis niet. Het be vestigt slechts wat Groen steeds beweerd heeft, liberaal en socialist stammen af van één vaderwat van Houten, Pierson, Smeenge en andere liberalen gezegd hebben, name lijk [dat 't verschil tusschen beide zoo groot niet isen wat met zekeren ophef door de liberale Groninger Courant werd uitgesproken, dat zij in elk geval van de familie zijn. Het bevestigt ook hetgeen van antire volutionaire zijde nog kort geleden opge merkt, namelijk (dat de laatste tien jaren de onderlinge verhouding van Liberalen en Socialisten werkelijke wijziging onderging. De feiten hebben 't bewezeneen tiental jaren terug, om met de Standaard te spre ken, zag elk liberaal in elk socialist een politiek monster, waarop alleen de uitdel- gingstheorie toepasselijk scheen; thans, tien jaar later, begint de liberale partij in de socialisten electorale bondgenooten te be groeten. Jarenlang heeft men aan de gansche an tirevolutionaire partij verweten dat in Fries land eenige antirevolutionairen op Domela Nieuwenhuis hadden gestemd. Ook het liberale blad te Middelburg hielp dapper mee dit staatsburgerlijke ver grijp aan de kaak stellen. Maar die boosheid is over. De liberalen hieven 1897 bij monde van hun Pers en Kiesvereeniglngen tegenover den antirevo lutionairen candidaat den socialist op 't schild. De kabinets-formateur minister Pierson nam hen op onder do veelkleu rige phalanx, waaruit hij zijn mimstrieëlo groep saamsmeedde, de «Regeering" beje gende hen met groote voorkomendheid, en bracht hun openlijk dank er voor dat zjj aan liberalen en radicalen hun werkpro gram geleverd hadden. In Frankrijk zit een socialist met libe ralen in een kabinet. In België boeken liberalen en socialisten hunne wederzijdsche overwinningen als winste voor de eigen partij. Dit geschiedde ook te Parijs tegenover de nationalisten. Dat is een stukje politiek. Wel is waar een stukje politiek van den aan kiespijn lijdonden boer die lacht. Immers de partij der socialis ten belemmert het licht dier liberalen, welke Het Centrum tot de gematigden rekent. De aanwas der eene, brengt noodwendig het verval der andere mee. En dit inziende heeft de liberale partij de gematigde gelijk Het Centrum ze noemt, de vrijzinnige zooals zij zelve zich betitelt de vooruitstrevende, waarvan de voorzitter van «Eendracht maakt macht" te Middel burg een der scherpzinnigste woordvoer ders is, op haar program, aan alle bezie lende denkbeeld gespeend, al die vraagpunten gebracht, waarmee ze de sociaal democra tische broeders in het gevlei komt. Natuurlijk is dit zoo in'Frankrjjk als in België en in Nederland, om cleriealen en antirevolutionairen te weren. Niet zoodra hief mr. Troelstra de banier omhoog, of vele liberale kiesvereenigingen ook de Middelburgsche, haastten zich, zich onder zijne banier te scharen. Van deze revolutie nemen wij nota. Zij beteekent ook voor Middelburg dat de oud- liberale partij als leidster der politieke be weging heeft afstand gedaan. Of, om nog eens met de Standaard te spreken. Het Liberalisme, al had het vroeger politiek voor een ideaal gestreden had sociaal de materieele macht van het geld tot heerschappij gebracht, en daardoor de materialiseering van de volkshartstochten in de hand gewerkt. Vandaar, dat, nu het Socialisme een be slist materialistisch motief, maar in omge keerde orde, op het volk laat werken, het Liberalisme of in egoïstisch verzet heil moet zoeken, óf gedoemd is af te glijden in een spoor, dat het in zijn hart haat. ENGELAND zal niet altijd blind blijven voor de fouten zijner regeering. Een Engelsch blad Daily Chronicle begon vast de minst erge ongerechtighe den van den jongsten oorlog aan 't licht te brengen. Het blad noemt de militaire administratie belachelijk onvoldoende; zegt dat alle mili taire voorzorgsmaatregelen schandelijk ach terwege waren gelaten; herinnert aan de „gemakzuchtige domheid", tengevolge waar van Natal eenvoudig overrompeld werd wegens gebrek aan verdedigers, aan het broddelwerk van onervaren generaals, de verwaarloozing der zieken door liniedocto ren; al hetwelk vergeven kon worden wanneer de oorlog tot een goed einde werd gebracht; doch nu een misdaad blijft die de harten kwetst. Onvoldoende verpleging is nu eenmaal onvermijdelijk bij een oorlog, zeggen zij. Roberts had haast te Pretoria te komen en mocht zich niet door de zieken en ge wonden laten ophouden. Goed Dit moge waar zijn geweest op den spoorweg over Bloemfontein. Maar die uitvlucht gold niet op de Boeloewayo lijn. En juist van daar komen de beschuldigingen. De vrijwilligers-colonne van Plumer in Rhodesië was niet sterker dan 1500 man. Zij moest langs den spoorweg marcheeren zonder tenten behalve voor de officieren.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1