NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. No. 133. 1900. Dinsdag 14 Augustus 14e Jaargang. CHRISTELIJK- HISTORISCH Be epleiiii vat iea HaniwhM. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN FEUILLETON. Onder de Vlag van Lord Roberts. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE DER FIRMA en van van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. (Slot.) Hoofdstuk IV is gewijd aan: >de op leiding in werkplaats en fabriek", en wordt wederom in drie deelen verdeeld waarvan het eerste is: »het leerling-contract als middel tot verbetering dier opleiding". Reeds in hoofdstuk I is er op gewezen dat de opleiding in fabriek of werkplaats gewoonlijk een bespotting is. Er is echter een stroom ontstaan, welke de schuld hier van werpt op het ontbreken van een wet telijk leerling-contract; men wil de werk gevers dwingen meer notitie te nemen van hun leerlingen. Zij die hierover het meest spreken kunnen gewoonlijk onmogelijk op geven hoe dit contract er ten naastenbij voor ons land uit moet zien; zij verwijzen naar het buitenland. Behalve de mogelijk heid echter dat dit geregeld zal kunnen worden, denkt men er niet om dat er vóór alles bazen gevonden moeteu worden, die zelf deugdelijke werklieden zijn; en over 't algemeen verstaan ook die hun vak veel te oppervlakkig en gebrekkig. Komt daarna de schrijver tot de leerling contracten zelf, dan blijkt het dat de rege ling in Duitschland, Zwitserland en Oosten rijk, het in ernst en juistheid wint van b. v. in Frankrijk. Maar overal blijkt het, dat het hier gemakkelijker is wetten te maliëndan uit te voeren. Want de controle welke vereischt wordt, is uiterst moeielijk. In afd. II wordt dit contract uit een ander oogpunt bekeken n. m. »met het doel het houden van leerlingen in de hand te werken". Want ook de herhaalde verande ringen van patroon moet tegengegaan wor den, wil de opleiding beter zijn. In Duitsch land wordt de leerling dan ook, bij het binnentijds, zonder-geldige-redenen-verla ten van een patroon, veroordeeld tot boe ten, of gedwongen terug te keeren. Men voelt reeds de moeielijkheden die zich hierbij zullen voordoen. Is er geen geld tot boetebetaling, dan wordt de leerling teruggezonden. Maar eerst dan komt het spreekwoord tot zijn recht: >met onwillige honden is het slecht hazen vangen". Als men alle bezwaren van een leerlingcontract goed overweegt, dan komt men er toe dit stelsel als een stelsel van noodhulp te be schouwen; hiermede eindigt de schrijver punt II. >Wat verder gedaan wordt zonder be paald als middel ter opleiding bedoeld te zijn", is punt IH. Langzamerhand is er dooe L. PENNING. In de Kaapkolonie, daar was het. Over een uur zouden ze marcheeren. De zon was reeds opgegaan in het oosten, en kleurde de wolken, die hoog aan den hemel voorbijdreven. Een zestal soldaten, die voorpostendienst hadden gedaan, stonden in een groep bij elkander, bij een hoogen, zwaren klipsteen, luisterend naar een kameraad, die met eer biedig ontbloot hoofd en een Nieuw Tes tament in de hand, hun toesprak. Hij sprak hartelijk, innig, dringend; over dat jong en edel gelaat ging een straal van die heilige geestdrift, die zijn hart sneller deed kloppen. Zijn naam was John Burley, hij was een wees. De soldaten luisterden met aandacht naar hem. Zij wisten, dat hij een „vrome" was, maar zij vergaven het hem, want zij voelden, dat hij hen liefhad. En de liefde is immers sterk; in alle talen is hare won dere kracht bezongen; zij is de sleutel, die het hardste hart ontsluit. Zoo luisterden zij dan. De Australische Vrijwilliger, met de struisvogelveer op den hoed, sloeg de gespierde armen nadenkend over elkander; een veteraan, die de held haftige bestorming van den Daraiheuvel in Engelsch-Indië had mede gemaakt, vlijde ook in ons land een vak-literatuur ontstaan van den handwerksman; en juist de pers kan in dezen een machtige hulpbron wor den. Een lange lijst van vakbladen, en een kleine lijst van boekwerken, die nog wel aangevuld kan worden met enkele nummers, besluit dit belangrijk hoofdstuk. (Na het verschijnen dezer dissertatie, is uitgegeven een rapport over het leerling stelsel in het Buitenland. De Maatsch. tot Nut v. h. Algemeen heeft dit onder zoek, waarvan dit rapport het resultaat is, ingesteld.) Het laatste hoofdstuk behandelt weer het ambachtsonderwijs, en is verdeeld in 4 punten; waarvan het eerste is: »uut en aard van ambachtsonderwijs". »Meer dan één omstandigheid heeft er toe geleid dat het middel bij uitstek tot het verkrijgen van eene betere opleiding van den hand werksman, de school moest worden". In de eerste plaats speelde hierbij een rol, de groote waarde van specialisatie. Vooral op het gebied van het onderwijs, evenals in de industrie, wa« dit het geval. Waar vroeger één leeraar b. v. vijf vakken on derwees, is er nu voor elk vak één leeraar. Was vroeger de opleiding van den hand werksman toevertrouwd aan personen, die van hun eigen werk hoofd- en van de op leiding nevenz&sk maakten, langzamerhand begon men in te zien, dat er ambachts lieden gevonden moesten worden, die met geheel hun gedachte bij de opleiding kon den blijven. Dit heeft aanleiding gegeven tot afzonderlijke onderwijzers in afzonder lijke scholen. En aangezien praktische bekwaamheid een eerste vereischte van den werkman is, zoo moest de praktijk het eerste onderwezen worden. Dat hiernaast do theorie, en vooral teekenen onderwezen moet worden, is duidelijk. Hieraan nu voldoen de Nederlandsche Ambachtsscholen de een meer, de andere minderzij nemen dan ook een geheel eenige plaats in onder de vakscholen in het buitenland. Speciaal in Duitschland is het vakonderwijs op ge heel anderen leest geschoeid. Naast de werkplaatsen komen de geheel theoretische dagscholen en een menigte van andere inrichtingen welke ongeveer gelijk staan met onze Burgeravondscholen, en waar tegen dezelfde bezwaren geopperd worden. De Duitsclie schrijvers geven dan ook mees tal een plan tot reorganisatie aan. In de z. g. »vakscholen" die bij onze oostelijke naburen bestaan wordt slechts één vak onderwezen; men vindt ze in industrie centra. zich neder bij den klipsteen, en niets werd gehoord dan de heldere, welluidende stem van den jongen soldaat en de frische mor genwind, die het roode zand deed stuiven, en de bladeren der blauw-groene struiken bewoog. Hij sprak over Zijn grooten Meester, den Heiland der wereld over wien zou hij ook anders spreken in dezen verschrikke- lijken oorlog, die het leven van Engelands jonge soldaten wegmaaide als rijp graan Hij prees zijn Meester aan; hij beleed Hem. Hij zeide, dat Jezus in de wereld was gekomen, om zondaren zalig te maken, en dat deze waarheid vaster stond dan de onbeweeglijke klipsteen, waartegen zii leunden. Hij geloofde, wat hij zeide ja, zijn kameraden twijfelden er niet aan. De waar heid, die zijn ziel bewoog, deed zijn oogen tintelen, en kleurde een blos op zijn edel gelaat. Hij sprak niet lang geen vijftien mi nuten. Toen sloeg hij zijn bijbeltje dicht, en borg het in zijn leeren ransel, terwijl uit het kamp de korte stooten klonken van den krijgshoorn. De groep soldaten verwijderde zich nu snel, en sloot zich aan bij twee compagnieën infanterie, die met een paar kanonnen een verkenningstocht zouden maken in het op gestane gebied. De kolonel, die den troep zou aanvoeren, keek ontevreden en gemelijk. Met een strengen blik monsterde hij de aangetreden Niet zonder bezwaren kwamen de am bachtsscholen tot stand. De lijst van grie ven zijn te overbekend dan dat we ze hier zullen overschrijven. Eén echter dient medegedeeld, om de oplossing die de Rot- terdamsche school gevonden heeft. Men zei: men bevoordeelt het eene vak, en daardoor den eenen werkman, boven den ander- Laatstgenoemde school neemt echter alle leerlingen op. Is er een bij voor een vak dat nog niet op de school onderwezen wordt, dan wordt hij geplaatst in het vak dat het meest aanverwant is. Dat duurt slechts één jaar; daarna sluit de school een contract met een patroon, terwijl de theoretische lessen op de school gegeven worden. Zijn er genoeg leerlingen voor dit vak, dan wordt een onderwijzer aangesteld. Hoofdzakelijk komen de bestrijders voort uit de voorstanders van het leerlingstelsel. De heer Boersma heeft hun dan ook, op het laatst gehouden congres voor vakop- leiden gevraagd: »Wat hebben de bestrij ders der ambachtsscholen in de laatste 25 jaar tot verbetering der vakopleiding ge daan? Laten zij aantoonen met daden, dat de opleiding in de werkplaats beter is, dan die op de school." Intusschen stijgt het aantal ambachts scholen. Punt II behandelt de inrichting van ambachtsscholen, er wordt op gewezen dat verscheidenheid voor de verschillende scho len gewenscht is; de locale omstandigheden moeten hierop invloed uitoefenen. Over de leerlingen en het door hen te maken werk worden enkele nuttige wenken ge geven alsook ten opzichte van het te vervaardigen en vervaardigde werk. Met het theoretisch gedeelte, voorzooverre het op de ambachtsscholen onderwezen wordt, is de schrijver het geheel eens. Hij wenscht in deze scholen meer een element van al gemeen ontwikkellende kracht. Uitlatingen van practici dat een werkman bruikbaarder is als hij goed werkt en goed een teeke- ning kan lezen, vinden bij hem geen al- gemeene bewondering. (Wij betwijfelen of zijn opvatting de juiste is. Op de meeste ambachtsscholen wordt onderwijs gegeven m Wiskunde, Nederlandseh en met toegepaste Natuur- of wel werktuigkunde behalve het vak en het teekenen. Nimmer is geklaagd dat er te veel uren aan het vak-leeren besteed werd; eerder het tegenovergestelde. Waar de uren dan van daan moeten komen is niet duidelijk. Wij betwijfelen zeer of de manschappen. Hij maakte allerlei klein geestige aanmerkingen, en vooral tegenover John Burley scheen hij prikkelbaar, ja zelfs onrechtvaardig. Maar John kende zijn christenplicht, zweeg en marcheerde op met den troep. De tocht ging langs den slecht onder houden transportweg, en de eentonigheid van den omtrek werd slechts eens ver broken door het gezicht der puinhoopen van een groote boerenhoeve, vlak langs den transportweg gebouwd. Dat was het werk geweest van dezen kolonel. De bewoner van het afgebrande huis had zich aangesloten bij het leger van kommandent Olivier, en daarom moest zijn woning worden verwoest, Het was midden in den nacht gebeurd John Burley had deel uitgemaakt van de strafexpeditie. De gruwelen van dien nacht komen hem weer levendig voor den geest, nu hij de verkoolde balken en de neerge storte muren ziet. De menschen lagen gerust te slapen een moeder met zes wurmen van kinderen, waarvan het jongste nog geen jaar was. Er werd dien ongeluk- kigen geen tijd gegund, om zich aan te kleeden; in hun nachtgewaad moesten zij hun huis verlaten. Hoe het huis brandde! „Heerlijk, prach tig!" gilden de soldaten, „een lekker vuur tje, om zich te warmen!" De vlammen sloegen hoog uit, en de rossige weerschij n verlichtte de gezichten der soldaten, die op dit oogenblik op duivels geleken! ambachtsscholen hierdoor gebaat zouden zijn; neen! de vrees voor overlading de klacht die reeds jaren ingebracht is tegen de Burgeravondscholen zou stij gen. John Ruskin was een andere meening toegedaan; zijn ontmoeting met dien uit stekenden metselaar die alleen metselen kon, getuigt dit). Punt III behandelt de tegenwoordige ambachtsscholen in ons land die uit het particulier initiatief zijn voortgekomen. Het grootste aantal theoretische vakken werd onderwezen op de scholen te 's-Gra- venhage en Rotterdam, het kleinste aantal op de 3 ambachtsscholen in Zeeland. De meeste scholen hebben een 3-jarigen cur sus, terwijl op 4 scholen geheel kosteloos onderwijs wordt gegeven (hieronder zijn begrepen de scholen te Goes en Zierikzee). Het drukst bezocht wordt de school te Rotterdam met 269 leerlingenhet slechtst die te Gorinchem en Goes met 33 en 27 leerlingen (getallen van het jaar 1897). Op de meeste scholen worden de leerlingen toegelaten met een bewijs van het hoofd der lagere school, dat zij voldoend lager onderwijs hebben genoten; op andere is nog een toelatingsexamen verplichtend. net plaatsen der jongens nè, afloop van den geheelen leergang gaat in geheel Ne derland vrij gemakkelijk; zelfs zijn er al geplaatst vóór zij een diploma hebben (o. a. te Goes De salarissen van Directeuren zjjn over het algemeen vrij goed; het laagst zijn zij te Enschedé, Goes en Ziarikzee Dat der onderwijzers houdt hiermede gelijken tred. De subsidiën van Rijk, Provincie en Gemeente hebben de scholen in stand ge houden want het particuliere initiatief schoot te kort Het rijkssubsidie varieërt tusschen f1000 en f 10000; dat der pro vinciën is van f 500 tot f 28000. Ook in Ned Indië zijn enkele ambachts scholen welke op gelijke wijze zijn inge- gericht als de Nederlandsche. Met den wensch dat ook in dit opzicht ons Vader land een leerschool mag worden voor het buitenland, eindigt dit punt. (Het schijnt dat de schrijver het ver band tusschen ambachts- en burgeravond scholen, dat, naar wij ineenen bij alle Zeeuwscbe scholen bestaat over het hoofd heeft gezien Want hierdoor krijgen de Zeeuwsche leerlingen voldoende theo retisch onderwijs, al blijfthetook wenschelijk dat dit in dezelfde school geschiedt. Verder heeft de schrijver bij het opsommen der slechtst bezochte ambachtsscholen, waar- Er waren nog eenige koeien in het ach terhuis, in den stal. John hooide hun ge loei, en snelde naar de staldeur. Maar het was hem onmogelijk om den stal te be reiken. Tien, twintig vuisten grepen hem vast. »Laat branden kerel, laat branden brulden ze, en boven het geknetter der vlammen klonk het angstig geloei der tot den vuurdood gedoemde beesten. Hoe levendig staat hem alles nog voor oogen! Doch 't is ook geen wonder, want het is pas veertien dagen geleden. Daar onder dien breedgetakten perzikenboom, rechts van het huis, daar had de arme moeder zich neergezet met haar kleine kinderen, terwijl zij met s'ommen, strak- ken blik indien vreeselijken vuurgloed had gestaard. John had het huisgezin opgemerkt, en was er heen gegaan. Hij had dat kleinste kind, dat wurm van nauwelijks een jaar oud, op zijn arm genomen, en hij had het gestreeld en gekoesterd, want in zijn hart kwam een groot, christelijk medelijden op. Hij had de groote jas, die hij opgerold bij zich droeg, genomen, en er dat rebellen- kind in gerold, want het was koud, nijpend koud, en de kleine rilde in haar nachtjurk. En toen was hij naar de moeder gegaan, om haar te troosten in haar ellende, terwijl juist twee stroopende soldaten echte galgentronies hem ontdekten. »Wat wil je doen?" hadden ze gevraagd, maar hij had er niet eens op geantwoord en liad zijn geldbeurs genomen, en had ze uitgestort in den schoot van de ongelukkige vrouw. onder hij ook Goes noemt, uit het oog verloren het zielenaantal der gemeente waar de school gevestigd is, en het aantal vakken die onderwezen worden. Neemt men b. v. Goes met 27 leerlingen over 2 vakken (timmeren en smeden) op eene be volking van nog geen 7000 zielen dan zou Middelburg op een bevolking van 17000 zielen 68 leerlingen ongeveer moeten heb ben voor beide vakken en Rotterdam op een bevolking van b. v. 200.000 inwoners ongeveer 800 leerlingen (alleen voor tim meren en smeden). Wij zouden dus ge neigd zijn de stelling om te keeren en te beweren dat de school te Goes tot de best bezochtsto gerekend kan worden). Ten slotte wordt in punt IV de vraag behandeld of het wenschelijk is dat de ambachtsscholen openbare scholen worden. Daar het particulier initiatief blijkt niet voldoende te zijn is het volgens den schrij ver van groot belang, dat de Staat zich deze scholen toeeigene. Hierdoor zal het onderwijs slechts gebaat worden. Het bezwaar dat de directeuren dan te veel aan banden gelegd zullen worden, is geen bezwaar. Nu toch zijn zij even sterk ge bonden en dat vaak zeer onoordeelkundig terwijl zij in het eerste geval zonder aan zien des persoons kunnen optreden in 't belang van 't onder wijs. Ook voor het onderwijzend personeel, dat nog zeer stief moederlijk wordt verzorgdwat pensioen enz. betreft is het zeer wenschelijk. De schrijver dringt er dan ook in het be lang van het onderwijs op aan, dat het onderwijs openbaar onderwijs worde. Men moge het met den schrijver in enkele onderdeelen niet eens zijn, het valt niet te ontkennen dat dit geschrift mot liefde geschreven is en getuigt van dege studie. Het kan niet anders of er moet meer gedaan worden voor de opleiding van den handwerksstand in engeren en ruimeren kring. Daartoe hopen wij weder een schrede gedaan te hebben door den lezer bekend te maken met deze dissertatie. 13 Aug. 1900. Bij 't begin van den oorlog bevatten de bladen :t volgende hoogst eenvoudige Boe renlied. Daar we geen noten hebben, wenschen we den lezer er attent op te maken dat de twee eerste regels ongeveer net eender ge zongen worden als de twee laatste. De twee eerste regels luiden ut mi sol re fa mi re ut of in letters 't Was niet zoo heel veel; vijf shilling en eenige pennies maar hij gaf toch alles wat hij had, evenals die arme weduwe, die door den Heiland werd bespied, terwijl zij haar laatste penningske in de offerkist wierp. Die galgentronies echter waren brutaal, en deden een vermetele poging, om dat geld te nemen. Maar zie, dat was John Burley toch te machtig geworden. Hij had wel gelezen in de Schrift, dat wij de lin kerwang zullen bieden aan hen, die ons op de rechterwang slaat, maar hij had er niet in gelezen, dat wij lijdelijk de berooving van een arme vrouw moeten toelaten. Zoo was hij dan toegeschoten, terwijl een edele toorn zijn oogen deed vlammen, en hij had het geld voor die arme vrouw gered, en in dien duisteren nacht, die door de rossige vlammen van het rebellenluis werd ver licht, gevochten met die twee galgentronies. Hij is er zijn straf niet voor ontloopenhij kreeg zijn volle acht dagen eenzame op sluiting op water en brood, omdat hij tegen de militaire wetten had gezondigd; maar dat had hij er voor over. Want in dezen John Burley brandt de adel van Cromwell's historische Rondkoppen, en evenals het huzarenpaard den kop opsteekt en de ooren spitst en de pooten uitslaat, als het den trompetstoot hoort, zoo luistert John Burley naar de klanken van vrijheid en recht. (Slot volgt.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1