NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 117. 1900.
Zaterdag 7 Juli.
14e Jaargang.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Bnitenlandsch Overzicht.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGEWERWEST, te Goes
r. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
B|j dit Nummer behoort een bijvoegsel.
FEUILLETON.
Het kasteel Westhove op
Walcheren.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
DE UNIE
„Een School met den Bijbel".
Collecte van 3 Augustus.
Aan de Correspondenten en Besturen
van de Locale Comitó's voor het Volks
petitionnement.
Mannen Broeders!
Bij vernieuwing is de Augustus-of Unie-
Collecte in aantocht.
Wat zal zij dit jaar opleveren?
Eene droeve teleurstelling? of eene blijde
verrassing
Niemand, die het nog weten kan.
Maar, wat wij wèl weten, is, dat hare
uitkomst ons tot hartelijke blijdschap zal
stemmen, indien wij bij dezen arbeid door
Gods Geest worden bezieldmet geheilig-
den ijver voor de School mot den Bijbel
worden vervuld, en in Zijne kracht alles
doen, wat in ons vermogen is, om op een
goeden uitslag te mogen hopen.
Hoe staat het daarmede hij U?
Gevoelt Gij met ons, dat het ook bij de
Unie-Collecte gaat oin de eere Gods, om
het heil onzer kinderen, om het welzijn
van ons dierbaar Vaderland?
Onderzoekt u zeiven nauw en bidt om
moed, kracht en genade om ook nu weer
de Augustus-Collecte naar wensch te doen
slagen.
De Unieblaadjes ter verspreiding liggen
bij duizendtallen gereed.
Het getal benoodigde Ex. wordt U na
aanvrage terstond gezonden.
Verzekert U van de noodige hulp.
Wacht op Gods vaderlijke trouw.
Zorgt, dat de Collecte door eene ure des
gebeds worde voorafgegaan.
En Hij, die machtig is om den moede
kracht te geven, zegene U bij allen arbeid
voor onze
Twee en Twintigste Jaarcollecte voor
de School met den Bijbel.
Bet Bestuur der Unie »JEen school met den
Bijbel
Baron Schimmelpenninck van der Oye
van Hoevelaken, te Hoevelaken, Voorzitter.
Mr. T. P. Baron Maekay, te 's-Graven-
hage, Penningmeester.
(2
Ver volg
Langzamerhand was ik al voortwande-
lend genaderd tot de welbekende, forsche
arduinsteenen kolommen aan de rechter
zijde van den weg, welke den toegang aan
wijzen tot het kasteel Westhove en zijne
omgeving.
Eene sierlijke, breede oprijlaan met koog-
opgaand geboomte, haast van onafzienbare
lengte, zich verliezend in het donker loo-
ver, en bijna in het midden rechthoekig
gesneden door eene dergelijke allee, leidt
tot het schoone landgoed, welks oorsprong
tot de grijze oudheid opklimt.
Heeft men het punt bereikt, waar beide
lanen elkander kruisen en wendt men zich
vervolgens naar links, dan ziet men al heel
spoedig de grijze torens en torentjes van
het kasteel tusschen de omgeving door
linken en weldra staat men vis-a-vis dit
waardig monument der oude tijden, dat
tot op heden met het slot Ter Hooge van
graa v. Lijnden, den trots uitmaakt van de
bewoners van Walcheren
Zeer waarschijnlijk dag teek ent deze stich
ting reeds uit de 9e eeuw uit het zooge
naamde Friesch-Frankische tijdvak, toen
Walcheren met langer do zetel was van
den heidenschen eeredienst en geen priester
meer rechtsprak in orakelen, honderden
jaren nadat de broozo schepter van godin
Nehalennia voor goed lag verbroken en men
niet langer eerde en diende met ontzag
het geestenheer der waatren en hoorde ze
in 't stormgeloei en in der golven klaatren.
Mr. Th. Heemskerk, te Amsterdam, As
sessor. (2de Voorzitter).
J. C. Wirtz Cz., te Bednm. Assessor.
W. C. van Munster, te Leeuwarden.
D. Wijnbeek, te Zwolle.
A. Brummelkamp, te 's-Gravenkage.
Mr. W. H. J. Baron van Heemstra, te
Driebergen.
J. Oerlemans, te Drongelen.
M. de Jonge Jz., te Goes.
Ds. J. L. Pierson, te Hengelo (G.).
Ds. G. H. Wagenaar, te Leeuwarden.
R. Derksen, te Rotterdam (Kievitstraat
40), Secretaris.
6 Juli 1900.
Door aanneming van het amendement-
Kuyper is een verbetering aangebracht in
het belasting wetje dat dezer dagen door de
Tweede Kamer is aangenomen.
De heer Kuyper heeft gedaan "gekregen
dat voortaan de gemeente-ontvanger onder
scheiden zal tusschen vermogen uit bezit
en vermogen uit arbeid verkregen.
Een werkman die f 800 's jaars mot
handenarbeid verdient en een heer die
f 800 jaarlijks rente trekt van zijn kapi
taaltje behooren niet evengelijk te wor
den aangeslagen.
Wanneer die heer komt te sterven heeft
zijn weduwe die f 800 inkomen nog. En
sterft de werkman dan daalt die jaarlijk-
sche inkomst van f 800 met hem ten grave.
Opdat er van die f 800 nog iets over-
blijve, moet hij in eene Levensverzekering
gaan en zich jaarlijks een, zij het ook vrij
willige, maar dan toch zeer drukkende be
lasting getroosten.
De draagkrachten dier beiden verschillen
veel, ja kunnen zelfs niet met elkander verge
leken worden.
De een dient hooger, de ander lager be
last te worden.
Gelukkig dat de Tweede Kamer dit met
dr. Kuyper eens was en, alvorens het
progressie-wetje aan te nemen, er nog
even deze goede bepaling heeft ingelascht.
Er waren nog meerdere goede gronden
voor; doch deze is zeker wel de meest
tastbare.
Wie van arbeid leven moeten, mogen er
dankbaar voor zijn.
Het was het tijdperk, waarin Walcheren
ontzaglijk veel te lijden had van de inval
len der Noormannen, die van uit dit oord
hunne strooptochten in Vlaanderen onder
namen. Een hunner meest geduchte aan
voerders, de gevreesde Rollo, de latere
schoonzoon van Karei den Eenvoudige, door
zijn huwelijk met diens dochter Gisela,
ontzag zich zelfs niet op het einde der 9e
eeuw het schoone eiland grootendeels te
verwoesten.
Het zou ons in geenen deele verwonde
ren, indien Westhove toenmaals gebouwd
werd, om als sterkte of grensvesting te
dienen voor of tegen die ruwe barbaren,
evenals het nabijgelegen Duinbeek, waar
mede naar men wil, het kasteel Westhove
door een onderaardsche gang was ver
bonden.
Vermoedelijk kwam het later in handen
van de Tempeliers, die machtige, invloed
rijke orde, wier leden zich meest allen door
groote dapperheid onderscheidden.
De Tempelridders trachtten te midden
van de hen omringende weelde, de vroo-
lijke, lustige levenswijze van den krijgsman
met de strenge devotie van den monnik te
vereenigen, eene poging, welke, zooals be
grijpelijk is, moest falen en schipbreuk
lijden op het tegengestelde karakter van
beide.
De strijd, dien deze wereldsche geeste
lijken hadden te voeren, was, behalve die
tegen de ongeloovigen, nog een andere, veel
zwaardere, het was n.l. de strijd tegen eene
ontzenuwende weelde, tegen de verfijnde en
meer grove uitspattingen van den wellust.
Zij hadden matigheid gezworen, eene
deugd vrij gemakkelijk te beoefenen in
dagen van onspoed of verval, daarenboven
kuischheid, evenzeer licht te betrachten,
Ter overdenking. In «Hot Volk" vindon
we de volgende opmerking:
»Klassebowuste arbeiders, die in hun vak-
voreeniging strijden tegen hot kapitaal,
hebben te zorgen, dat de eonigo lektuur
in hun huisgezin, de krant, uitdrukking
zij van hun gevoelens.
«Niet de Volksbladen", maar degelijke
arbeidersbladon zijn lektuur voor het werk
mansgezin."
Wij zijn zoo vrij dit over te nemen met
eene kleine wijziging en dan luidt het
aldus:
«Zelfbewuste antirevolutionairen, die in
Kerk, School en Pers strijden tegen de
Revolutie, hebben te zorgen, dat de lektuur
in hun huisgezin, dus ook de krant, uit
drukking zij van hunne gevoelens.
Niet de «Volksbladen'" maar degelijke
antirevolutionaire bladen zijn lektuur voor
hunne gezinnon". N. Prov. Oron. Crt.
Een zot geval.
Te Kampen is dit jaar bij het eindexa
men aan het gymnasium een candidaat af
gewezen wegens bedrog, er is namelijk een
koninklijk besluit, dat tot die afwijzing
onder zoodanige omstandigheden verplicht.
Mr. Nanninga Uiterdijk komt in de
bladen hiertegen op. Hij ontkent dat be
drog zou zijn gepleegd in den zin van hot
koninklijk besluit.
De afgewezen candidaat is een knappe
jongen die goed was in alle vakken en
wiens schriftelijk werk voor 't Grieksch ook
goedgekeurd was, toen dr. A. J. Dronkers
gecommitteerden er op wees dat het ter
vertaling opgegeven stuk niet overeenkwam
met de vertaling. Bij nader onderzoek bleek
dat de candidaat een stuk uit Thucydides
had vertaald, wat ook door dr. Dronkers
was opgegeven, doch met uitlatingen en zie
die uitlatingen bleken ook vertaald.
De candidaat Hartgerinck bekende
deze vertaling thuis, tevoren te hebben
klaar gemaakt en dat hem op een spiritis
tische seance, door tafeldans, in een ge
zelschap vrienden aan den «geest", gestelde
vraag welke Grieksche vertaling op het
examen zou worden opgegeven, door mid
del der tafelspraak was geantwoordThucy-
zoo de verleiding verre bleef, maar wat,
zooals hier het geval was, indien met ie-
deren dag schier de rijkdom der schatten
toenam en meer liefelijke gestalten dan een
Madonna deze cosmopolieten op hunnen
weg ontmoetten
Is met dit alles voor oogen het treurig
verschijnsel zoo moeilijk te verklaren, dat
de orde der Tempelridders voor de stem
der verleiding bezweek en zich ter onza
liger ure in een bedwelmenden slaap liet
wiegelen door eene verslappende weelde, te
midden eener bijna oostersche pracht
Zwaar, zeer zwaar zelfs heeft de orde
vooral in Frankrijk voor dit vergrijp moe
ten boeten. De wetten van het zedelijk
recht laten zich evenmin straffeloos schen
den als die der natuur. Er volgde een
toestand van inzinking en diep verval.
Dit moment had de loerende blik van
den vijand afgewacht, om de weerloozen
des te gemakkelijker te kunnen treffen.
Woedende vervolgingen ontbrandden, vree-
selijke folterpijnen moesten worden door
staan en brandstapels beklommen.
Zelfs den grootmeester werd zulk een
jammerlijk lot niet gespaard.
Wie, die van de gruwelen hoort, door
helsche staatkunde ingegeven, zou niet
klagen met Vondels „rei van Clarissen,"
Soo velt de zeys de koronayren,
Soo schud een buy de dorre blaeren,
Wanneer het stormt in 't wilde woud.
Gelukkig dat de schim van deze Tem
pelridders in hunne opzichtige sneeuwwitte
mantels met zilveren kruisen, niet na hun
verscheiden verontrustend rondwaarde langs
de torentransen en in de gewelfde gangen
en ruime zalen van Westhoves kasteel,
zooals naar luid der sage, de fiere gestalte
dides liber 7 caput 73 en bij een herhaalde
vraag liber 5 caput 14; de candidaat had
hierop deze bladzijde geprepareerden zie
men kreeg ze juist op 't examen.
Ziehier de reden der afwijzing. En hier
tegen komt nu mr. N. U. op. Hij noemt dit
geen bedrog, maar alleen een profiteeren
van een geboden kans om een goed cijfer
te erlangen.
Andere candidaten te dierzelfde seance
tegenwoordig geweest, werden niet afge
wezen.
De staking der bootwerkers houdt aan.
Gisterenavond hadden zij weer vergadering
waarin verschillende sprekers hot woord
voerden. Helsdingen die tot volhouden
aanspoorde, afgaf op den R. K. Volksbond
die weigert mee te doen, en aandrong op
aansluiting en samenwerking met den in
ternationalen bond van boot- en dokwerkers
in Engeland.
Zijn rede werd hartstochtelijk toege
juicht. Vrouwen staken op het podium
een ertswerkersschop en piek in de hoogte,
onder toenemend gejuich in een tot stik-
kens volle zaal.
Medegedeeld werd dat ook de ertswer
kers het werk gestaakt hebben.
Schipper Tans maande allen aan het
werk niet- te hervatten voor alle eischen
voor allen ingewilligd zijn.
Ook de sleepers en voerlieden staakten.
Hunne eischen zijn een werktijd van 6
uur 's m. tot 7 uur 's av. doch na 6 uur
's av. geen laden meer. Het loon f 13 en
f 14. Iedere rit op Zondag 50 en op
feestdagen 25 cent per uur en extra f 1 en
f2 voor een halven of heelen dag. Bij
ziekte f 10 's weeks uitkeering schafttijd
van 122 uur.
De staking is algemeen. Er heerscht
diepe rust op de booten aan de Boompjes.
EUROPA.
Dat de verbondonen in China, ook En
geland, samen doen, geschiedt uit vrees
voor erger; en uit gemeenschappelijkheid
van belangen; niet uit liefde.
van hunnen grootmeester telken jare en
wel op den gedenkdag van de verdelging
zijner orde, geharnast pleegt te voorschijn
te treden, om zijne ridders, zij het ook te
vergeefs, in gehoorzaamheid aan hunne
eenmaal plechtig afgelegde gelofte, op te
roepen voor den heiligen krijg. Op het
einde der 13e eeuw was Westhove het
eigendom van de beroemde abdij van Onze
Lieve Vrouw binnen Ze.elands hoofdstad.
Tot dusver had het behoord aan het
geslacht der heeren van Borsele en zou,
bij eene verzoening over den doodslag door
een der leden van dit doorluchtige geslacht
aan een abt begaan, aan genoemde abdij
zijn afgestaan, welker verschillende abten
elkander in het bezitsrecht dezer heerlijk
heid opvolgden.
Het is bekend hoe de abdij door de bis
schoppen van Utrecht en de graven van
Holland mild werd bevoorrecht, zelfs door
tal van voorname edelen ruimschoots werd
bedacht. Ze was dan ook de parel en
kroon der Zeeuwsche stiften en telde een
aantal dappere leenmannen, ten allen tijde
bereid om deze machtige stichting desnoods
met wapengeweld te helpen verdedigen
tegen iederen schennigen aanval. Meer
dan drie eeuwen was deze abdij het cen
trum van alle kerkelijk en wereldlijk gezag.
De kerk, welke bij deze stichting behoorde,
was door eene fijnbewerkte, .gewelfde
steenen galerij met hot klooster verbonden.
Op gezette tijden plachten do geestelijken
met rozenkrans en gebedenboek gewapend,
en door klokgebrom begeleid, in statige
rijen langzaam onder die overdekte zui
lengang voort te schrijden naar hun hei
ligdom.
Inwendig was deze kathedraal fraai ver
sierd. Boven het hoogaltaar prijkte o. a.
Dat Europa Engeland haat, gelijk het een
halve eeuw terug Frankrijk haatte, laat
geen twijfel over.
Een Engelsch blad heeft twee opstellen
opgenomen, waarin uiteengezet wordt
waarom Europa Engeland haat.
Het eene artikel is van Rodenborg, een
Duitscher. het andere van Brunótiöre
een Franschman.
De Duitscher gaat de geschiedenis na
sedert „la helle Alliance" van Waterloo
en herinnert dat Engeland Duitschland
daarna altijd in den weg gezeten heeft.
De eerste onvriendschappelijke daad was
de houding van Engeland toen Denemarken
in 1848 Sleeswijk-IIolstein nam, welke
houding Duitschland diep vernederde.
Engeland, dat de beweging voor Italië's
eenheid met geestdrift toejuichte, toonde
weinig ingenomenheid met het streven
naar eenheid in Duitschland. De oorlogen
van 1866 en 1870 werden door Engeland
als afschuwelijk „onzerzijds" geschilderd.
Het was Engeland dat in de Luxemburg-
sche quaestie Pruisen in 't geheim tegen
werkte. Reeds in 1886 wendde de heer
Gladstone al zijn invloed aan om Bismarck
„den vredestoorder" van zijn plaats te ja-
geu. De Britsche regeering weigerde in
'70 den uitvoer van steenkool, wapenen en
munitie naar Frankrijk te verbieden, en
stelde aldus Frankrijk in staat, den strijd
ten koste van Duitschland voort te zetten.
De openbare meening was, met enkele
uitzonderingen vijandig tegen Pruisen.
Na 1871 toen Duitsche en Engelsche
handelsbelangen in botsing kwamen, ver
anderde de Britsche minachting in afkeer,
naijver, haat.
Brunetière, redacteur der «Revue des
Deux Mondes", verklaart, dat zonder eeni-
gen twijfel de openbare meening in Frank
rijk, Zwitserland en België om alleen
van Fransch sprekende landen te gewagen
partij gekozen heeft tegen de Engelschen.
Tegen het einde der eeuw, die in de
geschiodenis genoemd zal worden de eeuw
dor herleving en herboorte van volken, en
waarin het dus de grootste staatkundige,
de grootste internationale misdaad is, een
volk te vernietigen, heeft Engeland niet
geschroomd, juist dit misdrijf te begaan.
De heer Brunetière klaagt, dat, terwijl
de wereldberoemde schilderij van Jan Gos-
sard, de afneming van het kruis voorstel
lende, welk schilderij naar matige bereke
ning eene waarde van minstens vijf en
zeventig duizend dukaten vertegenwoor
digde.
De verschillende altaren waren bedekt
met zeer kostbare, luchtige kleeden, van
fijngesponnen zijde, waaronder éón schitte
rend van goud en edolsteenen, bijbelsche
tafereelen te zien gaf, een moesterstuk
alzoo van fijn borduursel.
Op het binnenplein van dit aloude kloos
ter getuigde evenzeer van don luister dor
prelaten, die van hier uit, als in eene on
neembare veste, hun machtigen schepter
zwaaiden.
Vooral was dit het. geval op den H.
Sacramentsdag, wanneer n.l. de reliquie
van het H. kruis in plechtigen optocht
werd rondgedragen.
Aan het hoofd der processie ging de
abt in plechtgewaad, omstuwd door de
geestelijkheid van hoogen en lageren rang
en gevolgd, behalve door de regeoring der
stad, door de schutterijen van Middelburg
en Arnemuiden met hare wapens en bla
zoenen. De gilden en de leden van de
kamer van rhetorica besloten den optocht.
Eene tallooze schare van devoten en nieuws
gierigen woonde deze plechtigheid bij.
Genoemde hoogtijden waren ongetwijfeld
eene welkome afwisseling in het eentonig
leven dezer kloosterheeren, die echter nu
eenmaal zulk eene lotsbestemming hadden
gewild en daarbij gewoonlijk niet tot de
lieden behoorden, welke naar verandering
staan.
Wordt vervolgd.