.AN. IT NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- sr HISTORISCH Ievolen. \Öl BERICHT. ■kens «irg. per flacon bij IE L IJ U It O. LN EXTRACT, |M GEHALTE Irecht. 2 Pauwen P: len TILBURY, GERMAN, e e t a r e WE R, D lende Meid jaarling Ia. franco, I VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg1. PRIJS DER ADVERTENTIEN Alle stukken de Redactie van 011s blad betreffende gelieve men te adresseeren „Bureau Be Zeeuiv", Goes. Advertentiën en aboimementsop- gaaf te zenden voor Middelburg aan dhr. F. P. B'IIVIJ te Mid delburg, voor alle overige plaat sen aan: firma Wed. 8. J. BE JOJSGE- VER WEST te Goes. Voor zaken de administratie be treffende wende men zich tot dhr. C. ORANJE Lz., te Goes. Tot Kinderbescherming. St. Helena. «Na. 93. Ï900. VLad Donderdag 10 Mei. Valk", P: agtekerke. |l> Ir, W o 1 f e r t s- AGEN, Jen. I, wagonmaker, rnemuiden, tlminapolder, te RENAAR, Wolfertsdtjk. paecht )LF, KI. A b e e 1 e. i a u r e ns. [kinderen wordt »TBODE ge- loerenstand. JTTOOIJ, Span- urg. and of met Oc- Liiecl&t CE Jz., fwanenburg.) een [evraagd iggekerke. a. s. een lidsknecht [Boerenwerk en bij Oud-Vosmeor. |f met October ïecht ER DIJK K 1 e groote of kleine fbeider Abeelscbeweg. ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95. Enkele nummers- o,o2r' UITGAVE DER FIRMA EN VAN van i5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De regoering heeft vier wetsontwerpen ingediend, waarop wij reeds vroeger de aandacht vestigden, doch waarop wij, wijl de tweede kamer ze weldra in behandeling nèemt, gaarne nog eens de aan dacht vestigen. De voorstellen bevatten op menig punt ver betering van de positie der minderjarigen, en verdienen als zoodanig danbeveling. De eerste wet heeft betrekking op de vaderlijke macht en de voogdij. De tweede wet, die zich zeer nauw aan de eerste aansluit, heeft betrekking op de onechte kinderen. De derde wet heeft ten doel eene ver andering te brengen in de wijze waarop jeugdige personen door den rechter wor den gestraft. Terwijl het vierde ontwerp den eigen- aardigen naam draagt van »Wot houdende beginselen en voorschriften omtrent maat regelenten opzichte van jeugdige personen." Over elk der vier een kort woord, De heer Pierson en andere directeuren van gestichten hebben herhaaldelijk ge klaagd dat zij bij de pogingen tot verbe tering van verwaarloosden machteloos staan tegenover de wet. Pas toch is een kind aan den slechten invloed van een dronken vader of eener overspelige moeder onttrokken en in de gezonder atmosfeer van 't gesticht of van een bepaald christelijk persoon of gezin overgebracht, of de vader eischt zijn kind open men moet hem ter wille zijn. Het arme schaap moet naar den poe] van ellende en zonde terug om daarin onder te gaan. Dit is verschrikkelijk jammer. Daaraan nu wil de eerste der vier bo vengenoemde wetsontwerpen een einde maken. Voortaan zal de rechtbank dergelijke ouders hun ouderreeht kunnen ontnemen en het kind onder de hoede stellen van voogden. En zulks niet 0111 dezen ook met de geldelijke kosten aan deze taakoverne- ming verhonden te belasten, maar om te gelijk den ouders naar verhouding van stand en inkomen geregeld in de kosten dier opvoeding te doen bijdragen. Dit is het hoofddoel. Om nu de bereiking daarvan gemakke lijk te maken, zijn in 't ontwerp een massa bepalingen gelascht. Wij noemen slechts deze. In ieder ar rondissement komt een voogdijraad, die voornamelijk te zorgeu heeft dat de belan gen van minderjarigen worden voorgestaan in de gevallen door de wet aangegeven. Ook wordt gezorgd voor de belangen der kinderen in geval van scheiding van tafel en bed. Meerderjarigen zijn zij die hun 21ste jaar hebben bereikt. Aan de ongehuwde vrouw worden meer rechten toegekend. Man en vrouw worden in 't huwelijk voor bepaalde gevallen gelijk gesteld. Zoo zal voortaan een minderjarig kind niet meer kunnen trouwen zonder de toe stemming ook der moeder. Vroeger was de toestemming des vaders voldoende. Voortaan zal de wet dan ook niet meer spreken van vaderlijke, maar van ^ouderlijke macht, opdat goed uitkome dat bij deze van God gestelde machtsoefening ook de moeder een woordje meespreekt. Onechte kinderen zijn bij de thans gel dende wetrechtloos. Het onderzoek naar het vadersehap is verboden. Ja zelfs tussehen de moedor en haar »onecht" kind het woord is tame lijk onecht in dit gevalbestaat hoe genaamd geene betrekking, zoolang zij het kind niet als hot hare heeft erkend, hij eene opzettelijke acte. Wij behoeven er niets moer van te zeg gen. Buiten huwelijk geboren kinderen zijn in vele opzichten diep te beklagen. In don zin der wet staan zij alleon op de wereld. Dit nu zal anders worden. De opheffing van hot beruchte artikel 342 van het Burgerlijk Wetboek «het on derzoek naar het vaderschap is verboden," wordt nog wel niet verkregen. Maar dit geeft de wet dan nu toch alvast, dat de vader wanneer hij zich niet vrijwillig als zoodanig doet kennen, door den rechter kan worden aangewezen. Wanneer bijvoor beeld uit zijn brieven blijkt dat hij zich als de vader van zijn kind beschouwt, wanneer hij geregeld bij de ongehuwde moeder blijft verkeeren met haar in ge meenschap leefde of haar als zijn bijzit onderhield, dan kan dit als bewijs gelden voor zijn «vadersehap" en wanneer nu de rechter dit uitwijst, is hij verplicht over de brug te komen en te zorgen dat het kind in den stand der moeder kan worden onderhouden en opgevoed tot zijne meer- derjarighoid. Intussohen heeft hot onechte kind dan nog geen erfrecht op de nalatenschap van dien vader. In dit geval moet hij door dezen erkend zijn geworden. Is dit ge schied dan draagt hij ook don naam, niet van zijn moeder maar van zijn vader, en kan dan onder zijn voogdij. Bij huwelijk der ouders valt hij dan in 'dezelfde rech ten als zijn broers en zusters die in wet tig huwelijk geboren worden, want dan is hij ook gewettigd. Van »onecht" «gewettigd". Ook dit is geen mooi woord. Maar de zaak is mooi en dit doet het bijkomstige vergeten. Het gebeurt ook wel eens dat twee mensehon moeten trouwen, doch de vader te voren komt te overlijden. In dat geval kan de wettiging van het «onechte" kind door de Koningin geschieden, wanneer de «vader" voor zijn dood het te verwachten kind als het zijne erkende. En nu de wijze van straffen. Hoe worden jeugdige personen onder do tegenwoordige strafwet berecht Een kind beneden de 16 jaar, wanneer de rechter van meening is dat het zonder oordeel des onderscheids heeft gehandeld, wordt öf vrijgesproken, öf naar een rijks opvoedingsgesticht opgezonden. Acht de rechter dat wel oordeel des 011- derschoids aanwezig was, dan kan hij alleen opleggen boete of gevangenisstraf, wat vrijwel hetzelfde is want boete beteekent in de meeste gevallen subsidiaire gevange nisstraf. Kan de ouder voor den jeugdi gen delinquent de boete niet betalen dan gaat hot kind naar de gevangenis, ook al was slechts boete opgelegd. Dat dit schadelijk werkt op zijn moreel en consciëntie behoeft niet gezegd. Knapen die aanhoudend met den strafrechter in aan raking zijn, krijgen in hot kwaaddoen een zekere routine van onbeschaamdheid en in de gevangenis leeren zij het kwaad niet af maar aan. En nu komt het outwerp met de navol gende verbeteringen. Tot den 18-jarigen leeftijd toe zal de rech ter tegenover het kind over deze drie strafmiddelen kunnen beschikken beris ping, geldboete, plaatsing in een tucht school. Helpen deze middelen niet, dan kan de rechter het veroordeelde kind aan zijn ouders of voogden overgeven met uitnoo- diging hem te straffen of ook hij kan plaatsing in een of ander opvoedingsge sticht, hetzij Rijks-of particulier, gelasten. Dit laatste kan ook als een voorwaarde lijke vrijspraak of voorloopige strafoefening worden opgevat. Blijkt toch do dwangop- voeding niet te helpen, dan kan de rechter den knaap, na don afgeloopen tucbttijd een der drie bovengenoemde straffen op leggen terwijl in hot tegenovergestelde geval wanneer de knaap «verbeterd" blijkt, de straf kan worden uitgevlakt. Wat de drie straffen aangaat, ligt 't voor do hand dat de berisping de lichtste straf is, alleen bij lichte vergrijpen toe te passen. De straf wordt dan uitgesteld en heeft de berispte zich in dien tijd goed gedragen dan vervalt do straf. De geldboete wordt alleen dan opgelegd, wanneer de schuldige die zelf betalen kan, van de opbrengst van zijn arbeid. En eindelijk de plaatsing op oen tucht school geschiedt voor kinderen beneden 14 jaar voor hoogstens 6 maanden, en voor personen daarboven ,-voor hoogstens 1 jaar. Wat do omstandigheden aangaat, waar onder de berechting plaats heeft die zul len eveneens gewjjzigd worden. De terechtzittingen zullen mot gesloten deuren plaats hebben, de beschuldigde zal terstond een verdediger ontvangen. Ook zonder het te zeggon, verstaat men dat hier hoofddoel is, niet straffen, maar verbeteren. Wij hebben het reeds meer malen gezegd dat dit de kapitale grondfout van deze ontwerpen is, die hen zoo princi pieel gevaarlijk maakt. Wat goed is kan men verbotoren. Hoe zal men oen mensch «verboteren" kunnen En waar blijft men met het geschonden recht Gods dat op die wijze geheel uit de rechtspleging verdwijnt Van vergeldende, wrokende gerechtig heid, waarvoor de rechter in den naam Gods te waken heeft, willen de tegenwoor dige rechtsgeleerden niet weten. Het Mo- zaisch recht heeft afgedaan. Of wij dan niet moeten trachten zulke knapen voor de maatschappij te behouden Natuurlijk. En dit zal men wanneer men recht pleegt naar eisch van Gods wet, die een tuchtmeester tot Christus is. Het vierde ontwerp bedoelt het parti culier initiatief aan te moedigen tot het oprichten van gestichten ter opvoeding van verwaarloosde kinderen. Kortwegeen gestiohtenwet. Een wet bedoelende de inrichting van plaatsen als Talitha en andere, door par ticulieren, volgens de beginselen der stich ters, en dan met Rijksgeld, en onder Rijks- toezieht. Wat hunne belijdenis aangaat zullen ochter deze stichtingen geheel vrij zijn. Zij zullen ook kindoren uit de Rijksge- stichten kunnen opnemen'of aan doze over dragen. Dit laatste zon wel eens noodzakelijk kunnen zijn, bij gebleken totale verdor venheid en absoluut, gevaar voor besmet ting der gansche inrichting. Want de duivel kan soms op vreese- lijke manier in jeugdige kinderen varen. Wat verstoud Groen onder de Revolutie? Antwoord: Men wilde als God, niet ouder God zijn. Van zonde was geen sprake meer, wel van een onbedorven en door ontwikkeling vol- maaktbare menschheid. De leus eener zoodanige volmaaktbaarheid lag in de paradijsbelofte der slang: «Gij zult als God wezen" (Gen. 3: 15). Be Revolutie is, in haar diepsten grond, de wereldhistorische religiekrijg (Gen. 315), de strijd tegen den levenden God. Gods vrucht, en politiek smelten, met betrekking tot dit hoogste aller vraagstukken, in één. Is er geen zonde, dan is er geen Zaligmaker. Is er geen zonde, dan ligt de oorzaak van het kwaad niet in den mensch, die goed is, maar in den regelingspersoon, in het gemis van volksregeering, in het bederf der samenleving door priesterbedrog en dwingelandij. De Revolutie is een systeem voor gods dienst, recht, zedelijkheid alomvattend omkoering van begrippen (door loslating van de geopenbaarde waarheid) in kerk, in staat, in samenleving." Handboek der Geschiedenis van het Vader land. 1846.) Het stoffelijk overschot van den heer Bloch, oud-zendeling onder Israel, is in een grafkelder tocbchoorend aan een zeer rijke vroeg gestorven bekende van den overledene op het kerkhof Crooswijk te Rotterdam bijgezet. Wij vernamen dit uit de Hollander, Het verwondert ons dat geen der Hol- landsche Christelijko bladen een woord wijdde aan dezen in driedubbeleiO zin be minden man, bemind om zijn persoon, zijn werk en zijn vaderen. Hij bezat grooten moed en ijver voor den Heere en bad me nigmaal vriendelijke twistgesprekken met zijn oude rasgenooten over den Messias. Zijn leven was ook niet zelden in gevaar. Met genoegen vernemen wij nu nog dat hij met de rijken in zijn dood is geweest deze Israëliet, in welken geen bedrog was. - Over De Ongevallenwet schrijft de schrij ver der Haagsche Kroniek in de N. Gron. Ct. «Dat de Eerste Kamer het overigens aan deugdelijke voorbereiding harer beslissin gen niet laat ontbreken, getuigt het ver slag over de Ongevallenwet, waarin behalve alles wat er reeds van andere zij den vóór en tegen is aangevoerd, enkele geheel nieuwe gezichtspuntou zijn geopend. Vooral de nota van den heer Godin de Beaufort over het verband der wet met onze pensioenwetten, waarop in 't geheel niet is gelet en dat toch behoorde te zijn in het oog gehouden, om, voor een zeer talrijke categorie van personen, geen dub bele rente- en pensioen-uitkeoring in ge val van ongelukken in het leven te roepen, is een stuk dat van groote scherpzinnig heid getuigt en bewijst dat er bij elk on derwerp nog altijd iets nieuws is te zeggen, als men de zaken maar grondig bekijkt. Ongetwijfeld zal de kwestie door den heer Godin opgeworpen, op deze of andere wijze dienen te worden opgeruimd en misschien ligt daarin, bij den feilen tegenstand dien 't voorstel in onzen senaat ontmoet, de reddingsplank. Het is niet onmogelijk, niet ondenkbaar zelfs, dat de regeering, om het veronachtzaamda verband tussehen onge vallen- en pensioenwetten alsnog te her stellen, een novelle zal toezeggen." Hier wordt derhalve weer eens gerekend met de talenten van dezen antirevolutio nairen tegenstander. Zou deze voorbestemd zijn, gelijk wijlen zijn broeder in de tweede kamer, de red dingsplank voor de wet te bieden in de eerste Hooren wij nog even ook naar de nu volgende stem uit diezelfde wereld. Op het 1 Mei-feest te Deventer heeft de heer J. van den Berg, openbaar onder wijzer aldaar, luidens het verslag in het Nieuwe Bagbl. voor Overysel en Gelder/, het volgende gezegd «Alles in de natuur geniet, maar wij niet, en de hinderpalen, die ons in den weg staan om tot dat genieten te komen, zijn gezag en eigendom. Gezag, d. w. z. dat de eene mensch tracht to heerschen over den anderen, ei ken dag voelen we dat gezag, vandaar nijd en strijd en hatelijk tegenover elkander staan. (Wij moeten) tot een groote samenwer king komen, tot het streven naar een we- reldsabbathdag voor het proletariaat op den lsten Mei, tot solidariteit, tot een groote broederschap, en weg dan alle ge haspel, zooals er al zooveel istot een wereldbeweging, naar de woorden van Karl Marx«Broletariërs van alle landen, vereenigt u Dat een openbaar onderwijzer zoo spreekt, moet hij zelf weten. Maar of zijn spreken bevorderlijk is aan eenige Chr. of maat schappelijke deugd, wagen wij to betwij felen. Als de oorlog geëindigd is zal Engeland eerst ton volle de wrange vruchten van den wreeden, noodeloozen oorlog plukken. Het is bezig een reusachtig' Polen en Ieriand in één te maken, en de beginselen, de vrijheid, waardoor Engeland groot werd, zullen het gelag betalen. Wat dc gevolgen voor Engeland zijn zullen wordt aangeduid door eenige regels in mr. W. Bilderdijk's Be Ondergang der Eerste Wereld, Eerste Zang, blz. 10 van de Editie van 1820. Een onzer lezers noemt die regels «Bil derdijk's profetie." «Wie drukt de onmenschelijkheid der dolle [hebzucht uit, Of schildert de overmoed, als ze eenmaal, [losgebroken, De teugels afschudt? als in 't bruischend hart [aan 't koken, De drilt zich uitzet en het suizlend brein [besmet! Dan gaat ze in stroomen bloeds, in bloed en [brein te wed, En holt zichzelven blind, en stoot op post en [wanden Het hoofd te barsten, om den Hemel aan te [randen, Tot eeus de Godswraak, door die gruwelen [afgemat, Den bliksem aangrijp en het schuldig brein [verspat Handelsblad. T ij d v e r z e n. Waar de oceaan een grammen muur ontmoet, De grimme rots breekt met zijn breeden (vloed, En bruisend om zijn grauw granieten voet, Zijn zang doet hooren Waar hij zijn eeuwig lied van vrijheid zingt, Schoon hem de klip ten kronkelstrooming (wringt, En 't vrijheidslied door rots en heuvel (dringt Uit waterkoren Daar toeft een breede schaar, tot't heerlijk (woord Van vrijheid klinkt in't ruwe, rotsige oord, Tot woeste krijg den vrede niet meer stoort, E11 staakt het sterven 't Zijn mannen van ons eigen Hollandsch (bloed, Met God in 't oog cn vroomheid 111 't ge- (moed, Die voor de vrijheid waagden goed en bloed, En thans haar derven. Eens woonde daar de Revolutie vorst, Die 't Jacobijnendom beteuglen dorst, En schuddon deed de zware wereldkorst Van 't kruitverschieten De Britten grepen hem in zijne vaart, En banden hem naar 't eenzaamst oord der (aard En was de vrijheidsroóver meerder waard Na 't bloedvergieten Maar thans Het kroost van d' ouden (Dietschen stam, Zacht als de duif, geduldig als het lam, Fier als 't geslacht, dat eens in Kaapland (kwam, Der waterleeuwen Het onverbasterd kroost van Hollands held- (geslacht, Door tachtigjarig lijden grootgebracht, Vroom van gemoed, door weelde onver- bracht, Van Fries en Zeeuwen,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1