NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
No. 120. 1900
Zaterdag 14 Juli
14e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISeH
VERSCHIJNT
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te
Goes
EN VAN
F. P. D'HUIJ,. te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
By dit Nummer behoort een bijvoegsel.
FEUILLETON.
Het kasteel Westhove op
Walcheren.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE DER FIRMA
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Vergadering van den Middelburgschen
Gemeenteraad van 11 Juli 1900.
Afwezig zijn de heeren de Rijcke, van
der Harst, Koole en Schorer.
De notulen van liet verhandelde in de
vorige zitting worden door den Secretaris
voorgelezen en onveranderd vastgesteld.
Aan de orde stelt de Voorzitter daarna
de volgende punten der agenda, als:
I Ingekomen stukken.
Deze worden op de gewone wijze afge
daan.
II Benoeming van een hoofd van school A.
De voordracht, na vergelijkend onder
zoek, opgemaakt door den districts-school
opziener, luidt:
1. C. Hack, hoofd der school te Zuid-
zande2 H. Hoestra, hoofd van school no.
1 te Biervliet; 3 F. H. M. Spruitenburg,
le onderwijzer aan de openbare lagere
school te Amsterdam; 4 J. van Tooren,
onderwijzer aan de Rijksleerschool te Mid
delburg; 5 F. M. Zeelenberg, onderwijzer
le klasse te 's-Gravenhage.
De heer van Dunne brengt hulde aan
de goede zorg, waarmede deze voordracht
is opgemaakt. Toch zegt hij het te be
treuren, dat hij daarop niet den naam of
als no. 6 er aan toegevoegd vindt den
naam van den verdienstelijken onderwijzer
hier ter stede, die nu bijna een jaar lang
eerst tijdens de ziekte van den hoofd
onderwijzer en daarna na zijn overlijden
als hoofd aan school A gefungeerd heeft.
De uitslag van het examen moge dien
onderwijzer al niet voordeelig geweest zijn.
in theorie dus moge hij zijn tekortgescho
ten, als man van practijk heeft hij zich
op eene allergunstigste wijze doen kennen
en dat gedurende 23 achtereenvolgende
jaren. Aan een examen hecht spreker al
zeer weinig; menschen, die op leeftijd
komen, delven daarin vaak het onderspit
Vervolg.)
(4
Van 1582 tot 1593 was het kasteel het
eigendom van ridder de Loiseleur, heer v.
Villiers, een Fransch uitgewekene van den
geloove, een edelman, tevens godgeleerde,
dien Prins Willem I op aanbeveling van
Beza tot raadsman en vertrouweling koos,
en die als zoodanig het huis van Oranje
gewichtige diensten heeft bewezen. Ver
moedelijk is deze hofprediker des prinsen
de auteur van de zoogenaamde apologie of
verantwoording van Willem tegen de grove
beschuldigingen en lasterlijke aantijgingen
van den Spaanschen koning.
Daar omstreeks denzelfden tijd Marnix v.
St. Aldegonde, de boezemvriend van Oranje,
zjjn kasteel te W. Souburg bewoonde, ligt
het voor de hand, dat beide edelen, hoewel
van uiteenloopend karakter, toch één in
streven en bedoeling, meermalen met el
kander in vriendelijke aanraking zijn ge
komen en over belangrijke staatsaangele-
genheden wederzijds van gedaehten hebben
gewisseld, te meer daar de prinses-douai
rière, Louise de Coligny, in die jaren Vlis-
singen tot haar verblijf had gekozen.
De schrijver van de Archives ou corres-
pondance inédite de la maison d'Orange.
Nassau heeft in dit zijn onschatbaar werk,
volgens Beynen een der vruchtbaarste, rijk
ste en schoonste, die onze tijd aan 't nage
slacht vermaken zal, den naam van dezen
hoogbegaafden Hugenoot aan de vergetel
heid ontrukt
Evenzeer heeft Neêrlands eerste roman
cière het hare er toe bijgedragen, om
s mans beeltenis voor immer te doen leven
voor de oogen van het groot aantal be
langstellende lezers harer historische no
vellen.
Bij den dood van de Villiers kwam West
tegenover jongeren, trots zij doorkneed
zijn in de practijk. Spreker zelf heeft in
zijne maatschappelijke betrekking 42 dienst
jaren achter den rug en moet het eerlijk
bekennen, dat hij zich niet gaarne met de
jongeren in het vak aan een examen zou
onderwerpen. Van den anderen kant echter
moge men niet uit hot oog verliezen, dat
de practijk vaak betore waarborgen aan
biedt dan het geleerdste examen, want hoe
dikwijls gebeurt het niet, dat hij, die bij
een examen een der eerste nummers be
haalde, later bitter tegenvalt, omdat hij
niet is een man van de practijk. Een
oogenblik heeft spreker er aan gedacht B.
en W. te verzoeken, den tijdelijken hoofd
onderwijzer als no. 6 aan de voordracht
toe te voegen; naar zijne meening be
hoorde zulks billijkheidshalve tot de ver
plichtingen van den Raad, doch hij is er
van teruggekomendesniettemin gevoelt
hij zich gedrongen dit hier ln het open
baar te releveeren als een hulde aan den
man van de practijk, die met zooveel tact
in den laatsten tjjd als hoofd van school
A fungeorde.
De Voorzitter merkt den heer van Dunné
op, dat hij gaarne instemt met de hulde
aan het tijdelijk hoofd der school; de voor
schriften der wet zijn echter tor zake te
imperatief om er van te kunnen afwijken
en bovendien de voordracht wordt door
den districts-schoolopziener ingezonden;
B. en W. kunnen die voordracht niet wij
zigen.
Benoemd wordt C. Hack mot 9 stemmen
2 stemmen waren uitgebracht op J. van
Tooren en 1 op H. Hoestra en F. M. Zee
lenberg.
III. Voorstel van B. en TV. naar aan
leiding van het verzoek van mevr. Willeumier
om eervol ontslag uit hare betrekking van
onderwijzeres aan school G en om toekenning
van pensioen.
Het voorstel strekt om het eervol ont
slag tegen 1 October 1900 te verleenen,
hove aan zijn schoonzoon, den heer Mr. Pr
v. d. Baerse, gedurende een kwart eeuw
secretaris van Zeelands hoofdstad. Zeer
waarschijnlijk zal zich de vermogende Mid
delburgsche secretaris na vijf en twintig
jarige ambtsvervulling uit het drukke bu
reauleven teruggetrokken en als ambteloos
burger op zijn kasteel gevestigd hebben.
Nu, het kon inderdaad wel minder.
Omstreeks dezen tijd toch ging bij ver
nieuwing groote roep over de aangename,
bekoorlijke ligging van dit brillant kasteel.
Zoo zelfs, dat er in 1611 nog een oo
genblik sprake was om het „van wege de
welgelegendheld en soetigheit van de
plaetse" tot een wetenschappelijk atheneum,
eene zoogenaamde „Illustre school" in te
richten.
De verwezenlijking van dit plan bleef
echter achterwege, daar Middelburg als
plaats van vestiging aangewezen werd.
De wetenschap heeft zich, althans voor
zoover hekend is, nooit officieel op West
hove aangemeld.
Nan tijd tot tijd placht zij de bewoners
een bezoek te brengen, doch incognito. Bij
die gelegenheid werd de hooge gast zeer
gracieus en hoffelijk ontvangen. Veilig
mag men toch aannemen, dat van de vele
fraaie zalen en ruime vertrekken, waarvan
de boogvensters zulk een heerlijk verge
zicht boden over den ganschen omtrek,
sommige, zij het ook minder weelderig ge
meubeld, waren ingeruimd voor studeer
kamer en bibliotheek.
In deze vertrekken kon zich de devote
monnik of de ernstige leek in gebed en
gepeins terugtrekken, telkens wanneer de
stipt waar te nemen godsdienstplichten zulk
eene afzondering gewenscht of noodzakelijk
maakten.
Evenzeer kan het er voor gehouden wor
den, dat vooral later, tijdens het verblijf
van den heer de Villiers, aldaar menig uur
door dezen in het stille studeervertrek werd
doorgebracht, telkens als de minder gun
stige weersgesteldheid niet tot eene wan
deling in bosch en veld uitlokte, ongerekend
doch het verzoek om pensioen te wijzen
van de hand, omdat adressanto niet ver
keert in een der gevallen, genoemd in art.
3 der verordening lp het pensionneeren
enz. van gemeenteambtenaren.
Conform wordt zonder discussie besloten.
IV. Voorstel van B. en IV. naar aan
leiding van een verzoek van mevr. de Wed.
Hogerland betreffende de uitkeering van de
jaarwedde van haren overleden echtgenoot, in
leven hoofd van school A. 40
Dienaangaande merken B. en W. op,
dat, naar het van ouds bestaand gebruik,
liet tijdelijk hoofd der school in het genot
gesteld is van de door het overlijden vrij
komende jaarwedde. Zij kunnen dus niet
anders voorstellen dan bij wijze van tege
moetkoming aan verzoekster uit te keeren
een bedrag, overeenkomende mot het ge
deelte der jaarwedde als onderwijzer van
het tijdelijk hoofd der school, dat anders
in de gemeentekas zou blijven.
Geen enkele stem verzette zich tegen
dit voorstel, zoodat het werd aangenomen.
V. Bekening burgerlijk armbestuur 1899.
Nadat de heeren Van Teijlingen en Heijse
als leden van het burgerlijk armbestuur bij
de behandeling van dit punt de zaal voor
een oogenblik verlaten hebben, wordt de
rekening zonder bemerking goedgekeurd.
Zij bedrragt aan ontvangsten f 40422.97,
aan uitgaven f 38575.28 eu sluit dus met
een goed saldo van f 1847.69.
VI. Ontwerp-besluit tot beschikking over
den post voor onvoorziene uitgaven gemeente-
begrooting 1900.
Het ontwerp-besluit is noodzakelijk ge
worden door de teruggaaf aan J. de Wilde
van ten onrechte betaalde inkomsten, be
lasting ad f 10.32 en wordt zonder dis
cussie of stemming goedgekeurd.
VII. Voorstel vaa B. en W. naar aan
leiding van het adres van J. J. Dockheer c. s.
in zake de verlegging der tramrails in de Lan-
geviele.
B. en W. zijn van oordeel dat de ver-
de vele avond- of middernachtelijke uren,
waarin de geleerde zich tot eene meer op
zettelijke beoefening der theologischo weten
schap verledigde.
Doch is Westhove ooit zijn vermeende
bestemming, het ideaal der Zeouwsche sta
ten, om n. 1. kweekplaats der wetenschap
te zijn, naderbij gekomen, dan is dit ons
bedunkens wel het geval geweest op het
einde der 18e eeuw. Van het aloude ge
slacht der Boreels ging het landgood door
aankoop in dat} van Reygersberg over, welke
familie het een aantal jaren mocht bezitten.
Bij den dood van Mr. Jac. v. Reygers
berg, heer v. Couwerve, daarbij Gecom
mitteerde Raad ter Admiraliteit in Zeeland
van wege de hoofdstad, kwam het land
goed aan Vrouwe Jacoba v. d. Brande,
echtgenoote van den welbekenden Mr. Johan
v. d Perre, heer v. Nieuwerve, Welsinge
enz. oud-representant van Z. D H. den
Prins Erfstadhouder als eerste Edele van
Zeeland, „een man van groot vermogen en
uitgestrekte liefhebberij vooral voor natuur
kunde en aanverwante vakken.
De ontwikkeling en beschaving van den
burgerstand ging hom zeer ter harte. Om
daaraan bevorderlijk te zijn had hij in zijne
woonplaats Middelburg eene inrichting tot
stand gebracht, bekend onder den naam
Middelburgs Museum. Ter nauwernood
kan men den naam van den achtenswaardigen
Zeeuw hooren noemen, of men verbindt
hem onwillekeurig in zijne gedachten met
dien van een ander vaderlandsch geleerde,
niet minder bekend en vereerd. Het is
de naam van Johannes Henricus van der
Palm.
Een samenloop van omstandigheden,
welke allerminst te voren kon worden be
vroed, bracht beide geleerden met elkander
in aanraking.
d. Palm was toen in zijn 25e jaar
en stond alzoo aan den ingang van het
leven.
Begaafd met schrander oordeel en kie-
Geboren 17 Juli 1763 te Rotterdam.
legging der tramrails aan een gevaarlijken
toestand een einde gemaakt heeft en ge-
looven wel dat adressanten, sedert de in
zending van hun adres in Mei j.l., dien
aangaande tot andere inzichten zullen ge
komen zijn. Wat den kolenwagen betreft,
waarvan adressanten gewagen, constateeren
B. en W. dat deze 2 dagen in do week
van 6 tot 9 uur 's morgens in de Lange-
viele is gestationeerd om cokes van do
gasfabriek alhier in ontvangst te nemen,
doch dat zij reeds met de trammaatschappij
aan het onderhandelen zijn om die inlading
van cokes voortaan te doen geschieden op
een zijspoortje op het plein vóór het hos
pitaal.
Nadat de heer De Veer bij B. en W.
had aangedrongen om te trachten deze zaak
spoedig haar beslag te doen krijgen, wordt
besloten het adres van de bewoners der
Langeviele voor kennisgeving aan te nemen,
VIII. Voorstel van B. en W. betreffende
de gemeentereiniging (overeenkomst C. Pagter).
Daar met 1 Mei 1901 de overeenkomst
met C. Pagter tot het ophalen van beer
enz. tegen eene jaarlijksche vergoeding
van f 3000, expireert, stellen B. en W. voor
een nieuw contract voor 7 jaar met hem
aan te gaan, echter tegen een jaarlijksche
vergoeding van f 4500, daar het gebleken
is dat Pagter met een vergoeding van f 3000
nog financieel nadeel lijdt.
De heer Van Dunné kan niet met het
voorstel medegaan. Hij acht thans den tijd
gekomen voor openbare verpachting en om
tegemoet te komen aan het bezwaar dat de
nieuwe pachter zich de noodige materialen
heelt aan te schaffen, zou hij voor 12 in
plaats van voor 7 jaar willen verpachten.
De heer Wisboom Verstegen verklaart
hetzelfde gevoelen te zijn toegedaan.
Het voorstel van B. en W. wordt aan
genomen met algemeene stemmen, behalve
die van de heeren Van Dunné en Wisboom
Verstegen.
IX. Voorstel B. en W. in zake pleintje Dam.
schon smaak, daarenboven toegerust met
een schat van wetenschap en kennis, niet
het minst in de Oostersche talen en oud
heden, welke hij met voorliefde beoefende,
was de leerling van Sehultens, tevens een
zijner beste vrienden, niet voorbestemd
om zijn gansche leven lang eene landelijke
gemeente te dienen, of zelfs een stadsgehoor
met zijne uitnemende kanselgaven te boeien.
Eene hoogst eervolle, niet minder ge
wichtige werkkring wachtte hem in het
vervolg van zijn leven. Naar do begeerte
van zijn hart en den wensch zijner vrien
den werd hij later tot Hoogleeraar in de
Oostersche talon en oudheden aan de Leid-
sche Academie beroepen.
Doch van dit tijdstip scheidde hem nog
een achttal jaren van degelijke studie, rijk
aan levenservaring en vol liefelijke herin
neringen. Zij zouden den nederigen, be
scheiden man mede vormen voor de hooge
plaats, welke bij als kundig orientalist en
nauwgezet prozaschrijver te midden, zoo
niet aan het hoofd, van de vaderlandsche
geleorden zou innemen.
De jeugdige leeraar van Maartensdijk
bad bij de nadering der Pruissen men
schreef 1787 zijne standplaats verlaten.
Besluiteloos wat verder aan te vangen,
wordt hem door bemiddeling van zijn vader
lijken vriend en raadsman prof. Sehultens
een even verrassend als vereerend aanbod
gedaan.
Een beoefenaar van kunst en wetenschap
in Zeelands hoofdstad, daarbij van onbe
krompen middelen zoo was de korte
inhoud van de mededeeling aan van der
Palm zocht een degelijk en bekwaam
man voor de inrichting, welke hij van plan
was in Middelburg te stichten. Tevens
zou de benoemde hem bij zijne studiën
behulpzaam zijn en den huiselijken gods
dienst leiden. De professor bad den naam
van zjjn jeugdigen vriend genoemd en deze
was volstrekt niet afkeerig van eene be
trekking, welke hem als geschikt voor zijn
aanleg en krachten in gemoede kon wor
den aanbevolen.
B. en W. stellen voor, na de verschil
lende perioden die het pleintje doorworsteld
heeft, er in te berusten dat het voorloopig
nog blijve afgesloten en aan hen op te
dragen, binnen 3 maanden na de goedkeuring
van de begrooting voor 1901, de omraste
ring te maken en de kosten te bestrijden
uit den gewonen post van onderhoud van
wandelplaatsen en beplantingen.
De heer Van Teylingen is tegen dit
voorstelhet is de zaak op de lange baan
schuiven, met terzijdestelling van het raads
besluit van 23 Maart.
In omvraag gebracht wordt het voorstel
aangenomen met 7 tegen 6 stemmen, die
der heeren A. P. Snouck Hurgronje, Van
Teylingen, Van Dunné, Sprenger, De Waal
en Wisboom Verstegen.
X. Voorstel van B. en W. tot verhuring
van stukjes bleekveld op het smidsbohoerk aan
J. P, Vergouwen.
Het voorstel strekt om de stukjes bleek
veld aan adressant te verhuren op dezelfde
conditiën, waarop zij aan wijlen zijne moeder
verhuurd waren, en wordt zonder discussie
goedgekeurd.
XI. Voorstel van B. en W. tot uitgifte
van bouwterrein in de Dwarsstraat in recht
van erfpacht.
Conform het voorstel des Voorzitters wordt
besloten, dit voorstel aan te houden, omdat
de Commissie van Financiën deswege nog
geen rapport heeft uitgebracht.
XII. Voortzetting beraadslaging omtrent
onderzoekingen duinwater (brief van A. J.
Wijnne, enz.)
Volgens toezegging zou de heer Spren
ger in de zitting beantwoorden de vragen
door den heer Van der Harst in de voor
gaande ter zake gedaan.
Wegens afwezigheid van den heer Van
der Harst was de heer Sprenger echter van
oordeel zijne toezegging tot de volgende
zitting te moeten verschuiven.
Conform wordt dan ook besloten, nadat
de heer van Dunné verklaard had, dat de
De wederzijds gestelde voorwaarden
werden aangenomen en in het voorjaar
van 1788 vertrok de jeugdige geleerde
met zijne nog jeugdiger gade naar Middel
burg, om zijne nieuwe, veelszins vreemd
soortige betrekking bij den heer van der
Perre te aanvaarden.
De keuze heeft hem geenszins berouwd.
Integendeel, veel, zeer veel zelfs heeft
Van der Palm te danken gehad aan den
omgang met Van der Perre. Er ging
kracht, bezieling en alzoo invloed ten
goede uit van den rnan,J die zijn
groot vermogen wist dienstbaar te maken
aan de bevordering van kennis en kunst
nog wol moest ton behoeve van anderen.
Daarbij werd hij ingewijd in de gehei
men der natuurwetenschappen, de liefheb
berij bij uitnemendheid van zijn beschermer.
Tevens werd hij ten huize van den edel
man meer en meer vertrouwd met het leven
der groote wereld, waarin hij zich later
nolens volens zou moeten bewegen. Doch
de invloed was wederzijdsch. Me dunkt,
de heer van Nieuwerve moet zich onge
meen verbaasd hebben over den grooten
omvang niet minder dan over de degelijke
kennis van den jeugdigen geleerde, welke
kennis aan het licht kwam, telkenmale als
hij de hulp en leiding van den laatsten
behoefde.
Van der Palm was inderdaad een schrift
geleerde, die uit den rijken schat zijner
kennis oude en nieuwe dingen wist voort
te brengen, tot leering en stichting beide.
En wat ongetwijfeld nog meer 's mans
bewondering zal gewekt hebben, het is de
helderheid van zjjn betoog, de eenvoud van
gedachtengang en niet het minst zijne
nauwgezette woordenkeus.
Beiden waren daarenboven nog door
hechter band dan die der studie verbonden.
Zij waren van eenerlei godsdienstige denk
wijze, één in streven en bedoelen.
Wordt vervolgd.