NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
[sknecht,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
keau.
tselaars
lel,
iiiheiirs,
5CIIT
udster
wraagri
helde.
103. 1900.
Zaterdag 2 Juni.
14c
VERSCHIJNT
Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIEN
Wegens Pinksteren verschijnt
Maandag geen no. van ons blad.
Bjj dit Nummer behoort een bijvoegsel.
Pinkstergedachten.
Engeland en Transvaal.
Bekendmaking.
g.
gewenscht.
Ireau van dit
o e s.
)IJK, K1 e-
Isdaalders.
IEIJBOER
erikzee.
een arbei-
jewacht bij
i d s k e r k e.
iker,
pfertsdijk.
pon bij J.
k e.
15 6,204)
JO 6,50
|5«) 4,45
|5«) 5,05
6,204)/)
6,40f)
Breskens en
lorsselen en
17,13
|7,22
',41
P,i6
',3°
543
'3
[3,28
,39
5,45
3,38
1,2
lo,i3
1I,I3
a)7,35
7.46
7.53
8,8
8,17
8,25
8,32
8,37
8.47
8.54
9,7
9,20
9,29
9,40
10.28
11.29
11,14
Ik Rotter-
Jan f 0,60
.4
6,16
6,3
.25
7,25
,5°
8,10
,6
8,26
,22
8,48
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95.
Enkele nummers- 0,02'*
UITGAVE DER FIRMA
en van
van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel
meer xo cent.
Daar stijgt Hij neer, de Geest van God;
De Geest des Zoons verlaat de lichten,
't Heelal vervullend met Zijn liam,
Dat sterren in haar wentling zwichten.
Hij zinkt met Goddelijke pracht
In honderdtwintig vrome harten,
Stil wachtend tot de Trooster komt,
Die hen gevaar en dood doet tarten.
Zwoelend zwevend zwenkt Hij aan
God, de Vader, zegent mede,
En de Zoon zinkt met zijn vrede,
Waar de jongren beidend staan.
Hot gansche hemelheir
Daalt God aanbiddend neer;
En lofgezangen ruischen,
Der englen hallels bruisen!
Jezus kwam ten troon;
Do Geest gaat voor den Zoon;
De Geest gaat met Zijn kracht,
Tn 't diepste nageslacht;
Het verst verwijderd oord
Hoort 't Evangeliewoord.
Jood en Heiden zullen hooren,
Dat aan 't kruis de Heer volbracht,
Dat de Vader wenkt te komen
Tot het Licht uit zondennacht.
Muren vallen, schutsels tuimlen;
Alle creatuur verneemt,
Dat wie in den Heer gelooven,
't Leven wacht, aan de aarde vreemd.
Honderd vier en veertig duizend
Dringen weldra om den Troon
En begroeten blij den Vader,
Leggen kransen voor den Zoon.
Waar er stroomen klaatren,
Langs den zoom der waatren
Klinkt de jubel van gena;
En de stem der stroomen
Stijgt tot 's hemels zoomen,
Echoot blijHalleluja
Nu daalt Hij neer, de Geest van God,
De Geest des Zoons komt af,
In vuur en gloed, in wonderkracht,
Verterend hel en straf.
Wat is verderf en dood en leed
Dij 't naadren van den Paracleet?
Hij kwam; Hij is; loof Hem mijn ziel,
Dat al voor Hem aanbiddend kniel.
J. P. Vergouwen.
Samenwerking, ook met Rooraschen. De
Gereformeerden (aldus prof. Fabius in zijn
Voortvaren) hebben aan de Roomsche Kerk
nooit het karakter van Christelijk instituut,
gelijk de toepassing daarvan op het Sacra
ment van den H. Doop nog onlangs door
Ui. ri. 11. Kuyper keurig werd uiteengezet.
En zoo was ook Groen van Prinsterer
tegenover de Roomscheh steeds gedachtig
aan het »vriend en vijand, tevens" waarmee
Alberdingk Tliijm, in zijn gedicht aan Da
Losta, de verhouding aangaf.
Antirevolutionair is dan ook, gelijk Groen
van Prinsterer 5 December 1853 in de
Tweede Kamer tegenover De Kempenaer
uitdrukkelijk verklaarde, de naam voor een
a ^lchtmg'>>die niet b'nnGn de gren-
,er hervormden, zelfs niet der Protes-
tantsche Gezindheid, beperkt is."
Men vraagt ons waarin onze bezorgdheid
rhfUSrg od d* vaderlijke
Wij hebben bedoeld dat, wanneer de uit
voering der wet wordt opgedragen aan ra
dicalen en socialisten, het in verband met
de opvatting dier menschen omtrent de
bron van 't gezag, er slecht uitziet.
Omtrent hetgeen mr. Fokker leert,
hebben wij al 't een en ander vernomen.
Nog lazen wij dezer dagen in een soci
aal blad eenige woorden, welke onze vrees
wettigen.
Daar schrijft, naar wij meenen, rar. Troel-
stra onder meer hot volgende:
»Do zoogenaamde vaderlijke macht is
nog altijd een restantje van oud-testamen-
tische levensbeschouwing; en van het
heidensche recht en den sterkste.
«Jeptha, die zijn dochter als een beest
offerde, wist niet heter en dacht daartoe
in zijn recht to zijn, maar do vaders der
19o ocuw, do mannen die het humanisme
prediken in kerk van staat en school,
bobben dat recht niet moer.
Hebben wij ook roden om mot gemengde
aandoeningen de aanneming van wetten
als deze te begroeten?
Wij vragen slechts.
Over 't algomeen is de opkomst der Ka
merleden in de zittingen der tweede Kamer
vrij goed te noemen.
Het meerendeel zijn menschen met
drukke besognes. Weinigen zijn er bij
die niet anders te doen hebben dan de
Kamerzittingen bij te wonen.
Toch valt 't op dat nog zoo velen dage
lijks zonder kennisgeving mankeeron.
Nemen wij nu de zitting van 20 Mei j.l.
Er waren 71 leden present en 9 met
kennisgeving afwezig.
Nu moet men dat «present" niet zóó op
vatten, als zouden deze 71 nu allemaal den
ganschen dag onafgebroken zoet op hun
plaats zitten, gelijk kinderen in de school-
bankjes.
Daar moet men een Kamerzitting voor
bijwonen om van dien waan genezen te
worden.
Neen, «tegenwoordig 71 leden" wil zeg
gen dat 71 leden de presentielijst hebben
geteekend, en toen óf op hun plaats zijn
gaan zitten, of naar de koffiekamer zijn
gegaan; èf de stad nog eens hebben door
wandeld; óf eenigen ambtelijken arbeid
zijn gaan verrichten. In ieder geval, den
ganschen zittingsdag brengt zeker de helft
der Kamerleden niet in de Kamer door.
Doch dit nu daargelaten. Niemand vergt
van een volksvertegenwoordiger een der
gelijke geestdoodende taak.
Ga zelf maar eens vijf uren aan een
stuk naar redevoeringen zitten luisteren
waar je niets van begrijpt.
En dit overkomt velen volksvertegen
woordigers bijna dagelijks.
Het is geen schande voor hen, als wij
dit zeggen, want Groens woord tot Brons
veld in 1869, blijft nog steeds gelden, ook
voor den volksvertegenwoordiger: non omnes
possunt omnia (niet allen kunnen alles; of
vrij vertaaldmen kan niet overal verstand
van hebben.
Wij kunnen best begrijpen dat rechts
geleerden niet veel hebben aan militaire
beschouwingen, en bijvoorbeeld do radicale
en socialistische leden den neus optrekken
voor wat zij juristische haarkloverijen achten.
Doch dit tusschen haakjes. Wij zeiden
daar dat in bedoelde Kamerzitting 71 leden
tegenwoordig en 9 met kennisgeving afwezig.
Dan hebben er toch nog twintig gespij
beld, van wie het meerendeel de natie on
kundig laten van de reden hunner af
wezigheid.
Een vijfde op liet aantal leden.
Is dat niet wat veel, voor belangrijke
vergaderingen als in de laatste dagen deze
Yolksvertegenwoordigers riepen
De eerste kamer heeft de gewerenwet
aangenomen.
Onder de 3 tegenstanders was de heer
Bergsma, broeder van den minister van
koloniën in het vorig kabinet, wiens opgave
van redenen voor zijn tegenstemmen hierop
neerkomt,
Ik stem tegen deze wet, als protest tegen
den oorlog, een wijze van oplossing van
geschillen tusschen Staten, waarbij niet het
recht doch de macht den doorslag geeft
De Nederlander merkt hiertegen zeer
terecht op:
Dat is al een zonderlinge wijze van
protesteeren
Het is, alsof iemand die in een ge
vaarlijke streek woont, waar nog al eens
nachtelijke inbraken met doodslag voor
komen, „bij wijze van protest" besluit
hiertegen geen revolver aan te schaffen.
Of wel, alsof tie eigenaar van een ver
afgelegen boederij, bij wijze van protest
tegen het gevaar van roof waaraan hij
blootstaat, zijn waakhond afschaft.
Hadden de Boeron aldus geredeneerd,
dan hadden zij na Jamesons inval, bij
wijze van protest tegen do hebzucht van
Engeland, al hun Mausers en kanonnen
verkocht.
Laat men toch verstandig zijn. Ouzo
geweren dienen iuunors niet om «macht"
te hebben toueindo het «recht" te kun
nen vertrappen, maar om in deze wereld,
waarin macht nog vaak boven recht gaat,
ons goed recht te stutten mot do machts
middelen dio binnen 011s bereik liggen.
Hotgeen dit liborale Kamerlid wil, zoo
doet nu in don grond liet Tolstoyismo.
liet verkoopt het land aan don merist-
biodondo en leven zichzolf over in sla
vernij als protost tegen de macht die 't
recht verdrukt.
Inderdaad een zonderlinge redenoering.
Zou de ongevallenwet nu toch nog om
vallen
In de eerste Kamer hebben al verschil
lende sprekers zich er tegen verklaard.
Er voor pleitten de heeren van Nierop
en van Ascli van Wijck. Deze laatste alleen
op grond dat de werkman in de eerste ja
ren van verwerping dupe zou zijn.
Evenwel ook deze meerderheid kan
omvallen en 't ongeval met de ongevallen
wet voorkomen.
Ons kan het niemendal schelen.
Voor deze wet een ander, is onze lens.
Tenzij, waar de heer Van Asoh v. Wijck
nogmaals deze nadruk legde, de minister
een aanvullingswet toezegt in den geest
van het door de tweede kamer verworpen
amendement Lohman-de Visser-Kuyper.
Zaterdag zal do Liberale Unie haar
voorstel aannemen tot invoering van alge
meen kiesrecht zoodra de gelegenheid het
zal toelaten.
Een verzilverde pil, die aan zekere mo
tie in de tweede kamer denken doet, die
met algemoene stemmen werd aangenomen.
Het is er geen om trotsch op te zijn.
Van vooruitstrevend liberale zijde voor
spelt men dat dit kiesrechtvoorstel split
sing en uiteengaan van de heterogene
elementen in de liberale partij zal ten
gevolge hebben.
Het Sociaal Weekblad, altijd voor die
scheuring gezind, neemt er zelfs genoegen
mee.
En het maakt een comischen indruk de
Middelburgsche Courantde bekende voor
stander van het anticlericaal allegaartje,
de partij van den hoed, zoo parmanig te
hooren zeggen: „Het Sociaal Weekblad
dat zich beweegt op dezelfdo lijn als wij."
Het omgekeerde ware wel zoo goed
gezegd geweest.
Nu verklaren wij niet te begrijpen, hoe
zulk eene makke motie, zoo gansch in
staat ze allen onder één hoed te vangen,
verdeeldheid zal kunnen brengen. Doch,
dit is niet onze zaak.
Het mag echter met genoegen erkend
worden, de bazuin van de Middelburgsche
Courant geeft thans geen onzeker geluid.
Inderdaad is zij ook nu voor uiteengaan
der beide niet meer eensdenkende groepen,
om te komen tot nieuwe partijformatie.
Voor dit ministerie geen vleiend advies.
Immers het is vrucht der anticlericale
concentratie, waarbij De Beaufort, Pierson
en Goeman Borgesius de vertegenwoordi
gers der conservatieven, middelmannen en
vooruitstrevende liberalen, als een van zin
en willen in éénzelfde ministorie hebben
zitting genomon.
Zal nu de motie ook dezen tot uiteen
gaan dwingen?
Of zullen de drie kleuren door vorkleu-
ring één kleurlooze kleur moeten worden?
Dit zal morgen blijken.
In den ouderdom van 65 jaar is te
's-Gravonhage overleden jhr. mr. J. Lou
don, oud-gouverneur-generaal van Ned.-
Indiö, welk ambt hij bekleedde van 4 Mei
1871 tot 26 Maart 1875. Van Maart 1861
tot Februari 1862 was Loudon (spreek uit
Londen) minister van koloniën; en van
1876 tot 1885 commissaris dos konings
in Zuid-Holland.
Een verdienstelijk man, zou men kun
nen zoggen, indion de Atjeh-oorlog niet
zulk een droeve slagschaduw op zijn go-
schiodonis wierp. Want Loudon is de
man die don Atjeh-oorlog op zijn rekoning
hoeft, waarvan do toonmaligo minister
Fransen v. d. Putte de verantwoordelijk
heid op zich nam.
Maar hot boek «London en Atjok" blijft
ton allen ijjdc een onwraakbaar getuige
van de ware toedracht dezer dieptrourigo
goschiodonis.
Met diepgevoeld leedwezen schrijven
wij ditmaal ons overzicht.
De oorlogstelegrammen luiden zoo on
gunstig. Wel komen zij uit Engelscho
bron; maar het zijn toch altemaal geen
leugens.
Zoo blijkt dat Johannesburg reeds door
de Engelschen bezet is.
Roberts liet de stad opeischen en com
mandant Krause verzocht hem den intocht
binnen de stad nog 24uren uit testellen,
aangezien er nog vele gewapende burgers
in do stad waren.
Lord Roberts stemde toe daar hij gaarne
ordeverstoring in de stad vermijden wilde
en er ook nog afdeelingen Boeren de heu
vels in den omtrek bezet hielden en deze
eerst gezuiverd moesten worden.
Men kan wel proeven dat dit een En-
gelsch bericht is.
Toch mag men het er voor houden dat
de intocht binnen Johannesburg door ernstige
gevechten is ingeleid geweest. Tenminste
men weet reeds dat Botha een ganschen
dag den rechtervleugel der Engelschen bij
Witwatersrand wist tegen te houden en
hun groote verliezen toebracht.
Zoo had ook Dinsdag een ernstig ge
vecht plaats tusschen de Boeren en Hamil-
tons colonne die ten westen van Johannes
burg optrad om de ruiterij van French die
noordwaarts oprukte, in de nabijheid van
den straatweg naar Pretoria te ondersteunen.
De Boeren moesten terug voor de overmacht.
Hamilton en French zijn nu ongehinderd
op weg naar Pretoria.
Kruger nam bereids de vlucht naar
Waterval boven, waar een trein met loco
motief, stoom op, dag en nacht gereed
staat, om op 't eerste sein den geliefden
staatsman naar Delagoabaai te brengen, van
waar hij verder de vlucht nemen kan.
Engelsohe dagbladschrijvers beweren dat
de intocht te Pretoria slechts eene quaes-
tie van een paar uren zal zijn. Want Pre
toria zal al evenmin verdedigd worden als
Johannesburg.
De sterke forten om Pretoria zijn dus
voor niemendal gebouwd Wij kunnen het
haast niet gelooven.
Maar wat is er dan toch in 't spel Is
er verraad, of ontmoediging? Of zijn er
nog plannen. Zal er nog een mijn springen
in Johannesburg Zal er nog een spoorlijn
bedreigd worden bij Pretoria Zal de gue
rilla naar het Lijdenburgsche verplaatst
worden
Wij kunnen er geen antwoord op geven,
voor de mailberichten er zijn.
Een correspondent te Pretoria heeft al
naar Nederland geschreven het volgende
De partij, die geneigd is om zich over
te geven, is zeer invloedrijk en sluit in
zich de voornaamste leiders aan hot front.
Het ontwikkelde publiek begrijpt, dat alles
uit is. Valsche berichten hebben ^ecn
uitwerking meer.
De regeering heeft maatregelen genópien,
de beweging tegenover Engeland's bèzet-
ting der beide republieken op het vaste
land, in Groot-Brittanni'ê en in Amerika
voort te zetten. Belangrijke pogingen wor
den in deze richting aangewend en geen
kosten gespaard.
Ik heb bijzonder goede reden, te gelooven
dat de «Bowaarplaatsen''-rechten verkocht
zijn aan een Fransch syndicaat, zonder
goedkeuring van den Volksraad. De regee-
riiig hoopt hierdoor interventie van Frank
rijk te verkrijgen voor de bescherming
'van rechten van Franschen aan den Wit
watersrand en zoodoende Engeland in
moeilijkheden te brongen.
Iedere mogelij ko poging is aangewend
om de belangstelling van het vasteland op
te wekken, maar tot nog toe alles zonder baat.
Do houding van den Amerikaanschen
consul Ilay is bewonderenswaardig discreet
en wordt zoowel dooiv de vrienden der
Boeren als door die dor Engolschen ge
prezen.
Met dat «ontwikkelde" doel van hetpu-
lielc zal wel het «liberale" deel bedoeld zijn.
Immers een ander berichtgever van daar
had al geseind dat slechts een handjevol
stugge Calvinisten uit de oorspronkelijke
bewoners plan haddon stand te houden.
Maar Roberts moet wel zeker van zijn
zaak zijn dat hij zonder om te zien zoo
snel in 't front durft op te rukken, terwijl
Heilbron nog in handen der Boeren heet
te zijn, en er ook bij Potchefstroom nog
gelegenheid is hem in den rug aan te
vallen.
In ieder geval de Boeren zijn tot den
einde grootmoedig geweest. Zij hebben de
mijnen niet vernield, zeker uit achting
voor de vele niet-Engelschen onder de En-
gelsche aandeelhouders dezer mijnen. En
zoo vielen de goudbron en de projectielen-
fabriek den Engelschen in den schoot.
Vergeefsch was dus al de arbeid der Begbies.
Dat niet alle Boeren huis toe gaan,
heeft Brabaut gisteren ondervonden. Twee
van zijn patrouilles bestaande uit 2 officie
ren en 40 man zijn door de Boeren ge
vangen gemaakt en naar Pretoria doorge
zonden. Veertig Engelsche krijgsgevangenen
van daar zijn daarentegen ontsnapt.
In ieder geval wordt er in Natal en
Noordoostelijk Vrijstaat nog gevochten, en
ziet het er derhalve niet naar uit dat de
oorlog met de verovering van Pretoria uit
zal zijn.
Zij ten slotte nog het volgende gemold.
Den 30en reed een trein met Boeren uit
Pretoria weg toen Henry's bereden troepen
aankwamen. Zij deden den trein stoppen
doch de Boeren ontkwamen en verstopten
zich in een mijn waar ze nu ingesloten zijn.
Alle burgers zullen naar hun hoeven
mogen terugkeeren, mits zij hun wapens
inleveren en een eed afleggen dat zij niet
meer zullen vechten.
Het gerucht gaat dat president Kruger
op 10 mijlen ten noorden van Pretoria
gevat is.
Goes. De Secretarie der gemeente zal
Maandag 24 dezer, uithoofde van den 2den
Pinksterdag, gesloten zijn.
Tot het doen van aangiften voor den Bur
gerlijken Stand zal gelegenheid worden gege
ven des voormiddags vau 9 tot 9'/2 uren.
De declaratiën ten laste van het Rijk, de
provincie of de gemeente over het afgeloopen
jaar 1899 moeten voor het einde der maand
Juni aanstaande worden ingediend bij het
bestuur, het college, de autoriteit of den amb
tenaar die tot de uitvoering van het werk, de
levering als anderzins, last heeft gegeven
zullende diegenen, welke verzuimen mochten
hieraan te voldoen, zich zeiven de onaange
naamheden te wijten hebben, daaruit voort
vloeiende.