NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Deertiende laarpny.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DËR ADVERTENTIËN
Engeland en Transvaal.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maande» franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Bij dit nommer behoort een Bijvoegsel.
HOUDT MOED!
o
Wat zal nog 't eind zijn van dien strijd,
Met weergaloozen moed begonnen,
En naar het scheen reeds half gewonnen?
Ach, hebben we ons te vroeg verblijd
Zal dan de sohoone telg vergaan,
Die telg, aan Neerlands stam ontloopen,
Die op zoo rijke vrucht deed hopen,
En reeds zooveel heeft doorgeataan?
Bezwykt weer't recht voorde overmacht?
Zal goud- en wraakdorst trioinfeeren
De bidder schaamrood wederkeeren
Hee't hij vergeefs op God gewacht?
Regeert dan niet der Heeren Heer,
Die steeds der zwakken zaak zal riohten,
De trotschheid en 't geweld doen zwichten,
En werpen al wat hoog ia neer
Och, niet te snel het hart veisaagd,
En niet te ras den moed verloren Ij
Geen volk wordt zonder smart geboienl
Geen lioht, dat niet in sobeemring daagt
Licht, dat de nood nog hooger klimm',
Lioht daalt een nacht van zwarter zorgen,
Eer 't eerste schijnsel van den morgen
Zyn «tralen scniet aan de Oosterkim.
Zoo was eens 't lot van Israël,
Toon 't in Egypte's diensthuis smachtte,
En jaren lang zijn God v-rwachtte:
Hg toefde lang toch kwam Hij wel.
Zoo 't lot, dat eenB op Neerland viel,
Toen, na het eerste lichtgeflonker
Van Heilgerlee, 't vierjarig donker
De hoop deed sterven in de ziel.
God kwam ter hnlp, al kwam Hij Bpa,
Te spade, naar 't kortzichtig reek'nen
Van ons, die Hem den weg beteek'uen
En niet Hem volgen, waar Hij ga.
Transvaal, houd moed, al klimt de nood
Gy nebt uw zaak Hem opgegeven
Hij heeft getoond: Hij wil nw leven,
Dies zal het leven zijn geen dood
Al sneuvelde op nw laatste schans
De laatste van nw wakkre zonen,
De kind'ren, die uw erf bewonen,
Zy erven 't bloed eens vryen mans.
Dat bloed zal spreken op zyn tijd,
En dan zal 't Briteche snoodheid leeren,
Dat tydlyk macht kan triomfeeren,
Maar recht wint in den laatsten strijd.
Doch, zoo de hoop ons niet mislei t,
Dan is een bigde toekomst nader,
Dan is, wat krygsmacht^Etig'land gader',
Haar thans reeds een Sé Jan ereid.
Het krijgsgeluk van 't oogenblik
Kan haar op Jadde plaatsen voeren,
En Godsstem wezen tot de Boeren
„Uw eenig Zwaard en Schild ben Ik!"
Een ongebroken voorspoed zal
Zoo licht onheilig vnur ontsteken,
In 't hart esn dwazen hoogmoed kweeken,
Die leiden moet ten diepen val.
Dies zendt de Alwyze tegenheên,
En toont Zyn Vrymacbt en Genade
Door 't goed te werken nit het kwade,
Opdat wy zien op Hem alleen.
Wordt dan in 't piangen van den nood
Zijn lietde erkend en aangebeden,
Dan doet Hy 't licht te voorschyn treden
En schept een Sela Machlekóth.
Slechts niet gewanhoopt, niet versaagd
Hy zal des Heeren heil aanschouwen,
Die in ootmoedig vast vertrouwen
Met Hem alleen den kampstryd waagt.
't Geloof in God beschaamt ons niet;
Het wortelt in het Woord des Heeren
En eer zou de aarde in pain verkeeren
Eer Hy wie op Hem hoopt verliet 1
Gordt weer met Hem denkrygsriem aan:
Licht zendt Hy reeds Zijn Englenscharen
Die aan uw zy ten stryde varen,
Jfiu 's vyands heir met siddring slaan.
Hy wijktl zijn voorspoed wordt gestuit
Hy valtlhy ligt in 't slijk gezonken!
Zijn gnlden ster heeft uitgeblonken,
Eer de eeuwkring nog zyn loop besluit!
De vierkleur laat haar banen weer
In vollen vrede, in vrijheid wappren.
Weer leggen—vol van lofhaar dappren
Hun lauwren op Gods outer neer.
B. K. W.
Als deze nog sprak, kwam een ander.
Dit geldt ook voor de jobstijdingen die
gisteren nit Zuid Afrika kwamen.
Wy vernamen dit Buller Ladysmitth
bezette en den ganschen omtrek van Boeren
„gezuiverd" vond.
Wy vernamen dat twee ernstige pogin
gen der Boeren om Mafeking te bestormen,
door Baden PowelL waren afgeslagen.
Wy vernamen dat de Boeren hunne
laattte stellingen in Kaapkolonie prysgaven
ea op Norvalspont terugtrokken.
Wy vernamen dat de Engelschen onder
Clements, Colesberg en Rensbnrg bezetten,
dat vele Kapenaars huistoe gingen en de
aanzienlyken onder hen door de Engelschen
werden gevangen gezet.
Wy vernamen dat Cronjé en zyn 3000
dapperen naar Modderrivier gebracht en
verder per spoor naar Kaapstad getranspor
teerd waren, «n dat te Modderrivier nog
600 Boeren krygsgevangenen waren die de
vorige week iu handen der Engelschen
vielen.
Wy vernamen ten slotte dat Roberts
Bloemfontein bereikte en Joubert zich op
Harrysmith terngtrok, nadat de Engel
schen den Pieterskop veroverd en 60
Boeren gevangen genomen hadden.
S hynbaar al tegenspoed dus.
En toch, by nader inzien, is veel van
wat gemeld werd niet een vanzelf spre
kend gevolg der veranderde positie?
Het Engelsche leger is nu, mensche,y ker-
wijs gesproken, zoo sterk dat het den aan
val met vracht kon doorzetten en dat niet
met infanterie, als by Magerfontein en de
Toe-ela, maar met kanonnen en houwitsers;
met Krupps en Maxims.
Dit deed Roberts zulk een „machtig"
gemakkelijke overwinning behalen by Koe-
(loesranddrift, waar hij met 40000 man de
kleine troep van Cronjé omzette en voorts
niets deed dan bommen w rpen op bnune
stellingen, helaas den eersten dag op hunne
onverdekte, in der haast ingenomen pisitie
tegen de oeveis der Rietrivier, waarby
volgens onweersproken Engelsche lezing
800 Boeren sneuvelden.
Dat Cronjé zich overgaf, na een deel
zijner troepen en artillerie in veiligheid
gebracat en al den leeftocht verteerd te
aebben, is een vanzelfsheid, en ook, dat de
Boeren nit Oost en West en Zuid en Noord
nu op Vrijstaat terugtrekken. Wat het
zwaarst is, moet toch het zwaarste wege».
Wat hadden zy gewonnen indien zy nog
langer voor Ladysmith waren blyven „lig
gen" of in de Kaapkolonie bly ven „hangen"
Wie weet of Joubert zelfs niet wat
langzaam is geweest met zijn terugtrekken
uil Natal.
Hopen wy nu maar dat er om Bloem
fontein goeie samenwerking zy en vooral
Winberg, waarheen Steyu zyn operatie
basis verlegd heelt, krachtig verdedigd zal
worden. Het is er sterk genoeg voor.
Roberts moet daar voorby op zijn tocht
naar Pretoria. Wel kan hy een omweg
maken langs het oosten, doch dan zullen
de Boeren die uit Natal kwamoD hem wel
tegenhonden.
In ieder geval hetgeen nu geschied is,
is reeds het bewys dat een nieuwe gedrags-
lyn gevolgd wordt.
En dan verschynen ook Jonberts krygs-
verriohtingen der voorafgaande dagen by de
Toegela in te gunstiger licht. Wetende dat
zy zouden moeten aftrekken, deden zy den
vyand nog grootelyks afbreuk, hielden hem
nog twee weken opzoodat hy pas na
vier vergeefsche pogingen, en toen het den
Boersn gelegen kwam, Ladysmith kon
binnen stappen.
Iedere voetbreed gronds daarheen hebben
de Engelschen duur gekocht. Na het ge
vecht van Vrijdag by Paardewe? bleven
vele Engelsche gewonden 36uren achtereen
onverzorgd liggen. Buller was genoodzaakt
Zaterdagavond om ee i wapenstilstand te
verzoeken om zyn dooden te begraven] en
zijn ]gewonden op te rapen.
Natuu dyk werd hem dit terstond toege
staan. Doch vergeten wy hierbij niet dat
ongeveer tegelijkertijd een dergelijk ver
zoek door Cronjé tot Roberts gericht, door
Kitchener botweg geweigerd werd. Onvoor-
w.iardelyk overgeven of doorvechten, luidde
diens antwoord. Het verschil, vooral in
ipenschely kbeid, is hier nogal groot. 'tfl
Boller seinde aan zijn regeering dat de
bezetting van Ladysmith „a little nursing"
noodig zal hebben, een beetje rust om wat
op te knappen. Wy gelooven het gaarne.
Eere aan White die zyn volk zoolang op
de been hield, hy heeft zich een held be
toond in de verdediging. Dit erkennen de
Boeren zeiven.
En de Engelschen zeggen dit ook van
Cronjé. Ook Roberts verklaarde zulks.
Laten wy even mededeelen boe de ont
moeting tusschen deze twea geweest is.
Lord Roberts liep op en neer, dicht bij
het rijtuig, dat hem tot nachtverblijf strekt.
Daar deed [bij een detachement Schotsche
Hooglanders opstellen.
Naarmate de groep ruiters naderde, be.
merkte man duidelyker ter reohterzyde van
generaal Pretyman de gestalte van een
grijsaard; het hoofd gedekt door een vilt-
noed met breeden rand, gekleed in een
korte overjas van grove stof, een eenvoudige
serge broek en aan de voeten geel lederen
laarzen. Dat was de gedachte Cronjé. Zyn
gelaat was gebruind door de zonnehitte, de
krullende haren met wit doorzilverd. Het
gelaat van den generaal toonde geen ont
roering, zelfs geen spoor van vsrdriet.
Lord Roberts en zyn staf bleven onbe
wegelijk te paard zitten en wachtten ge
neraal Pretyman. Deze nad rde en stelde
Cronjé voor met de woorde „de com
mandant Cronjé, rayne heeren."
Bij deze woorden maakte Cronjé het
militair saluut, dat door generaal Roberts
beantwoord werd, waarna allen afstegen.
Toen drukte Roberts zyn tegenstander de
hand en zeide „Mynheer, gy hebt u dapper
verdedigd." Daarna noodigde de Engelsche
veldmaarschalk den dapperen Boerenstrijder
tot een gezamenly ke lunch (ochtendmaal) nit.
Daarop is Cronjé met zijne familie, onder
geleide van Genera 1 Prettyman en verge
zeld van een militair geleide, naar Kaapstad
v rtrokken, later gevolgd door de overige
gevangenen, eveneens onder geleide. De
vrouwen en kinderen werden teruggezon
den naar hunne haardsteden.
De Boeren waren er zeer ontevreden over,
seint Roberts, dat zijn eerste aanbod: om
aan vrouwen en kinderen van Cronje's
strydmacht een vrijgeleide te geven, en
geieeskundige behandelingaan de gewonden,
door Cronjé werd afgeslagen. Van dezen
bly vei 170 in bet hospitaal; esn groot
aantal banner verkeert in deerniswaardigen
staat.
Roberts heeft ook het laager der Boeren
bezocht en stond versteld over bet beleid
en de geestkracht, waarmede men het daar
zoo had weten in te richten, dat eene
stelling werd verkregen, haast onneembaar
tegen eenen stormaanval.
Yan zyne verliezen spreekt Roberts niet,
die alleen nog maar van 14 tot 19 Februari,
bedragen 1264 man, zynde gesneuveld 179
man en 16 efficieren, gewond 955 man en
58 officieren, vermist 51 man en 5 officieren.
In den nacht van Zondag op Maandag
moet Cronjé n»'g eene poging hebben gedaan
om door de Britscke liniën been te breken,
dooh zyn teruggedreven.
Over de laatste dagen van het beleg van
Cronjé's macht lezen wy nog het volgende
De stilstand van het Engelsohe leger by
Cronjé's kamp was in elk geval noodzakelyk
daar detroepen uitgeput waren. Na kwamen
groote transporten aan, zoodat de troepen
eindelyk volle rantsoenen konden krygen
Toen zy Je vervolging van Cronjé begonnen,
liepen zy 27 mijlen (43 K.M.) in 24 uur,
veel sneller dan de transporten; zooiat zy
dagen lang op kwart rantsoenen moesten
leven. De voortdurende vermoeienis en ont
bering werden met op ;eruimdheid gedragen
De troepen zijn drie dagen iang zonder
beschutting tegen een verschrikkelyken
regen geweest en de buitengewoon koude
winden des naohts deden hen zeer lijden
Die koude winieu hebben veel zieke bees
ten vee en paarden gedood, doch
nog meer van de Boeren.
2 Maart 1900.
Nederlandsch Zuid Afrikaansch Fonds
tot daadwerkelijken steun. 3^ "rij
De eerste groep mauueii ou Lr geleide
van een vertegenwoordiger van 't Fonds is
ia het begin dezer week in ZuW-Afrika
aangek 'men en heeft onmiddellyk zyn be
stemming gevolgd,
De afgevaardigde van 't Fonds, voorzien
van officieele introductiebrieven, stelt zich
zoowel met regeerings- als invloed-
rijke particuliere personen in verbinding,
ontvangt geregeld de door bemiddeling
van 't Fonds uitgezonden perionen, zorgt
voor hun plaatsing en bondt het Bestaar
hier te lande verder op de hoogte van
betgeen het noodig heeft te weten.
Met ingcng van 1 April a. s. zijn
verplaatst de kommiezen by 's Ryks be
lastingen J. P. Msnni, 2de klasse, van
Hoedeken»kerke naar Vlissingen (haven)
P. van Won we, 3de klasse, van St.-Maar-
tensdyk naar HoedekenskerkeC. Fortuin,
3de klasse, van Bruinisse naarSt.-Maartens-
dykS. A. Iburg, lste klasse van Cort-
gene naar Bruinisse P. A. Groenewond,
3de klasse, van St. Jansteau naar C ortgene.
En met ingang van 1 Mei 1900 J. J.
Vijverberg, 2d# ktaBse, van Goes naar
Vlissingen (stad), en L. C. Adriaanse, 2de
kla«se, van Vlissingen (stad) naar Goes.
Middelburg, 28 Febr. Het Chr. Tihnis
voor militairen in de Nieuwstraat alhier
werd beden avond geopend.
Het bestuur en de leden van de afd. „Mid
delburg" van den Ned. Milit. bond, vele
officieren en militairen en tal van genoodig-
den ook uit Vlissingen, bevonden zich te
dien einde tegen 8 ure op de gezellige
bovenzaal van het gebouw.
Door dr. N. M. de ligt Vo -rzitter van
het Bestuur uer afdeeling werd allen het
welkom toegeroepen inzonderheid aan gene
raal H. W. van Mo.rle, die als Bestuurslid
van den Ned. Militairen boud deze plech
tigheid met zyne tegenwoordigheid vereerde
en zich bcriid had verklaard dezen avond
het woord te voeren. In korte trekken werd
de geschiedenis van de oprichting van dit
Tehuis uiteengezet; de arbeid van wyleu ds.
Heineckeu en ds. van Melle te Sluis, vroe
ger sergeant alhier, werd in herinnering
gebracht, en tevens aangewezen, waarom
een gewone Chr. Jongeliiigs-vereeniging
niet geven kan, wat voor een militair
vereischte is: een tehuis Wel werden de
bezwaren overwogen, maar toch meende
men niet te mogen stilzitten gt en persoon
lijke liefbebbery, maar 't gevoel van plicht
tegenover God en den militair eischte, dat
ook hier beproefd werd, wat in andere
plaatsen reeds lang met vrucht geschiedde.
Een afdeeling werd gevormd, een Bestuur
gekozen, gelden gevraagd en al» vrucht
van al dien arbeid, kon nu dit gebouw
aan zyne bestemming worden gewyd. Spre
ker dankte allen die op zoo milde wyze
geholpen hadden en sprak de hoop uit, dat
vele militairen van dit „Tehuis" zonden
gebruik maken. Voor allen zonder ouder-
«oheid van godsdienstige gezindte of over
tuiging staan de deuren open, niemand
wordt gedwongen deel te nemen aan werk
zaamheden van bepaald godsdienstigen aard,
hoe welkom allen ook daarby zijn. De bo|
venzaal zal in 't bijzonder gebrnikt worden
voor lezingen op allerlei gebied, maar de
benedenlokalen zyn bestemd tot gezel-
scbapkamer voor den militair, daar vindt
hy lectuur, scbryfgereedschip, rookbeboef-
ten, spelen enz. De huisvader hoopt het
hun daar zoo gezellig mogelyk te maken.
Na het zingen van Pi. 103 1 verkreeg
Generaal van Marle het woord, die zieh
wel verontschuldigde dat hy niet bepaalde-
lyk als feestredenaar is gekomen, maar
inmiddels in e«n allerhartelykste causerie,
die vaak de lachspieren in beweging
bracht, het ontstaan van le militaire Te
huizen schetst- Wat is er veel ten goede
veranderd in het kazerneleven gedurende
de laatste 25 jaren. Op luimige wyze be-
schryft spreker den vroegeren toestand, toen
nog geen cantines bestonden, en de vrouwen
der wasohba en, volstrekt niet altyd be
langeloos, in de behoefte aan een warme
kop koffie enz. voorzagen.
Wel was de instelling der cantines ein
schrede voorwaarts, maar toch konden zy
slechts gedeeltelyk in de behoefte van een
lehuis voorzien; ook de gelegenheid tot
het koopen van sterken drank aldaar is niet
boven verdenking verheven. Zoo werden
nu 25 jaren geleden de militaire Tehrizen
geboren, die thans in by na alle garnizoen*,
plaatsen bestaan en niet zonder zegen ar
beiden, gelyk ook door een voorbeeld werd
aangetoond. De Ned. mititairenbond heeft
onlangs haar 25-jarig bestaan gevierd en op-
merkelyk is't dat nu juist in Middelburg het
25ste Tehuis geopend wordt.
Wel eisohen deze zware geldelyke offers,
maar tot nog toe heeft het aan -niets ont
broken. Met dankbaarheid vermeldt Spre
ker dat ook van H. M. herhaatdelyk
giften voor dezen arbeid inkwamen, terwyl
de tegrnstand van vele hoofdofficieren in
belangstelling is veranderd. Spreker ein
digde met den wensch uit te drukken dat
't Middelburgsche Tehuis, hoewel een der
laatste, niet bet minst gezegende moge zyn
en brengt hulde aan het bestuur voor de
nette wyze van inrichting.
Met het verzoek om nu staande het
Wilhelmus te zingen, waaraan met geest
drift werd voldaan, eindigde spreker zyn
toespraak.
Thans bekwam de heer J. A. Roeloffs
garnizoenscommandant het woord. Ook deze
uit zyne beste wenschen voor deze inrich
ting en twyfelt er niet aan of ze zal aan
haar doel beantwoorden, indien slechts
gestreefd wordt naar eendracht.
Ds. Chr. Hnnnigher uit Vlissingen heeft
er beboette aan als Bestuurslid van het
militair Tehuis aldaar zijn hartelykegeluk-
wenschen voor dsze zusterafdeeling te uiten.
Herinnerende aan den dapperen Cronjé,
too.it hy aan hoeveel een krijgsman in tyden
van nood te doorstaan heeft. Dit Militair
Tehuis beschouwt hy als eeu „issue de
Flessingue" immer» het dankt zyn ontstaan
voor een groot deel aan dhr. M. Meeuwse
administrateur van het militair hospitaal,
die ook reeds te Vlissingen zulk een werk
zaam aandeel had in den arbeid aldaar.
Spreker heeft veel tronw en liefde van de
soldaten ondervonden, zelfs by die welke
iu de klas van discipline geplaatst zyn, en
hoopt dat dit Tehuis voor menig mifitair
wordt een voorportaal van het groote, het
Uemelsche Tebuis. Ds. Wagenaar, dietbans
het woord bekwam, dankte voor deuitnoo-
diging. Had hy aanvankelyk geen moed
gehad om in het bestuur zitting te nemen,
lettende op het kleine Middelburgsche gar
nizoen en <len nieuwen stand van zaken ten
gevolge \an den persoonlyken dienstplicht,
het woord van den Voorzitter heeft hem
overtuigd van de noodzakelijkheid om iets
te doen zy bat dan ook voor weinigen ;hy
hoopt dat ve en, die nu nog in het 2e gelid
staan warme voorstanders worden en spreekt
den wensch uit, dat Jezus Christus, ook in
dit huis wone, en dat ook van dit werk
God de eere toegebracht worde.
T n slotte betrad ds. Posthumus Mugjes,
mede bestuurslid, dencatheder om zyn dank
te betuigen aan, allen, die het bestuur hadden