NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH BERICHT. Dinsdag 8 Mei. So. 92. I900. 14 c VERSCHIJNT Wed. S. J. DE JONGE-VERWEST, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIEN Alle stukken de Redactie van ons blad betreffende gelieve men te adresseerenBureau De Zeeuw", Goes. Advertentiën en abonnemeutsop- gaaf te zenden voor Middelburg aan dhr. F. F. D'HUIJ te Mid delburg, voor alle overige plaat sen aan: firma Wed. S. J. DE JOJSiGE- VEE WEST te Goes. Yoor zaken de administratie be treffende wende men zicli tot dhr, C. OEAJSfJE Lz., te Goes. Engeland en Transvaal. Uü ELKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. pf 0,95. Enkele nummers- o,o25 UITGAVE DER FIRMA EN VAN van 15 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 15 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. De staking der Amsterdamsche letter zetters, maar deze Hollandsche jongens noemen zich liever typografen, duurt voort, al begonnen reeds enkelen terug te keeren van de dwaling huns wegs. Enkele bladen verschijnen weer of half of in 't geheel niet of af en toe. Tot deze laatste behoort het buitengewone blad-dat door Standaard en Ned. Dagblad saam wordt uitgegeven. Heden ontvingen de lezers van de Stan daard dit blad met oen aanbeveling ter verkiezing van den antirevolutionairen candidaat. En de lezers van het Ned. Dagblad dit blad met een aanbeveling ter verkiezing van den Christelijk historischen candidaat voor de tweede-Kamerverkiezing te Haarlem Van de samenwerking tusschen antire volutionairen en Chr. historischen kan der halve veilig gezegd dat zij nog slechts bestaat op papier. Een grappige vergissing had volgens ue Tijd verleden week van de zijde der stakers plaats. De leiders der staking hadden vernomen dat door de firma Binger drie machine- zetters uit Engeland waren ontboden. Mooi zoodat zouden ze wel weten te beletten'. Tegen den tijd dat de treinde verwachte Engelschen moest aanbrengen stonden ze met een »bakje"klaar, om de En- gelsche heeren zetters in ontvangst te nemen. Met spiedend oog werden de uit den trein stappende heeren gemonsterd Wacht, daar is een heer die Engelsch spreektDie zal het zijn»Bin- ger wordt hem gevraagd, en het ant woordt luidt »yes". Prachtig, de vogels zijn dus in de val, want de heer is ver gezeld van twee andere heeren; het stel letje Engelsche «onderkruipers" is compleet. Bij de vraag «Binger"? van den eenen eii het antwoord »yes« van den anderen kant moest het echter blijven, verdere verkla ringen konden niet gewisseld worden, daar de Engelschen geen syllabe Hollandsch, en de hen ontvangende gastheeren weinig meer dan «yes» en «no» van het Engelsch machtig waren. Door «stomme pantomime» werd nu den Engelschen beduid, dat zij zouden volgen, en weldra zaten dezen met hun gastheeren veilig in het «bakje», op weg naar hun bestemming 't Laat zich begrijpen, welk triomfantelijk gevoel de borst der ont voerders doorstroomde, hoe zij zich reeds verkneukelden zoowel in de blijdschap der stakende broeders over de gevangenneming der drie Britsche vijanden onwillekeu rig moeten hun gedachten een oogenblik zijn weggezweefd naar het oorlogsveld van Zuid-Afrika als over de gezichten, die de Engelschen zouden trekken, wanneer hun het noodige licht zou opgaan Het vrachtje is eindelijk aangekomen, niet bij Binger, maar aan het welbekende adres.., Mustert op den Dam. De heer Polak, de opperbevelhebber der stakende troepen immers, hij, de diamantbewerker, was het, die in de vergadering der gezellen, waarin het bemiddelingsvoorstel der patroons werd verworpen, het hooge woord voerde' is weldra verschenen. Hij, zich in het Engelsch kunnende uitdrukken, zet in het kort den toestand uiteen, en spreekt de verwachting uit, dat de Engelsche broeders geen roet in het eten zullen gooien, of liever om den technischen term te gebruiken - niet de rol van «onderkruipers» zullen willen spelen. 't Spreekt van zelf, dat de Engelschen verbaasd zijn over het hun meegedeelde, maar toch minder dan hun ontvoerders mochten verwachten 't heeft er zelfs iets van of een spotlachje glijdt over hun ge zicht. Wat toch is het geval De een is weliswaar voor de firma Binger gekomen, maar hij is monteur en staat dus buiten de beweging, en de twee anderen met wie hij onder weg toevallig kennis maakte zijn behangers, naar Amsterdam ge komen voor de firma Janssen en Zonen Tableau Inmiddels had de heer Binger die, voorziende dat een poging zou worden ge daan, om hem zijn Eftgelsche machinezetters afhandig te maken, de noodige afspraken met dezen gemaakt had, om dergelijk po pen te verijdelen de heeren ongehinderd naar zijn drukkerij getransporteerd. -1: Volgens Het Volle is in de conferentie van den heer Wormser met een paar leden van het looncomité, waar over een bemid delingsvoorstel zou zijn gesproken, het volgende bepaald Als grondslag der onderhandelingen zou dienen een minimumloon van f 12,50 voorloopig voor 6/io, na 6 maanden voor 7/io van het personeel, alles bij een negen- urigen werkdag. Zondagsbladen zonden vervallen, Zaterdagnacht 12 uur zou de arbeid eindigen en Zaterdagnacht 12 uur beginnen. Drie vrije dagen zouden in de regeling zijn begrepen, verbod van allen Zondagsarbeid werd geaeeepteerd. Verder werd noodig geacht, dat iedere leerling voldoend lager onderwijs heeft genoten, terwijl in beginsel werd inge stemd met een leerlingstelsel. Alle ge zellen zouden weer in dienst worden ge nomen, elke patroon zou zich verbinden gedurende een jaar niemand te ontslaan tengevolge van deze bewegingdeze re geling zou een jaar lang van. kracht blijven; de patroons verbonden zich, bij opzegging 14 dagen van te voren te waarschuwen. Naar de heer Wormser meldt, is door de wijze van optreden der leden van het looncomité die bespreking vruchteloos ge worden. Het is dan ook wel stuitend dat deze staking geleid wordt door diamantwer kers en geflankeerd door schilders. En dat tegenover de goede behandeling der gezellen ter drukkerij van Standaard en Heraut. De directie van de Standaard schrijft hieromtrent »Er zijn ongeveer 680 werkstakers, waar van 290 lithograplien. Do vergaderingen der werkstakers werden aangevuld door sta kende schilders en worden nu groot ge maakt door werkelooze diamentbewerkers. De collecte, voor deze heeren gehouden, heeft ruim opgebracht; ze hebben dus den tijd aan zich. 680 stakers in twee vakken, die samen omstreeks 3600 gezellen hebben. Onder die stakers is het personeel van De Standaarddat wil zeggen de ploeg ge zellen die door de zorgen van den directeur, bij sluiting van nieuw contract of verande ring van drukker, steeds overgeplaatst werd. Sommigen huuner zouden anders door te hoogen leeftijd geen werk meer gevonden hebben. De Koppermaandagfooi, die liet personeel van De Standaard jaarlij ks ontvangt, is ruim driemaal zoo groot als die welke de groot ste dagbladen in Amsterdam hun personeel geven. De directie van De Standaard zorgde er tot 1111 toe voor dat op Christelijke feest dagen Nieuwjaarsdag (waarop de courant niet verschijnt) aan de groep van De Stan daard minstens het gewone loon werd uit gekeerd. Dit was niet de verplichting van de directie, want het is het personeel van den drukker, die contract met de di rectie sloot. Geheel onverplicht lieeft de directie ge zorgd dat er voor het <S?®M?«(wr?-personeel des zomers, zoolang de halve Herauten verschijnen, ander werk aan de drukkerij was, zoodat de mannén geen cent schade leden. Waarom staken zij dan? Zij erkennen allen dat ze geen enkele grief hebben, en er, alles samen genomen, niet eens veel bij zouden winnen als al de eischen ingewilligd werden. Zij wenschten niet te staken. Waarom doen ze het dan Op bevel van een kleine minderheid, en van diamantwerkers, die met de geheele zaak niets te maken hebben." Waren in 1897 dc antirevolutionairen en Roomschen aan 't bewind gekomen dan hadden zij zeker een voorstel tot ver hooging van bestaande invoerrechten in gediend en voorstellen tot het heften van graanrechten. Het was een kostelijk idee de ongeveer 9 miljoen die men meende dat noodig zou zijn voor de sociale hervormingen, te vin don uit do beurs van den buitenlander. Maar de liberale leidslieden hebben on der de besehuldiging dat wij de natie duur brood zouden bezorgen, onze candi- daten bestreden en de meerderheid is ge komen in de macht der voorstanders van 't goedkoope brood. Toch is 't brood na 1897 »duur" go- worden, in den zin als door ons Stembus program was bedoeld. Het sloeg op met 1 cent, hier en daar-met nog meer dan een cent. Wij hebben derhalve nu duur brood en een liberale regeering daarbij, die geen kans ziet de miljoenen die de sociale her vormingen denk aan ongevallenwet en leerplicht! vorderen, betaald te krjj- gen zonder verhooging van invoer rechten. Juist wat de antirevolutionaire partij in 1897 steeds beweerd heeft. Waar haalt gij, zoo vroegen wij, toch wel het geld voor uwe toegezegde sociale hervormingen van daan? Men wist het niet, antwoordde men doch verkoos in geen geval invoerrechten. Pierson vooral was hun tolk hierbij. En wat is het nu? Het is de minister zelf die thans erkennen moet, geen kans te zien langs anderen weg de sociale her vormingen ingevoerd te krijgen. Het invoerrecht van sociale hervormin gen te vinden uit verhoogd invoerrecht op die producten welke in ons eigen land tot dien prijs zouden kunnen gemaakt worden. Het is ons wèl. Al moet ons de op merking van 't hart dat de liberale mi nister hier bezig is het antirevolutionair stembusprogram uit te voeren. Hij loopt te ploegen met het kalf der antirevolutionairen. Maar één opmerking veroorlove hij ons. Wij hebben wel verhooging van in voerrechten en heffing van graanrechten voorgestaan, mits 't brood daardoor niet noemenswaard in prijs behoefde te stijgen, en vooral de genotmiddelen van den werk- faan niet werden belast. Doch zie nu komt de minister voor stellen ook de thee te belasten; en wel met een kwartje per kilo. Wij kunnen dezen maatregel niet goed keuren. De werkman, vooral zoo hij geheelont houder is, mist 's morgens ongaarne zijn kopje thee. Gaat men die thee nu duurder maken, dan het spreekt van zelf wordt zij er niet beter op. In den regel heeft de bedachtzame huis moeder thee van het eerste en van het tweede gelui. Die van het tweede gelui bevat dan de meeste waterdeelen. Wij voorspellen dat het dan wel meest thee van het tweede gelui zal worden. Funds voor Daadwerkelijken Steun. Wij hebben indertijd een klacht overge nomen uit een ander blad over minder so lide behandeling van emigranten naar Transvaal die door bovengenoemd fonds waren voortgegeholpen. Ter wille der onpartijdigheid melden wij nu ook dat de beschuldiging door den voor zitter van genoemd fonds dhr. Noels van Wageningen, in verschillende bladen is gelogenstraft. Natuurlijk stellen wij ons in deze geen partij. Tot onzen spijt moeten wij melden dat in dit voorjaar de partijdag niet gehouden wordt; wegens verhindering van een der uitgenoodigde sprekers. Wij hopen nu maar op het najaar. Het is ccn bewijs van opschuiving der liberale partij dat zoovele barer toongevers sociaal democraat zijn of zich door de so ciaal democratische pers laten aanmonsteren. Dezer dagen zijn aan het socialistische dagblad „Het Volk" drie redacteuren op getreden die alle drie uit het liberale kamp waren overgoloopen. Zij zijn do hoeren Ankersmit van het radicale Volksdagbladmr. Mendels, re dacteur van do liberale Prov. Overigs, en Zwolsche Courant, en Van Bruggen, redac teur van Het Handelsblad. In het 1 Mei-nommer van Het Volk leggen deze heeren blijken van bekwaam heid af in het schelden en weenen over de uitbuiters en de schamel beloonde werklieden. Ankersmit zingt; „1 Mei is het verrij zen op éénen dag van het proletariaat uit den poel der knechtschap naar de zon der vrijheid." Mendels klaagt dat men »den 1 Mei ontneemt zijn revolutionair karakter,"en over „het prulwetje van minister Lely dat slechts verkorting van arbeidsduur, geen 8 urigen werkdag" biedt. Van Bruggen schrijft een hatelijkheidje over een patertje, die heel lang bidt en smult, en door de moedermaagd wordt toegeknikt enz. maar nijdig is op de ar beiders; 0, zoo laf! De Roode, ook een oud bourgeois-redac- teur, droomt van „het algemeen mensche- lijk geluk, de gelijkheid, de vrijheid en de broederschap die wij met opgeheven hoofd te gemoet gaan", en treurt, niet zonder overdrijving, over huizen, meubelen, sieraden, geen van alle daargesteld „of er kleeft bloed aan van de arbeidende klasse." Dat men het voor den arbeid opneemt, waar hij te lang reeds was miskend, wie zou 't durven wraken. Maar mot zulk geschetter brengt men den arbeider niet verder. Intusschen deze heeren zullen hun exa men voor de arbeiders er wel goed heb ben afgebracht. Schoon gezegd noemen wij wat dr, Ba- vinck in de Bazuin schrijft over „gelooven op gezag:" Hierover schreef de heer Meijer, oen vereerder van Spinoza, en dus geen geest verwant van ons het volgende Wie in onzen tijd onder de natuurkun digen en vooral onder de geneeskundigen eenigen naam of rang verworven heeft, wordt terstond op gezag geloofd. De 011- geloofelijkste verhalen van reizigers, de meest ondenkbare voorstellingen van voor- geschiedkundige tijden en de berekeningen daarop gebouwd, worden thans even grif aangenomen als weleer de verhalen van den veel gesmaden Herodotus of de uit spraken van Theophrastus Bombastus Pa racelsus. Liebig, Koch, Virchow en dergelijke natuuronderzoekers hebben niet alleen op de groote menigte maar ook op de meer derheid van hen, die hun dogma's in da den omzetten, denzelfden overheerschenden invloed als eertijds de woorden van Py thagoras, Peter den Kluizenaar of Thomas van Aquino, en de uitspraken van een of ander natuurkundig congres worden door onze tijdgenooten even geloovig aangeno men als voor 1870 de leerstukken dei- kerkvergaderingen. Dr. Bavinck merkt hierbij op Er ligt in deze woorden van den heer Meijer veel waars. Aan het gelooven op gezag hoeft deze eeuw geen einde gemaakt alleen heeft zij 't gezag verplaatst. Thans is de «wetenschap" met dat ge zag bekleed. Maar men kan niet zeggen, dat de menschheid er gelukkiger en vei liger onder leeft dan onder de autoriteit van Gods Woord of zelfs onder het gezag van den paus. Als men Schrift of paus als hoogste autoriteit erkent, weet men tenminste, waar men voor buigt. Maar de wetenschap" is eene ongrijpbare spookachtige macht. De wetenschap bestaat niet, en niemand is haar profeet. Alleen zijn er menschen, die naar wetenschap streven, en van welke de een dit en de ander dat beweert, en de man van heden dien van gisteren voor een domoor scheldt. Wie voor de «wetenschap" buigt, buigt voor eene groep van menschen, die onder ling altijd in tegenspraak zijn en als ge leerden het nooit met elkander eens zijn. Elk consult over eene eenigszins ernstige krankheid levert daarvoor het bewijs. Negen tiende van wat men eerbied voor de wetenschap noemt, berust daarom op menschen vrees, die slaafs de mode van den dag volgt en het gouden kalf aanbidt. Wie stout durft spreken, aan eigen on feilbaarheid, gelooft of althans den schijn ervan aanneemt, kan er zeker van zijn, dat hij tal van volgelingen krijgt. Er gaat van zulke menschen eene biologeerende macht op anderen uit. Daarin komen pauselijke kerk en mo derne wetenschap met elkander overeen. Maar de Schrift zij kent zichzelve wej Goddelijk gezag toe, doch heeft nie mand tot haar onfeilbaren uitlegger aan gesteld. Zij is niets anders dan een boek, dat door iedereen zoo gemakkelijk mogelijk terzijde gelegd en van allerlei dwaling beschuldigd kan worden, dat niet spreken en zich niet verdedigen kan. Als dan toch die Schrift zich staande houdt door de eeuwen heen en geloof vindt van geslacht tot geslacht, dan wijst dat terug op eene getuigenis des Geestes, die in en door die Schrift zich hooren laat en de wereld overtuigt van zonde, gerechtig heid en oordeel. En wie zoo tot geloof komt, gelooft op gezag in den edelsten en verhevensten zin. De vrije school voor heel de natie. Wordt dit kostelijk denkbeeld verwezen- lijkt, dan krijgen Roomsehen en Calvinisten, Modernen en Atheïsten elk hun eigen vrije school. De staat trekt zich terug uit zijn rol van schoolmeester spelen. De openbare school, waar die nog verlangd wordt, kan dan zijn naar de inzichten der belanghebbenden, hetzij Roomsch, hetzij Orthodox, hetzij Liberaal, Atheïstisch, het zij Niemendal. Zij zal 'tdan zijn, niet meer tegen do wet of zijdelings er naast, maar volgens de wet. Alle richtingen gelijken steun voor hunnë scholen. De Engelschen zijn dan nu op weg naar Pretoria. Zij zijn van Bloemfontein naar Brandfort getrokken. Maar heel vlot is dit niet gegaan. Het is een afstand van

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1