NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND CHRISTELIJK- HISTORISCH Zaterdag 23 Juni, D. Wisboom Verstegen. ïtn. tit. I900. VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg-. PRIJS DER ADVERT ENTIEN Bij dit Hummer behoort een bijvoegsel. De Antirevolutionaire Str®©* Kiesvereenigingen in het Kiesdistrict Middelburg stelden candidaat voor de Provinciale Staten den heer De Zeeuw steunt van harte deze candidatuur en wekt bereids alle kiezers onzer richting op tot getrouwe plichtsvervulling, door met woord en stembiljet deze uitnemende candidatuur naar ver mogen te bevorderen. Waar het om gaat. Engeland en Transvaal. Bekendmaking. Gemengde Berichten. Cad ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95. Enkele nummers- 0,02s UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij, die zich met 1 Juli a. s. op ons blad wenschen te abonneeren, ontvangen het tot dien datum gratis. De verkiezing te Middelburg dringt bij vernieuwing met zekeren klem de vraag Tiaar voren, waar het bij den stembusstrijd onzerzijds om gaat. Over de personen der beide candidaten kunnen wij zwijgen. Beiden zijn mannen uit één stuk, ver dienstelijke mannen in den kring waarin God hen plaatste; en in de verschillende colleges waarin de kiezers hen gebracht hebben, het hun geschonken vertrouwen waard. Met kracht en ijver behartigen beiden, met name in don gemeenteraad, de belan gen aan hunne zorgen toevertrouwd. Ging het bij een statenverkiezing alleen om stoffelijke zaken, wij zouden zelfs dan niet aarzelen, bij gelijke bekwaamheid, de voorkeur aan den man onzer richting te gunnen. Maar zouden dan tegelijk er ons bij mogen neerleggen indien, bij eerlijke worsteling, ondanks de inspanning van aller kracht, in het eind de zege verbleef aan den man der tegenpartij. Nu echter staat de quaestie geheel anders. Iedere stembusstrijd is een strijd voor of tegen de beginselen, waarvan de candi daten de dragers zijn. Of men het erkent of niet, op die be ginselen komt het, ook onder de vigeur van het meerderheidsstelsel, in de eerste en eenige plaats aan. En elk kiezer onzer richting in het kiesdistrict heeft zich van deze waarheid, vooral in deze dagen, die den stembusstrijd voorafgaan, wel te doordringen, f' Twee groote, machtige beginselen heb ben in onze eeuw, ook in ons land, steeds om den voorrang gekampt. Of liever, het eene beginsel heeft zich nu reeds deze gansche eeuw tegen de krachtige doorwerking van het andere be ginsel verzet. Op alle terreinen des levens geldt nog altijd de veelzeggende leuze van Groen van Prinaterer: tegen de Revolutie het Evangelie. En naarmate de beteekenis dezer kern spreuk dieper werd ingedacht, hebben dui zenden in den lande, ook in ons van ouds gereformeerde Walcheren, zich met te grooter beslistheid om deze vaan geschaard. De liberale partij leeft uit het beginsel der Revolutie. Dit wordt door de toongevers dier partij met loffelijke oprechtneid erkend, zij dur ven er zich zelfs op beroemen. Onze minister van justitie Cort v. d. Linden schreef eenige jaren geleden onder veel huiveringwakkends ook deze principiëele bekentenis neer: „De liberale partij is in haar wezen een tak van den breeden stroom van het ratio nalisme. 9 „Naar liberale beginselen heersent de rede oppermachtig. „De liberale partij op het vaste land van Europa is voortgekomen uit de Fransche revolutie." Waar zij nu, zelfs bij monde van een minister der Koningin, zóó hare beginselen en bedoelingen naar voren schuift, daar kan het niet anders of ook de mindere goden moeten het haar nazeggen. En zij doen dit ook. Men behoeft slechts de jaargangen der Middelburgsche Courant na te slaan om zich te overtuigen dat zulks ook door de libe ralen te Middelburg geschiedt. Geschiedt, rondborstig, onbewimpeld, zonder er doek jes om te winden. Dit moet natuurlijk allen die nog op den bodem der Schrift en der Belijdenis staan, nopen, met groote beslistheid en toenemende vrijmoedigheid hunne antire volutionaire beginselen er tegenover te stellen. Groen van Prinsterer, om nu alleen maar bij dezen grondlegger der Christelijke historische richting te blijven, heeft nooit geschroomd den strijd rond en open tegen het vrijzinnig beginsel zelf aan te binden; zich vierkant tegen dit beginsel in al zijn schakeeringen te verklaren. In de liberalen bekampte hij hun be ginsel; de beginseleu van 1789; de begin selen der volkssouvereiniteit en der mensch- vergoding; waartegenover hij stelde niet persoonlijke overwegingen, of bestrij ding van personen. Integendeel voor de personen had hij alle respect die hun toekwam; maar hij stelde tegen hunne beginselen een ander beginsel. Het begin sel van onderwerping aan de geboden, aan de openbaring Gods op ieder levensterrein aan het eeuwig blijvend Woord van God; aan het evangelisch beginsel in den dooi de Revolutie in het leven geroepen vorm. In dit streven poogde liij alle Christenen mee te trekken. In beginsel zoo sprak hij vaak is elk Christen antirevolutionair. Of dan alle Christenen met hem mee gingen Hij heeft het wel anders ondervonden. Smadelijke, vaak smartelijke ervaring deed het hem zeggen „Alleen, wanneer hij op politiek terrein zich in den aard en de verhouding der partijen vergist, kan de Christen aan het liberalisme de hand rei ken en voor het evangelisch beginsel in den (door de Revolutie iu het leven ge roepen) antirevolutionairen vorm beducht zijn". Leefde hij nog, hoe hoe hij met te groo ter aandrang alle Bijbelsche Christenen tot verdubbeling van waakzaamheid en ijver, tot aaneensluiting in deze bange worste ling zou oproepen Hoe hij instemmen zou met de verma ning van professor Fabius, trouwens door hem zeiven telkens in anderen vorm uit gesproken en herhaald(2) Men ontveinze zicli toch de werking van hetrevolutie-beginsel niet. Deze vindt geen grens dan in de grens van het leven zelf. Yoor een tijdlang kan het wezen alsof de breuk tot stilstand is gekomen. Toch late men zich daardoor niet mislei den. En daarom wapene men zich met de gedachte van een steeds meer uiteen gaan zij men bedacht op tegenweer gorde men zich ter verdediging aan, en zuivere men steeds meer eigen gedachten- kring: van de aan de vrijzinnige levensbe schouwing ontleende elementen. Dankbaar waardeerende voor zoover het revolutiebe ginsel in anderen door Gods genade, langs den weg der traditie van het voorgeslacht en der tegenwerking van liet leven werd gestuit, mogen wij nochtans niet ver gelen det het uitgangspunt verkeerd is, en waarborg voor gezonde ontwikkeling alleen op tegenovergestelde basis mogelijk is. Heeft Fabius dit niet juist gezegd? - Of' ziet men het niet, hoe deze Revolu tiebeginselen mét tö grooter zekerheid met den dag onze natie van den levenden God (p Nederl. Gedachten I, 13. Fabius, Voortvaren, blz. 89. afvoeren, zich op alle terrein de heerschappij verzekerenin alle lagen der maatschappij doordringenen de profetie van onzen ou den Beets bevestigen dat wat afvalt van den hoogen God moet vallen. Ja, het is zoo waar, de Revolutie trekt eene steeds grooter scheur door het loven, omdat zij het diepste beginsel raakt, de belijdenis van God Almachtig die hemel en aarde heeft geschapen. Zie 't ook aan Middelburgs liberalen, hoe machtig dit revolutie-beginsel doorwerkt. Van liberaal tot socialistisch is slechts ééne schredeen men verheelt het zich niet meer wat trouwens reeds minister Pierson, als het ware zoo langs den neus weg in 's Lands vergaderzaal zich ontval len liet dat liberalen en socialisten het eigenlijk in den grond eens zijn, dat 't verschil slechts bestaat in de uitvoering, in een weinig minder of meer. Feitelijk staan de vrijzinnigen, onder an deren door hun partijkiezen voor het alge meen kiesrecht, reeds met beide beenen in het sociaal democratische kamp. :u Troelstra is hun leider. (1 E11 dat niet alleen in zake Kiesrecht, 'jj Was het daarin alleen nog maar. Doch ook in hunne opvattingen omtrent de eeuwige rechtsbeginselen is dit het geval. Wij hopen dit nader toe te lichten. 22 Juni 1900. 't Was gisteren dc langste dag. Het is goed in dit verband er aan te herinneren dat de langste dag niet op verschillende plaatsen van den aardbol even lang duurt. Aan den evenaar is de lengte van den dag zoowel als van den nacht bijna on veranderlijk 12 uur, maar hoe grooter de breedte van het land, des te langer duurt de langste dag. We laten hier de lengte van den langsten dag op verschillende be kende plaatsen volgen: Te Rome duurt hij 14 uur, te New Vork 15 uur, te Montreal 16 uur, te Breinen 16'lj uur, te Hamburg en te Dantzig 17 uur, en te St. Peters burg 19 uur. Te Tornea in Finland duurt 21 Juni niet minder dan 22 uur en 11 minuten, terwijl het op Kerstfeest er slechts 2 pur en 54 minuten licht is. En einde lijk te Wardburg in Noorwegen, een der meest noordelijk gelegen plaatsen van den aardbol, schijnt de zon van 21 Mei tot 22 Juli, dat is gedurende 1.488 uur. Nu er een aantal telegraaflijnen gestoord zijn, gebeurt het blijkbaar wel eens, dat Roberts vergeet van een gevecht of over rompeling melding te maken. Thans is er een lijst van verliezen ge vonden door den generaal van den com municatie-dienst, te Kaapstad. Daaruit blijkt dat er een aanval op een trein plaats had, die uitgezonden was om de spoorlijn ten Noorden van Kroonstad te herstellen. Het gebeurde op den 14en Juni, bij Leeuwspruit-station, dat 40 mijlen Noor delijk van Kroonstad ligt, en dat twee sta tions verder gelegen is dan Roodewal, waar de Derbyshires werden gevangen genomen. De aanval geschiedde op denzelfden dag als het gevecht bij Zandrivier, dat 80 mijl van Leeuwspruit-station is gelegen. Van de Engelschen werden er drie ge dood, vijf gewond en zestig gevangen ge nomen, terwijl de Vrijstaters er nog twee- en-twintig gevangen namen in de kopjes nabij Roodewal. Een ander gevecht, waarvan Roberts zwijgt, blijkt geleverd te zijn bij Vredefort, op den 7en Juni, waarbij negen man ge wond en elf vermist werden. Men ziet hieruit, dat de Boeren niet stil zitten, hetgeen ook nog blijkt uit het telegram uit Kaapstad, dat mededeelt, dat de Boeren den 14en Juni er bijna in slaagden zich meester te maken van Lord Kitchener, terwijl deze in den trein te Kopje Siding lag te slapen. Voorts blijkt dat de Engelschen den 6 Juni bij Pretoria, dus een dag na do be zetting dier stad nog verscheidene verliezen hebben geleden. Volgens lord Robert's zeker wel wat verzwakte mededeeling wer den den 11 Juni aan Engelsche zijde bij den Diamanthouvel 8 officieren en 6 man schappen gedood en 134 manschappen ge wond. Het geheele aantal Engelsche verliezen bedraagt 24456 man, behalve do zieken en gewonden die nu in Zuid-Afrika in hospi talen liggen. De vorige week zijn in Zuid- Afrika alleen aan ziekte overleden 184 Engelschen. In den Vrijstaat moet De Wet in de laatste weken ook groote voordooien heb ben behaald. De Boeren hebben aan de Rhenosterrivier twee konvooien en vele spoorwagens mot benoodigdheden voor brug genbouw buitgemaakt en 350 Engelschen gevangen genomen waaronder 300 werklui. Piet Viljoen heeft den spoorweg ten zuiden van de Vaal over een uitgestrektheid van 80 mijl verwoest. De Boeren namen 31 Engelschen gevangen die terugtrokken op Volksrust, en Dinsdag 9 huzaren. Bulier heeft inmiddels Zandsprnit en Wakkerstroom bezet, waar 187 Boeren zich overgaven, te Volksrust, 80. Roberts zit intusschen nog steeds in Pre toria. Zijn voorbereidselen voor den op- marsch zijn nog niet gereed en er zullen nog wol eenige dagen mede heengaan. Jam mer genoeg is de communicate met Kaap stad hersteld, zoodat hij van daar en niet moer uit Bloemfontein, dat van hem was afgesneden, proviand en krijgsbenoodigd- heden kan laten komen. De «publieke vervolger" in Transvaal, een «ambtenaar bij het openbaar ministerie," Potgieter, die de stukken uit een aantal landdrostkantons in het westen der repu bliek in veiligheid wilde brengen, is dooi de Engelschen gepakt. Lord Loch is overleden. Hij was gouver neur der Kaapkolonie en hooge commissaris van Zuid .Afrika voor nu wijlen Hercules Robinson. Hij was een Boerenkater van 't eerste soort, een intrigant. Het' was tijdens zijn bezoek aan de Zuid Afrikaansche Republiek dat president Kruger door het Engelsche janhagel beleedigd en de Trans- vaalsche vlag geschonden werd. En sedert de Transvaalsche regeering de hand gelegd had op de papieren der Johannesburger samenzweerders van 1894, weet men dat Loch 't geweest is die bij die gelegenheid met Philips over een aanslag tegen de republiek gehandeld heeft. Hij heelt mede den oorlog voorbereid. Goes. Het kohier van den Hoofdelijken omslag voor bet jaar 1900 is alphabetiseh en klassi kaal gedrukt en ter secretarie van de Gemeente tegen betaling van vijf en dertig cents verkrijg baar gesteld en het gemeente verslag over 1899 tegen betaling van vijf en zeventig cents per afdruk. Goes. In de raadsvergadering van Don derdagavond onder leiding van dhr. burge meester waren alle leden tegenwoordig. De notulen worden goedgekeurd. Inge komen zijn: Eenige gemeenteverslagen; verslag der Rijkslandbouwschool over 1890, en van mej. J. de Graaff verzoek om eer vol ontslag als onderwijzeres in de hand werken aan de scholen B, C en D. Dit laatste wordt in handen van B. en W. gesteld om advies. Aan de orde is het verzoek van C. J. Snouck en J. J. van Aartsen om wijziging der jaarwedden voor de avondschool op B. Adressanten wijzen er op dat voor vak j. f 25 per lesuur 's jaars wordt verleend en zij f 25 genieten voor elke 2 lesuren. B. en W. stellen voor liet te stellen op f 40, en tegelijk de salarissen van de heeren van den Berge en van Driel aan school D te verhoogen, wat een jaarlijkscke ■BMBBBBBaEaaBananuKicanaDBNaMa meerdere uitgaaf vordert van f 90. De heer Ochtman verzoekt splitsing van dit voorstel; wijl de financieclo commissie wel termen vindt voor aanbeveling van het eerste lid, wegens den omvang 011 do moeite van 't onderwijs aan school B ver bonden; doch niet met het tweede ge deelte meegaat, daar 't onderwijs op de avondschool aan school D slechts aan heel verleend enkelen wordt gegeven. De lieer van der Leeuw vraagt of de avondscholieren van D niet konden worden overgeplaatst op school B. De heer J.lamondt antwoordt ontkennend, wijl de aard van het onderwijs te zeer verschilt. Het eene is voorbereiding voor de B. Avondschool, liet andere gewoon aan de weezen. Het voorstel van B. en W. wordt hierop gesplitst en de verhooging voor v. Aartsen en Snouck toegestaan met 12 tegen 1 stom (Buijse); en die voor v. d. Berge en v. Driel afgestemd met 8 tegen 5 stemmen (Coenen, Ramondt, de Jonge, v. d. Peijl en de Voor zitter). Op voorstel van B. en W. wordt moj. Indeweij opnieuw benoemd tot leerares in het Boekhouden aan de Hoogere Burger school, met algemeens stemmen. Aan de orde is het voorstel tot wijziging van de Verordening op de Persoonelijke diensten in dezen zin dat behalve do de wethouders, voortaan ook de raadsleden vrijgesteld zijn van de brandweer. B en W. bevelen de aanneming er van aan door te beworon dat de raadsleden niet B. en W. saam de regeering der stad uit maken en het hun prestige schaden moet, wanneer zij door brandmeesters en anderen worden gecommandeerd. Ook moeten de redenen van vrijstelling door den burge meester als 't hoofd der brandweer worden beoordeeld de raadsleden kunnen derhalve door hem worden bevoordeeld of benadeeld, en 't is niet wenschelijk dat deze op eoni- gerlei wijze afhankelijk zouden zijn. Ook komen de processen verbaal van verzuim in handen van B. en W. en zouden dezen zelfs niet kunnen beletten dat een Kanton rechter, gelijk reeds geschied is, een spuit gast beboette wegens afwezigheid op grond van zijn aanwezigheid in de raadsvergade ring. De heer Buijse verzet zich tegen het voorstel. Wel is de Raad de over heid doch dit mag geen regentenhoog- heid kweeken bij de raadsleden. Het pres tige der raadsleden wordt dan ook in 't minst niet geschaad wanneer de raadsleden aan de spuit staan en door 't personeel gecom mandeerd worden. Het wordt or integen deel door verhoogd. Art. 102 der Gemeente wet schrijft de persoonelij ke diensten van alle burgers voor; en nu mag het een enkele maal moeielijsheid opleveren, dat is niet zoo erg om er de brandweer om te berooven van zoovele kloeke mannen als er onder de Raadsleden zijn. De Voorzitter noemt dit een persoonlijke opvatting waarop hij niet ingaan zal. Doch het denkbeeld dat de raadsleden regenten zijn, houdt hij vast, en het heeft geen zin de regenten der stad onder bevelen van anderen te stellen, bovendien is het bij wonen van raadsvergaderingen geen reden voor versctiooning bij mankeeren op 't appèl, en aan deze inoeielijkheid is niet te ont komen dan door vrijstelling. De lieer Buijse herneemt dat de raads leden niet als regenten maar als spuitgasten bij de spuit staan evenmin als een raadslid drankslijter, als raadslid door den burge meester vervolgd wordt bij overtreding der verordening, evenmin geschiedt dat met een raadslid-spuitgast. Plaatst men de raadsleden buiten de verordening dan moet men hen ook buiten elke verordening hou den, die hen in conflict zou brengen. De heer Ramondt heeft ook iu de ver gadering van 't dagelij kscli bestuur als zijn meening te kennen gegeven dat het prestige der raadsleden door de betrekking van spuitgast eer verhoogd dan geschaad wordt, doch hij is gezwicht voor het af doend argument, dat eenmaal, in 1894, het

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1