NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ulo. 72. 1900.
JPmsifag 20 Maart.
Uprrtmufe laiicgaiig.
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
mr. P. Di8l6man.
ft. Bolier ftz. Senior.
Tweeërlei beginsel.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
TIJDVERZEN.
De Staatsgod.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02 s.
UITGAVE VA.N
G. M. KLEMKERK, te Goes
en
[)e gezamenlijke antirevolutionaire
Kiesvereenigingen in het district
Middelburg stelden tot candidaat
voor de Provinciale Staten (vacature
Kloppers) den heer
De Zeeuw steunt van harte
deze candidatuur.
Voor het kiesdistrict Tholen helpt
De Zeeuw met grooten aandrang
aanbevelen den heer
De stemming heelt plaats 27 Maart.
Zij, die zich met 1 April
a. s. op ons blad wenschen te abon
neeren, ontvangen het tot dien datnm
gratis.
Bij den stembusstryd waarop een deel
onzer Walchersche en Thoo'sche kiezers be
zig is zich voor te bereiden, mag, wat wij
reeds honderdmaal beweerden, nog eens weer
herhaald, dat de strijd onder ons niet loopt
over personen maar over beginselen.
Hoe de caniidaten, die tegenover de onze
staan, heeten, is ons in zekeren zin onver
schillig. Wij hebben, zoo wij op hen mikken,
niet hun eerzamen persoon maar 't beginsel
waarvan zij de dragers zijn, op het oog.
Een strijd tegen personen was de strijd
van de oude conservatieven tegen de libe
ralen in Thorbecke's dagenen was ook
voor twie jaren de bedoeling der anti-oleri-
cale revolutionairen, die zich by de her
stemming schi arden om de vaan van Van
Houten.
Tegen Thorbeckeriepen de conserva
tieven in den ty d toen zij aan het aftakelen
waren.
Tegen Abraham Kuyper! was in '98 de
leus van den toenmaligen minister der Kroon
toen by met zijn „in geen geval een Kuy-
periaan" de heele liberale concentratie
dat wil zeggen al wat uit de beginselen
van 1789 leelt in den lande, ten «rijde
opriep tegen Kuyper en zijn „christelijk
gereformeerde-doleerende" aanhangers.
Men weet dat vooral de Middelburgsche
Courant in het nitvinden van allerlei namen
voor baar staatkundige tegenstanders eene
volleerdheid aan den dag legde als geen
ander orgaan vóór haar ooit heeft aangedurfd.
Men leze maar de verkiezingslectuur van
vroegeren en lateren tijd in hare kolom
men na.
Toch ha t het betoog van den minister
Van Houten, eerlijk, ook nog een andeie
strekking, namelijk om de eenheid van af
stamming tusschen oud-liberaal en socialist
tegenover alle groepen die uit éeu geloofs-
begiu8elleven,vaststond en uitdien hoofde alle
socialisten voor een oud-liberaal en alle oud
liberalen voor een man als VanderZwaag
in de bresse te staan hadden.
By Van Honten was 't nog de erkentenis
dat de tegenstelling tusschen geloof en on
geloof den staatkundigen strijd bebeerschen
snoet. En in dat licht gezien mag en moet
•dan ook al wat niet staat op den bodem
des geloofs zich by de stembus stellen tegen
hen die nog rekenen met het Kruis van
Christus.
„Tegen de Revolutie het Evangelie" is
de oude les van Groen. Maar dan ook, van
zelf, tegen het Evangelie de Revolutie, de
leus waaronder Conservatief en Socialist
saam tegen ons hebben op te trekken.
Van Honten schreef bet zoo onberispelijk
juist in zijn Staats en straf rechterlijke op -
stellen
„Bij de tegenstellingen die thans vreed
zaam op onzen bodem naast elkander
moeten leven, zijn die tusschen Katholiek
en Protestant gering. Het is geen conflict
over enkele dogma's, maar tusschen ge
loof en ongeloof tusschen lijnrecht
tegenstrijdige wereld- en levensbeschou
wingen.
„De waan, dat deze gisting buiten het
veld der politiek zou kunnen omgaan, of
wel omgekeerd, dat de politiek van den
invloed dier gisting vrijgehouden zou
kunnen worden, is reeds voorbijgegaan."
Een bekentenis, gelijk men ziet, dat bet
niet anders kan dan het in 1897 ging, er,
ook bij de provinciale s embus herhaalde
lijk gegaan heeft, namely k dat Protestanten
en Roomschen, voorzoover zij aan hun ge
loof vasthouden, moeten in bond staan tegen
de party en van 1789.
Doch zie nu 't velschil eens in de prac-
tijk. Diezelfde principiëeie i ngeloovige, de
heer v. Houten, de man der scherp be-
lijnde tegenstellingen, was nog in 1897
de man der anticlericale concentratie.
By de herstemmingen was 't onder zyn
vlag algemeen ralliement voor Christelijk
historischen en oud-liberalen, voor vooruit
streven lenen radicalen en sociaal-democraten.
Wij zagen hen onder luide kreten van:
geen daar brood! en tegen Rome! tegen
ons en de Roomsche bondgenooten in den
lande optrekken. En het eind is geweest
een liberaal ministerie de Beanfort-Borgesius
met Pierson als middenman er tnsschen in.
Een stel van acht mannen, ministers tot
drie schakeeringen hehooremle; doch nu't
op de uitvoering van 't regeerlngsprogram-
ma aan komt, hetzelfde beginsel waaruit
allen leven vertoonende.
Dat verschil in beginsel tusschen ons en
hen komt vooral uitin het ontwerp Leerplicht.
De grondgedachte er van is het intellec
tualisme. De afgod Intellect, dat wil zeggen
Kennis wordt in dit ontwerp lewierookt.
Daarom moet door den Staat op zes levens
jaren van het kind beslag gelegd, opdat de
natie op het peil van volksontwikkeling
gerake, die voorwaarde is voor braafheid
en zedelijkheid.
Goed, veel, veeljarig onderwijs en steeds
uitgebreider ke nisaanbrenging, is volgens
de liberalen het ware. Dat heeten zy op
voeding. Bouwt scholen en gij ontledigt
uwe gevangenissen, zong een hunner gees
telijke leidslieden, professor Opzooaier. Doch
de werkelijkheid is anders. En ook nu roe
pen de Ketelaars en Troelstra's, door den
minister gesteund, dat ieerplioht de misda
den zal vermindereu doen.
Maar een hunner geestverwanten dr.
Gunning Wzoon, de Ütrechtsche docent in
de opvoedingsleer heeft deze bewering
weersproken, en aangedrongen dat de echo ff
eindelijk voorbereidend ga werken voor
het bedrijf in het leven.
Juist wat v*r antirevolutionaire zijde
steeds is gevraagd en aangedrongen.
Dit echter zy ter loops gezegd.
Ho fdzaak is de principiëeie tegenstelling
tusschen de „liberale" partyen en de Antire
volutionaire party te doen uitkomen.
Tegen hare leer van het Intellectualisme
stellen wy Gods Woord. Niet uitbreiding
van kennis, maar Christelijk onderwijs, niet
de wetenschap maar de Godskennis is voor
waarde voor opvoeding.
Daarom hebben wy onze vrije scholen
gestichten offeren wy jaarlyks twee mil
joen ongeveer aan hun onderhoud.
Die vrijheid van onderwys door ons
bedoeld, is het tegendeel van vryheid van
schoolverzuim. Waar men voor betaalt, dat
waardeert men. En hoe meer vrye scholen,
hoe minder aanleiding tot leerdwang, aller
minst tot wettelijken leerplicht.
Dat tweeërlei beginselleven komt ook
uit in de beoordeeling van het openbaar
gebed \oor de Overheid.
Wat heeft de liberale pers niet den spot
gedreven met de nitnoodiging van den mi
nister Keuschenius dat voor de behouden
overkomst van den nieuwbenoemden gou
verneur geueraal openbare smeekingen zou
den gedaan worden!
En hoe was, nog vóór twee jaren, de
ontvangst van de interpellatie-Donner by
het tegen woordi0e liberale ministerie of het
niet eene uitno uliging zou richten tot de
gezindheden om ze ^en af te smeeken op de
regeering van onze Konin in?
De pers hal eerst geroep in: dat gaat
niet.
En de minister die namens de anderen
het woord voerde scheepte den vrager af
met de opmerking dat hij de no dzak.lijk-
heid hiervan niet inzag.
En dat, te, wijl van die zijde steeds be
weerd werd dat men de staatkunde niet van
den godsdienst wenschte te scheiden.
De richting van dit Kabinet was een be
letsel om ook bij den aanvang van de re
geering onzer Koningin aan den zegen Gods
behoefte te geroelen en het Volk totgebe'l
om dien zegen uit te noodigen.
l)ie principieële tegenstelling komt ook
uit in de bedenda. gsche beweging van 't
feminisme. Het Individualisme der oud-libe
rale school is de wo.tel der vrouwenbewe
ging. Gods wil older menscken wil, ziedaar
de quaestie.
De ganschc orga isatie van het leveD
berust op Gods wil. Ook de verhonding
tnsschen man en vrouw en hunne plaats
in 't gezin en in de maatschappij. Ieder
man die God vreest, belijdt dat. Maar het
atheïsme, en in zijn gevo.g de theorie der
Fianpche revolutie schuift dien wil Gods
op zij en stelt er den menscheiyken wil
voor in de plaats. En u t al dit „enkele
willen" schept zij een algemeenen „men-
schenwil".
Die menschenwil eenmaal gedecreteerd,
moet ook een vrije wil zijn. Vrij en vo1-
komen geëmancipeerd. En ziedaar de eerste
levensverhouding, de grondfactor der maat
schappij neet geslagen. Man en vrouw zijn
een, wordt hierdoor man en vrouw zijn
twee. Zelfs Allard Pierson deins ie er niet
voor terug te leeren en te voo speller, dat,
et name in de kringen der hoogst ont
wikkelden, door wegslijting van het sexu-
eele leven dit „man en vrouw" door „twee
menschen" vervangen zou worden en dan
de vrouw de gelijkgerechtigde, zoo noodig
de hoogst gerechtigde zou zijn.
Aan deze kroning der vrye vrouw doet
al wat Liberaal en Radicaal en Sociaal is
onder ons, van guller harte mee.
Hoe kan 't ook anders. Regel is dat zij
zich van God en Zijn Woord hebben los
gemaakt, zich van Zijn ordinantiën hebben
geëmancipeerd. Dat jua hebben zij afge
worpen om ee.i ander juk aan te trekken
met andere ongeloovigen.
Maar '*e geloovigen stellen daar teg nover
de eere en 't recht der Godsordinantiën
ook in de verhouding van man en vrouw.
De beginselomlerscheiding tusschen de
Liberalen en de door hen valschelijk
dusgenaamde Cleiicalen ligt ook in de
opvatting omtrent Konin .schap en Gezag.
Een lad tegengestelde opvatting, gelijk
de beide polen der aarde, scheidt beiden.
Is b t gezag jat onze Koningin over ons
uitoefent van Boven f van Beneden op
haar gekomen
Bij de beantwoording dezer vraag gaan
Liberalen en Christelijk his'orischen on
verbiddelijk uiteen.
God in Zijn Woord zegt: Door Mij re-
geeren de koningen.
Alle macht is van Goi, en de machten die
er zijn, zijn van God v rordend.
Voor de majesteit van dat Woord van
God buigen wij ons onvoorwaardelijk.
Onze koningin regeert bij de gratie Gods,
dat wil zeggen door d genade gunst Gods,
naar Gods wil.
Neen, zeggen de liberalen, naar den
volkswil. Zij ontkennen ten sterkste dat
God de koningin aanstelt en met gezag
bekleedt.
Reeds Thorbecke deed dit. En Pijnappel,
ste.lig een der beminnelijkste onder de
oud-liberalen, zei 't nog by het voorlaatste
begrootingsdebat in de tweede kamer
„Onze koningen waren de handhavers
Van den duidelijk gebleken volkswil. Zy
ochten niet staan in dienst van eenige
richting.
„En wij verwachten van onze Koningin
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
dat zij den duidelijk gebleken volkswil zal
erkennenaannemen en handhaven
Let wel, dit zegt een barer minst voor-
nitstrevenden, de meest bleeke onder de
rooden.
Men weet dat de hoogst gekleurden als
de minister Cort v. d. Linden bet nog erger
maikten. Of k.'n het eigenlijk wel erger?
Wat onderscheidt Pijnappel van Cort v. d.
Linden, wanneer deze laatste zegt dat de
Kroon is het vliegwiel, in beweging g ebracht
door het souveieine volk?
Ook in de leer der voikssouvereiniteit
spreekt die principiëeie tegenstelling.
Volgensons de van God verkregen souverei-
niteitder kringen die de absolute souveroini-
teit der Kroon beperken.
Vuigens hen de volksssouvereiniteit als
die van de eigenlijke lastgevers naar wier
wil en gebieden de Koningin, wier ambt
slechts het ornament in den gevel van het
Staatsgebouw is, slechts heeft te bestieren.
Gö kunt geen terrein u denken, lezer,
waar niet de leer van het liberalisme, de
beginselen der revolutie met die der anti
revolutionairen, met Gods Woord en de
geestelyke belangen der natie in botsing
komt.
E i dat maakt, dat wij bij de enze van
leden der volksveriegenw ordiging en der
staten provinciaal zoo beperkt zijn dat wy
geen anderen mogen i andidaat stellen of
"ij le kiezers aanbevelen dan die met ons
tegen deze beginselen die 't volk verderven,
wenschen op te komen en mededoen, waar
de oms'aadigheden er hun toe roepen, aan
de bepleiting en bevordering der goede zaak
naast de stoffelijke en boven de Btotlelijke
van de geestelyke belangen der natie, en
van het Zeeuwsche volk in 't bijzonder.
Onze stryd gaat niet tegen de personen.
Voor de liberale personen hebben wij alle
achting waarop zij aanspraak hebben.
Onze strijl gaat tegen de beginselen waar
van zij de dragers zijn. En daarbij is alle
transigeeiing verboden.
Prof. van Yeen te Utrecht, een vrij-anti-
re/olutionair, bepleit inda de Nederlander
(evenals dr. Kuyper hetdeed in De Standaard)
de samenwerking van alle Christelijke po
litieke partijen.
Voor sommige wantrouwige naturen onder
de christelijk-historisehen, die ons, anti
revolutionairen, altijd verdenken van met
snoode placen tegen de Hervormde kerk
bezield te zijn, zyn deze woorden van den
Hervormden professor zeer de overdenking
waard
„Ja, maarzoo zegt men van de
„Doleerendcn" hebben wij te wachten,
dat zy alles zullen aanwenden, wat zij
maar kunnen, om de Nederlandsche Her
vormde kerk tegen te werken en te scha
den, en daaraan doe ik niet mee". Nu,
daaraan doe ik evenmin mee. Maar wat
kunnen de „Doleerenden", indien zy allen
willen, op politiek gebied tegenwoordig
doen om de Ned. Herv. kerk te schaden?
De kerk lijke quaestie kan op't oogenblik
niet aan de orde komen. En bovendien,
samenwerking tnsschen de verschillende
christelijke politieke partyen heeft vol-
volstrekt niet ten doel om enkel „Do
leerenden" in de Kamer te brengen, maar
om onder Gods zegen het daarheen te
leiden, dat Gods ordeningen ook op staat
kundig gebied als richtsnoer en toetssteen
in alles erkend worden.
„Dat kan niet bereikt worden, als de
verschillende christelijke politieke par
ty en op zich zelve en tegenover elkan
der blijven staanmaar alleen dan is er
kans op als zij, eigen zelfstandigheid hand
havende, maar den gemeenschappelyken
grondslag waarop zij staan erkennende,
zich met elkander verstaan ten einde te
komen tot eene vruchtbare samenstemming
bij de stembus."
Yoor dit nuchtere woord hebbe professor
v. Yeen dank, en hebbe voorts iedereen
dank die 't metterdaad met hem eens
moge zyn.
Zoo, en niet anders, is 't altoos door ons
beweerd en toegelicht.
Men heeft ons, antirevolutionairen, voor
zoover wij kerkelijk van vrij-antircvolutio-
nairen en Chr. historischen geseheiden zyn,
steeds net wanirou 'en bejegend en met
laster vervolgd, alsof wy ie kerk in gevaar
Drachten.
Zal ine.i, nu een staats-professor het zegt,
gerust worden
Wij willen 't hopen.
Aüe christelyke partijen ook de
Roomsche behoorden saam de Revolutie te
weerstaan, gelijk zich die in de allengs roo-
der wordende anticiericale concentratie al-
meer meester maakt van het terrein, in Staat
en Kerk et» School en Maatschappij.
Deze week moet de tweede kamer be-
slissen over urie belangrijke quaestiën in
't leerpliclitontwerp
Ij. verplicht lierbalingsonderwys voor
alle j ingens en meisjes van 12de tot 16de
jaar;
2o. verplicht eten, schoenen en kleede
ren deelen op school, van gemeentewege;
3o. uitstel der wetsuitvoering tot vast
staat dat de bijzondere scholen van den leer
dwang geen geldelijk nadeel hebben.
Vooral het herhalingsonderwijs vindt by
ons onoverkomelijk bezwaar. Geld, zede
lijkheid an dengi zal 'trooven in menig
boerengezin. Groote lasten den gemeenten
opleggen. Diepe inbreuk maken in de rech
ten der ouders, en de vrijheden der gezinnen.
Het staatssocialisme een nieuwe overwin
ning doen behalen. Het bestaan der Chris
telijke schooi bedreigen. Ongehoorden dwang
tot stelsel verheffen. En weinig nut
stichten onder onze door slaap overmande,
moegewerkte jongens en meisjes.
Wy blijven ernstig tegen dezen maatregel,
die vooialde kinderen van ons goede land
volk zoo ernstig treft, protesteeren.
En dat te ernstiger, naar late de miuister
nota bene de voorsteller der wet namens
de Koninginal meer zijn eigen ontwerp
op de meest bedreigde pu .ten loslaat en
met zekere warmte het opneemt voor de
amendementen zijner radicale en sociale
vrienden en bestrijders. Het is de wet Bor-
gesius maar met het cachet Ketelaar-Troelstra
er op.
Wij walgen van dergelijk beginselloos
liberalisme, en zijn versterkt in de over
tuiging dat deze wet moet verworpen, ook
uit vrees voor de toekomstige wetsuitleggers.
Want wij zien h°t aankomen: in 1901
wordt dit ministerie door een nog veel rooder
van kleur vervangenen arme Christen
mensehen en kinderen dan, wauneer zij aan
de willekeur van schoolopzieners en gede
puteerden en ministers van dat type zuilen
zijn overgeleverd.
Mijn kind is eigendom
Yan d'albezitter Staat,
En niet meer gaaf van God,
Wiens wil er over gaat?
Is er dan geest van Staal
En stol van Staat en leven
Is dan, wat leeft, de klacht
Yan zeekren Staat gegeven,
Die uit zichzelf bestaat
En kracht heeft te bezielen,
Voor wien het menschdom in
Aanbidding heeft te knielen?
Paganisme.
Het oude Paganisme
Herleeft in Nederland,
Wel niet in ouden trant,
Maar nn in pantheïsme,
Zoo valt ons dierbaar land
Yan God den Heere af;
Straks komt de Kanaaniet
Met 's Heeren oordeelsstaf.