üsT
NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 116. 1900.
Donderdag 5 Juli
14e Jaargang,
n
li s
ld
li d
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
iiden.
[S Co.
Ilburö.
)EM
loodig'd,
11-g.
E3D I
;e prijzen,
crent".
er flacon bij
laars
W. DE KAM,
Men
rOllltlg
jieclit
ksE, Koude-
SSSEN, Oost-
In een gezin
iode,
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
Goes
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Het kasteel Westhove op
Walcheren.
dft 2 0.
eden.
aliteit.
|)lank en puik
iHS,
Middelburg.
en 6 Augus-
alf bij
|v a s t werk
lljIS, Zwanen-
Ier
|Pz.
Oostkapelle.
I-Amerika ter-
én tweede
endienst-
Kamperland.
J AK SLUIJS,
■ingen.
Inwoordige,
en liefst uit
r, Spanjaard
erwest Goes-
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 1—5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1—5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
bbscss£k2<«££»am
4 Juli 1900.
De Vereeniging van Hooger Onderwijs
op Gereformeerden grondslag hield vorige
week haar 20ste jaarvergadering te Haar
lem. 's Avonds te voren trad voor een
groote schare ds. Oranje op met een rede
naar 2 Kron. 4 waarin de bekende woor
den «de dood is in den pot" voorkomen.
Den volgenden dag trad prof. Woltjer
op met oen rede over de taak en de toekomst
der litterairscho faculteit, met haar vier
ledig doel in 't belang ook van andere
faculteiten en van de wetenschap. Des
middags hield, gelijk wij uit De Standaard
overnemen, prof. Pabius een rede over het
rechtsgeleerd onderwijs aan de openbare
Hoogescholen.
Spreker begon met aan te toonen, dat
zulk een wetenschappelijk betoog zeer goed
kan worden geleverd voor een schare, als
hier aanwezig was, en beriep zich daarbij
op Groens uitspraak, dat de deugdelijkheid
der wetenschap, door den aard barer uit
komsten op de proef kan worden gesteld
zelfs door den eenvoudigste, die gelooft.
De vraag naar de beginselen, waarop
het rechtsgeleerd onderwijs aan de open
bare Hoogescholen steunt en naar de uit
komsten die het brengt, moet worden
gesteld uit liefde tot God en - tot den
naaste. Een antwoord op die vraag te
zoeken is plicht, omdat gansch het volk,
dus ook de voorstanders der bijzondere
school, schuldig staat aan de zonde van
het openbaar onderwijs.
De vraag naar de beginselen is eenvou
dig te beantwoorden. Men leeft niet meer
in de dagen van Spinoza, die nog sprak
van «gehoorzaamheid aan God", maar heeft
zich welbewust aan het gezag van Cods
Woord onttrokken; de rede hoerscht opper
machtig, zooals do heer Cort van der
Linden 't eens uitsprak.
Met een groot aantal uitspraken van
moderne rechtsgeleerden bewees spreker
dat de ervaring van onze dagen de som
bere woorden van Groen ten volle beves
tigt; «aan alle zijden getuigen verwar
ring en geweld wat er, na verzaking der
Christelijke beginsels van de gefolterde
volkeren wordt."
FEUILLETON.
die alten weiszen Zinnen
Stehn, versinkt in tiefes Triiumen,
Triiumen sich mit schwerem Sinnen
Zu vergang'nen Zeitenraümen.
Ik weet niet, waarde Lezer, of ge met
mij behoort tot die klasse in de maatschap
pelijke samenleving, welke bijna onafge
broken het geheele jaar door haast op de
minuut af de dagtaak moet beginnen.
Zoo ja, dan zult ge, even als ik, ook
wel meermalen de aangename, prettige ge
waarwording hebben ondervonden, welke
ontstaat, indien n.l. voor eene wijle de
gewone, eenvormige dagtaak mag worden
afgebroken en het uitzicht u wordt geopend
van vrije beschikking over uwen tijd.
Dan kan zich overigens bij alle genot in
den arbeid een gevoel van verlichting van
ons meester maken, niet ongelijk aan dat
in de schooljaren, als de zomervacantie
egon, welke, hoe lang ook, nog te kort
/fjom a"e reeds lang te voren beraamde
ÏLn Po„Van de,n knaap te kunnen volvoo-
in vVoolijk!!V3ji^atoPanningrmS;
mine- met Mill™ opgewonden stein-
g Now mw f°" wilLen uitroepen
„Now my task ls smoothly done
I can fly, or I can run,"
zij het ook met m dien verheven zin
waann de dichter zulks bedoelde
Eene vroolijke stemming desgemoedsis
onmisbaar om iets van de poëzie te erii
pen, welke overal is te vinden, niet het
nnnst in de Natuur, dit woord in
meest gewone, alledaagsche beteekenis ge
nomen van al het geschapene. Anders mist
Vervolgens toonde spreker uitvoerig aan
wat de uitkomsten zijn van een onderwijs
in de rechtsgeleerpheid, dat enkel met de
rede te rade gaat Op het gebied van het
staatsrecht kwam men bijv. tot een be
schouwing van het koningschap, die dat
koningschap verlaagt, neen geheel weg
cijfert we hebben, zoo zei onder anderen
do hoogloeraar Oppcnheim, een volksre-
geering, en men zegt het ons duidelijk,
dat als wij het voor het koningschap op
nemen, daarin voor de vrijzinnigheid wel
aanleiding kon zijn om het geheel af te
schaffen.
We hebben volkssouvereiniteit, dat zegt
men; alleen niet. in ons eigen huis,
waar men met leerplicht bijv. binnen
dringt.
De grondslagen van het recht worden
aangetast, wat ook op het gebied van het
strafrecht duidelijk uitkomt. Men straft
den misdadiger niet meer, men beloont
hem; alleen vindt hij de belooning niet
altijd aangenaam. Hij ondergaat een koste-
looze verbeteringskuur, en hoever men
daarmee gaat toonde spreker aan met
eenigo mededeelingen over hot in enkele
plaatsen van Amerika gevolgde Elmira
stelsel, waarbij men de gevangenen in drie
klassen verdeelt, en die der le klasse kleedt
in een marineuniformhun een karpet op
den grond geeft, verschillende vleeschspij-
zen en versche visch verschaft. Men «ver
betert", maar toch neemt het aantal her
haalde malen veroordeelden toe; men sluit
enkelen op in het algemeen belang, zoodat,
naar een Franschman opmerkte, het paieis
van justitie dient herdoopt in paleis van
nationale defensie.
Vervolgeus merkte spreker op dat onze
voornaamste rechtinstellingen worden be
dreigd; ons erfrecht, het eigendomsrecht
enz. zoodat er in het stelsel van de hui
dige rechtsgeleerden dus eigenlijk ook niet
meer van onteigening kan worden ge
sproken.
Alle begrip van recht verdwijnt; recht
en mode bijv. worden op eene lijn gesteld;
men noemt recht wat gewoonte werd, en
zoo wordt op schrikkelijke manier de ma
jesteit van het recht neergehaald, vooral
de geest de noodige onbevangenheid, om
de opgenomen beelden van de buitenwe
reld naar behooren te verwerken, en is
alzoo ongeschikt om de schepping, in al
haar varieerend schoon van vormen klein
te genieten.
Gelukt het den mensch echter de zorgen
des levens eenige oogenblikken te bannen,
den geest daardoor te ontspannen, dan is
hij eerst recht voorbereid, om ten volle
natuurgenot te smaken.
Onwillekeurig beginnen dan boscli en
beemd te vertellen, de bloemen der weide
te-dansen; het is de sprake der natuur,
welke de majesteit van den Schepper ver
kondigt.
Zoo was het ook voor schrijver dezes
op een morgen van een schoonen zomer
dag. Reeds vroeg, heel vroeg zelfs was ik
wel niet het gewoel, maar dan toch de
bekrompenheid der betrekkelijk ruime
Zeeuwsche hoofdstad ontvloden, om na een
uurtje rijdens, in Gods vrije schepping
rond te dwalen.
Het was een heerlijke ochtend, een
ochtend, dien ik niet zoo spoedig zal
vergeten.
Des nachts had het vrij sterk gedauwd.
De zon, als een bruidegom uitgaande uit
de slaapkamer jammer dat wij Hollan
ders deze als dame begroeten de zon
had echter heel spoedig de zomernevelen
weggevaagd en deed in den dauwdruppel
haar veelkleurig, glinsterend licht schitteren.
De ochtendgroet van de zon, hij werkt
zoo heilzaam op iederen mensch. Door dien
groet
Voelt zich de kranke half genezen
En schept de lijder moed.
De tocht ging, zooals reeds gezegd is,
van Middelburg uit en wel langs Seroos-
kerke met zijne welvarende bevolking en
bijv. door den Utrechtsen hooglcoraar Ha
maker. Maar al tast men het recht aan,
daarmee gaat do wereld nog niet uit. De
kreet om recht bijv. die uit Zuid-Afrika
klinkt, vindt weerklank in gansch do we
reld; hij kan niet wordon gesmoord zelfs
niet in het bloed, dat de helden van
Zuid-Afrika offerden.
Ten slotte stond spreker nog stil bij do
verplichting die do Christenen, vooral de
Gereformeerden in den lande, hebben te
vervallen. Men heeft te strijden en vooral
te waken, dat men zijn zonen niet over-
levere aan de openbare Hoogescholen. In
Frankrijk heeft men, voor de revolutie
uitbrak, met de prediking der revolutie
gespot, maar dat spotten is met stroomen
bloeds betaald. I)at zij ons allen een
waarschuwing. Want ook in onze dagen
en in ons land zijn we ver gekomen, ge
tuige reeds het enkele feit dat onze Koningin
bij haar inhuldiging een geestverwant van
Robespierre als minister van justitie had.
Daarom ook hier met ernst tegen het
kwaad opgetreden on godaan wat onze
hand vindt om te doen.
De 20ste eeuw zal een menschenrubriek
rijker zijn: slachtoffers der Arbcids-wet-
geving.
Ret Volk luidde ze reeds in; en noemt
al vast: Een suikerwerker, arbeidersver
tegenwoordiger in do Amsterdamsche Kamer
van Arbeid voor voedings- en genotmid
delen, wien zijn patroon om dit lidmaat
schap werk weigerde. Een rangeerder,
Morin, dien de Holl. IJzeren Spoorweg
maatschappij ontsloeg omdat hij een werk
weigerde waartoe hij volgens de wet on
verplicht was. Een naaister die bij een
firma werd weggejaagd, dewijl haar vrijer
de politie waarschuwde dat deze firma de
arbeidswet overtrad. En te Almeloo een
werkman gedwongen als lid dor Kamer
van Arbeid voor do textiel-vakken (wovo-
rijen) te bedanken.
Natuurlijk beeft iedere patroon het recht
te eischcn dat zijn knecht al zijn tijd en
krachten in zijn dienst wijde en geen werk
zaamheden elders verrichte in de uren van
zijn baas.
nog niet lang aangelegde schoone buiten
plaats Vrederust, het sieraad van het dorp,
alsmede Oostkapelle, welks oude, grijze
toren reeds van verre zonder blozen boven
het gebladerte uit kwam kijken.
Hier verliet ik het rijtuig, om den prach-
tigen, lommerrijken straatweg naar de
sraalstad Domburg te voet te vervolgen.
Aan beide zijden door geboomte en kreu
pelhout omgeven, slingert zich deze in be
vallige bochtendoor vruchtbare landouwen,
afgewisseld door malsche klaverweiden.
Hier en daar kon ik bij een zoogenaam-
den „dam" waar het kreupelhout ontbrak
het oog laten weiden over do bekoorlijke
vlakte, met het zwart- en roodbonte rund
op den voorgrond, dat drooinend lag te
herkauwen in de schaduw van cenige
braamstruiken.
Ver op den achtergrond verhieven zich
langs Walcherens westkant de hoogc top
pen der duinen, als zoovele zwijgende,
doch welsprekende getuigen van de maje
steit der zee en de trouw van den Schepper.
Nu en dan was ik gedurende den ge-
lieelen tocht aangenaam verrast geworden
door de bekoorlijke ligging van de eene
of andere buitenplaats, meestal bewoond
door patricische families, welke niet minder
gehecht schijnen te zijn aati liet erfgoed
hunner vaderen dan Naboth aan zijn wijn
gaard, en daarbij het stille gezonde buiten
leven nog poëtisch genoeg vinden, om dat
te verkiezen boven de rumoerige drukte en
het gewoel der steden.
Toch en met smartgevoel moet het
wordon erkend is in de laatste helft
dezer eeuw hot aantal beduidend toege
nomen van die families, welke het land
goed harer vaderen om allerlei oorzaken
aan anderen overlaten, soms aan goden
van veel minderen of geenen rang, en den
schoonen Zeeuwschen lusthof gaan verwis-
Toch zullen deze dwingoudo patroontjes
aan hot kortste eind trokken.
In onzen tijd zal het steeds moer gewoonte
worden, trouwens de wotgoving richt zich
ook hiernaar in, dat flinke werklieden ge
durende enkele uren in de maand aan hun
werk onttrokken worden om het algemeen
belang te dienen.
En een patroon die dit door de over
macht van zijn positie belet zal ten slotte
even dwaas blijken als de man die meende
een trein op den weg te kunnen tegen
houden.
De liberalen te Middelburg hebben zich
voor de verkiezing van den heer Den Bouw
meester geducht geweerd. Nog in ons vorig
nom mer heeft »Een Evangeliebelijder" eenige
staaltjes genoemd van den min eerlijken
zin die hunne leiders daarbij bezield heeft.
Wij zullen hierover niet napleiten.
Wij wensehen evenwel één misverstand
weg te nemen.
Aan den vooravond der verkiezingen, dus
vóór wij dit konden tegenspreken, heeft
de president der liberale kiesvereeniging
verteld dat. wij in ons no. van 26 Juni ge
sproken hebben van der liberalen wanbe
heer in vorige jaren.
Dc eenvoudige lezer maakte hieruit op
dat wij de liberalen van „wanbeheer" heb
ben beschuldigd. Een verdachtmaking die
wij niet aanvaarden.
Bedoeld noch gezegd.
Weer een werkstaking onder de Rotter-
damsche bootwerkers.
Het had lang gehangen en gespannen.
De IIolland-Amerika Lijn had hare 200
werklieden die den eisch van 100 pCt.
extra loon na 9 uur 's avonds handhaafden
«uitgesloten", en getracht andere werklie
den aan te nemen; 30 werklieden hadden
zich toon aangemeld, op de voorwaarde van
25 cent per uur en 50 pCt. na 9 uur.
Deze week werd in een groote vergade
ring door 1200 bootwerkers besloten tot
algemeene werkstaking, geleerd als men
zich achtte door dc ervaring dat een par-
tiüele werkstaking niets dan eigen schade
en 't belang der patroons bevordert.
selen met het vorstelijk 's Gravenhage.
Sinds het einde der vorige ik bedoel
de 18e eeuw is liet aantal lusthoven
in Walcheren, zoo groote als kleine, gaan
deweg tot op do helft verminderd.
Te vergeefs zoekt, om enkele haast ver
geten namen te noemen, de geschiedvor-
scher het kasteel Aldegonde met zijne diepe
en breede grachten, dat reeds in de 14e
eeuw de ronde torens en kanteelen statig
verhief boven het geboomte dit historisch
plekje, door keizer Karei V zelfs de oer
waardig gekeurd van tijdelijke verblijfplaats,
loon bij gereed stond, in gezelschap zijner
beide zusters Loonore en Maria, de Neder
landen te verwisselen met een klooster te
midden eener doodsche stilte aan Estre-
raadura's noordelijke grens. Evenmin speurt
het meest doorzoekend oog iets van de
pracht en praal van Sandenburgs kasteel,
eenmaal te vinden in de onmiddellijke na
bijheid van hot markiezaat van Veere, en
naar men meent, daarmede door eene on-
deraardsehc tunnel verbonden.
Slechts nn en dan wordt de landman,
hoewel op minder prettige wijze, aan het
vroeger bestaan dezer aloude heerlijkheid
herinnerd, als het glimmend kouter stoot
op de harde stcencii, welke eertijds de
fondamenten van dezen burcht uitmaakten.
Welk oonc ernstige, droeve sprake gaat
ook van dc plaats van deze aloude burch
ten uit, wier namen nog slechts getuigen
van vroegere glorie.
Voor den echten Zeeuw zijn dit wee
moedige herinneringen. Zij spreken hom
van achteruitgang en verval. Zoo gaarne
zag hij zijne schoone nog voel to weinig
bekende provincie in vroogeren luister.
En zoo hom die illusie ieder oogenblik
wordt ontnomen, toch kan hij niet nalaten
haar in welvarender toestand te wensehen
dan thans.
Toch zijn er nog verscheidene die niet
meedoen. Van een vijftal booten waren
geen bootwerkers aanwezig.
Er wordt dan ook nog op vele booten
gewerkt.
Jammer dat door verdeeldheid deze be
weging weer doodloopen zal. Er is toch
geen vak waarin zoo groote ongerechtigheid
en oneerlijkheid beiderzijds gepleegd wordt
als dat der bootwerkers.
De een gold als slik, de ander wordt
te kort godaan.
Overmatige arbeid voor den een, niets
doen, en dus niets verdienen voor den
ander.
En dan voor jou een ander, ligt daar
in den mond der werkgevers of hunne hand
langers bestorven.
De idéé van Vrij Hooger Onderwijs is
aan het veld winnen.
Op den 20en jaardag der Vrije Gerefor
meerde Universiteit mag liet dankbaar wor
den herdacht.
Dr. Nolens, liet Roomscho Kamerlid voor
Venlo, heeft in do Venloosche Courant, naar
aanleiding van het amendement-Lokman,
gezegd dat ook naar liet geldelijke en ook
voor het universitair onderwijs gelijkstel
ling tusschen openbaar en bijzonder onder
wijs moet komen. Hij gaat dan verder:
Maar ook wat dit laatste (het universi
tair onderwijs) aangaat, zoo gaat hij voort,
zal die gelijkstelling veroverd moeten worden.
Door do zorg, de moeiten, de kosten be
steed aan het bizonder lager onderwijs is
de pacificatie van 1899, de subsidieering
der bizondere lagere school mogelijk go-
worden.
Door de opofferingen en inspanning die
zich onkelen getroost hebben voor liet gym
nasiaal onderwijs is de aanneming van hot
amendement-L o li m a n voorbereid.
Alleen door belangstelling, krachtsin
spanning, toewijding en flnancieolen steun
voor liet Universitair onderwijs zal do eer
ste stap gezet kunnen worden op den weg
tot gelijkstelling ook op dit gebied.
De Katholieke schrijver bereidt dan zijn
geestverwanten tot *t doen van den laatsten
Zij heeft te luisterrijk verleden, om het
nu op ieder gebied te moeten ggen bij
hare andere zusters, zij eene dor schoonste
en meest gevierde uit de talrijke familie,
wie men het nog wel kan aanzien in en
kele, fijne trekken van het nu verouderd,
gerimpeld gelaat, hoe bekoorlijk zij moet
geweest zijn in hare jeugd.
Wat schoone aureovol zou hare slapen
sieren, als Marnix' nakroost nog zetelde op
Aldegondes kasteel, een afstammeling van
den lang verguisden burgerdichter Cats de
buitenplaats het Munnikenhof kon bewonen
en een der nakomelingen van Wolpliaert
van Borssele, heer van Veere, de lanen en
dreven van het vroegere Duyubeok mocht
doorwandelen, luisterend naar het lied van
den stijgenden leeuwerik, die klapwiekt
in de lucht. IJdele gedachte, medegevoerd
door den adem des winds, welke over die
tooneelen van vroegere grootheid lienon-
strij kt.
En wenscht ge dit al terug cn wie zon
in goeden gemoede dit verlangen naar
vroegere grootheid kunnen wraken
wensch dan ook met die weelde, den kloe
ken zin, de ridderlijke trouw, do dege do-
gelijkheid, bovenal den fieron geloofsmoed
terug, welke ons voorgeslacht veelszins
kenmerkte, do hoofdoorzaak van do glorie
en den roem, welke ons gewest omstraalde.
Doch laten wij deze sombere, melancholi
sche gedachten varen, nu de zon met hour
liefelijke stralen de witte nevelen geheel
heeft weggevaagd cn de toppen der hoog-
opgaanile boomen aan weerszijden van don
weg in een lichtglans van goud hoeft ge
doopt. Laten wij in dankbare stemming
aanvaarden, wat ons van vroegere glorie
nog rest.
Wordt vervolgd.