Di
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 118. 1900.
nsdag 10 Juli.
14e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Builenlandseh Overzicht.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Een Nabetrachting.
Het kasteel Westhove op
Walcheren.
blkbn MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE DER FIRMA
EN VAN
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Eindelijk
De Eerste Kamer had geen malsch oor
deel geveld over de leerplichtwet, en dit
had de liberalen een weinig ongerust ge
maakt. Zij slaagden er echter in voor de
oud-liberale leden de pil »eet-en kleed
plicht" te verzilveren. Meer radicalen on
der hen riepen de Eerste Kamer toeeen
wet per jaar mag je verwerpen. Gij hebt
uw portie dus reeds gehad.
Dat zij zich daaraan niet zou gestoord
hebben is te begrijpen.
Doch gelukkig, het onweer is afgedreven.
Men kan vrijer ademen. De leerdwangwet
is dan nu aangenomen.
De Koningin zal er spoedig haar naam
onder zetten; en de wet staat binnen en
kele dagen in de Staatscourant.
Maar de kiem des doods zal zij mede
dragen. Eene wet, onder zulke abnormale
omstandigheden aangenomen, kan geen lang
leven worden voorspeld.
De wet is niet nationaal, heet het on
zerzijds. Formeel is zij verworpen: 50
tegen, 50 voor.
Dat dit geen argument is voor wie par
tijbelang gelijk landsbelang is, laat zich ook
verklaren.
De liberale meerderheid zou meer
practische motieven hebben noodig gehad
om deze wet te verwerpen.
Daarom spijt het ons dat zij niet nog
eens herinnerd werd aan het artikel in
de (oude) Gids van September '99, door
ds. Pierson in de Ned. van 25 Oct. aan
gehaald, van den heer Tutein Nolthenius,
die, de leerdwangwet, bij de tegenwoordige
onpraetische inrichting van het onderwijs
een nieuw gezette verdieping op een afge
keurd huis noemt.
Het is een artikel, waarop veel te weinig
de aandacht der volksvertegenwoordiging
is gevestigd geweest.
FEUILLETON.
(3
Vervolg.)
Niet zoodra echter wierpen de stralen
van de voorjaarszon hun matten wêerglans
op de slanke pijlers en spitsbogen van de
onde abdij, of de Middelburgsche prelaat
haastte zich, om even als de duif hare kooi,
met zijn gevolg de sombere kloostermuren
te ontvlieden en Westhove te gaan be
trekken.
In de heerlijke omgeving met hare bosch-
en zeelucht vonden zij ruimschoots ver
goeding voor de devotie en stemmigheid
van het kloosterleven. De dagelijksehe gods
dienstplichten werden waargenomen in de
huiskapel van het adellijk slot, de hoogmis
werd opgedragen in de parochiekerk van
het naburige Oostkapelle, welke kerk in
pracht en praal niet in het minst behoefde
onder te doen voor eenig landelijk bedehuis
uit den omtrek.
Na afloop van een en ander bleven er
nog uren genoeg over, om te dwalen door
de statige lanen en dreven welke het land
goed in alle richtingen doorsneden of zich
néér te vlijen op het donzig mos ofmullig
duin, mijmerend ovor de toekomstige ge-
neuchten van een fijnen, rijk voorzienen
disch, waarbij natuurlijk het heerlijk pa
relend druivennat niet mocht ontbreken.
We gelooven niet, dat we de nagedach
tenis dezer kloosterlingen onteeren door te
veronderstellen, dat ook zij gaarne goeden
sier maakten, vooral wanneer het slot be
zocht werd door vorstelijke en hooggeplaat
ste personen, die van de welwillend aan
geboden gastvrijheid een dankbaar gebruik
maakten.
Ook van hen geldt, evenals van de jo
vial friars" in de Schotsche ballade
Niemand minder dan de heer Goeman
Borgesius zelf wordt daarin als getuige
tegen deze wet opgeroepen.
Zonderlinge positie.
Minister Borgesius, om getrouw te blij
ven aan zijn verleden, zou aan de Eerste
Kamer verwerping van zijn eigen wetsont
werp hebben behooren te vragen.
Zie in genoemd Gids artikel is aan
getoond dat de lagere school veel te weinig
voor het leven opvoedt en op 't Vakcongres
heeft de heer Borgesius zelf op omverha
ling dier oude school aangedrongen.
En nu, in plaats van dit onderwijs prae-
tisch te verbeteren, maakte hij een wet om
de menschen te dwingen hunne kinderen
van dit praetisch door hem geoordeelde
en veroordeelde onderwijs te doen »ge-
nieten".
Genoemde schrijver in de Gids schreef
terecht
»Maak (eerst) het onderwijs wat het be
hoort te zijn. Breng zoodoende eens de
lagere school in de maatschappij, dan zal
de maatschappij vanzelf komen tot de
school".
In dien geest hebben wij, voorstanders
der school met den bijbel, steeds gestreefd
en zullen 't blijven doen.
Op die wijze zal de leerplichtwet onze
kinderen al heel weinig kwaad doen.
Diegenen welke buiten zijn en die zij
zou behooren te treffen, vallen er eveneens
buiten.
Voor de tegenstanders der wet eene
lichtzijde, voor de voorstanders der wet
eene schaduwzijde der wet, waarmede wij
ons troosten.
Wij zullen nu afwachten of de minister
spoed maakt met de subsidieverhooging
voor de bijzondere school, in de Eerste
Kamer op een desbetreffende vraag van
dhr. Asch v. Wijck in 't verschiet gesteld.
In 't verschiet gesteld, en wel met zulk
een kracht dat hij zelfs van plan is, voor
't geval zijn ministrëel leven mocht wor
den afgesneden, als Kamerlid het ini
tiatief te nemen tot vervulling zijner belofte.
The monks of Melrose Made geede kale
On Fridays, when they fasted
They wanted neither beef nor ale,
As long as their neighbours' lasted.
Tot de vorstelijke personen, die door den
abt gracieus ontvangen en luisterrijk ont
haald werden, behooren Philips de Schoone,
aartshertog van Oostenrijk, de frivole, le
venslustige Bourgondiër, die in gezelschap
van zijne gemalin Johanna v. Arragon, zijn
graafschap doorreisde en bij die gelegen
heid het eiland Walcheren bezocht.
Een viertal huwelijksjaren laigen achter
hen, hoewel niet van ongestoord genot.
Niemand, die eenigszins de ligging der
grondlijnen in beider karakter nagaat, zal
zich over de wederzijdsche verkoeling der
echtelingen als oorzaak van dit laatste be
hoeven te verwonderen.
Toch was in de oogenblikke.n, waarvan
hier sprake is, de fiere, Spaansche vorstin
pur sang, nog ver van dien desolaten toe
stand, gevolg van een steeds voortgaand
proces van verstandsverbijstering, de heil-
looze erfenis harer grootmoeder Isabella,
welke ,zijn hoogtepunt zou bereiken in dé
middernachtelijke uitbarsting, door Gallaits
meesterlijk penseel zoo aangrijpend ernstig
op het doek vereeuwigd.
Een vijftiental jaren later bracht de zoon,
de rijke erfgenaam van vier vorstenhuizen,
met gouverneur en gevolg, een bezoek aan
Westhove, welk bezoek in den zomer van
1540 herhaald werd, toen hij de hooge
gast was van den toenmaligen abt Floris
v. Schoonhoven.
Bij dezelfde gelegenheid plaatste hij, de
machtige keizer, te Westkapelle in het ver
stoven duinvak de eerste staketsels voor
den beroemden zeedijk, de sterke borstwe
ring tegen de woede der golven.
Over 't algemeen waren de Middelburg
sche abten fier op het bezit van zulk een
grootsche, imposante stichting, zoo idyllisch
Dat zou iets wezen.
Het zou ons verzoenen met 's ministers
groote veranderlijkheid.
De openbare school slecht vinden en
later een wet maken om deze school met
geweld te bevolken, is inconsekwent.
Maar deze inconsekwentie, dat een Ka
merlid die in '89 de schoolwet en de sub
sidie bestreed, in 1901 voorstellen zou
deze wet te verbeteren door snbsidiever-
hooging, zouden wij dezen minister gaarne
vergeven. Wij zouden ze hoogelijk prijzen.
9 Juli 1900.
De Eerste Kamer heeft Yrijdag nog ver
scheidene wetsontwerpen aangenomen, o.a.
het boterwetje.
Naar aanleiding van het ontwerp tot
verhooging van het Hoofdstuk Marine bracht
de heer Putte de uitzending van de »Hol-
land" naar China ter sprake en drong op
groote voorzichtigheid aan. Terecht her
innerde de heer Putte, dat de mogend
heden het aan zichzelf te wijten hebben
dat zij thans in de nesten zitten, wijl zij
hadden moeten voorzien, dat het onrecht,
om in vollen vrede brokstukken van het
Chineesche grondgebied voor zich op te
eischen, vroeg of laat tot noodlottige bot
singen met de bevolking moest leiden.
De trammetjes kwamen er ook alle door.
Die van Zutphen naar Hengeloo, welke
een miljoen moet kosten en in de Tweede
Kamer slechts met één stem meerderheid,
waaronder de stemmen der beide daarbij
betrokken ministers, er door gesleept kon
worden, werd ook door de Eerste Kamer
met een geringe meerderheid aangenomen.
Het wijzigingswetje hooger onderwijs,
verbeterd door 't amendement-Lohman in
zake het toelatingsrecht voor bijzondere
gymnasten, kreeg, hoogstwaarschijnlijk juist
door deze verbetering, de stemmen der
van ouds bekende fanatieke anticlericaleu
Rutgers en Bergsma tegen zich.
De kinderwetten komen pas later aan
de orde; de Kamer is nu naar huis.
gelegen niet ver van de duinen, in de on-
middelijke nabijheid van de zee, wier hevig
bruisen men in de verte kan hooren.
Zij lieten dan ook niet na, het kasteel,
voor zoover doenlijk, telkens te verbeteren,
ja zelfs aanmerkelijk te verfraaien. Ter
nauwernood zouden dan ook deze kerkvor
sten uit den bloeitijd van het Catholicisme,
veronderstel het ware hun nog eenmaal
vergund, dit geliefkoosd oord te betreden,
ternauwernood zouden zij in Westhoves
tegenwoordigen bouw de kolossale stichting
van weleer herkennen.
En geen wonder.
Over de torens en tinnen van dit adel
lijk slot heeft zich ook in figuurlijken zin
menige donkere wolk ontlast. De geschied
schrijver moge niet alle wederwaardigheden,
Westhove overkomen gedurende den loop
van zijn bestaan, hebben opgeteekend, het
kasteel zelve met zijn grijs, eerwaardig
voorkomen, is een stuk historie, een stuk
historie in steen, een blijvend monument
te midden van wisselende tooneelen.
Vooral omstreeks het laatste vierde der
16e eeuw deelde het ruimschoots in de
veranderde tijdsomstandigheden.
In dien tijd begon over Zeelands schoone
landouwen het morgenrood der vrijheid te
dagen, waarvan de eerste stralen ook
Westhoves torentransen verlichtten.
Doch even als in de natuur de nieuw
geboren dag zich vrij worstelt uit de kluis
ters eener tastbare duisternis,* zoo breekt
zich ook de vrijheid eerst na moeitevollen
arbeid baan uit de donkerheid der tijden.
Geen volk word ooit op éénen dag ge
boren, ook het onze niet.
Hier en daar vertoonden zich zelfs on
rustbarende verschijnselen, schijnbaar van
achteruitgang en verval, waardoor de on
ingewijde haast zou gaan twijfelen, of de
langbegeerde vrijheid wel wezenlijk in
aantocht is.
Dergelijke gespannen toestanden door-
CHINA.
Eerst iets over het Tsoeng-li-Yamen,
waar Von Ketteler vermoord is.
Tot 1861 voerde in China hot ministerie
van koloniën de onderhandelingen tusschen
de regeeringen van China en de vreemde
mogendheden. Eerst in 1861, door den
vernederenden oorlog met Frankrijk en En
geland, vaardigde de Keizer van China
't bevel uit tot oprichting van een zelf
standig ministerie voor buitenlandsche za
ken: het Tsoeng-li-Yamen; dat oorspron
kelijk uit drie leden bestaande, thans tien
leden telt.
Met de zelfstandigheid van datregeerings-
lichaam is het maar naar gesteld. De
meeste heeren van den »Grooten Raad"
zijn tegelijk woordvoerders in het Tsoeng-
li-Yamen en hebben vau buitenlandsche
zaken zoo goed als geen verstand.
En de toestand is er niet op verbeterd,
sedert de nieuwe Chineezen (de Chineezen),
door de oude Chineezen (de Mandsjoe's)
in 't college overstemd worden; dezelaat-
sten toch weten er ook niets van en zijn
daarbij fanatiek gestemd tegen eiken vreem
den invloed.
Sir Harry Parker, die van 1883 tot 1884
Engelsch gezant te Peking was en thans
onderkoning van Indië is, zeide eens, dat
van het Tsoeng-li-Yamen een besluit te
erlangen, ongeveer hetzelfde was als om te
beproeven met een emmer zonder bodem
uit een put water te scheppen. Hij vond
het een physieke krachttoer met de heeren
van het Chineesch ministerie van buiten
landsche zaken te onderhandelen, en Cur-
zon noemt dit treffend juist, een mini
sterie van aarzeling".
Deze klacht wordt door alle Europeesche
diplomalen beaamd.
Allerkomiekst schijnt het toe te gaan in
het Tsoeng-li-Yamen, bij de ontvangst van
een vreemden diplomaat.
De Telegraaf beschrijft 't aldus:
Er worden allerlei lekkernijen, vooral
zoetigheden, gepresenteerd, hoewel de hee-
leefde men ook op Walcheren, op het
keerpunt in het leven van kerk en staat,
de eerste jaren na 1572.
Reeds in het hegin van dit laatste jaar
hadden Vlissingen en Veere de poorten
geopend voor de zaak der vrijheid en bin
nen eene maand was geheel Walcheren,
behalve de hoofdstad, voor den Prins ge
wonnen.
Met de Watergeuzen vereenigden zich
tal van soldeniers zonder hopman, om ge
zamenlijk het schoone eiland in alle rich
tingen te doorkruisen.
Zij legden brandschatting op kasteelen,
staken kerken en burchten in brand en
plunderden naar welgevallen.
Eene afschuwelijke zucht naar wanda-
lisme, door godsdienst noch staatkunde
gerechtvaardigd, en alleen uit den aard en
drang dier tijden te verklaren, maakte
zich van de gemoederen meester en uitte
zich soms op jammerlijke wijze. Vooral
had men het op de geestelijke stichtingen
en kloostergoederen gemunt. Ook West
hove moest deelen in de veranderde tijds
omstandigheden.
Vermoedelijk lag daar toenmaals eene
Spaansche bezetting, om den gewijden
burcht van O. L. Vrouw te vrij waren voor
de schennige hand van den woesten vrij
buiter.
Helaas, het mocht niet baten.
De bekende, woeste jjveraar voor de zaak
der vrijheid, Barthold Entes v. Mentheda,
een roover te land en vrijbuiter ter
zee een edelman, bandeloos in zijne
jeugd, gewetenloos op lateren leeftijd, roe
keloos in zijn laatste dagen, rusteloos zijn
gansche leven lang, wierp zich m dolle
woede op dit roomsche nest en gaf het
aan de vlammen prijs. Van het eens zoo
heerlijk slot bleef slechts eene ruïno over.
Later weer herbouwd, kreeg het toch nim
mer zijn vroegeren, oorspronkelijken luister
terug
ren weten, dat de gezant, met wien ze
zaken moeten doen, duizendmaal liever
dadelijk met de misschien dringende kwes
ties zou willen beginnen. Intusschen moet
de arme man zich op zijn harde bank, in
een leege kamer goed houden. Eindelijk,
als de schotels meloenen en geconfijte vruch
ten van hand tot hand gegaan zijn, acht
de vreemde diplomaat, na een half uur,
het tijdstip aangebroken om te beginnen.
De heeren van het Yamen knipoogen te
gen elkaar, als om te vragen: »Wie van
ons zal hem antwoorden?" Na een kor
tere of langere pauze, gedurende welke de
Noordenwind hoorbaar door de zaal blaast,
besluit een van hen te gaan spreken. Wat
gaat hij nu zeggen? »Neemt u een paar
van deze noten, ze komen uit een streek,
beroemd om haar vruchten". Dan volgt
een gesprek over de voortreffelijkheid der
noten en als dan eindelijk de zaak op het
tapijt komt, dan is hij nog niet veel nader
bij zijn doel, want alle menschen praten
door elkaar, zoodat natuurlijk niemand ver
staan kan wat ze zeggen. Soms probeeren
ze het ook op grove wijze, door het geduld
van den buitenlander uit te putten. Hun
vrees voor verantwoordelijkheid, als ze iets
toegestaan hebben, wat hun later spijten
zou, is voor een deel de schuld er van,
dat de leden van het Yamen zich tegen
over nieuwe ideeën, houden als een doove
tegenover tonen en een blinde tegenover
kleuren.
Tot de weinige vreemde diplomaten, die
niet alleen verstonden 't vertrouwen van
het Yamen te winnen, maar ook met eenige
leden van den hoogsten rang vriendschaps
betrekkingen aan te knoopen, behoorde de
heer Von Brandt, de vroegere Duitsche
gezant te Peking.
Ook de Russen behaalden sommigen
kleine triomfen met behulp van den roebel.
Den Engelschman Beresford is 't echter
eenige jaren geleden, zonder roebel en zon
der vertrouwenwinning gelukt, het Yamen
en de regeering te overtuigen dat de Chi
neezen den handel met de wapenen moe
ten beschermen; en een proef nemen welke
De eenmaal zoo schoone huizinge, door
breede en diepe grachten omgeven, stond
daar, eenzaam en verlaten, als een ver
splinterde eik in een zomerlandschap, te
midden van een weelderigen plantengroei,
een verlaten, vervallen burcht, waarvan de
dichter kon zingen
Du, Eulennest mit Mauern grau,
Gleich einem Witwenkleide,
Du scheinst mir immer wennich ich dich
[schau,
Ein König Lear auf der Heide.
Gelukkig duurde die vervallen toestand
slechts eenige jaren.
Zoodra Walcheren voor goed van het
juk der Spaansche tirannie was ontheven,
vervielen de kloostergoederen aan den
Staat. Zij dienden tot schadeloosstelling
voor bewezen krijgsdiensten, of werden
ten bate des lands verkocht.
De opbrengst daarvan strekte gewoonlijk
tot betaling van achterstallige soldij. Op
deze wijze kwam Westhoves „vervallen
huizinge, grachten, boomgaarden en bos-
schen", welker waarde te dien tijde op
ongeveer tienduizend gulden werd geschat
in 1579 aan Jhr. Heinrich Balfour, een
Schot, bevelhebber in dienst der Staten,
die het slechts een tweetal jaren heeft be
zeten en waarschijnlijk nog niet eens ge
durende dien korten tijd rustig heeft kun
nen bewonen, daar in die troebele, felbe-
wogen tijden zijne krijgsplichten hem veelal
elders riepen.
Bij 's mans dood werd het landgoed
namens zijne weduwo, die zich inmiddels
naar Schotland had begeven, door do voog
den van haren nog minderjarigen zoon
publiek verkocht.
Wordt vervolgd.