„DE ZEEUW" mmmam bijvoegsel Zijn de Antirevolutionairen clericaal Engeland en Transvaal. KEHRNIEUWS- •ruv SCHOOLNIEUWS. RECHTSZAKEN Ailoop Verkoopingen enz YAN van Zaterdag 31 Maart 1900. In den laatsten tijd is door liberale bladen nogal eens de naam „clericalen" gebezigd, wanneer zij spraken over tie an tirevolutionaire party. Ook de Midd. Crt. sprak na den afloop der Statenverkiezing in een spijtig hoofd artikel van „de kraoht tier clericalen". Kn de sooiaal democratische pers be titelt inis geregeld met dezen naam. Wij hebben tegen deze onjuiste betite ling reeds meermalen geprotesteerd. Wij vardienen juist het tegendeel van dien naam. Het keumerkende van een olericale partij ontbreekt juist by de anti- re vo'utionaire. Dat de naam „clericaal" voor ons, antirevolutionaireneven passend „als die van visch voor zwaluw zou zijn", blijkt reeds duidelijk, wanneer meu let op den oorsprong van den naam. Wie toch eenigszins op de hoogte is maar onze liberale journalisten schijnen dit niet te zijn weet, dat de geliefde term „clericaal" afgeleid is van het woord clerus, dat geestelijkheid beteekent en in de Roomsche kerk wordt gebruikt voor den geestelijken stand in tegenstelling van „laicus", hetwelk de leekenstand beteekent. Tusschen be:de standen werd een scherp onderscneid gemaakt en bij de eerstge noemde, de clerusberustte het recht, om in zakttt, de Goddelijke waarheid betref fende, het hoogste woord te voeren en een beslissende stem te hebben, terwijl de leekenstand niet anders te doen had dan in die uitspraak te berusten. Hiervan nu willen wy en wilden onze vaderen niets weten. lu de Protestantsche kerken der reformatie is dan ook van een „clerus", van eenafzonderly ken geestelij ken stand, in onderscheiding van leeken of gewone gemeenteleden in het geheel geen sprake. In onze Protestantsche en bij name in onze Gereformeerde kerken zijn „geeste lijken" totaal onbekend; men spreekt slechts van een Dienaar des Woords en deze staat in de kerkregeering met de „leeken" op een en dezelfde P:n. Ja, zoo anti clerikaai, zoo wars van alle „clericalisme" is men van meet af, gedu rende den loop van ongeveer drie eeuwen geweest, dat in den Raad der kerk het „geestelijke"-element steeds geheel in de minderheid was en het „leeken"-element daarentegen verreweg in de meerderheid. Bestaat er dus geen „clerus" onder de Protestanten, hoe dwaas is het dan niet, om de benaming „olericaal", daaraan ont- leend, op antirevolutionaire Protestanten, die den strijd der beginselen op staatkun dig gebied aanbinden, over te brengen. Hunne voorvaderen waren, naar luid der historie, de meest zelfbewuste tegen standers van elk clericalisme, gelijk de hedendaagsohe antirevolutionairen het nu nog zijn. Maar gij antirevolutionairen begeert toch, zoo geven enkele liberale Zeeuw- scbe persorganen van tijd tot tijd r.iet onduidelijk ie kennen, dat de kerk over den Staat zal heerschen. Grooter inisleiling van het publiek is evenwel niet denkbaar; grooter onkunde van hetgeen de antirevolutionaire partij beweert en begeert hebben wij zelden ge1 oord. Wie zich wil overtuigen, dat de anti revolutionairen ook niet „clericaal" zijn indien zin, dat zij de kerk over den Staat willen laten heerschen, leze slechts wat bet antirevolutionair program op dit punt zoo duidelijk zegt. Wij lezen daarin toch De partij belijdt dat het staatsgezag noch rechtstreeks, ncch door de uitspraak van eenige kerk, maar alleen in de cons ciëntie der Overhe dspersonen, aan de ordinantiën Gods gebonden zij. De overneid is als dienaresse Gods, in eene Christelijke en dus niet godsdienst loze natie, gehouden tot verhterlijking van Gods naam, en behoort diensvolgens... alle kerkgenootschappen of go siienstige vereenigingen, en voorts alle burgers, on verschillig welke hunne denkwijze aan gaande de eeuwige dingen zij, te behan delen op voet van gelijkheid. Zij (de antirevolutionaire partij) ver klaart, dat noch voor het rijk in Kuropa, noch voor de Indien door de Overheid een Staatskerk, van wat naam of vorm ook, mag worden in stand gehouden of inge voerd; dat het den Staat niet toekomt, im6^ *nwendige aangelegenheden uer kerkgenootschappen in te laten; en dnsvan* °;°rae<inS van eeme meer dan Kerk de 6 8c, e'(iin^ tusschen Staat en Men ziet, dat hier van „u„- «Hes behalve sprake is. »cleicahsme« Juist het tegendeel is waar en daarom had men mogen verwachten, dat een eerlijke tegenpartij er van had afgezien, om het valsche gerucht, dat de antirevolutionaire party een „olericale-", een „kerkelijke" partij is, te verspreiden. Bovendien wij zonden wel eens aan onze tegenstanders willen vragen aan welke kerk of kerken wij een oppergezag zonden willen toekennen? Aan de Ned. Hervormde-, aan de Gerefor meerde- of aan de Lnthersche kerk? Reeds het stellen van deze vraag bewijst dat men van liberale zijde iets beweert, wat in zich zelve reeds een ongerjjmdheid is. Geen dezer kerken zoude zulk een opper heerschappij willen aanvaarden, terwijl de Gereformeerde kerken, wier leden allen de antirevolutionaire beginselen van harte zijn toegedaan, zelfs geen dubbeltje van den Staat begeeren. Onze liberale tegenpartij behoeft dus vol strekt niet bevreesd te zijn, dat de antire volutionaire party in een „olericale" zal ontaarden. Wanneer dit gebeurt, houdt zy zelf op antirevolutionair te zijn. En omdat zij daarvoor niet bevreesd be hoeft te zijn, doet zy „de taal en het spraak gebruik geweld aanu, om ons den naam van „clericalen" te geven. Reeds om bovenstaande redenen is het verzet billijk, dat steeds o izerzijds tegen den naam van „Clericalen" is uitgegaan. Wij kennen in de antirevolutionaire party geen „clerus", geen zelfstandigen, geestelijken stand. Wy vragen niet aan een Kerkelijke Overheid als zoodanig, maar van de bur gers van den Staat, en onder hen vooral van de Staatsmannen en mannen der we tenschap de beslissing van staatkundige vraagstukken. De invloed der Kerk hierop is, gelijk de Standaard reeds voor 25 jaren heeft aangetoond, geen andere, „dan dien ze op de geestelijke vorming dezer burgers en staatslieden, in zooverre ze leden van haar gemeenschap zyn, naar recht en rede heeft". Toch gaat de liberale pers ten onzent maar steeds door ons met den naam van „Clericalen" te bistempelen. Wat hiervan te denken? Is hier moedwil, opzettelijke verdacht making of onkunde in het spel? Of heb ben wij bier te doen met den man, die wel eens een frtnsch woord heeft geboord zonder den zin te verstaan, en nu door bet gebruik jdaarvan soms vermakelijke „bokjes" schiet? Het laatste is bijna niet aan te nemen, daar wetenschappelijke liberalen die be naming reeds voor jaren als onjuist heb ben verworpen. Zoo heeft wijlen Mr. P. van Bommelen, de bekende liberale rechtsge leerde, geschreven: „In den boezem van het hedendaagsohe Calvinisme kan een orthodoxe beweging op religieus en sociaal-poiitisch gebied niet uitsluitend van de geestelyken of liever predikersuitgaan, noch hunbelang en hunne heerschappij dienen.. „De Nederlaudsche antirevolutionaire partij kan dan ook niet de protestantsche clericale party worden genoemd, zonder de taal en het spraakgebruik geweld aan te doen.u En Prof. C. B. Spruyt, ook een der woordvoerders der liberale party, schreef eens De naam Clericalen is voor onze An tirevolutionairen ongeveer even passend, als die van visch voor zwaluw zou zijn. „Grooter bestrijders van den invloed van den clerus kent de geschiedenis niet dan onze stoere en onverzettelijke Calvinisten11. Dit zijn ondubbelzinnige verklaringen gegeven door hen, die tot ile voormannen der „auti-clericalen" mogen worden gere kend. Maar deze veelbetekenende getui genissen schijnt met name de Middelb. Crt. niet te kennen of voor nul en van geene waarde te huuden. Misschien wil zij, daar zij toch ook in dienst der waarheid staat, van nu voortaan er mee ophouden. Wij kunnen veel van haar verdragen. Zy noeme ou« ultra, doleerend, Kuyperiaansch, al wat zij maar wil, doch zij honde op ons „clericaal" te schelden. Vervolg van het Hoofdblad. Wij gelooven vast dat Joubert een Chris ten was. Een k'ein bewijs zij 't volgende Den 18 Februari overleed te Middelburg het oud-lid van den Uitvoerenden Raad der Z. A. R. J. P. Maré, die zyn land ook gediend had als commandant, volksraadslid, en in 1880 zelfs als staatspresident. Joubert zond hem op dien datnm het navolgend telegram: Vernomen hebbende dat u zeer ziek is en reeds op het einde van uwe, ja onze loopbaan schynt te zyn, op het einde der Pelgrimsreis naar de eeuwigheid, naar het hu:s van onzen Lieven Vader en Jezns Christus die gezegd heeft dat er in hethnis Zijns Vaders vele woningen zyn; en dat hy gaat om voor ons plaats te bereiden en dan tot ons komen zal om ons te brengen waar Hij is. Hij is ii et die ons is een oorzaak der eeuwige zaligheid. Wij hebben hier geen blijvende stad; daarom znchten wij zooals het gansohe schepsel, om vrij gemaakt te worden van de zonde en overkleed te worden met het kleed der gerechtigheid dat voor ons verworven is door het dier baar bloed van Hem die onze zonden ge dragen heeft op het hont en ons eenoorzake is geworden der eenwige zaligheid. En nu broeder in den Heer ga met vreugde heen. De kroon die weggelegd is voor n en die de Heere n geven zal, en niet alleen n maar ook allen die Zijne verschijning hebben liefgehad, die uroon znlt gij uit Zijn hand ontvangen. Vaarwel I maar tot weerziens. Uw oprechten broeder P. T. JOUBERT. Het is slechts een korte scheiding ge weest. Maré heeft 't telegram niet meer gezien, bij aankomst er van was hij juist overladen. Dit laatste woord van Joubert zegt ove rigens meer dan honderd redevoeringen. Hy liet er ons zyn hart in zien. De Engelsche bladen spreken trouwens ook met grooten lof over dezen grooten tegenstander. Men zegt dat Louis Botha, een wakker, bekwaam generaal van slechts 36 jaar, de held van Spioenkop, Joubeits opvolger wordten dat Villebois Maaeivil het vreemdenlegioen aanvaart in de Oranje Vrijstaat. Generaal Delarey ligt ziek met influenza. Commandant Grobler is gewond, door de Engelschen gevangen genomen, terwijl hy in den Vrijstaat in een boerenwoning verpleegd word werd. Commandant Ben Viljoeu die door 't ontploffen van een lyddietbom welke in zyn nabijheid viel, bewusteloos geslagen werd, is thans herstellende. Het ongeluk bad zich als volgt toege dragen. Hij lag in een kopje met zijne manschappen, toen de bom in hnn midden viel. Een klip trof het geweer, dat Viljoen op het punt was af te vuren. Het wapen brak en sloeg den commandant bewusteloos. Terwijl hij in dezen toestand lag, ademde hij de dampen van het lyddiet in. Men gelooft dat Krnger bet commando van Joubert zal overnemen. Uit de Mailberichten omtrent de gevech ten bij Koedoesberg blijkt dat Cronjé den vijand nog veel afbreuk heeft gedaan, al vorens zich over te geven en dat alleen de kanonnen de Engelschen hebben gered. Cronjé seinde den 16 Februari: Gistermorgen omtrent zes uur in het trekken van het 1 mger werden wij door den vyand aangevallen het gevecht duurde voort terwijl wij nog anderhalf uur bezig waren met het op een veilige plaats bren gen van het lager. Verder werd tot half acht gisteravond gevochten op verschillende plaatsen, doch overal werd de vyand te ruggeslagen en telkens wanneer hij aanviel. Het verlies van den vijand moet aanzien lijk zijn ons verlies, voor zoover bekend, is aoht dooden en twaalf gewonden, meest allen licht gekwetst. Hedenmorgen schoot de vyand met ka nonnen op onze mensehen. Dit was echter zijn laatste telegram. Omtrent heui celdde de jegeering den volgenden dag: Onze vechtgeneraal moest tengevolge van de groote overmacht, nadat de vijand met een gedeelte was doorgebroken op wegnaar Kimberley, andere posities innemen en trok toen met zyn kanonnen in de richting van Riverton. Dit geschiedde al veohtende. De vijand werd eenige malen terugge slagen op een pnnt werd zelfs een groote macht door sleo'nts 25 man teruggeslagen. Long Tom is ook veiliv. Van generaal Cronjé zelf heeft de re geering nog geen berichten ontvangen volgens ingekomen rapporten belette hij sedert de laatste dagen den vyand in diens bewegingen. Hierop volgde onzekerheid waarin De Volksstem als volgt trachtte licht te scheppen Generaal Cronjé bevindt zich met zyn menschen op Paardeberg, waar hij bevre digende posities beeft, doch omsingeld was geworden door afdeelingen der Engelsche paardeH-oommando's. Hoe kwam generaal Cronjé op Paardeberg? Waarschijnlijk als volgtDe door de Gefe dereerde troepen bezet gehouden linies te Magersfontein liepen van het Westen naar het Oosten. De meest Oostelijke stellingen waren door Cronjé's menschen bezet en raakten bij RondevelsdriftdeModder-rivier. Toen nu generaal Croajé vernam, dat een talrijke macht in den Vrijstaat was inge drongen en dat Bloemfontein bedreigd en Kimbeiley ontzet kon worden liet hij hoofdcommandant Ferreira in de Magers- fontein-linies achter en trok zelf over Modder-rivier in Oostelijke richting om de Engelschen te keeren. Zooals bekend is, moest hoofdcommandant Eerreira tegen de overmacht pad geven en drongen de Engelschen door tot Kimberley. Het gelukte generaal Cronjé om zich met het commando van generaal De Wet en met de Heidelbergers onder wnd. comman dant Sprnjt te vereenigen, zoodat elk dezer commando's op eigen gelegenheid slaags zyn geweest met de Engelschen, wier tal rijkheid tengevolge had dat zij zich over een groote oppervlakte moesten verspreiden. Generaal De Wet maakte zich meester van den proviandtrein van den vijand. Com- mant Sprnyt dreef den rechterflank van den vyand terug. Cronjé schynt gestooten te zyn op de hoofdmacht der Engelsohen e kon niet beletten, dat bij werd om singeld, zoodat hy zich al veohtende met zyn laager op Paardeberg moest verschansen. Dit gebeurde verleden Zaterdag. Omtrent een uur rij dens ten noorden van Paardeberg, aan den noordkant van de Mod- derrivier, ligt de Koedoesrand, die de enge drift over genoemde rivier beheericht, welke in die bnnrt te vinden is. Deze Koedoes- rand is nu waarsohynlijk, blijkens bericht van kommandant Steyn, in handen onzer menschen. Waarschijnlijk hebben de Engelschen zich geplaatst tusschen Paardeberg en Koedoes- rand, ten einde den aftocht van generaal Cronjé te stuiten. Vandaar het geveoht tusschen Paardeberg en Koedoesberg, dat gedurende den geheelen Zondag werd voort gezet. Aanvankelijk schijnt men nog goeden moed gehad te hebben. De regeering seinde tenminste den 19en nog Commandant Steyn bericht ons heden van Koedoesrand: Bij onze aankomst alhier bevoohten wy den vijand van oosterkant, waar deze gen. Cronjé's laager trachtte te omsingelen, en hadden wij het geluk, met Gods hulp hem aan te vallen en te verslaan. Wij vochten tot laat Zondagavond. Aan onze zijde 1 dood en 1 lichtgewond. Wij maakten 19 paarden met zadels en 4 muilen buit. Veohtgeneraal de Wet bericht, dat hij gistermiddag met vechtgeneraal Botha aan kwam tusschen Paardeberg en Koedoesrand, in welke richting hij sedert gisteravond hevig hoorde vechten. Hij bestormde dade lijk eenige kopjes, welke de vijand verliet met achterlating van eenige dooden en gewonden. Ongeveer 40 Engelsohen werden gevan gen genomen. Toen de vechtgeneraal de kopjes in bezit had, dunrde het gevecht tot iaat in den avond. Ons verlies was twee dooden en vier gewonden. Hierop is nog een laatste telegram van Cronjé ontvangen dat zij terwijl zij aan het trekken waren (Zondag den 18) opnieuw werden aangevallen; en den ganschen dag de bommen regen op het lager aanhield, doch dat hij wenschte stand te honden tot hij voeling had met de Wet en Ferreira. Gelijk de lezer weet is hem dit laatste niet gelukt. En als slottafereel in dit helden drama gaat deze Leeuw van Afrika heden als krijgsgevangene naar St. Helena. 29 Maart 1900. De Tweede Kamer heeft gisteren goedge keurd een grondruiling die de Maatschappij de Schelde te Vlissingen vergunt zich door oprichting van een gieterij onafhankelijk van bet buitenland te makenen een ont eigening voor verbetering van het kanaal Gent-Terneuzen waarbij de Min. overweging van een haven verbetering beloofde. De verhouding der partijen in deProv. Staten van Zeeland is door den nitslagder verkiezingen in de distiicten Middelburg en Tholen dezelfde gebleven, nl.18 antire volutionairen, 17 liberalen, 6 katholieken en één lid, de heerW. A. graaf van Lijnden, die bij geen party is aangesloten. In de St. Crt. is opgenomen oen lijst van bandelaren in zaaizaden, die zich onder openbare contröle van het rij kslandbonw- proefstation voor zaadcontröle hebben ge- steld.Daarop komen uitonze provincie v oor de firma's van den Bosch en Co. te Goes, D. J. van der Have te Kapelle bij Goes en A.M. van Driel te Nieuwerki-rk. Ook politiek? Bij kon. besluit is benoemd tot kanton rechter te Nijmegen mr. A. H. M. van Berckel,t .ans kantonrecbter-plaats ver vanger in het kanton Wijk bij Duurstede, lid van Gedeputeerde Staten der provincie Utrecht, wonende te Rijsenbnrg. De heer van Berokelis een Schaepman- niaan. Te Klundert is de heer F. H. H. Borret, oud-lid der tweede kamer voor Tilburg, tijdelijk rentmeester der domeinen, op 78-jarigen leeftijd overleden. De Koninginnen zullen 24 April bun jaarlyksoh bezoek aan Amsterdam doen. Bij kon. besluit is aan C. A. Sprenger, op diens ver/oek eervol ontslag verleend ais burgemeester van Kloetinge. De heeren Bolier en mr. Dieleman hebben limine benoeming tot lid der staten van Zeeland aangenomen. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Hijlaard ds. R. Hazelhoff te Schalsnm te Stolwijk ds. S. J. Piso te Lutkewlerum. Aangenomen naar Ossendrecht door ds. A. F. v. d. Scheer te Drempt naar Ond Vosmeer door dhr. P. de Looze cand. te Zierikzee. Bedankt voor Winssen door P. de Looze oand. te Zierikzeevoor Warga door ds. N. Piccardt te Westernieland. Geref. Kerken. Beroepen te Herwijnen ds. K. v. d. Wal te Hillegom te Aaiden H. Hangelbroek cand. te Zevenhuizen te Langeslag S. Idema cand. te Uithuizen te 's Graven deel ds, N. P. Littooij Az. te Krimpen a. d. Lek. diefstal: A. D. J. S., 17 j. werkman Schoon- djjke en C. v. L.,20 j. werkman IJzendijke ieder tot f 5 b. s. 5 d. h. mishandeling van een ambtenaarJ. M, 30 j. arbeider Kapelle tot 1 m. gev. straf; mishandelingC. R. 36 j. tapper Goes tot 7 d. gev. straf huisvredebreuk: P. de V. 37j. koopman Eede tot 7 d. gev. straf; en mishandeling en huisvredebreukF. S. 19 j. voddengaarder Clinge tot 14 d. gev. straf- Vrij gesproken: F. E. de G. 24 j. bood- schaplooper Middelburg beklaagd van dief stal, en W. M. W. 43 j. postbode, Midlel; burg bexlaagd van eenvoudige beleediging. Ter terechtzitting der arrondissements rechtbank te Middelburg van Donderdag 26 April aanslaande en volgende dagen zal worden behandeld de zaak tegen den 40 jarigen, te Koewacht geboren en wonenden, te Middelburg gedetineerden werkman Angnstinns Carolus Misseghers, beklaagd van den bekenden afschnwelijken moord. Vanwege het openbaar ministerie zullen 64 getuigen, waaronder 6 tevens als des kundigen, worden gedagvaard. Zooals men zich herinneren zal treedt de heer mr. J. J. Heijse, advocaat te Middelburg, als ambtshalve toegevoegd ver dediger voor beklaagde op. Coes. Donderdagmiddag is de 60jarige P. W essel, metselaar, werkzaam bij dhr. Jacobs, van het dak der landbouw winter- school gevallen en zeer ernstig gekneusd en gekwetst geworden. De ongelukkige werd naar het gasthuis vervoerd, wa r men vreest voor zijn leven. Tot agent van politie 2e kl. te Zie rikzee, is benoemd J. Ilmer, timmerman te Middelburg. M. C. Terneuzen. Tot lid van den raad is heden gekozen J. A. de Jonge (a.) met 634 stemmen. Verlinde (1.) bad 590. De scheidsrechterlijke uitspraak in de Delagoa-baaiquaestie te Bern heeft Portugal veroordeeld tot een schadevergoeding van I51/4 miljoen francs 1 Geslaagd voor het examen nattige hand werken te 's Gravenhage, de damesM. Kos ten, N. S. S. Leupen, A. E. Lenpen, S. W. de Looze, E. G. H. IJzerman en W. L. de Vrieze, allen van Zierikzee, M. F. Lie- vense te Maassluis, en S. C. v. Oosten, van Aardenburg. Arrondissements-Rechtbank te Middelburg. Vrijdag zyn veroordeeld wegens: Terneuzen. Door het bestuur van den polder Van Lijnden werd aanbesteedhet met keibestrating verbinden van do grind- baan op den Groote Huissenspolder,benoorden de buurt „het Poontje," gemeente Zaamslag, met de keibaan in den Copwijkschen weg, beoosten de buurt „het Keizei ryk" gemeente Boschkapelle, ter totale lengte van 2025 M. Inschrijvers: J. P. Adriaansens-Polfliet, Wal soorden, f16.400; B. van Eek, Terneuzen, f15.750; P. A. Adriaansens P.Az., Walsoor den, f15.702; Alf. de Waal. Hontenisse, f 15.679A. T. Rottier, St. Jansteen. f 15.530 K. de Vos, Terneuzen, 115 500; 4. Tholens Dingz., Terneuzen, f 15.490. Gegund aan dezen laatste. Rilland. Heden Vrijdag werden door not. de Vos publiek verkochtlo. een koffiehuis, schuurtje en tuin B 61 voor f1350 aan dhr. Ch. Kanaar; 2o. een dubbel woonhuis B 92/93 aan dhr. W. Griep Cz. voor f2185. Onverminderd 8Vs procent voor onkoiten. Beiden alhier. LAATSTE BERICHTEN. De tweede kamer heeft de leerplicht wet aangenomen met 50 tegen 49 stemmen. Voor stemden 48 liberalen en 2 Rooraschen dr. Sohaepman en Kolkman. Tegen stemden 20 Roomsoben, 21 antire volutionairen en vrij- antirevolutionairen, de 3 Chr. bistoriscben Bastert, de Visser en v. Karneueek; de 3sociaal democraten Schaper, v. Kol en Troelstra, de socialist v. d. Zwaag en de heer Pijnappel. De vrij- antirevolutionair Schimmel- penninck was afwezig. (Ware die er geweest, dan was de wet, met staking van stemme 1 bij voltallige Kamer, verworpen geweest. Er geschiedt echter niets by geval. Red.) Ongewijzigd aangenomen een andere klas sen-indeeling van de gemeenten voor per- soneele belastingen, met verleenen van tijde lijke remissie in aanslagen van 1898 tot 1908 aan koffiehuishouders. De minister van Fi nanciën maakte bezwaar tegen hunne gelijk stelling met winkeliers die voor een derde der huurwaarde aangeslagen zijn. Voor de stemming over de leerplichtwet motiveerden eenige leden bun stem. De heer Kolkman was er voor omdat bij zich plaatst op het standpunt reeds vroeger door hem ingenomen, als lid der staatscom missie voor de arbeidsenquête jen dus voor leirplioht zonder verplicht herhalingson- derwijs was gebleven. De heer Troelstra zeide dat de socialis tische leden tegenstemmen, omdat aan hun eischen in 't belang van het arme kiud en de volksontwikkeling niet is voldaan. De heet Van Karne'oeek verkl arde tegen te stemmen omdat de sehoolvoeding en -kleeding in beginsel in de wet staat. Bij de behandeling van het arbitrage verdrag der vredesconferentie ste'de na een warme bestrijding der goedkeuring door den heer Pyttersen, de heer Veegens met het oog op den oorlog in Zuid-Afrika voor het verdrag tot nader uit te stellen. De Minister van Bnitenlandsche Zaken wierp met het oog op buitenlandsche ver wikkelingen alle verantwoordelijkheid van zich te meer daar hy aan Rusland spoedige ratificatie heeft toegezegd. Dinsdag voort zetting van het debat over de motie.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 5