„DE ZEEUW"
mmmam
bijvoegsel
Zijn de Antirevolutionairen
clericaal
Engeland en Transvaal.
KEHRNIEUWS-
•ruv
SCHOOLNIEUWS.
RECHTSZAKEN
Ailoop Verkoopingen enz
YAN
van Zaterdag 31 Maart 1900.
In den laatsten tijd is door liberale
bladen nogal eens de naam „clericalen"
gebezigd, wanneer zij spraken over tie an
tirevolutionaire party.
Ook de Midd. Crt. sprak na den afloop
der Statenverkiezing in een spijtig hoofd
artikel van „de kraoht tier clericalen".
Kn de sooiaal democratische pers be
titelt inis geregeld met dezen naam.
Wij hebben tegen deze onjuiste betite
ling reeds meermalen geprotesteerd.
Wij vardienen juist het tegendeel van
dien naam. Het keumerkende van een
olericale partij ontbreekt juist by de anti-
re vo'utionaire.
Dat de naam „clericaal" voor ons,
antirevolutionaireneven passend „als die
van visch voor zwaluw zou zijn", blijkt
reeds duidelijk, wanneer meu let op den
oorsprong van den naam.
Wie toch eenigszins op de hoogte is
maar onze liberale journalisten schijnen
dit niet te zijn weet, dat de geliefde
term „clericaal" afgeleid is van het woord
clerus, dat geestelijkheid beteekent en in
de Roomsche kerk wordt gebruikt voor
den geestelijken stand in tegenstelling
van „laicus", hetwelk de leekenstand
beteekent.
Tusschen be:de standen werd een scherp
onderscneid gemaakt en bij de eerstge
noemde, de clerusberustte het recht, om
in zakttt, de Goddelijke waarheid betref
fende, het hoogste woord te voeren en een
beslissende stem te hebben, terwijl de
leekenstand niet anders te doen had dan
in die uitspraak te berusten.
Hiervan nu willen wy en wilden onze
vaderen niets weten. lu de Protestantsche
kerken der reformatie is dan ook van een
„clerus", van eenafzonderly ken geestelij ken
stand, in onderscheiding van leeken of
gewone gemeenteleden in het geheel geen
sprake.
In onze Protestantsche en bij name in
onze Gereformeerde kerken zijn „geeste
lijken" totaal onbekend; men spreekt slechts
van een Dienaar des Woords en deze staat
in de kerkregeering met de „leeken" op
een en dezelfde P:n.
Ja, zoo anti clerikaai, zoo wars van alle
„clericalisme" is men van meet af, gedu
rende den loop van ongeveer drie eeuwen
geweest, dat in den Raad der kerk het
„geestelijke"-element steeds geheel in de
minderheid was en het „leeken"-element
daarentegen verreweg in de meerderheid.
Bestaat er dus geen „clerus" onder de
Protestanten, hoe dwaas is het dan niet,
om de benaming „olericaal", daaraan ont-
leend, op antirevolutionaire Protestanten,
die den strijd der beginselen op staatkun
dig gebied aanbinden, over te brengen.
Hunne voorvaderen waren, naar luid
der historie, de meest zelfbewuste tegen
standers van elk clericalisme, gelijk de
hedendaagsohe antirevolutionairen het nu
nog zijn.
Maar gij antirevolutionairen begeert
toch, zoo geven enkele liberale Zeeuw-
scbe persorganen van tijd tot tijd r.iet
onduidelijk ie kennen, dat de kerk over
den Staat zal heerschen.
Grooter inisleiling van het publiek is
evenwel niet denkbaar; grooter onkunde
van hetgeen de antirevolutionaire partij
beweert en begeert hebben wij zelden
ge1 oord.
Wie zich wil overtuigen, dat de anti
revolutionairen ook niet „clericaal" zijn
indien zin, dat zij de kerk over den Staat
willen laten heerschen, leze slechts wat
bet antirevolutionair program op dit punt
zoo duidelijk zegt. Wij lezen daarin toch
De partij belijdt dat het staatsgezag
noch rechtstreeks, ncch door de uitspraak
van eenige kerk, maar alleen in de cons
ciëntie der Overhe dspersonen, aan de
ordinantiën Gods gebonden zij.
De overneid is als dienaresse Gods, in
eene Christelijke en dus niet godsdienst
loze natie, gehouden tot verhterlijking
van Gods naam, en behoort diensvolgens...
alle kerkgenootschappen of go siienstige
vereenigingen, en voorts alle burgers, on
verschillig welke hunne denkwijze aan
gaande de eeuwige dingen zij, te behan
delen op voet van gelijkheid.
Zij (de antirevolutionaire partij) ver
klaart, dat noch voor het rijk in Kuropa,
noch voor de Indien door de Overheid een
Staatskerk, van wat naam of vorm ook,
mag worden in stand gehouden of inge
voerd; dat het den Staat niet toekomt,
im6^ *nwendige aangelegenheden
uer kerkgenootschappen in te laten; en
dnsvan* °;°rae<inS van eeme meer dan
Kerk de 6 8c, e'(iin^ tusschen Staat en
Men ziet, dat hier van „u„-
«Hes behalve sprake is. »cleicahsme«
Juist het tegendeel is waar en daarom
had men mogen verwachten, dat een eerlijke
tegenpartij er van had afgezien, om het
valsche gerucht, dat de antirevolutionaire
party een „olericale-", een „kerkelijke" partij
is, te verspreiden.
Bovendien wij zonden wel eens aan onze
tegenstanders willen vragen aan welke kerk
of kerken wij een oppergezag zonden willen
toekennen?
Aan de Ned. Hervormde-, aan de Gerefor
meerde- of aan de Lnthersche kerk?
Reeds het stellen van deze vraag bewijst
dat men van liberale zijde iets beweert, wat
in zich zelve reeds een ongerjjmdheid is.
Geen dezer kerken zoude zulk een opper
heerschappij willen aanvaarden, terwijl de
Gereformeerde kerken, wier leden allen de
antirevolutionaire beginselen van harte zijn
toegedaan, zelfs geen dubbeltje van den
Staat begeeren.
Onze liberale tegenpartij behoeft dus vol
strekt niet bevreesd te zijn, dat de antire
volutionaire party in een „olericale" zal
ontaarden. Wanneer dit gebeurt, houdt zy
zelf op antirevolutionair te zijn.
En omdat zij daarvoor niet bevreesd be
hoeft te zijn, doet zy „de taal en het spraak
gebruik geweld aanu, om ons den naam van
„clericalen" te geven.
Reeds om bovenstaande redenen is het
verzet billijk, dat steeds o izerzijds tegen
den naam van „Clericalen" is uitgegaan.
Wij kennen in de antirevolutionaire
party geen „clerus", geen zelfstandigen,
geestelijken stand.
Wy vragen niet aan een Kerkelijke
Overheid als zoodanig, maar van de bur
gers van den Staat, en onder hen vooral
van de Staatsmannen en mannen der we
tenschap de beslissing van staatkundige
vraagstukken.
De invloed der Kerk hierop is, gelijk
de Standaard reeds voor 25 jaren heeft
aangetoond, geen andere, „dan dien ze
op de geestelijke vorming dezer burgers
en staatslieden, in zooverre ze leden van
haar gemeenschap zyn, naar recht en rede
heeft".
Toch gaat de liberale pers ten onzent
maar steeds door ons met den naam van
„Clericalen" te bistempelen.
Wat hiervan te denken?
Is hier moedwil, opzettelijke verdacht
making of onkunde in het spel? Of heb
ben wij bier te doen met den man, die
wel eens een frtnsch woord heeft geboord
zonder den zin te verstaan, en nu door
bet gebruik jdaarvan soms vermakelijke
„bokjes" schiet?
Het laatste is bijna niet aan te nemen,
daar wetenschappelijke liberalen die be
naming reeds voor jaren als onjuist heb
ben verworpen. Zoo heeft wijlen Mr. P. van
Bommelen, de bekende liberale rechtsge
leerde, geschreven:
„In den boezem van het hedendaagsohe
Calvinisme kan een orthodoxe beweging
op religieus en sociaal-poiitisch gebied
niet uitsluitend van de geestelyken of
liever predikersuitgaan, noch hunbelang
en hunne heerschappij dienen..
„De Nederlaudsche antirevolutionaire
partij kan dan ook niet de protestantsche
clericale party worden genoemd, zonder
de taal en het spraakgebruik geweld aan
te doen.u
En Prof. C. B. Spruyt, ook een der
woordvoerders der liberale party, schreef
eens
De naam Clericalen is voor onze An
tirevolutionairen ongeveer even passend,
als die van visch voor zwaluw zou zijn.
„Grooter bestrijders van den invloed
van den clerus kent de geschiedenis
niet dan onze stoere en onverzettelijke
Calvinisten11.
Dit zijn ondubbelzinnige verklaringen
gegeven door hen, die tot ile voormannen
der „auti-clericalen" mogen worden gere
kend. Maar deze veelbetekenende getui
genissen schijnt met name de Middelb. Crt.
niet te kennen of voor nul en van geene
waarde te huuden.
Misschien wil zij, daar zij toch ook in
dienst der waarheid staat, van nu voortaan
er mee ophouden.
Wij kunnen veel van haar verdragen. Zy
noeme ou« ultra, doleerend, Kuyperiaansch,
al wat zij maar wil, doch zij honde op ons
„clericaal" te schelden.
Vervolg van het Hoofdblad.
Wij gelooven vast dat Joubert een Chris
ten was.
Een k'ein bewijs zij 't volgende
Den 18 Februari overleed te Middelburg
het oud-lid van den Uitvoerenden Raad der
Z. A. R. J. P. Maré, die zyn land ook
gediend had als commandant, volksraadslid,
en in 1880 zelfs als staatspresident.
Joubert zond hem op dien datnm het
navolgend telegram:
Vernomen hebbende dat u zeer ziek is
en reeds op het einde van uwe, ja onze
loopbaan schynt te zyn, op het einde der
Pelgrimsreis naar de eeuwigheid, naar het
hu:s van onzen Lieven Vader en Jezns
Christus die gezegd heeft dat er in hethnis
Zijns Vaders vele woningen zyn; en dat hy
gaat om voor ons plaats te bereiden en dan
tot ons komen zal om ons te brengen waar
Hij is. Hij is ii et die ons is een oorzaak
der eeuwige zaligheid. Wij hebben hier
geen blijvende stad; daarom znchten wij
zooals het gansohe schepsel, om vrij gemaakt
te worden van de zonde en overkleed te
worden met het kleed der gerechtigheid
dat voor ons verworven is door het dier
baar bloed van Hem die onze zonden ge
dragen heeft op het hont en ons eenoorzake
is geworden der eenwige zaligheid.
En nu broeder in den Heer ga met vreugde
heen. De kroon die weggelegd is voor n
en die de Heere n geven zal, en niet alleen
n maar ook allen die Zijne verschijning
hebben liefgehad, die uroon znlt gij uit
Zijn hand ontvangen. Vaarwel I maar tot
weerziens.
Uw oprechten broeder
P. T. JOUBERT.
Het is slechts een korte scheiding ge weest.
Maré heeft 't telegram niet meer gezien, bij
aankomst er van was hij juist overladen.
Dit laatste woord van Joubert zegt ove
rigens meer dan honderd redevoeringen. Hy
liet er ons zyn hart in zien.
De Engelsche bladen spreken trouwens
ook met grooten lof over dezen grooten
tegenstander.
Men zegt dat Louis Botha, een wakker,
bekwaam generaal van slechts 36 jaar, de
held van Spioenkop, Joubeits opvolger
wordten dat Villebois Maaeivil het
vreemdenlegioen aanvaart in de Oranje
Vrijstaat.
Generaal Delarey ligt ziek met influenza.
Commandant Grobler is gewond, door de
Engelschen gevangen genomen, terwijl hy
in den Vrijstaat in een boerenwoning
verpleegd word werd.
Commandant Ben Viljoeu die door 't
ontploffen van een lyddietbom welke in
zyn nabijheid viel, bewusteloos geslagen
werd, is thans herstellende.
Het ongeluk bad zich als volgt toege
dragen. Hij lag in een kopje met zijne
manschappen, toen de bom in hnn midden
viel. Een klip trof het geweer, dat Viljoen
op het punt was af te vuren. Het wapen
brak en sloeg den commandant bewusteloos.
Terwijl hij in dezen toestand lag, ademde
hij de dampen van het lyddiet in.
Men gelooft dat Krnger bet commando
van Joubert zal overnemen.
Uit de Mailberichten omtrent de gevech
ten bij Koedoesberg blijkt dat Cronjé den
vijand nog veel afbreuk heeft gedaan, al
vorens zich over te geven en dat alleen
de kanonnen de Engelschen hebben gered.
Cronjé seinde den 16 Februari:
Gistermorgen omtrent zes uur in het
trekken van het 1 mger werden wij door
den vyand aangevallen het gevecht duurde
voort terwijl wij nog anderhalf uur bezig
waren met het op een veilige plaats bren
gen van het lager. Verder werd tot half
acht gisteravond gevochten op verschillende
plaatsen, doch overal werd de vyand te
ruggeslagen en telkens wanneer hij aanviel.
Het verlies van den vijand moet aanzien
lijk zijn ons verlies, voor zoover bekend,
is aoht dooden en twaalf gewonden, meest
allen licht gekwetst.
Hedenmorgen schoot de vyand met ka
nonnen op onze mensehen.
Dit was echter zijn laatste telegram.
Omtrent heui celdde de jegeering den
volgenden dag:
Onze vechtgeneraal moest tengevolge van
de groote overmacht, nadat de vijand met
een gedeelte was doorgebroken op wegnaar
Kimberley, andere posities innemen en trok
toen met zyn kanonnen in de richting van
Riverton. Dit geschiedde al veohtende.
De vijand werd eenige malen terugge
slagen op een pnnt werd zelfs een groote
macht door sleo'nts 25 man teruggeslagen.
Long Tom is ook veiliv.
Van generaal Cronjé zelf heeft de re
geering nog geen berichten ontvangen
volgens ingekomen rapporten belette hij
sedert de laatste dagen den vyand in diens
bewegingen.
Hierop volgde onzekerheid waarin De
Volksstem als volgt trachtte licht te
scheppen
Generaal Cronjé bevindt zich met zyn
menschen op Paardeberg, waar hij bevre
digende posities beeft, doch omsingeld was
geworden door afdeelingen der Engelsche
paardeH-oommando's.
Hoe kwam generaal Cronjé op Paardeberg?
Waarschijnlijk als volgtDe door de Gefe
dereerde troepen bezet gehouden linies te
Magersfontein liepen van het Westen naar
het Oosten. De meest Oostelijke stellingen
waren door Cronjé's menschen bezet en
raakten bij RondevelsdriftdeModder-rivier.
Toen nu generaal Croajé vernam, dat een
talrijke macht in den Vrijstaat was inge
drongen en dat Bloemfontein bedreigd en
Kimbeiley ontzet kon worden liet hij
hoofdcommandant Ferreira in de Magers-
fontein-linies achter en trok zelf over
Modder-rivier in Oostelijke richting om
de Engelschen te keeren.
Zooals bekend is, moest hoofdcommandant
Eerreira tegen de overmacht pad geven en
drongen de Engelschen door tot Kimberley.
Het gelukte generaal Cronjé om zich met
het commando van generaal De Wet en
met de Heidelbergers onder wnd. comman
dant Sprnjt te vereenigen, zoodat elk dezer
commando's op eigen gelegenheid slaags
zyn geweest met de Engelschen, wier tal
rijkheid tengevolge had dat zij zich over
een groote oppervlakte moesten verspreiden.
Generaal De Wet maakte zich meester van
den proviandtrein van den vijand. Com-
mant Sprnyt dreef den rechterflank van
den vyand terug. Cronjé schynt gestooten
te zyn op de hoofdmacht der Engelsohen
e kon niet beletten, dat bij werd om
singeld, zoodat hy zich al veohtende met
zyn laager op Paardeberg moest verschansen.
Dit gebeurde verleden Zaterdag.
Omtrent een uur rij dens ten noorden van
Paardeberg, aan den noordkant van de Mod-
derrivier, ligt de Koedoesrand, die de enge
drift over genoemde rivier beheericht, welke
in die bnnrt te vinden is. Deze Koedoes-
rand is nu waarsohynlijk, blijkens bericht
van kommandant Steyn, in handen onzer
menschen.
Waarschijnlijk hebben de Engelschen zich
geplaatst tusschen Paardeberg en Koedoes-
rand, ten einde den aftocht van generaal
Cronjé te stuiten. Vandaar het geveoht
tusschen Paardeberg en Koedoesberg, dat
gedurende den geheelen Zondag werd voort
gezet.
Aanvankelijk schijnt men nog goeden
moed gehad te hebben. De regeering seinde
tenminste den 19en nog
Commandant Steyn bericht ons heden
van Koedoesrand:
Bij onze aankomst alhier bevoohten wy
den vijand van oosterkant, waar deze gen.
Cronjé's laager trachtte te omsingelen, en
hadden wij het geluk, met Gods hulp hem
aan te vallen en te verslaan.
Wij vochten tot laat Zondagavond.
Aan onze zijde 1 dood en 1 lichtgewond.
Wij maakten 19 paarden met zadels en
4 muilen buit.
Veohtgeneraal de Wet bericht, dat hij
gistermiddag met vechtgeneraal Botha aan
kwam tusschen Paardeberg en Koedoesrand,
in welke richting hij sedert gisteravond
hevig hoorde vechten. Hij bestormde dade
lijk eenige kopjes, welke de vijand verliet
met achterlating van eenige dooden en
gewonden.
Ongeveer 40 Engelsohen werden gevan
gen genomen.
Toen de vechtgeneraal de kopjes in bezit
had, dunrde het gevecht tot iaat in den avond.
Ons verlies was twee dooden en vier
gewonden.
Hierop is nog een laatste telegram van
Cronjé ontvangen dat zij terwijl zij aan het
trekken waren (Zondag den 18) opnieuw
werden aangevallen; en den ganschen dag
de bommen regen op het lager aanhield,
doch dat hij wenschte stand te honden
tot hij voeling had met de Wet en Ferreira.
Gelijk de lezer weet is hem dit laatste niet
gelukt. En als slottafereel in dit helden
drama gaat deze Leeuw van Afrika heden
als krijgsgevangene naar St. Helena.
29 Maart 1900.
De Tweede Kamer heeft gisteren goedge
keurd een grondruiling die de Maatschappij
de Schelde te Vlissingen vergunt zich door
oprichting van een gieterij onafhankelijk
van bet buitenland te makenen een ont
eigening voor verbetering van het kanaal
Gent-Terneuzen waarbij de Min. overweging
van een haven verbetering beloofde.
De verhouding der partijen in deProv.
Staten van Zeeland is door den nitslagder
verkiezingen in de distiicten Middelburg
en Tholen dezelfde gebleven, nl.18 antire
volutionairen, 17 liberalen, 6 katholieken
en één lid, de heerW. A. graaf van Lijnden,
die bij geen party is aangesloten.
In de St. Crt. is opgenomen oen lijst
van bandelaren in zaaizaden, die zich onder
openbare contröle van het rij kslandbonw-
proefstation voor zaadcontröle hebben ge-
steld.Daarop komen uitonze provincie v oor de
firma's van den Bosch en Co. te Goes, D. J.
van der Have te Kapelle bij Goes en A.M.
van Driel te Nieuwerki-rk.
Ook politiek?
Bij kon. besluit is benoemd tot kanton
rechter te Nijmegen mr. A. H. M. van
Berckel,t .ans kantonrecbter-plaats ver vanger
in het kanton Wijk bij Duurstede, lid van
Gedeputeerde Staten der provincie Utrecht,
wonende te Rijsenbnrg.
De heer van Berokelis een Schaepman-
niaan.
Te Klundert is de heer F. H. H.
Borret, oud-lid der tweede kamer voor
Tilburg, tijdelijk rentmeester der domeinen,
op 78-jarigen leeftijd overleden.
De Koninginnen zullen 24 April bun
jaarlyksoh bezoek aan Amsterdam doen.
Bij kon. besluit is aan C. A. Sprenger,
op diens ver/oek eervol ontslag verleend
ais burgemeester van Kloetinge.
De heeren Bolier en mr. Dieleman
hebben limine benoeming tot lid der staten
van Zeeland aangenomen.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Hijlaard ds. R. Hazelhoff te
Schalsnm te Stolwijk ds. S. J. Piso te
Lutkewlerum.
Aangenomen naar Ossendrecht door ds.
A. F. v. d. Scheer te Drempt naar
Ond Vosmeer door dhr. P. de Looze cand.
te Zierikzee.
Bedankt voor Winssen door P. de Looze
oand. te Zierikzeevoor Warga door ds.
N. Piccardt te Westernieland.
Geref. Kerken.
Beroepen te Herwijnen ds. K. v. d. Wal
te Hillegom te Aaiden H. Hangelbroek
cand. te Zevenhuizen te Langeslag S.
Idema cand. te Uithuizen te 's Graven
deel ds, N. P. Littooij Az. te Krimpen
a. d. Lek.
diefstal: A. D. J. S., 17 j. werkman Schoon-
djjke en C. v. L.,20 j. werkman IJzendijke
ieder tot f 5 b. s. 5 d. h.
mishandeling van een ambtenaarJ. M,
30 j. arbeider Kapelle tot 1 m. gev. straf;
mishandelingC. R. 36 j. tapper Goes
tot 7 d. gev. straf
huisvredebreuk: P. de V. 37j. koopman
Eede tot 7 d. gev. straf; en
mishandeling en huisvredebreukF. S.
19 j. voddengaarder Clinge tot 14 d. gev. straf-
Vrij gesproken: F. E. de G. 24 j. bood-
schaplooper Middelburg beklaagd van dief
stal, en W. M. W. 43 j. postbode, Midlel;
burg bexlaagd van eenvoudige beleediging.
Ter terechtzitting der arrondissements
rechtbank te Middelburg van Donderdag 26
April aanslaande en volgende dagen zal
worden behandeld de zaak tegen den 40
jarigen, te Koewacht geboren en wonenden,
te Middelburg gedetineerden werkman
Angnstinns Carolus Misseghers, beklaagd
van den bekenden afschnwelijken moord.
Vanwege het openbaar ministerie zullen
64 getuigen, waaronder 6 tevens als des
kundigen, worden gedagvaard.
Zooals men zich herinneren zal treedt
de heer mr. J. J. Heijse, advocaat te
Middelburg, als ambtshalve toegevoegd ver
dediger voor beklaagde op.
Coes. Donderdagmiddag is de 60jarige
P. W essel, metselaar, werkzaam bij dhr.
Jacobs, van het dak der landbouw winter-
school gevallen en zeer ernstig gekneusd
en gekwetst geworden. De ongelukkige
werd naar het gasthuis vervoerd, wa r men
vreest voor zijn leven.
Tot agent van politie 2e kl. te Zie
rikzee, is benoemd J. Ilmer, timmerman te
Middelburg. M. C.
Terneuzen. Tot lid van den raad is
heden gekozen J. A. de Jonge (a.) met
634 stemmen. Verlinde (1.) bad 590.
De scheidsrechterlijke uitspraak in de
Delagoa-baaiquaestie te Bern heeft Portugal
veroordeeld tot een schadevergoeding van
I51/4 miljoen francs 1
Geslaagd voor het examen nattige hand
werken te 's Gravenhage, de damesM. Kos
ten, N. S. S. Leupen, A. E. Lenpen, S. W.
de Looze, E. G. H. IJzerman en W. L.
de Vrieze, allen van Zierikzee, M. F. Lie-
vense te Maassluis, en S. C. v. Oosten,
van Aardenburg.
Arrondissements-Rechtbank te Middelburg.
Vrijdag zyn veroordeeld wegens:
Terneuzen. Door het bestuur van den
polder Van Lijnden werd aanbesteedhet
met keibestrating verbinden van do grind-
baan op den Groote Huissenspolder,benoorden
de buurt „het Poontje," gemeente Zaamslag,
met de keibaan in den Copwijkschen weg,
beoosten de buurt „het Keizei ryk" gemeente
Boschkapelle, ter totale lengte van 2025 M.
Inschrijvers: J. P. Adriaansens-Polfliet, Wal
soorden, f16.400; B. van Eek, Terneuzen,
f15.750; P. A. Adriaansens P.Az., Walsoor
den, f15.702; Alf. de Waal. Hontenisse,
f 15.679A. T. Rottier, St. Jansteen. f 15.530
K. de Vos, Terneuzen, 115 500; 4. Tholens
Dingz., Terneuzen, f 15.490. Gegund aan dezen
laatste.
Rilland. Heden Vrijdag werden door
not. de Vos publiek verkochtlo. een
koffiehuis, schuurtje en tuin B 61 voor
f1350 aan dhr. Ch. Kanaar; 2o. een dubbel
woonhuis B 92/93 aan dhr. W. Griep Cz.
voor f2185. Onverminderd 8Vs procent voor
onkoiten. Beiden alhier.
LAATSTE BERICHTEN.
De tweede kamer heeft de leerplicht
wet aangenomen met 50 tegen 49
stemmen.
Voor stemden 48 liberalen en 2 Rooraschen
dr. Sohaepman en Kolkman.
Tegen stemden 20 Roomsoben, 21 antire
volutionairen en vrij- antirevolutionairen,
de 3 Chr. bistoriscben Bastert, de Visser
en v. Karneueek; de 3sociaal democraten
Schaper, v. Kol en Troelstra, de socialist
v. d. Zwaag en de heer Pijnappel.
De vrij- antirevolutionair Schimmel-
penninck was afwezig.
(Ware die er geweest, dan was de wet,
met staking van stemme 1 bij voltallige
Kamer, verworpen geweest. Er geschiedt
echter niets by geval. Red.)
Ongewijzigd aangenomen een andere klas
sen-indeeling van de gemeenten voor per-
soneele belastingen, met verleenen van tijde
lijke remissie in aanslagen van 1898 tot 1908
aan koffiehuishouders. De minister van Fi
nanciën maakte bezwaar tegen hunne gelijk
stelling met winkeliers die voor een derde
der huurwaarde aangeslagen zijn.
Voor de stemming over de leerplichtwet
motiveerden eenige leden bun stem. De
heer Kolkman was er voor omdat bij zich
plaatst op het standpunt reeds vroeger
door hem ingenomen, als lid der staatscom
missie voor de arbeidsenquête jen dus voor
leirplioht zonder verplicht herhalingson-
derwijs was gebleven.
De heer Troelstra zeide dat de socialis
tische leden tegenstemmen, omdat aan hun
eischen in 't belang van het arme kiud
en de volksontwikkeling niet is voldaan.
De heet Van Karne'oeek verkl arde tegen
te stemmen omdat de sehoolvoeding en
-kleeding in beginsel in de wet staat.
Bij de behandeling van het arbitrage
verdrag der vredesconferentie ste'de na een
warme bestrijding der goedkeuring door
den heer Pyttersen, de heer Veegens met
het oog op den oorlog in Zuid-Afrika voor
het verdrag tot nader uit te stellen.
De Minister van Bnitenlandsche Zaken
wierp met het oog op buitenlandsche ver
wikkelingen alle verantwoordelijkheid van
zich te meer daar hy aan Rusland spoedige
ratificatie heeft toegezegd. Dinsdag voort
zetting van het debat over de motie.