NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND,
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ho. 64 1900 DoruMai) 1 flaatt Deerftmite laargang.
VERSCHIJNT
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
TIJDVERZEN.
Engeland en Transvaal.
elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,026.
UITGAVE VAN
G. M. KLEMKERK, te Goes
en
va« 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Eenige weken geleden schreven wij
De apostelen van het leerplichtontwerp
zijn al aan het reizen.
Hier en daar zong de vogelaar reeds zijn
lied.
Hij zingt het lied der nationale eenheid.
Wat zou het prettig wezeD, als alle par
tijen nu eens wilden saamwerken om den
zegen van den leerdwang tot het 13e, 15e
of 17e jaar over ons volk uit te breiden.
En het lokaas van verhoogd rijkssubsidie
aan de Chr. school doet eveneens weer
dienst.
Na de memorie van toelichting de echo
van de memorie van toelichting.
Maar men vergeet dat het hier niet alleen
geldt eene quaestie van geld cn gemak,
maar ook een van beginsel.
En op dit laatste zal die hooggeprezen
samenwerking aller partijen wel afstuiten.
Want dit is de zaak, om met de Neder
lander te spreken.
„Als deRegeeriug voortgaat op den weg,
die ons land zóo lang heeft betreden, maar
waarvoor nu een halve eeuw lang de strij
ders voor „de school aan de ouders" het
hebben gewaarschuwd, mogen dan die strij
ders met de Regeering zich plaatsen op
dien weg, door hen zeiven als verderfelijk
gebrandmerkt.
Er is iets, dat meer waard is dan al het
overige, nl. onze vrijheid.
Wil men oiib die niet verleenen, laat de
verantwoordelijkheid dan ten volle blijven
lusten op de partij, die ze ons onthoudt.
Door met deze Regeering en haar wets
ontwerp mee te gaan, winneu we wellicht
wat geld.
Maar we verliezen voor de toekomst ons
recht van spreken."
Op dit standpunt staan wij nog.
Wij achtten het noodig dit te zeggen,
nu wij gereed staan de Kamerdebatten te
volgen, en zoo mogelijk een overzicht te
geven van 't voor en tegen gesprokene.
De laatste berichten uit Znid Afrika
hebben een kreet van smartelijke teleur
stelling ontlokt.
Na Kimberley's ontzei en Rhodes' triom
fen, Bullers succes en Cronjé's vervolging
komt de tijding van Cronjé's overgave ons
ontstellen, en in verband daarmee het be
richt dat Roberts tot op slechts twee uren
afstands Bloemfontein is genaderd.
Wat zal menig hart in Zuid-Afrika angstig
kloppen bij het vernemen van dit onge
dachte voordeel door de Britten behaald!
En dat op den Amajubadag! Den dag
door de regeeringen der republieken tot
dank- en bededag uitgeschreven.
Hoe zullen de gebeden op dien dag ver
menigvuldigd zijn. En de grijze Kruger
zal ongetwijfeld zijn volk daarin zijn voor
gegaan.
Mocht ook onder ons, naarmate het lot
dreigender, de positie hachelijker wordt,
het gebed voor de Boeren verdubbelen.
De rechterhand des Heeren, die groote
daden doet, is nog niet verkort, dat Hij
niet zou kunnen verlossen 1
De Zutphensche Courant tracht „aan te
toonen hoe gemakkelijk personen van fana-
tieken aanleg, wien men dagelijks voor
houdt dat de Bij bei de grondwet en het
richtsnoer van hun leven behoort te zijn,
in de met bloed geschreven geschiedenis
van het oude Israël steun kunnen vinden
voor uitspattingen van woesten geloofsijver"
als te Appeitern aan het licht kwamen.
Hier wordt dan nn eens onbewimpeld
het Bijbellezen veroordeeld, en ontkend dat
Gods Woord richtsnoer voor ons leven
inoet zijn.
En stel hier nu eens tegenover al de mis
daden die als vrucht van bedorven roman
lectuur bij te justitie geboekt staan.
Het is nog maar enkele maanden geleden
dat in de groote bladen een Amsterdam-
sche rechtszaak verteld werd, waarin van
twee jeugdige dievon iets voorkomt, vau
welke een door het lezen van veel slechte
hoelcen wij citeeren hier uit de Nieuwe
Rolt. Ot. van 21 Nov. op den slechten
weg was geraakt.
En herhaaldelijk lezen wij van den schade
lijken invloed der romanlectuur op de ka
rakters.
Menig schrijver van naam heeft 't ver
band tusschen slechte lectuur, toonaai, en
dergelijke en de misdaad erkend.
Zoo lang deze feiten vaststaan, moest
men zijn onbewezen aanmerkingen over
menschen die den Bijbel lezen maar voor
zich honden.
Niemand toch leest den Bijbel zooalsdaar
door de Zutphensche Ct. werd voorgesteld.
Of zoo hij 't deed, hij zou reeds daardoor
blijken het eerste stadium van waanzin
al gepasseerd te zijn.
Dat men in Roomsche kringen uit den
doodslag te Appeitern munt zou slaan voor
het Roomsche denkbeeld: geen bijbel in
handen van leeken, ligt voor de hand.
liet Centrum maakt zich tot tolk van
die velen welke ons toeroepen zie je wel
waar je met dien bijbel in ieders har.d
aan toe komt
Het blad schrijft
„Het vreeselijk drama, waarvan korte
lings een kleine gemeente in ons land
getuige was, levert ongetwijfeld een
nieuw bewijs van de gevaren, waarmede
het lezen der H. Schrift door onontwik
kelde menschen, met licht ontvlambare
phantasie, dreigt. Aan zichzelven, aan
hun eigen oordeel en begrip overgelatet,
vervallen zij niet zelden tot de zonder
lingste verklaringen en bedenkelykste
buitensporigheden. Niet genoegzaam on
derlegd, om de noodige onderscheidingen
te maken, en nauwelijks voldoende kun
nende lezen om den leiter te verstaan,
maken zij gevolgtrekkingen, die meer
malen bleken de gevaarlijkste buitenspo
righeden te bevatten. Het onmisbaar ge
zag ontbreekt om hun bekrompen rede
te leiden. Een zeker fanatisme krijgt
daardoor gemakkelijk de overhand. En
wanneer dan nog door omstandigheden
van in- of uiiwendigen aard het. kwaad
bevorderd wordt, zijn de sohromelijkste
gevolgen te duchten."
Het Centrum knoopt aan deze beschou
wing nog menige andere vast die getuigt
van waardeering van het calvinistische
standpunt; ditconstateeren wij met genoegen.
Edoch tegen de conclusie ten voordeele
van de Roomsche leer omtrent het gebruik
van den Bijbel moeten wy ernstig opkomen.
Niet uit vrees voor fanatisme, want dat
is het en niet „godsdienstwaanzin", ge
lijk het Centrum beweert, maar uit vrees
voor „ketterij" heeft de Roomsche kerk
van ouds het lezen van den Bijbel aan de
„leeken" verboden-
Dat licht weer op den k ndelaar geplaatst
is een hartsteek voor Rome's kerk geweest
en onderschept alle dwaallicht van on- en
bygeloof.
Ook de Roomsche kerk leert dat al wat
in dezen By bel staat de waarheid is, al wijkt
hare Schriftaitlepging op vele punten vzn
die der gereformeer le kerk af.
Nu wordt in dien Bijbel allerlei van de
monen verhaald en ook van duivelen tegen
wie de Heiland zelf den strijd aanbond
om hunne werken te verbreken.
Ook de Roomsche kerk leert de „leeken"
bidden „leid ons niet in bekoring maar
verlos ons van den kwade."
Derhalve kan voor haar niet hierin 't
gevaar schuilen dat de „leek" van dat be
staan der helsche machten weetimmers
zyn „Vaderons" herinnert het hem dagelijks.
Maar dan vervalt ook alle recht om op
dien grond het- gebruik van den Bijbel aan
eenvoudigen te ontzeggen.
Het blijft dan ook de groote vraag of
'tgevaar niet veeleer bij de leeraars dan by
de eenvoudigen moet gezocht.
Het volk moet geleerd worden, niet in
den zin van „ontwikkeld" waarop de leer-
dwa.igwet doelt; maar onderwezen in den
zin van Christus' bevel in Matth. 28 19.
Iu „Protestantsciie" landen if dan ook
'tgevaar voor deigelijke Scherffgerichten
minder groot dan in „Katholieke".
En wij meenen dat veeleer onvolledige
kennis en ongeleerde uitlegging der Schrift
tot het drama van Appeitern geleid h«eft.
Scherff's fanatisme zit niet in zyn ge
loof aan 't bestaan van demonen, want dat
geloof is juist; maar in zijn kranke voor-
stelling dat Hy de Heere Jezus was en nu,
niet op Christelijkemaar op Heidensche
wijze, deze demonen te lijf ging.
Ni>t de Bijbel heeft hier schuld, maar
de Kerk van alle eeuwen die in dezen hoek
van land hare roeping jegens de eenvou
digen verzaakte.
Het gebeurde te Appeitern, wel verre
van ons naar Rome te dry ven die ons volk
den Bijbel uit de h'nd neemt, drijft ons
al meer naar de gereformeerde leer der
vaderen om den Kerkedienst en de scholen
te onderhouden.
Wij moeten te Appeitern eensohoolmet
den Bijbel hebben. Het opkomende geslacht
moet met dien By bel gevoed, en voorts de
waarheid aan de ouderen zuiver bediend en
gepredikt worden.
Dat is het beproefde middel tegen on-
en bygeloof, en tegen fanatisme.
Profaan.
Troelstra sprak op tweeden kerstdag te
Amsterdam over „De Sociaal-Dem. Arbei
ders Party", haar verleden, heden en toe
komst.
Heldt zegt er van: Troelstra had even
goed ze kannen noemen: de Weg, de Waar
hei 1 tn het Leven.
Dat is pr< faan, zeggen wij.
Heidt, de voorzitter van het Algemeen
(neuti aal) Nederlandsch Werklieden verband,
is de Volksvertegenwoordiger, die indertijd
in eene rede in de tweede kamer de uit
drukking bezigde dat helpt geen bl
waartegen nu wij lea mr. Keuchenius be
scheiden protesteerde.
Men leest in de Sociaal Democraat:
„Met de heilige ontroering, die de
heer Borgesius bezielen kan, wanneer hij
over sociale toestanden spreekt, noemde hij
het diep treurig, dat onderwijzers met
vrouw en 5 of 6 kinderen van f 600 moe
ten leven. Als de minister daar werkelijk
zoo van is doordrongen, had hij beter
gedaan de ve.hooging der onderwijzerssa
larissen niet te laten ophouden door zijno
prullerige leerplichtwet, want al spreekt
hy nog zoo mooi, tot de daad van trak-
tementsverhooging komt het onder dezen
minister zoo min voor de onderwijzers
als voor de leeraren. Hij kan met een
mooi ontwerp, met eene mooie belofte
voor de kiezers komen, als in 1901 dezen
het oordeel over zijn rentmeesterschap
moeten spreken 1"
Maar het is nu eenmaal zoode „spe
cifiek liberale wet op den leerplicht moet
voorgaan I"
De motie van Kempen.
Aan de Tweede Kamer der Stateu-Gene-
raal, te 'sGravenhage, is het volgende
request ingediend:
„Geeft met verschuldigden eerbied te ken
nen, het Bestaur der Vereeniging van
Nederlaiidsche patroons „Boaz"
dat het Bestuur by Uwe Vergadering
adhaesie wenscht te betuigen met de voor
gestelde motie-Van Kempen in zake
het doen vervallen.der tweede postbestel
ling op den Zondag, en aan Uwe Verga
dering wenscht te verzoeken deze motie
aan te nemen.
De motie-Van Kempen heeft de on
verdeelde instemming van de veertien
honderd patroons, die door het Be
stuur worden vertegenwoordigd. Meerdere
Zondagsrust voor de Rijksambtenaren bij
de posteryen wordt door hen allen ge-
wenscht.
Hoe groot toch is het belang der Zon
dagsrust, ook voor de Rijksambtenaren bij
de posterijen Ook voor hen is de Zondag
de dag, dat zij hunne kerkelijke plichten
moeten vervollen; de dag, dien zij zoomo
gelijk geheel in hun gezin moeten kannen
doorbrengen. Vooral voor menschen, die
de ganschu week aan den arbeid buitens
huis zijn gebonden, is de Zondag de feest
dag in het gezin; de zon der dagen, die haar
vriendelijk licht over de andere dagen der
week uitgiet. Zondagsarbeid befloerst hun
leven met een somberen nevel; Zondags
rust brengt daarin licht en vroolijkheid.
Reden, waarom door de gansche Vereeni-
ing van Nederlan ische patroons alle po
gingen om meerdere Zondagsrust ook aan
de Rijksambtenaren der posteryen toe te
kennen van harte worden toegejuicht, en
inzonderheid aan de motie-Van Kempen
volle adhaesie wordt geschonken.
Het Bestuur richt dan ook tot Uwe
Vergadering het dringend vsrzoek deze
motie aan te nemen, en neemt de vrijheid
nog enkele gronden aan te voeren tot on
dersteuning van dit verzoek.
Van de Nederlandsolie Regeering mag
allereerst worden verwacht, dat zy voorga
in het toekennen van een ruime mate van
Zondagsrust aan de Ryksambtenaren. Waar
de Zondagswet allen onnoodigen Zon-
dagsarbeid verbiedt, daar mag van de
Regeering worden verwacht, dat zij
voorga in de onderhouding harer eigene
wetten. Waar deze Regeering een Ontwerp
van Wet op de arbeids- en rusttijden heeft
voorgesteld, waarin de patroons tot het
verleenen eener bepaalde mate van geregelde
Zondagsrust aan hunne werklieden worden
genoopt, daar mag van den grootsten Ne-
derlandschen patroon, de Nederlandsche
Regeering, met goeden grond verlangd
worden, dat zij alle andere patroons daarin
voorga. En wai r nu vele Ry ksambtenaren
bij de posteryen een niet strikt noodzake
lijken Zondagsarbeid verrichten, daar mag
toch wel hit billyk verlangen worden uit
gesproken, dat de Regeering daarin verbete
ring brenge.
Van de tweede postbestelling op den
Zondag mag met goeden grond worden be
weerd, dat zy tot den niet strikt noodzake
lijken Zondagsarbeid behoort. Op den Zon
dag rusten het landbouwbedrijf, de indus
trie, en schier alle ander bedrijf. Aan eene
tweede postbestelling op den Zondag kan
voor geen enkel bedrijf behoefte bestaan.
Overbekend is dan ook, dat het meeste,
wat op den Zondag verzonden wordt, óf
vroeger had kunnen verzonden zyn, óf later
had kunnen verzonden worden, en eenvou
dig op Zaterdagavond of Zondagmorgen
afgezonden is, omdat door de afzenders om
Zondagsrust voor de Rijkspost-ambtenaren
niet gedacht wordt. Spoedig zou dit blij ken,
wanneer eens een verhoogd tarief voor de
postbestellingeu op den Zondag werd inge
voerd. Zoodanige maatregel zou de Jpostbe-
stellingeu op dien dag ongetwijfeld spoedig
tot een minimum reduceeren. Ook voor
dea handel kan aan een tweede postbestel
ling op den Zondag geen behoefte bestaan.
Telegraaf en telefoon bieden zulk «ene snelle
communicatie, dat het strikt noodzakelijke
in elk geval Zaterdagavond kan worden
afgedaan. En de groothandel heeft zich dan
ook reeds bij mon'e van de Kamer van
Koophandel te Rotterdam uitgesproken, dat
de tweede postbestelling op den Zondag
onder zekere conditiën zou kunnen verval
len. Het voorbeeld van Engeland, het han
delstand bij uitnemendheid, waar geen
tweede postbestelling op den Zondag wordt
gedaan, toont bovendien zonneklaar, dat
deze voor den handel volstrekt niet nood
zakelijk is.
Doch het is onnoodig ons verzoek verder
by Uwe Vergadering aan te dringen. Nage
noeg alle partijen toch hebben vóór de
laatstgehouden verkiezingen den eisoh van
Zondagsrust op hun politiek programma
gezet. Deze eisch mag beschouwd worden
als een eisch van de groote meerderheid
van het Nederlandsche volk. En ^an de
vertegenwoordiging van ons volk mag met
goeden grond verwacht worden, dat zy
een open oor hebbe voor het zóó duidelijk
uitgesproken verlangen der natie.
En het Bestuur twijfelt niet, wanneer de
motie-Van Kempen door Uwe Vergade
ring mocht worden aangenomen, en het toe
kennen van meerdere Zondagsrust aan de
Rijksambtenaren der posterijen daarvan het
gevolg mocht zyn dat dan daarmede een
volkswensch zou zijn vervuld, en daardoor
in veler leven meerder licht gebracht, in
veler harten dankbaarheid verwekt zou
worden".
Het request is namens het bestuur getee-
kend door de heeren W. Hovy, vice-Voor-
zitter, en R. J. W. Rudolph, loco-Secretaris.
Aan de Toegela.
Geen macht van menschen
Of van geschut,
Geen paard of wagen
Doen Buller nut.
Kanonnen donderen;
De Methford knalt
De Boeren blijven,
En Buller valt.
Colenso tuigde
Des Heeren macht
Spioenkep toonde:
Slechts God heeft kraoht
Wie in geloove
Op Hem vertrouwt,
Ziet, hoe de Heere
Zyn kind aansohouwt.
Ten derde male
Viel Buller aan;
De driften zagen
Den Brit verslaan.
De Boeren zongen
Van Gods gena
De boorden juichten
Der Toegela.
Nog waagde Buller
Den harden strijd
Weer werd den Britten
Een val bereid,
Alsof de geesten
Van 't hemelheir
De Boeren steunden
In hnn verweer.
't Is onbegrepen
Voor wie daar spot
Het stemt tot danken,
Wie steunt op God
Hij hielp Zyn kindren
In hangen nacht
Zijn hand verneerde
Der Britten macht.
Luctoe.
Wat de sympathie onmogelijk 'achtte is
gisteren morgen geschied,
Cronjé heeft zich met zijn dapperen on
voorwaardelijk overgegeven, en bevindt
zich in Roberts kamp. Roberts seinde dit
met groote voldoening avn de regeering
te Londen; en voegde erbij dat het juist
op den herinneringsdag van Majoeba was.
Het was juist 19 jaar geleden dat de
Boeren de Engelsohen van den Amajuba
heuvel geworpen hadden waarbij generaal
Colley soeuvelde.
Z o is dan toch de Transvaalsche Leeuw
gevallen. Hoe droef te moede hij zal
zijn, hegrijpen wij die een en ander om
trent zyn karakter en grooten moed ver
namen. Hoe de Engelsehen juichen zullen
dat zij hem hebben, hem die in 1896
Rhodes en Jameson gevangen nam, begrijpt
ook een ieder die de Engelsohen kent.
Hier is iets van de blijdschap der Fili
stijnen by Simsons gevangenneming; en al
steken deze Filistijnen dezen JSimson wel