Buitenlandse!! Overzicht.
Een Engelsch blad meldt (Cen
tral News) dat Christiaan De Wet
bezweken is aan de gevolgen eener
granaatwond.
Een telegram van Zondag uit
Shanghai meldt dat Li Hung Tsjang
zelfmoord heeft gepleegd.
Kerknieuws.
Schoolnieuws.
Gemengde Berichten.
bekendo kommaas, die dorheid, en die
vooringonomon herinnering aan dat ,,zo) is"
do gereformeerden goven, meer te donken
dan wij op 't oogenblik zullon uitsprekon.
Wij gelooven niet dat do plaatsing van
dit feuilleton aan de nagedachtenis van ds.
Huet iets toe doot; de Nederl. had het bij
dat van den heer Kuyper moeton laten;
al ware het alleen maar om don lozer do
hatolijke tegenstelling gereformeerden en
„gereformeerden" even stuitend als die
van orthodoxen en confossioneolen die wij
dezer dagen ook in dat blad aantroffen
te besparen.
Notscher beschrijft in de Hollandsche
Revue de jonevorstad Schiedam als volgt:
Een groot failliet schijnt over do stad
gestreken; do ellende hangt aan de gevels,
de verloopenheid steekt mot de puntige
keien omhoog. Een kerktoren laat uit do
hoogte lummige flodderige geluidjes neer-
druppèlen in de uitgeloopen stilte der straat
geulen. En overal langs do havens ziet
hot oog geslachtslooze, dubbelzinnige ge-
bouwgovols mot kloino douren, waar man
non mot opgeslagen broekslijpen en roode
borstrokarmen in- en uitscharrelon, vaten
rollend, met wator morsend. Hier en daar
stookt een houten spoelingpomp aan don
waterkant zijn pijnlijken arm omhoog, on-
dor welken 's middags boeren uit don om
trek hun schuiten met spoeling komen
vullen. Het zijn brandonjon en distilleer
derijen, omzwermd door mannen in ver
sleten klooren, gedost in regenjassen dor
onmogelijkste modellen, mot doosjes of
glazen dingen onder den arm, met hon
gerloon betaaldo kommiezon, vorloopen-
armoedig even als hun stadsmilieu.
Een zoetige, kleffige, lauwe stank wasemt
uit die deuren, uit die grachten, waar bij
gootmondingen dampjos van warm water
overdrijven; groote gootsteenen gelijk van
reusachtige knoeikeukens, een gekledder
met viezigheid een geflodder met water,
van iets, dat toch nooit is schoon te krij
gen, een gevecht tegen lauwen stank, die
uit alles opstijgt, uit de deuren, uit de
gevels, uit de grachten, uit de straatstcenen.
Én de gorige faillietarmoede wasemt z >o
over je heen, dat je neiging gevoelt om je
klceren strak tegen je lichaam aan te trek
ken, om toch nergens mee in aanraking te
komen, geen zoetig vuil met je mee te
sleepen, geen geplas van vunzig spoelwater
over je voeten te krijgen. En het vet van
steenkolenrook, liet groezel van aangebakken
vuil, do vergoring door armoedige vernon-
chaleering eener achteruitgaande stad, die
nog suffig, ongekamd en ongewasschen
vegeteert van een verloo pen jenever-industrie
langs liaar viezige, verlaten, stumperige
oude stadsgrachtjes dit alles maakt Schie
dam tot een stad van nog even rechtop
staande armoede, van kaal gesleten jassen
scheef goloopen schoenen, van meheerige
lieeren, luie politieagenten, urineerende
honden, en starende kantoormannen met
groezelige halfhempjos, die achter verscholen
horretjes door gebrek aan werk hun tijd
verluieren, eene stad van zwartheid, een
zwarte stad, eene ville damnóe, waar een
ongeluk, oen failliet boven 't hoofd hangt,
een plaats door oen zwart Noodlot ver
vloekt, waar de vogels die er over vliegen
dood in moeten neervallen.
Een bekend persoon te Brussel heeft
Vrijdagmorgon een brief ontvangen, waarin
een andere brief aan het adres van Dr. Leyds
was gesloten. In het begoleidendo schrijven
wordt gezegd
«Mijnheer, wil zoo goed zijn den inge
sloten brief aan dr Leyds te zenden. Ik
bon verplicht, dozen voorzorgsmaatregel
te nemen naar aanleiding van do buiten
gewone nieuwsgierigheid, die do Engelsche
postbeambten hebben voor alles wat aan
dr. Leyds geschreven wordt."
Om dus zekerheid te hebben, dat hot
geheim van een brief niet door de Engel
sche post geschonden wordt, is een bewo
ner of een bewoonster van Engeland ver
plicht een dorde in den arm te nemen.
En dr. Leyds is een diplomaat, wiens
briefwisseling èn volgons de wet én vol
gens de krijgsgebruiken, moet geëerbiedigd
worden. Ja, maar Engeland doet den Boe
ren den oorlog aan om hun vrijheid en
beschaving te brengenTelegraaf.
ENGELAND en TRANSVAAL
Do Boeren hebben verleden week bij
Lennox een trein laten ontsporen; zij namen
een kolonel en 37 soldaten gevangen, die
zij echter door bemiddeling van den Arne-
rikaanschen gezant weer vrij lieten. Daarna
werden zij achtervolgd door de bereden
infanterie, die drie van hen doodde en
velen verwondde.
Commandant Olivier die in de heuvels
om Bethlehem ontsnapte met 1500 man,
wees het aanbod van Priusloo om zich met
zijn geheele macht over te geven terug en
verklaarde dat hij voornemens is den oor
log voort te zetten. Hij nam een stelling
in tusschen Harrismith en den weg naar
Newmarket. Generaal Rundie achtervolgt
hem.
Nog deelen de Engelsche telegrammen
mee dat 17 Boeren door Jan Haraelton
gevangen genomen, verklaard hebben dat
hun commando's met uitzetbare kogels ge
schoten hebben. Dientengevolge heeft Ro
berts bij Botha een ernstig protest inge
diend.
Voor de zooveelste maal, gesteld dat
alles waar is, mag gevraagd worden hoe
de Boeien dan tucli wel aan dat vreeselijk
soort kogels gekomen zijn.
Intusschen schijnt fle Portugeesche re
geering weer voor den aandrang der En
gelsche te zijn gezwicht. Deze had al lang
bij haar geklaagd dat do douanen te Lo
renzo Marques zooveel contrabande van de
Boeren doorlieten. Thans komt 't bericht
dat aldaar alle douane-beambten en spoor
weg-employés zijn ontslagen en vervangen
door militaire ambtenaren.
Wij gelooven dat Steijn en De Wet nog
ten W. van Rentzbuig hun sterke stelling
hebben, in Noordelijk Vrijstaat. De Boeren,
onder Grobler en do la Rey staan nog ten
Z. en ten N. van Kroonstad.
Rustenburg houdt nog steeds de Engel-
schen bezig. Hamilton moest heelomaal uit
Middelburg komen om Baden Powell te
helpen.
Al hebben 4000 Vrijstaters zich overge
geven, de Engelschen schijnen het toch
nog benauwd te hebben, vooral ten oosten
van Pretoria, waar French zijn vooruitge
schoven post in de Komatii ivier reeds weder
moest terugtrekken.
UIT CHINA.
Uit China is weinig vaststaand nieuws.
Volgens bericht hebben de Chineezen den
dijk van het kanaal doorgestoken en daar
door het land tusschen Tientsin en Peking
onder water gezet.
Er staan 30.000 Boksers acht mijlen ten
nooiden van Tientsin.
Li Hoeng Tsjang moet zich hebben uit
gelaten dat het leven der gezanten groot
gevaar loopt bijaldien de verbondenen naar
Peking oprukken. De opmarsch naar Pe
king is hierop tijdelijk gestaakt. Men wil
eerst beraadslagen. De gezanten schijnen
onder de hoede, dat wil zeggen in gijze
ling van de Chineesche regeering te zijn,
zoodat deze feitelijk niets doet dan met de
mogendheden spelen. Ook zijn twee leden
van het Tsjoen-Li-Yamen. die voor de
vreemdelingen waren, op den 27en
Juli onthoofd, omdat zij gepleit hadden voor
het behoud van het leven van de gezanten.
Li-Ping-Heng, die op het oogenblik de
troepen te Peking aanvoert, was degeen,
die aan de Keizerin-weduwe aanried, deze
beide Chineezen terecht te doen stellen.
Het was eveneens dezo bevelhebber, die
de moorden in Po-ting gelastte. Ook is
den koeriers verboden berichten van de
gezanten te komen in ontvangst nemen.
Men maakt hieruit op, dat er een ongun
stige wending in den toestand van China
heeft plaats gevonden.
De toestand blijft derhalve zeer ernstig.
Groot schijnt 't aantal verbondenen die
voor den opmarsch naar Peking gereed zijn,
ook niet te wezen. Het bedraagt: 2300
Engelschen, 1400 Amerikanen, 58 Oosten
rijkers, 53 Italianen, 12000 Japanners,
4000 Russen. Duitschers en Fransclien,
ook slechts eenige honderden sterk, schijnen
te Tientsin achter te blijven voor de ver
dediging. Ook de Engelschen zullen ter
elfder ure achterblijven daar zij niet ge
reed zijn met hun transport.
DE S H A H.
De pleger van den aanslag op don Shall
is gepakt. Hij heet Salson, een 24 jarige
banketbakkersbodiende te Parijs. Hij is in
1894 wege s het maken van propaganda
voor 't anarchisme veroordeeld geweest,
en in 1899 wegens poging tot zelfmoord.
In zijn woning zijn vele anarchistische
bladen en een compromitteerende brief van
een vriend van Salson in beslaggenomen.
De moordenaar heeft verklaard dat, indien
hij den Shah had kunnen dooden en ont
snappen, hij vervolgens den Czaar zou heb
ben vermoord. Hij heeft met vuur anar
chistische theorieën verkondigd en bewaart
het stilzwijgen, zoodra men vraagt of hij
tot, deze daad door anderen is aangezet.
Door een schilder is een belangrijke
mededeeling gedaan.
Hij stond op het voorbijrijden van den
Shah te wachten toen hij een werkman
opmerkte, die zeer opgewonden scheen. Dit
individu sprak met een net gekleed heer
en bij hoordo hom zeggen: «wat duurt
't lang. Hij gaat zeker niet uit
Geduld, het is nu vijf minuten over ne
genen, had do mijnheer gozegd Hij zal
dadelijk komen. Op dat oogenblik ver
scheen do landauer en de werkman liep
op het rijtuig toe, waar hij gearresteerd
werd. De schilder keerde zich om ten
einde te zien of de andere er nog stond,
maar deze is verdwenen.
(De lezer herinnere zich dat ook tijdens
den aanslag tusschen China en Japan in
1897 herhaaldelijk door Li zelfmoord gc-
pleegd).
FINLAND.
Nicolaas, de vredevorst, gaat voort met
den voot te zetten op den nok van de vrije
Finnen. Na het beruchte manifest van
Februari 1899, dat een streep haalde door
Finland's grondwet, zijn nog tal van maat
regelen genomen, erger nog dan het mani
fest deden verwachten. Verleden maand
werd er een ukase uitgevaardigd, waarbij
in Finland 't gebruik der Russische taal
werd voorgeschreven. Een taal door 3
miljoen Finnen gesproken moet plaats ma
ken voor eene door 800 Finnen nauwe
lijks gekend.
De Fransche senaat woigordo do publi
catie er van te waarmerken. Dringende
orders kwamen uit Petersburg, doch de
senaat bleef weigeren en het slot was dat
van de 21 senatoren, veertien hun ontslag
namen, liever dan hun goedkeuring te
hechten aan hot gehate stuk.
Vrijheid van spreken kennon do Finnen
ook al niet meer. Op het recht van vcr-
oeniging en vergadering zijn tal van be
perkingen gemaakt en hot belangrijkste
Finscho blad, do Nya Pressen, is op Keizer
lijk bevel geschorst.
Generaal Rodnkoff, de gouverneur, moet
thans aan dbn Czaar voorgesteld hebben,
den Finschen Rjjksdag eenvoudig af to
schaffen. Gaat de Czaar hierop in, en er
valt niet aan te twijfelen, dan is do maat
der ongerechtigheid ten boordo volgemeton
en telt do lijst der vrije natiën weer een
naam minder.
Die verachtelijke politiek.
Transvalers, Chineozen, Finnen, zij allen
zijn of worden er het slachtoffer van. Zij
bedreigt ook do Nedorlandscho natie, wan-
neor hare «rogeering" eon houding blijft
aannemen als bij de Vredesconferentie, door
dadon toont op een plaats in de rij der moetel-
lendo mogendheden niet gesteld te zijn; en
met stilzwijgen aanziet dat honderden Neder
landers door de Engelsche rogeering uit
een vrij land vorbannon en aan don bedel
staf prijsgegeven worden
Hoe een brigarde in de Z.-A. republiek
wordt samengesteld.
Arthur Lynch, die tot kort geleden als
Boorencommandant een vreemdelingen
corps aanvoerde, schrijft, volgons de Tele
graaf het volgende:
Men zegt, dat de Boeren geen militaire
organisatie hadden, dat elk burger op eigen
houtje vocht. Dit is niet juist. Iu een
commando worden de manschappen ver
deeld in afdeelingen van 15 en elke afdeeling
wordt gecommandeerd door een korporaal,
die aansprakelijk is voor zijn manschappen,
de graad boven korporaal is die van veld-
kornet. Elke veldkornet heeft 6 a 12 kor
poraals onder zijn bevelen. Boven den
veldkornet staat de commandant, die over
G00 li 1000 manschappen 't bevel voert.
Dan komt de vechtgeneraal, met 4 com
mandanten onder zich, en eindelijk de com
mandant-generaal bijgestaan door een assis-
tent-commandant-generaal. Bij de samen
stelling van mijn brigarde volgde ik meer
het systeem der Boeren dan die der Euro-
peesclie legers en ik zorgde er voor steeds
hun taktiek te volgen. Door een beslissing
van den krijgsraad werd mijn rang gelijk
gesteld met dien van commandant. Ik
wende mij spoedig aan deze nieuwe levens
wijze. Gewoon aan het leven in de kolo
niën, goed ruiter, niet al te slecht schut
ter, deed ik den Boeren spoedig vergoten
dat ik vreemdeling ivas.
In het begin bestond mijn brigade voor
namelijk uit leren, en ik trachtte dit ele
ment voortdurend te versterkendochten
slotte nam ik geen rekruten meer aan, mits
zij waarlijk goede eigenschappen bezaten.
Ik had sterke mannen noodig, goede rui
ters, goede schutters, en dan zag ik veel
door de vingers. Drommels, mijn mannen
waren niet altijd zacht als lammetjes of
geschikt voor de salons.
Ik had Europeesche officieren, die als
gewoon soldaat dienden, maar ik had daaren
tegen ook een ex-straatroover, dien ik tot
sergeant benoemde. Hij toonde zijn dank
baarheid door bijzondere staaltjes van moed,
toewijding en eerlijkheid te geven: «Een
rahabilitatie door den dienst".
Dit- personnago, van Fransch-Icrscho
origine, vierkant, donker van gelaa'skleur,
leelijk, maar met een uitdrukking van
wilskracht en moed, eigenschappen, die
hem nooit verlieten, had zich onderscheiden
in Zuid-Afrika door het bestelen van een
trein met goud, iets, dat hom het aardige
sommetje van 800,000 francs opbracht.
Korten tijd daarna aangehouden, ten ge
volge van de onvoorzichtigheid van een
handlanger, werd Terpend (zoo heette hij)
veroordeeld tot een langdurige opsluiting.
Nu richtte hij zich t.t don president
van de rechtbank en stelde dezen voor
«kruis of munt" te gooien, het leven of
vrij.
Dit nam de lui voor hem in en Terpend
werd in de gevangenis goed behandeld.
Kort voor den oorlog in vrijheid gesteld,
leefde hij eenige dagen voor zijn pleizier,
kwam toen bij mij en voelde zich gelukkig.
Ik spreek eenigszins uitvoerig over dezen
braven kerel, omdat hij de type is van een
zekere klasse vrijwilligers en omdat zijn
voorbeeld leert, hoe moeilijk het is een
troep, die uit zulke elementen bestaat,
onder strenge discipline te houden.
Ik maakte Terpend eens een aanmerking
op driftigen toon. Hij sprong op mij toe
als een tijger, zijn stem stokte in zijn keel,
zijn oogen lichtten als die van een roofdier.
Eerst stond ik verbluft, maar terstond trad
ik op met een heftigheid, waarover ik zelf
verbaasd was, doch die onzen struikroover
tot kalmte bracht. Dit was de eenige maal,
dat de moeilijkheden van mijn positie mij
buiten mij zelf brachten en gelukkig niet
tot ecuig nadeel van wien ook. Terpend
beloofde nu onvoorwaardelijke gehoorzaam
heid en hij hield zijn woord.
Van tijd tot tijd kwam echter de bandiet
weèr boven. Eens deelde hij mij een plan
mede, om Ladysmith te nemen. Het oogen
blik voor een dergelijke onderneming was
echter voorbij en het verwonderde mij,
dat Terpend er zich nog meê bezighield.
Hij trachtte mij aan te toonen, dat wij in
geval van slagen de bank konden plunderen
en dat het dus wol de mooito waard was,
het te wagen.
Waarschijnlijk was ook van hem 't idee,
om de geheele stad Johannesburg door zijn
mannen in brand te laten steken en de
goudmijnen te doen springen, om aan de
Éngelschen niets over te laten dan een
woestijn. Wij zouden dan in dien tijd de
banken, de bijouteriewinkels etc., plunderen.
Dit plan was wel praktisch, maar ik had
er toch geen zin in.
Een der laatste woorden van Terpend
bevatte veel wijsheid. Na den val van Johan
nesburg vond hij, dat alles verloren was en
hij drukte den stand van zaken aldus uit:
«Thans gaan de negers «fire the charge."
Om deze woorden goed te verstaan, moet
men weten, dat onder het bestuur der Boe
ren de arbeid van een blanke altijd van
hooger soort was. De Kaffers deden al het
ruwe en zware werk in de goudmijnen
onder directie der blanken, maar moest er
iets van belang worden verricht, b. v. «lire the
charge," d. i. de lont aansteken om het dyna
miet te doen ontploffen, dat do rotsen moest
versplinteren, dan doen de blanken dit zelf.
Een Kaffer zou, als hij dit deed, streng ge
straft worden. Men betaalde do mijnwer
kers tot zelf 20 francs per dag. Nu zag
Terpend het einde van don tijd gekomen,
waarin men de waardigheid en do waarde
van een blanke had geëerbiedigd. Hij zag
met zijn scherpen blik reeds vooruit, dat
het kapitalistisch regime don mensch als
een eenvoudig productie-machine zou be
schouwen en het drukkende systeem invoe
ren, volgens hetwelk de eigenaar hoe langer
hoe rijker wordt en de arbeider hoe langer
hoe meer tot een vernederenden dienstbaar
heid daalt. In deze droevige gedachten
verzonken, volge hij mij van Johannesburg
naar Pretoria, wierp zich in 't gewoel van
't gevecht en word gedood.
In een brigade, die, zcoals do mijne, uit
verschillende elementen bestond, werd de
moeilijkheid, om al die onafhankelijke ka
rakters, die tot heftigheden geneigde en
aan onderdanigheden weinig gewonde na
turen, in loom te houden, nog vergroot
door de jaloezie der verschillende naties.
De Afrikaander verachtten de Duitschers,
de Uitlanders zochten twist met de Afri-
kaanders en de geoefende soldaten waren
uit den aard der zaak spoedig ontevreden.
Elk man had zijn persoonlijldieid en en
kelen waren zelfs grootheden in hun kring.
Er waren verschillende oud-soldaten van
het Engelsche leger bij, o. a. een man, die
nog bij do Highlanders den slag van Ma-
juba in 1881 had medegemaakt; mannen
van Jameson, die nu spijt gevoelden, de
wapenen voor Engeland te hebben gedragen
de champion-boxer van Zuid-Afrika en een
aantal helden van Spionkop en Elandslaagte.
Ik vroeg dozen ruwen, flinken en vrijheids-
liovenden koiels, zich te laten dooden, en
zij deden het zonder aarzelenik vroeg
van hen ontberingen op marsch en in 't
kamp van allerlei aard, zij verdroegen die.
Zij stroden voor een idee.
Wel is waar bevonden zich in mijn troep
enkele dier menschen, die den oorlog zoch
ten, om hun bloeddorst te kunnen bot
vieren; dezen joeg ik weg, zelfs met re
volverschoten. Twee keer moest ik mijn
toevlucht nemen tot handtastelijkheden. Te
Vereeniging b.v. begon, toen al onze plan
nen in duigen vielen, zich een geest van
losbandigheid te vertoonen; ik nam het
besluit korte metten te maken met alle
gemis aan discipline, door een treffend
voorbeeld te stellen. Een mijner mannen
had zijn revolver verkocht, om drank te
koopen en had daarvoor de brigade verlaten.
Toen hij den volgenden morgen terug was
gekomen, sloeg hij een onbeschoften toon
aan. Ik beduidde hem nu, dat hij zich in
staat van verdediging moest stellen en tot
zijn groote verbazing gaf ik hem een vuist
slag op den kaak, dat hij ter aarde stortte.
Vervolgens diende ik hem een pak slaag
toe met den karwats en mijn horloge te
voorschijn halend, zeide ik hem, dat hij twee
minuten tijd had. om buiten het bereik van
mijn revolver te komen.
Het gevaar van 't oogenblik en het succes,
alleen kunnen dergelijke daden van geweld
rechtvaardigen. Mijn mannen gaven mij vol
komen gelijk en betoonden mij in 't vervolg
nog moer toewijding dan voorheen. Als ik er
eens goed over nadenk, ben ik wel een weinig
verwonderd, dat ik mij zoo dikwijls driftig
heb moeton maken, niet omdat ik het werd,
maar uit berekening, en-dat in verscbiilende
omstandighedenom plundering te bestraf
fen, om de drankhuizen te doen sluiten,
om vergrijpen tegen de discipline te voor
komen en deserteurs tegen te houden.
Men ziet het, het commandeeren van
een troep vrijwilligers «loopt niet van een
leien dakje", hoewel de meeste manschappen
beste kerels waren. Ik heb u hier een
beschrijving willen geven, hoe het er in
zulk een brigade teogaat. Binnenkort zal
ik u deze in 't gevecht vertoonen.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Sprang ds. G. G. J. Bleeker
te Mastenbroekte Poortvliet ds- N. G.
Bakkor te Wateringente Krömmeniedijk
G. A. v. d. Bergh v. Eysinga cand te Hulst
te Frederiksoord ds. L.Eilerts do Haan
te Borger; te Hoogvliet H. G- Th. Ra-
vestein cand. te Utrecht.
Aangenomen naar Deventer door ds. II.
W. ter Haar te Franeker; naarWinssen
door ds- N. P. Fockens, emer. te Haarlem.
Bedankt voor 's Hertogonbosch door ds.
II. W. tor Haar te Franokervoor IIu-
gestein en voor Stellendam door A. M. don
Oudston cand. te Streefkerk; voor Ho-
kolingen door ds. Th. II. I'h. v. Papenrecht
te Brielsch Niouwland;voor 's Graven
polder door ds. J. A. Schouten te St. Phi-
lipsland; voor Makkinga door G. A. v. d.
Bergh v. Eysinga cand. te Hulst.
Geref. Kerken.
Beroepen te Zevenhoven II. Koffijberg
cand. te Culemborg.
Bedankt voor Moordrecht door J. C. Da
gevos cand. te Utrecht.
Gelijk men weet, nam eenigen tijd
geleden ds. G. J. D. Aalders, predikant bij de
Gereformeerde gemeente van Elburg, zjjn
ontslag om naar de Boerenkrijgsgevangenen
op St. Helena te gaan. Hij had zijn ont
slag al gekregen, toen het bericht kwam
dat er op St. Helena geen behoefte aan nog
een predikant bestond. Ds. Aalders moest
dus zijn plan opgeven, en had gedacht nu
bij zijn gemeente in dienst te kunnen
blijven. Hij richtte daartoe het verzoek
aan don kerkeraad, maar ontving, gelijk hij
zelf in do Geld. Kerkbode mededeelt, het
volgende antwoord
«Dominé wij kunnen je niet meer aan
nemen dat durven wij niet om de gemeente.
Je hebt je afscheid gepreekt en daarin
uitgesproken dat je geloof hadt om naar
St. Helena te gaan en nu blijkt je geloof
ijdel te zijn. De gemeente zou voortaan je
prediking niet meer kunnen vertrouwen,
de kerk leeg loopon en alzoo te gronde
gaan".
Ds. Aalders verhuisde daarop naar Apel
doorn en stolde zich daar weer beroepbaar.
Geslaagd te 's Gravonhago voor acte
Fransch de lieeren J. v. d. Brugge onder
wijzer aan de chr. school te Goes, en J.
Haan te Middelburg. Voor de hoofdacte te
Arnhem dhr. P. de Groote te Middelburg.
Goes. Hot kwaad in do aardappelen,
lang tot hot loof boperkt, hooft zich hier
en daar ook aan do knol meegedeeld.
Scherpenisse. In de vergadering van
4 Angs. 1.1. van den gemeenteraad alhier
is vastgesteld de gomeenterekening over
1900. De inkomsten hebben bedragen
f 10991,89, de uitgaven f 10957,14, zoodat
er een batig saldo is van f 34,75. De be
grooting aangeboden voor 1901 bedraagt
in ontvang en uitgaaf f 10530,35.
Tegen 1 Sept. a. s. is benoemd tot
postbode van Oud-Vosmeer naar Tolen W.
M. Steenpoorte te Poortvlieten van Sta-
vcnisso naar Anna Jacobapolder Ghr.Vriends
thans postillon op den postrit Tolon-Sta-
venisse.
Zoutelande. Zaterdag had alhier een
droevig ongovul plaats. Een- wagon met
«spelerijders» afkomstig van St Laurens
kwam hier in 't dorp en er werd besloten
wat uit te rusten. Het paard zou afge
spannen worden, en bij die gelegenheid had
de voorman het ongeluk er onder te ge
raken, met het noodlottig gevolg, dat het
dier hem oen trap op zijn hoofd gaf. Hevig
bloedend werd hij bewusteloos opgenomen
en intusschen geneeskundige hulp ingeroe
pen. Hoewel bijna onkenbaar, bleek toch
bij de behandeling geen dadelijk levensge
vaar te bestaan, en kon hij na verbondon
te zijn, huiswaarts vervoerd worden.
De Franscho vereeniging tot bescher
ming van dieren heeft het wenschelijk ge
acht een staaltje van ergerlijke wreedheid
bekend te maken, dat zich bij een stieren
gevecht bij Nimes heeft afgespeeld.
Een paard, dat een der stierenbekampers
in het renperk moest dragen, wilde niet
geblinddoekt worden. Het werd daarop met
een mes in de oogen gestoken en, aldus
blind gemaakt, in de arena gelaten.
Te Drammen, aan het Kristianafjord,
sloeg voor eenige dagen de bliksem in een
school, terwijl de onderwijzer en ongeveer
30 kinderen aanwezig waren.
Toen het onweer losbrak, hadden de kin
deren juist hun vrij kwartiertje, en waren
in de verschillende klassen verstrooid, bezig
met spelen en het nuttigen hunner boter
hammen. Plotseling werd een hevige knal
gehoord en tegelijkertijd vulde de kamer
zich met roet, asch, een sterk blauwachtigen
rook en een eigenaardigen scherpen geur.
Door den rook kon de onderwijzer duide
lijk zien, hoe alle kinderen als bij hypnose
verstijfden en de vingers uitspreidden. Daar
na vielen zij allen met een slag tegen den
grond, gedeeltelijk dood schijnende, gedeel
telijk ook in stuiptrekkingen.
De onderwijzer, die zelf door den gewel
digen luchtdruk half verdoofd was, zag het
voorgevallene in de klasse als op een grooten
afstand. Daarop volgde een oogenblik een
doodelijkc stilte als van een kerkhof. Deze
seconden brachten hem tot het gevoel zij
ner verantwoordelijkheid. Met moeite sleep
te hij zich naar de deur en deed die open.
In hetzelfde oogenblik stieten eenige der
kinderen een vroeselijken gil uit.
Toen hulp opdaagde bevonden allo kin
deren zich in een morkwaardigon toestand.
Aan allen waren duidelijke sporen achterge
bleven van den bliksem. De meesten konden
niet hooren, anderen waren den verstik
kingsdood nabij, daar zij op het oogenblik
van het ongeluk, juist een mondvol brood
genomen hadden. Kleeren en schoenen
waren vancengescheurd, velen hunner had
den donkere vlokken op armen en beonen
het gelaat, vooral in de omgeving van den
mond, was blauw. Hoewel hieruit bleek
dat alle kinderen door den bliksem warea