NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND
No. 114, 1900.
Zaterdag 30 Juni.
14e Jaargang,
D, Wisboom Verstegen
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
D. Wisboom Verstegen.
Buitenlanflsch Overzicht.
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
By dit Nummer behoort een bijvoegsel.
SjMffiSh1'* De Antirevolutionaire
■r®» Kiesvereenigingen in het
Kiesdistrict Middelburg stelden
candidaat voor de Provinciale
Staten den heer
De Zeeuw steunt van harte
deze candidatuur en wekt bereids
alle kiezers onzer richting op tot
getrouwe plichtsvervulling, door
met woord en stembiljet deze
uitnemende candidatuur naar ver
mogen te bevorderen.
Postzegels.
Waar het om gaat.
blken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02'.
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent
Familieberichten van I5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Wij herinneren onze lezers dat zij tot
30 Juni gelegenheid hebben hunne oude
postzegels, mits ongeschonden en gegomd,
ten kantore of bij den brievengaarder voor
nieuwe in te wisselen.
Postzegels, waarvan de gom door los
weeken is afgeraakt, moeten derhalve door
den belanghebbenden eerst opnieuw ge
gomd worden.
(Slot.)
In ons vorig artikel legden wij er den
nadruk op dat bij de verkiezingen do per
sonen buiten den strijd blijven.
Natuurlijk zoover dit noodig en moge
lijk is.
Dat bij een Kamerverkiezing de naam
van den candidaat die gewicht in de schaal
legt, gebezigd wordt om diens candidatuur
te doen slagen of mislukken, ligt in de rede.
Men kan er belang bij hebben de personen
Van Houten, Kuyper en dergelijke te be
strijden, al naar gelang men voor het op
treden dezer personen vrees koestertbij
een eenvoudige statenverkiezing komt dat
persoonlijk gewicht niet zoozeer naar boven.
Daar gaat het om de beginselvraag in de
eerste plaats. Een beginselvraag die niet
zoo zelden aan de orde komt als men zich
dit voorstelt.
Niet alleen de keuze voor leden van
eerste kamer of gedeputeerden wordt door
deze beginselvraag beheerscht. Maar ook
de inzichten der statenleden in de quaes-
tie der subsidiën, aan scholen en trams en
vereenigingen van allerlei aard met veler
lei doel en op onderscheiden grondslag oe
fenen grooten invloed uit bij onze overwe
ging of zij onze stem waard zijn,
In de behartiging van stoffelijke belangen
kan men vrijwel tot zekere hoogte samen
gaan, doch niet zoodra komen er zedelijke,
godsdienstige motieven in het spel, of men
voelt wel dat het hokt.
Zondagsheiliging, vrije school, particulier
initiatief zijn drie quaestiën die, elk op
hun beurt, aan de orde komen. En in deze
gevallen mag het ons niet onverschillig
zijn aan wien der twee candidaten wij, om
principiële redenen, onze stem mogen geven.
In onzen veelbewogen tijd met zijn bran
dende sociale vraagstukken heeft bij ,.het
volk" allicht een voorsprong wie dit zijn
allemanskiesrecht gunt.
Of eigenlijk klinkt dit woord al niet meer
van onzen tijd.
Algemeen stemrecht voor mannen en
vrouwen, ziedaar het moois, waarvoor men
zich, op den grondslag der revolutie ver
klaren moet, om bij sommigen de gewilde
man te zijn.
Van de antirevolutionaire partij nu is dat
algemeen stemrecht niet te verwachten.
Zij heeft indertijd principieel voor huis
manskiesrecht partij gekozen, waarvan de
vrouw die hoofd des gezins is niet behoort
te worden uitgesloten.
Maar het algemeen stemrecht verwerpt
zij, dewijl dit den organischen samenhang
der maatschappij voorbijziet en de souve-
reiniteit van gezinnen en kringen miskent.
En nu ziet men op vele plaatsen van
ons land de liberalen met pak en zak over-
loopen tot de socialistische partij met haar
eisch van algemeen mans- en vrouwen
stemrecht.
Minder eerlijk echter zijn die liberalen
welke dit parool van de sociaal democraten
overnemen, en tegelijk zich als de liberale
partij blijven aandienen, gelijk de „vrijzin
nigen" in Middelburg doen.
Toen dezer dagen in een volksvergade
ring mr. Troelstra zijne partij aandiende,
als de eenige partij voor Algemeen Kies
recht metterdaad, trad een liberaal spreker
met hem in debat, om het voor het Nederl.
Werkliedenverbond en voor Heldt en De
Klerk op te nemen, die er van Troelstra
nogal van langs gekregen hadden wegens
hun dubbelzinnig, onoprecht optreden in
zake de motie voor algemeen kiesrecht in
de vergadering der Liberale Unie, de ur
gentie waarvan, dat wil zeggen de nood
zakelijkheid van dadelijke invoering, met
42 tegen 20 stemmen verworpen was.
De Schoonhovensche opponent durfde mr.
Troelstra nog toevoegen: wij, liberalen,
zijn ook voor algemeen kiesrecht.
Als dat zoo is, hernam mr. Troelstra,
kunt gij niets beters doen dan tot de so
ciaal-democratische arbeiderspartij over
komen.
Als het u ernst is met uw zeggen, en
gij er precies hetzelfde mee bedoelt als wij,
dan belet niets u om u van uw conserva
tief verleden en uw conservatieven aanhang
los te maken en over te stappen in mijn
schuitje.
Het komt ons voor dat deze sociaal-de
mocraat gelijk had.
Te Middelburg werd het dan ook erkend
wij liberale kiesvereeniging en liberale
candidaat, willen eigenlijk hetzelfde als het
comité voor Algemeen Kiesrecht.
Zoo vangt men argeloozen ter linker-,
gelijk men vroeger met godsdienstig zoo
genaamd geloovig gescherm, ze ter rechter
zijde geworven had.
Maar nu zal men zeggen, wanneer de
liberale partij 't op één punt eens is met
de S. D. A. P. is dit nog geen bewijs dat
zij ook op andere punten met deze mee
gaat.
Toegegeven. Maar wanneer ik nu aan-
toonen kan dat de liberalen, misschien
tegen hun wil, doch feitelijk reeds meer
dan zij zeiven weten en erkennen tot deze
eerst door lien zoo gesmade partij zijn
afgegleden?
In verwerping van het Schriftgezag geven
met name Fokker en Levy aan Troelstra
niets toe.
Fokker, een der scherpzinnigste en ge
leerdste leden zijner partij, spreekt het
duidelijk uit dat inzake het huwelijksrecht
Paulus of wie ook uit de Schrift, voor
hem geen autoriteit zijn; en dat hij in
zake zijne opvatting omtrent de ouderlijke
macht zich niets, niemendal stoort aan
den Bijbel.
Levy, een niet minder eerlijk en ge
moedelijk pleitbezorger der liberalen maar
daarom ook niet minder ter waarschuwing,
riep het zijn geloovigen geestverwant
Dunner toe: „Het jodendom heeft met den
versleten rommel van ritueel en ceremo
nieel niets te maken- liet jodendom kan
wel op een stuivertje".
Hoe de liberale partij oordeelt over het
Koningschap is uit de theorieën van Thor-
becke, Van Houton, Cort. v. d. Linden in
opvolging bekend.
Maar van theorie komt het tot practijk.
Thorhecke noemde den koning den eersten
staatsdienaar. Zijn opvolger iets verder
op de revolutionaire lijn dan hij Van
Houten 1 degradeerde het Koningschap
tot hot ornament van 't staatsgebouw.
Cort. v. d. Linden, weer wat verder gaand
dan deze, noemde de Kroon het vliegwiel,
door den wil van het souvereine volk in
beweging gebracht.
En zoo zou men kunnen voortgaan.
Want van woorden kwam het op daden.
Er waren reeds radicalen die weigerden
de Koningin ook maar het leven toe te
wenschenen sociaal-democraten die wei
gerden den eed voor Haar te doen.
Wat scheidt de deftige eerstbeginners
op deze lijn van de omverwerpers des
troons
Waar toch ligt het principieel verschil
tusschen de mannon van de linkerzijde die
wél en die niet tot de «uiterste partijen"
behooren
Wel verschil van graad is er, en daar
voor zijn wij dankbaar; maar hot princi-
pieele verschil is er nieter is slechts
sprake van wat meer of wat minder ver
vooruit op eenzelfden weg.
Na do ervaring bij de inhuldiging opge
daan, hebben de voorzichtigen onder hon
wel gewenscht tegen de uiterste partijen
positie te nemen. Maar zij hebben de po
ging opgegeven. En thans, wij hebben 't
te Middelburg gezien, nemen de liberalen,
zij het ook misschien voorloopig wat meer
voor de leus en voor 't oog, positie in de
gelederen der uiterste richting door zich
te verklaren voor het allemans stemrecht.
Van liberaal tot socialist is slechts een
quaestie van tijd, van durf, van oprecht
heid.
Reeds in zijn C/rfs-opstel«Conservatief
of progressief", 1893, leverde de minister
Cort v. d. Linden het bewijs hoe hij van
liberalisme tot socialisme is voortgeschreden.
Volgens hem is de eigenaar slechts ad
ministrateur krachtens vergunning der «ge
meenschap". Immers schrijft hij«Een
wettelijke bevoegdheid wordt verleend, als
het ware, ton aanzien van bepaalde zaken,
en behoudens de wettelijke oppermacht der
gemeenschap."
Wanneer belasting geheven wordt, neemt
«de gemeenschap" alleen haar goed in eigen
beheer terug. Zij ontslaat haren adminis
trateur! «Niet als een koopman die zijne
waren levert, evenmin als een arsurantie-
maatschappij die de kosten en schaden
evenredig omslaat, treedt de Staat op, maal
ais een meester die zijn eigen huis ordent
en bestuurt. Wat de gemeenschap eischt,
is niet een deel van het goed der burgers,
maar haar eigen goed waarover zij be
schikken gaat in het publiek belang. De
gemeenschap bepaalt in ieder huishouden
de grens van hetgeen aan bijzondere wet
geving wordt overgelaten en onttrokken.
Belastingverdeeling is niet een ruiling, maar
een grensregeling De Staat bepaalt waar
de onverdeelde gemeenschap ophoudt en de
individueele rechtskring begint" (bl. 171)
Let wel, zoo is do beschouwing van een
minister der Koningin!
Wie nu in eiken regel van het hierboven
aangehaalde de revolutie, het alverslindend
Staats Socialisme, de aanranding der hei
lige wetten en ordinantiën Gods niet proeft,
die kan niet lezen.
Zelfs het privaat bezit der Koningin, de
eerste dienaar, de eerste onderdaan van don
Staat, is in zulke handen niet meer veilig.
Niet meer veilig in handen van haren
eersten Dienaar, van haar «Minister".
Ook dit is een der redenen, waarom wij
het liberalisme bij elke politieke worste
ling, bij iedere verkiezing voor Kamer of
Staten, met alle macht weerstaan
En nu brengen wij dit alles niet in her
innering omdat onze Middelburgsche geest
verwanten dit niet weten zouden, maar
opdat al onze lezers, in de gansche pro
vincie, het weten zouden waar het ook bij
deze verkiezing om gaat, opdat zij onze
broeders in 't district Middelburg met hunne
belangstelling volgen en met hen Gods
onmisbaren zegen afvragen voor de candi
datuur van
CHINA.
De bezorgdheid omtrent de colonne van
Seymour kan than3 geweken worden ge
acht, door het bericht dat admiraal Alexejef
zijn Engelschen collega lieefl ontzet.
Omtrent deze colonne hebben wij nu
ten minste eenige zekerheid. Seymour was
op eenigen afstand van Tientsin, waar hij
omsingeld door Bayers en Chineesclie troe
pen, zich voortdurend tegen deze moest
verdedigen. Door heliografische seinen was
hij er in geslaagd aan de Europeesche be
zetting van Tientsin duidelijk te maken,
dat zijn toestand ernstig was en dat hij
onmiddellijke hulp behoefde. Natuurlijk is
aan dit verzoek voldaan, en is uit Tientsin
een ontzettingstroep gezonden, die Seymour
verlost hooft.
Waar Seymour nu is, weet men nu ook. Hij
is veiligto Tientsin.Voorts meldt het telegram
niets omtrent de gezanten, wat de bezorgd
heid omtrent hun lot doet aanhouden.
Naijver tusschen de bevelhebbers die
voor Tientsin streden schijnt den toestand
nog kritieker gemaakt te hebben. En toch
hebben de mogendheden belang bij een
spoedige oplossing der quaestie.
Duitschlaiul en Engeland hebben bezit
tingen in China; Rusland is door zijn
grooten spoorweg en de verbindingen daar
mede in Mandschoerije onmidellijk betrok
ken bij de toestanden in het Ilemelsche
Rijk. Frankrijk heeft niet alleen bezit
tingen in Tonking, maar eveneens conces
sies in het eigenlijke China. Japan heeft
groote belangen in Oost-Azië te verdedigen,
en hoopt door een krachtig optreden zijn
internationale positie te versterken. En
de Yereenigile Staten hebben aanzienlijke
handelsbelangen, terwijl tevens met hot
oog op de groote Chineesclie bevolking
der Philippijnen de onderdrukking van den
opstand in het belang van Amerika is.
Doch ook de Keizerin van China staat
een spoedige oplossing in den weg. Zij
moedigt de Boksers aan met haar haat
tegen de vreemdelingen en slaat de bewe
gingen van het Chineesche leger met
machteloosheid.
TRANSVAAL.
Inmiddels zit in Transvaal Roberts aan
handen en voeten gebonden, te Pretoria.
Rondom zijn legerafdeelingen zwermen de
Boeren, in kleine, bewegelijke troepjes,
handig en snel den Enhelschen afbreuk
doende. Volgens een bericht uit Maseroe
zijn zij er in geslaagd door de Engelsche
linies te breken, en in zuidelijke richting
te trekken, onder niemand minder dan den
dood gewaanden Olivier.
Generaal Botha handhaaft zich in zijn
stellingen aan de Pienaarsrivier, van waar
hij de Engelsche troepen bestookt. Hij
schijnt voornemens te zijn zich bij de
Eerste Fabrieken krachtig te verdedigen.
Vooral Olivier en de alomtegenwoordige
De Wet maken het den Engelschen lastig
in den rug.
Men schrijft, in een correspondentie uit
Londen, aan Lord Roberts het voornemen
toe, met allo beschikbare troepen, ongeveer
50,000 man, een klopjacht te organiseoron
tegen De Wet, voordat de aanval op de
stellingen van Botha wordt ondernomen.
Wat zullen dezejdrie namen, Botha
Olivier De Wet, met eere genoemd blij
ven in do geschiedenis der Boerenrepu
blieken.
Meer dan die van Snijman, Schoeman on
Smit, welke zich deze week aan Roberts
hebben overgegeven. Vooral de eerste
schijnt een leelijken naam te zullen achter
laten, dewijl door zijn onwil en woordbreuk
Mafeking verloren ging, Elofif met 200
dapperen naar Sint Helena verhuisde en
ruim 90 Transvalers gedood of verminkt
werden.
Het is zoo waar wat een correspondent
van I)e Volksstemzoo pas van het front
gekomen, schrijft:
Neen, in den krijg behoeven we iets an
ders. Daar is nog geen gebrek aan mannen
daar is, bij overvloed aan psalmen en
gebeden, dikwijls volslagen gebrek aan ver
trouwen op Gods leiding. Ontbrak dit
niet, dan zou zeker ons aantal dooden en
gewonden wat vergroot, maar ook do kans
op eindelijk overwinnen tienmaal beter
worden. Wie waarachtig in onze recht
vaardige zaak en aan Hoogere leiding go-
looft, zal getrouw aan zijn plicht in den
krijg blijven staan, zoo God het wil; in
den krijg vallen zoo God het eischt. Geen
mannen plichtsvervulling hebben wij
noodig.
Een dapper voorbeeld heeft vechtgene
raal Adriaan do La Rey hiervan medege
deeld uit den slag bij Brandfort:
In bovengemeld gevecht was het maxiin-
kanon, dat liet Ennelo-commando onder
steunde, blootgesteld aan een verschrikkelijk
vuur van den vijand, met het gevolg dat
de bediening, bestaande uit twee kanon
niers, neergeschoten werd en het kanon
groot gevaar liep in handen van den vijand
te vallen.
Gen. De la Rey, die zelf gewond was
door een granaat-kartets, verzocht, toen
velde. Steph. Grobler om burgers te sturen
ten einde te trachten het kanon in veilig
heid te brengen. Hendrik Breytenbach,
zoon van velde Breytenbach, bood zich
terstond aan om het kanon uit te trekken
en snelde er heen onder een verschrikke
lijk vuur. Het was evenwel onmogelijk
voor hem om het alleen weg te sleepen
en hij was verplicht terug te rijden om
hulp hiertoe te vragen. Een andere jonge
burger, wiens naam generaal De la Rey
tot 7.ijn spijt niet bekend is, bood zich
toen aan om hem te helpen en met hun
beiden haalden zij het kanon onder een
regen van vuur achteruit, spanden het in
en brachten het in veiligheid.
Toen zij wegreden, bemerkte II. Brey
tenbach drie paarden met zadel en toom,
van onze menschen, die achtergebleven
waren. Reeds maakte de vijand aanstalten
die te nemen, toen de dappere burger
onder een hagelbui van kogels, naar de
paaiden snelde en ook die redde.
Generaal De la Rey verzekerde den heer
Kaufmann, dat zonder het moedige gedrag
van die twee burgers, de maxim ongetwij
feld door den vijand zou zijn buitgemaakt.
Hij voegde er nog bij„Hadden wij allen
zulke dappere kerels aan het front, dan
zouden de Engelschen niet veel uitrichten."
Lord Roberts doet ook verslag van een
convooi van 50 wagens dat door de Boe
ren genomen werd, terwijl de begeleiders
bij Heilbron werden ingerekend en de
toegesnelde hulp teruggeslagen werd.
Het aantal gevangenen, dat zich nu nog
in handen dor Boeren bevindt, is hierdoor
aangegroeid tot 2500, altijd toch nog een
aardig getalletje. Van den jongsteu over
val van den spoortrein, welke, helaas, mis
lukte, vinden wij nog de volgende bijzon
derheden. Een gedeelte van het comman
do van generaal De Wet, een zeven k
achthonderd man, met drie kanonnen, viel
de spoorlijn tusschen Kroonstad en Honing-
spruit aan, toen de dag aanbrak.
Intusschen werd een trein met 400 in
fanteristen, van Pretoria komende, even
eons aaugevallen bij Honingspruit-station.
De bevrijde gevangenen uit Pretoria kwa
men haastig aan. Zij waren gewapend
met geweren door de Boeren ingeleverd,
maar hadden geen geschut. Kolonel Bul
lock, van de Devons de man die zich
bij Colenso niet wilde overgeven voerde
zo aan. De Boeren telden ongeveer 300
man, met twee vijftienponders. Kolonel
Bullock lion nog net naar Kroonstad seinen,
voor de telegraaf doorgesneden werd. De
Boeren braken aan weerszijden der Engel
schen de spoor op en zonden iemand met
de witte jvlag, om overgave te eischeu.
De Engelschen weigerden. Dadelijk begon
nu geweer- en granaatvuur en omsingelde
men de Engelschen.
Toen kwam er hulp. Dadelijk vluchtten
toen de Boeren. Majoor Hobbs, die acht
maanden een gevangene van de Boeren
was geweest, sneuvelde met vijf minderen;
een luitenant en 14 minderen werden ge
wond.
Volgens Transvaalsche berichten ver-