Buitenlandse!! Overzicht. Een Engelsch blad meldt (Cen tral News) dat Christiaan De Wet bezweken is aan de gevolgen eener granaatwond. Een telegram van Zondag uit Shanghai meldt dat Li Hung Tsjang zelfmoord heeft gepleegd. Kerknieuws. Schoolnieuws. Gemengde Berichten. bekendo kommaas, die dorheid, en die vooringonomon herinnering aan dat ,,zo) is" do gereformeerden goven, meer te donken dan wij op 't oogenblik zullon uitsprekon. Wij gelooven niet dat do plaatsing van dit feuilleton aan de nagedachtenis van ds. Huet iets toe doot; de Nederl. had het bij dat van den heer Kuyper moeton laten; al ware het alleen maar om don lozer do hatolijke tegenstelling gereformeerden en „gereformeerden" even stuitend als die van orthodoxen en confossioneolen die wij dezer dagen ook in dat blad aantroffen te besparen. Notscher beschrijft in de Hollandsche Revue de jonevorstad Schiedam als volgt: Een groot failliet schijnt over do stad gestreken; do ellende hangt aan de gevels, de verloopenheid steekt mot de puntige keien omhoog. Een kerktoren laat uit do hoogte lummige flodderige geluidjes neer- druppèlen in de uitgeloopen stilte der straat geulen. En overal langs do havens ziet hot oog geslachtslooze, dubbelzinnige ge- bouwgovols mot kloino douren, waar man non mot opgeslagen broekslijpen en roode borstrokarmen in- en uitscharrelon, vaten rollend, met wator morsend. Hier en daar stookt een houten spoelingpomp aan don waterkant zijn pijnlijken arm omhoog, on- dor welken 's middags boeren uit don om trek hun schuiten met spoeling komen vullen. Het zijn brandonjon en distilleer derijen, omzwermd door mannen in ver sleten klooren, gedost in regenjassen dor onmogelijkste modellen, mot doosjes of glazen dingen onder den arm, met hon gerloon betaaldo kommiezon, vorloopen- armoedig even als hun stadsmilieu. Een zoetige, kleffige, lauwe stank wasemt uit die deuren, uit die grachten, waar bij gootmondingen dampjos van warm water overdrijven; groote gootsteenen gelijk van reusachtige knoeikeukens, een gekledder met viezigheid een geflodder met water, van iets, dat toch nooit is schoon te krij gen, een gevecht tegen lauwen stank, die uit alles opstijgt, uit de deuren, uit de gevels, uit de grachten, uit de straatstcenen. Én de gorige faillietarmoede wasemt z >o over je heen, dat je neiging gevoelt om je klceren strak tegen je lichaam aan te trek ken, om toch nergens mee in aanraking te komen, geen zoetig vuil met je mee te sleepen, geen geplas van vunzig spoelwater over je voeten te krijgen. En het vet van steenkolenrook, liet groezel van aangebakken vuil, do vergoring door armoedige vernon- chaleering eener achteruitgaande stad, die nog suffig, ongekamd en ongewasschen vegeteert van een verloo pen jenever-industrie langs liaar viezige, verlaten, stumperige oude stadsgrachtjes dit alles maakt Schie dam tot een stad van nog even rechtop staande armoede, van kaal gesleten jassen scheef goloopen schoenen, van meheerige lieeren, luie politieagenten, urineerende honden, en starende kantoormannen met groezelige halfhempjos, die achter verscholen horretjes door gebrek aan werk hun tijd verluieren, eene stad van zwartheid, een zwarte stad, eene ville damnóe, waar een ongeluk, oen failliet boven 't hoofd hangt, een plaats door oen zwart Noodlot ver vloekt, waar de vogels die er over vliegen dood in moeten neervallen. Een bekend persoon te Brussel heeft Vrijdagmorgon een brief ontvangen, waarin een andere brief aan het adres van Dr. Leyds was gesloten. In het begoleidendo schrijven wordt gezegd «Mijnheer, wil zoo goed zijn den inge sloten brief aan dr Leyds te zenden. Ik bon verplicht, dozen voorzorgsmaatregel te nemen naar aanleiding van do buiten gewone nieuwsgierigheid, die do Engelsche postbeambten hebben voor alles wat aan dr. Leyds geschreven wordt." Om dus zekerheid te hebben, dat hot geheim van een brief niet door de Engel sche post geschonden wordt, is een bewo ner of een bewoonster van Engeland ver plicht een dorde in den arm te nemen. En dr. Leyds is een diplomaat, wiens briefwisseling èn volgons de wet én vol gens de krijgsgebruiken, moet geëerbiedigd worden. Ja, maar Engeland doet den Boe ren den oorlog aan om hun vrijheid en beschaving te brengenTelegraaf. ENGELAND en TRANSVAAL Do Boeren hebben verleden week bij Lennox een trein laten ontsporen; zij namen een kolonel en 37 soldaten gevangen, die zij echter door bemiddeling van den Arne- rikaanschen gezant weer vrij lieten. Daarna werden zij achtervolgd door de bereden infanterie, die drie van hen doodde en velen verwondde. Commandant Olivier die in de heuvels om Bethlehem ontsnapte met 1500 man, wees het aanbod van Priusloo om zich met zijn geheele macht over te geven terug en verklaarde dat hij voornemens is den oor log voort te zetten. Hij nam een stelling in tusschen Harrismith en den weg naar Newmarket. Generaal Rundie achtervolgt hem. Nog deelen de Engelsche telegrammen mee dat 17 Boeren door Jan Haraelton gevangen genomen, verklaard hebben dat hun commando's met uitzetbare kogels ge schoten hebben. Dientengevolge heeft Ro berts bij Botha een ernstig protest inge diend. Voor de zooveelste maal, gesteld dat alles waar is, mag gevraagd worden hoe de Boeien dan tucli wel aan dat vreeselijk soort kogels gekomen zijn. Intusschen schijnt fle Portugeesche re geering weer voor den aandrang der En gelsche te zijn gezwicht. Deze had al lang bij haar geklaagd dat do douanen te Lo renzo Marques zooveel contrabande van de Boeren doorlieten. Thans komt 't bericht dat aldaar alle douane-beambten en spoor weg-employés zijn ontslagen en vervangen door militaire ambtenaren. Wij gelooven dat Steijn en De Wet nog ten W. van Rentzbuig hun sterke stelling hebben, in Noordelijk Vrijstaat. De Boeren, onder Grobler en do la Rey staan nog ten Z. en ten N. van Kroonstad. Rustenburg houdt nog steeds de Engel- schen bezig. Hamilton moest heelomaal uit Middelburg komen om Baden Powell te helpen. Al hebben 4000 Vrijstaters zich overge geven, de Engelschen schijnen het toch nog benauwd te hebben, vooral ten oosten van Pretoria, waar French zijn vooruitge schoven post in de Komatii ivier reeds weder moest terugtrekken. UIT CHINA. Uit China is weinig vaststaand nieuws. Volgens bericht hebben de Chineezen den dijk van het kanaal doorgestoken en daar door het land tusschen Tientsin en Peking onder water gezet. Er staan 30.000 Boksers acht mijlen ten nooiden van Tientsin. Li Hoeng Tsjang moet zich hebben uit gelaten dat het leven der gezanten groot gevaar loopt bijaldien de verbondenen naar Peking oprukken. De opmarsch naar Pe king is hierop tijdelijk gestaakt. Men wil eerst beraadslagen. De gezanten schijnen onder de hoede, dat wil zeggen in gijze ling van de Chineesche regeering te zijn, zoodat deze feitelijk niets doet dan met de mogendheden spelen. Ook zijn twee leden van het Tsjoen-Li-Yamen. die voor de vreemdelingen waren, op den 27en Juli onthoofd, omdat zij gepleit hadden voor het behoud van het leven van de gezanten. Li-Ping-Heng, die op het oogenblik de troepen te Peking aanvoert, was degeen, die aan de Keizerin-weduwe aanried, deze beide Chineezen terecht te doen stellen. Het was eveneens dezo bevelhebber, die de moorden in Po-ting gelastte. Ook is den koeriers verboden berichten van de gezanten te komen in ontvangst nemen. Men maakt hieruit op, dat er een ongun stige wending in den toestand van China heeft plaats gevonden. De toestand blijft derhalve zeer ernstig. Groot schijnt 't aantal verbondenen die voor den opmarsch naar Peking gereed zijn, ook niet te wezen. Het bedraagt: 2300 Engelschen, 1400 Amerikanen, 58 Oosten rijkers, 53 Italianen, 12000 Japanners, 4000 Russen. Duitschers en Fransclien, ook slechts eenige honderden sterk, schijnen te Tientsin achter te blijven voor de ver dediging. Ook de Engelschen zullen ter elfder ure achterblijven daar zij niet ge reed zijn met hun transport. DE S H A H. De pleger van den aanslag op don Shall is gepakt. Hij heet Salson, een 24 jarige banketbakkersbodiende te Parijs. Hij is in 1894 wege s het maken van propaganda voor 't anarchisme veroordeeld geweest, en in 1899 wegens poging tot zelfmoord. In zijn woning zijn vele anarchistische bladen en een compromitteerende brief van een vriend van Salson in beslaggenomen. De moordenaar heeft verklaard dat, indien hij den Shah had kunnen dooden en ont snappen, hij vervolgens den Czaar zou heb ben vermoord. Hij heeft met vuur anar chistische theorieën verkondigd en bewaart het stilzwijgen, zoodra men vraagt of hij tot, deze daad door anderen is aangezet. Door een schilder is een belangrijke mededeeling gedaan. Hij stond op het voorbijrijden van den Shah te wachten toen hij een werkman opmerkte, die zeer opgewonden scheen. Dit individu sprak met een net gekleed heer en bij hoordo hom zeggen: «wat duurt 't lang. Hij gaat zeker niet uit Geduld, het is nu vijf minuten over ne genen, had do mijnheer gozegd Hij zal dadelijk komen. Op dat oogenblik ver scheen do landauer en de werkman liep op het rijtuig toe, waar hij gearresteerd werd. De schilder keerde zich om ten einde te zien of de andere er nog stond, maar deze is verdwenen. (De lezer herinnere zich dat ook tijdens den aanslag tusschen China en Japan in 1897 herhaaldelijk door Li zelfmoord gc- pleegd). FINLAND. Nicolaas, de vredevorst, gaat voort met den voot te zetten op den nok van de vrije Finnen. Na het beruchte manifest van Februari 1899, dat een streep haalde door Finland's grondwet, zijn nog tal van maat regelen genomen, erger nog dan het mani fest deden verwachten. Verleden maand werd er een ukase uitgevaardigd, waarbij in Finland 't gebruik der Russische taal werd voorgeschreven. Een taal door 3 miljoen Finnen gesproken moet plaats ma ken voor eene door 800 Finnen nauwe lijks gekend. De Fransche senaat woigordo do publi catie er van te waarmerken. Dringende orders kwamen uit Petersburg, doch de senaat bleef weigeren en het slot was dat van de 21 senatoren, veertien hun ontslag namen, liever dan hun goedkeuring te hechten aan hot gehate stuk. Vrijheid van spreken kennon do Finnen ook al niet meer. Op het recht van vcr- oeniging en vergadering zijn tal van be perkingen gemaakt en hot belangrijkste Finscho blad, do Nya Pressen, is op Keizer lijk bevel geschorst. Generaal Rodnkoff, de gouverneur, moet thans aan dbn Czaar voorgesteld hebben, den Finschen Rjjksdag eenvoudig af to schaffen. Gaat de Czaar hierop in, en er valt niet aan te twijfelen, dan is do maat der ongerechtigheid ten boordo volgemeton en telt do lijst der vrije natiën weer een naam minder. Die verachtelijke politiek. Transvalers, Chineozen, Finnen, zij allen zijn of worden er het slachtoffer van. Zij bedreigt ook do Nedorlandscho natie, wan- neor hare «rogeering" eon houding blijft aannemen als bij de Vredesconferentie, door dadon toont op een plaats in de rij der moetel- lendo mogendheden niet gesteld te zijn; en met stilzwijgen aanziet dat honderden Neder landers door de Engelsche rogeering uit een vrij land vorbannon en aan don bedel staf prijsgegeven worden Hoe een brigarde in de Z.-A. republiek wordt samengesteld. Arthur Lynch, die tot kort geleden als Boorencommandant een vreemdelingen corps aanvoerde, schrijft, volgons de Tele graaf het volgende: Men zegt, dat de Boeren geen militaire organisatie hadden, dat elk burger op eigen houtje vocht. Dit is niet juist. Iu een commando worden de manschappen ver deeld in afdeelingen van 15 en elke afdeeling wordt gecommandeerd door een korporaal, die aansprakelijk is voor zijn manschappen, de graad boven korporaal is die van veld- kornet. Elke veldkornet heeft 6 a 12 kor poraals onder zijn bevelen. Boven den veldkornet staat de commandant, die over G00 li 1000 manschappen 't bevel voert. Dan komt de vechtgeneraal, met 4 com mandanten onder zich, en eindelijk de com mandant-generaal bijgestaan door een assis- tent-commandant-generaal. Bij de samen stelling van mijn brigarde volgde ik meer het systeem der Boeren dan die der Euro- peesclie legers en ik zorgde er voor steeds hun taktiek te volgen. Door een beslissing van den krijgsraad werd mijn rang gelijk gesteld met dien van commandant. Ik wende mij spoedig aan deze nieuwe levens wijze. Gewoon aan het leven in de kolo niën, goed ruiter, niet al te slecht schut ter, deed ik den Boeren spoedig vergoten dat ik vreemdeling ivas. In het begin bestond mijn brigade voor namelijk uit leren, en ik trachtte dit ele ment voortdurend te versterkendochten slotte nam ik geen rekruten meer aan, mits zij waarlijk goede eigenschappen bezaten. Ik had sterke mannen noodig, goede rui ters, goede schutters, en dan zag ik veel door de vingers. Drommels, mijn mannen waren niet altijd zacht als lammetjes of geschikt voor de salons. Ik had Europeesche officieren, die als gewoon soldaat dienden, maar ik had daaren tegen ook een ex-straatroover, dien ik tot sergeant benoemde. Hij toonde zijn dank baarheid door bijzondere staaltjes van moed, toewijding en eerlijkheid te geven: «Een rahabilitatie door den dienst". Dit- personnago, van Fransch-Icrscho origine, vierkant, donker van gelaa'skleur, leelijk, maar met een uitdrukking van wilskracht en moed, eigenschappen, die hem nooit verlieten, had zich onderscheiden in Zuid-Afrika door het bestelen van een trein met goud, iets, dat hom het aardige sommetje van 800,000 francs opbracht. Korten tijd daarna aangehouden, ten ge volge van de onvoorzichtigheid van een handlanger, werd Terpend (zoo heette hij) veroordeeld tot een langdurige opsluiting. Nu richtte hij zich t.t don president van de rechtbank en stelde dezen voor «kruis of munt" te gooien, het leven of vrij. Dit nam de lui voor hem in en Terpend werd in de gevangenis goed behandeld. Kort voor den oorlog in vrijheid gesteld, leefde hij eenige dagen voor zijn pleizier, kwam toen bij mij en voelde zich gelukkig. Ik spreek eenigszins uitvoerig over dezen braven kerel, omdat hij de type is van een zekere klasse vrijwilligers en omdat zijn voorbeeld leert, hoe moeilijk het is een troep, die uit zulke elementen bestaat, onder strenge discipline te houden. Ik maakte Terpend eens een aanmerking op driftigen toon. Hij sprong op mij toe als een tijger, zijn stem stokte in zijn keel, zijn oogen lichtten als die van een roofdier. Eerst stond ik verbluft, maar terstond trad ik op met een heftigheid, waarover ik zelf verbaasd was, doch die onzen struikroover tot kalmte bracht. Dit was de eenige maal, dat de moeilijkheden van mijn positie mij buiten mij zelf brachten en gelukkig niet tot ecuig nadeel van wien ook. Terpend beloofde nu onvoorwaardelijke gehoorzaam heid en hij hield zijn woord. Van tijd tot tijd kwam echter de bandiet weèr boven. Eens deelde hij mij een plan mede, om Ladysmith te nemen. Het oogen blik voor een dergelijke onderneming was echter voorbij en het verwonderde mij, dat Terpend er zich nog meê bezighield. Hij trachtte mij aan te toonen, dat wij in geval van slagen de bank konden plunderen en dat het dus wol de mooito waard was, het te wagen. Waarschijnlijk was ook van hem 't idee, om de geheele stad Johannesburg door zijn mannen in brand te laten steken en de goudmijnen te doen springen, om aan de Éngelschen niets over te laten dan een woestijn. Wij zouden dan in dien tijd de banken, de bijouteriewinkels etc., plunderen. Dit plan was wel praktisch, maar ik had er toch geen zin in. Een der laatste woorden van Terpend bevatte veel wijsheid. Na den val van Johan nesburg vond hij, dat alles verloren was en hij drukte den stand van zaken aldus uit: «Thans gaan de negers «fire the charge." Om deze woorden goed te verstaan, moet men weten, dat onder het bestuur der Boe ren de arbeid van een blanke altijd van hooger soort was. De Kaffers deden al het ruwe en zware werk in de goudmijnen onder directie der blanken, maar moest er iets van belang worden verricht, b. v. «lire the charge," d. i. de lont aansteken om het dyna miet te doen ontploffen, dat do rotsen moest versplinteren, dan doen de blanken dit zelf. Een Kaffer zou, als hij dit deed, streng ge straft worden. Men betaalde do mijnwer kers tot zelf 20 francs per dag. Nu zag Terpend het einde van don tijd gekomen, waarin men de waardigheid en do waarde van een blanke had geëerbiedigd. Hij zag met zijn scherpen blik reeds vooruit, dat het kapitalistisch regime don mensch als een eenvoudig productie-machine zou be schouwen en het drukkende systeem invoe ren, volgens hetwelk de eigenaar hoe langer hoe rijker wordt en de arbeider hoe langer hoe meer tot een vernederenden dienstbaar heid daalt. In deze droevige gedachten verzonken, volge hij mij van Johannesburg naar Pretoria, wierp zich in 't gewoel van 't gevecht en word gedood. In een brigade, die, zcoals do mijne, uit verschillende elementen bestond, werd de moeilijkheid, om al die onafhankelijke ka rakters, die tot heftigheden geneigde en aan onderdanigheden weinig gewonde na turen, in loom te houden, nog vergroot door de jaloezie der verschillende naties. De Afrikaander verachtten de Duitschers, de Uitlanders zochten twist met de Afri- kaanders en de geoefende soldaten waren uit den aard der zaak spoedig ontevreden. Elk man had zijn persoonlijldieid en en kelen waren zelfs grootheden in hun kring. Er waren verschillende oud-soldaten van het Engelsche leger bij, o. a. een man, die nog bij do Highlanders den slag van Ma- juba in 1881 had medegemaakt; mannen van Jameson, die nu spijt gevoelden, de wapenen voor Engeland te hebben gedragen de champion-boxer van Zuid-Afrika en een aantal helden van Spionkop en Elandslaagte. Ik vroeg dozen ruwen, flinken en vrijheids- liovenden koiels, zich te laten dooden, en zij deden het zonder aarzelenik vroeg van hen ontberingen op marsch en in 't kamp van allerlei aard, zij verdroegen die. Zij stroden voor een idee. Wel is waar bevonden zich in mijn troep enkele dier menschen, die den oorlog zoch ten, om hun bloeddorst te kunnen bot vieren; dezen joeg ik weg, zelfs met re volverschoten. Twee keer moest ik mijn toevlucht nemen tot handtastelijkheden. Te Vereeniging b.v. begon, toen al onze plan nen in duigen vielen, zich een geest van losbandigheid te vertoonen; ik nam het besluit korte metten te maken met alle gemis aan discipline, door een treffend voorbeeld te stellen. Een mijner mannen had zijn revolver verkocht, om drank te koopen en had daarvoor de brigade verlaten. Toen hij den volgenden morgen terug was gekomen, sloeg hij een onbeschoften toon aan. Ik beduidde hem nu, dat hij zich in staat van verdediging moest stellen en tot zijn groote verbazing gaf ik hem een vuist slag op den kaak, dat hij ter aarde stortte. Vervolgens diende ik hem een pak slaag toe met den karwats en mijn horloge te voorschijn halend, zeide ik hem, dat hij twee minuten tijd had. om buiten het bereik van mijn revolver te komen. Het gevaar van 't oogenblik en het succes, alleen kunnen dergelijke daden van geweld rechtvaardigen. Mijn mannen gaven mij vol komen gelijk en betoonden mij in 't vervolg nog moer toewijding dan voorheen. Als ik er eens goed over nadenk, ben ik wel een weinig verwonderd, dat ik mij zoo dikwijls driftig heb moeton maken, niet omdat ik het werd, maar uit berekening, en-dat in verscbiilende omstandighedenom plundering te bestraf fen, om de drankhuizen te doen sluiten, om vergrijpen tegen de discipline te voor komen en deserteurs tegen te houden. Men ziet het, het commandeeren van een troep vrijwilligers «loopt niet van een leien dakje", hoewel de meeste manschappen beste kerels waren. Ik heb u hier een beschrijving willen geven, hoe het er in zulk een brigade teogaat. Binnenkort zal ik u deze in 't gevecht vertoonen. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Sprang ds. G. G. J. Bleeker te Mastenbroekte Poortvliet ds- N. G. Bakkor te Wateringente Krömmeniedijk G. A. v. d. Bergh v. Eysinga cand te Hulst te Frederiksoord ds. L.Eilerts do Haan te Borger; te Hoogvliet H. G- Th. Ra- vestein cand. te Utrecht. Aangenomen naar Deventer door ds. II. W. ter Haar te Franeker; naarWinssen door ds- N. P. Fockens, emer. te Haarlem. Bedankt voor 's Hertogonbosch door ds. II. W. tor Haar te Franokervoor IIu- gestein en voor Stellendam door A. M. don Oudston cand. te Streefkerk; voor Ho- kolingen door ds. Th. II. I'h. v. Papenrecht te Brielsch Niouwland;voor 's Graven polder door ds. J. A. Schouten te St. Phi- lipsland; voor Makkinga door G. A. v. d. Bergh v. Eysinga cand. te Hulst. Geref. Kerken. Beroepen te Zevenhoven II. Koffijberg cand. te Culemborg. Bedankt voor Moordrecht door J. C. Da gevos cand. te Utrecht. Gelijk men weet, nam eenigen tijd geleden ds. G. J. D. Aalders, predikant bij de Gereformeerde gemeente van Elburg, zjjn ontslag om naar de Boerenkrijgsgevangenen op St. Helena te gaan. Hij had zijn ont slag al gekregen, toen het bericht kwam dat er op St. Helena geen behoefte aan nog een predikant bestond. Ds. Aalders moest dus zijn plan opgeven, en had gedacht nu bij zijn gemeente in dienst te kunnen blijven. Hij richtte daartoe het verzoek aan don kerkeraad, maar ontving, gelijk hij zelf in do Geld. Kerkbode mededeelt, het volgende antwoord «Dominé wij kunnen je niet meer aan nemen dat durven wij niet om de gemeente. Je hebt je afscheid gepreekt en daarin uitgesproken dat je geloof hadt om naar St. Helena te gaan en nu blijkt je geloof ijdel te zijn. De gemeente zou voortaan je prediking niet meer kunnen vertrouwen, de kerk leeg loopon en alzoo te gronde gaan". Ds. Aalders verhuisde daarop naar Apel doorn en stolde zich daar weer beroepbaar. Geslaagd te 's Gravonhago voor acte Fransch de lieeren J. v. d. Brugge onder wijzer aan de chr. school te Goes, en J. Haan te Middelburg. Voor de hoofdacte te Arnhem dhr. P. de Groote te Middelburg. Goes. Hot kwaad in do aardappelen, lang tot hot loof boperkt, hooft zich hier en daar ook aan do knol meegedeeld. Scherpenisse. In de vergadering van 4 Angs. 1.1. van den gemeenteraad alhier is vastgesteld de gomeenterekening over 1900. De inkomsten hebben bedragen f 10991,89, de uitgaven f 10957,14, zoodat er een batig saldo is van f 34,75. De be grooting aangeboden voor 1901 bedraagt in ontvang en uitgaaf f 10530,35. Tegen 1 Sept. a. s. is benoemd tot postbode van Oud-Vosmeer naar Tolen W. M. Steenpoorte te Poortvlieten van Sta- vcnisso naar Anna Jacobapolder Ghr.Vriends thans postillon op den postrit Tolon-Sta- venisse. Zoutelande. Zaterdag had alhier een droevig ongovul plaats. Een- wagon met «spelerijders» afkomstig van St Laurens kwam hier in 't dorp en er werd besloten wat uit te rusten. Het paard zou afge spannen worden, en bij die gelegenheid had de voorman het ongeluk er onder te ge raken, met het noodlottig gevolg, dat het dier hem oen trap op zijn hoofd gaf. Hevig bloedend werd hij bewusteloos opgenomen en intusschen geneeskundige hulp ingeroe pen. Hoewel bijna onkenbaar, bleek toch bij de behandeling geen dadelijk levensge vaar te bestaan, en kon hij na verbondon te zijn, huiswaarts vervoerd worden. De Franscho vereeniging tot bescher ming van dieren heeft het wenschelijk ge acht een staaltje van ergerlijke wreedheid bekend te maken, dat zich bij een stieren gevecht bij Nimes heeft afgespeeld. Een paard, dat een der stierenbekampers in het renperk moest dragen, wilde niet geblinddoekt worden. Het werd daarop met een mes in de oogen gestoken en, aldus blind gemaakt, in de arena gelaten. Te Drammen, aan het Kristianafjord, sloeg voor eenige dagen de bliksem in een school, terwijl de onderwijzer en ongeveer 30 kinderen aanwezig waren. Toen het onweer losbrak, hadden de kin deren juist hun vrij kwartiertje, en waren in de verschillende klassen verstrooid, bezig met spelen en het nuttigen hunner boter hammen. Plotseling werd een hevige knal gehoord en tegelijkertijd vulde de kamer zich met roet, asch, een sterk blauwachtigen rook en een eigenaardigen scherpen geur. Door den rook kon de onderwijzer duide lijk zien, hoe alle kinderen als bij hypnose verstijfden en de vingers uitspreidden. Daar na vielen zij allen met een slag tegen den grond, gedeeltelijk dood schijnende, gedeel telijk ook in stuiptrekkingen. De onderwijzer, die zelf door den gewel digen luchtdruk half verdoofd was, zag het voorgevallene in de klasse als op een grooten afstand. Daarop volgde een oogenblik een doodelijkc stilte als van een kerkhof. Deze seconden brachten hem tot het gevoel zij ner verantwoordelijkheid. Met moeite sleep te hij zich naar de deur en deed die open. In hetzelfde oogenblik stieten eenige der kinderen een vroeselijken gil uit. Toen hulp opdaagde bevonden allo kin deren zich in een morkwaardigon toestand. Aan allen waren duidelijke sporen achterge bleven van den bliksem. De meesten konden niet hooren, anderen waren den verstik kingsdood nabij, daar zij op het oogenblik van het ongeluk, juist een mondvol brood genomen hadden. Kleeren en schoenen waren vancengescheurd, velen hunner had den donkere vlokken op armen en beonen het gelaat, vooral in de omgeving van den mond, was blauw. Hoewel hieruit bleek dat alle kinderen door den bliksem warea

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 2