NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND, flo. 68 1900 Diascfag 27 fc6cuaci. ïleerficnitc fnatgaiig. CHRISTELIJK- sr HISTORISCH VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Engeland en Transvaal. elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maande® franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1—;5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. VOOR DE MILICIENS. In ons blad van heden geven wij de adressen van Militaire Tehuizen. Van deze Tehuizen moogt gij een vrij gebrnik maken. Men zal er u gaarne met liefde ontvangen en u in alles zoovsel mo gelijk tar wille zyn. Me.i zal het n daar tot een Tehuis maken. Als gij een paar dagen in uwe garni zoensplaats zijt, gaat er dan het Tehnis maar eens binnen. Daar wonen uwe vrienden. In de koffiehuizen wonen uwe vrienden niet; in de kroegen nog minder. Zij zijn wel vriendelijk jegens u en vliegen voor u, u bedienende op uw wenken. Maar het is hun om uw geld te doen en om het ;relzijn uwer onsterfelijke ziel bekommeren zjj zich daar in 't geheel niet. Dat doet men wel in de Militaire Te huizen. Daar hebt gij ook gelegenheid voor zeer weinig geld koffie, chocoDde, melk, limo nade te drinken, brieven schrijven kunt gij daar gratis en op uw gemak. Men maakt het u daar in den volsten zin thuis. Ouders en voogden, schrij't terstond bij bet vertrek uwer zonen aan den kerkeraad der kerk in de nieuwe garnizoensplaats, opdat die kerkeraad zich met het geestelijk toezicht over uwe zonen b< laste. En vooral gij, Christenen van Middelburg, Vlissingen en Bergen op Zoom, trekt u deze jongelingen aan, neemt hen als uwe vrienden in uw kringen op, bewijst hun uwe liefde en belangstelling en maakt hun 't verblijf in uwe stad aangena-m. Die miliciens zijn Christenen, gedoopten, kinderen des gebeds misschienneemt ze dan voor uwe rekening. Wilt het middel zijn in 'sHeeren hand om hen te bewaren van den breeden weg, van ds vreemde vrouw, van den drankduivel en van de plaatsen der verzoeking. Het trok dezer dagen onze aandacht dat een liberaal blad, sprekende over de gruwelen van Appeltern, aan de Christenen verweet dat zij met hu» lectuur van den Bg hel de mensohen d'r hoofd op hol maken; en dat de Bijbel eigenlijk de schuldige is aan de krankzinnigheid van den ongeluk- kigen Scherff en aan den moord op diens armen knecht. Iu uw Bg bel, zoo sprak dit liberale blad, wordt verteld van Jefta die zjjn dochter offerde, van een vertoornd God die door den dood der zonen Rizpa's moest verzoend worden; en tal van verhalen meer van mensohen die gesteenigd of gekruisigd werden. En dan trekt 't blad het besluit dat dergelyke verhalende mensehen krankzinnig maken. Hierop in te gaan, schijnt ons overbodig. Het is nu eenmaal zoo dat de ouweder- geboren mensoh de Waarheid niet verstaan kan. Gods Woord spreekt nu eenmaal vaneen dwaze Gods dat wijzer is dan de menschen. En het geloof belijdt dat al wat te voren geschreven is, tot onze leering is geschreven. Terwijl in het laats e boek dier Schrift in de openbaring aan den H. Apostel Jo hannes de Heere zelf zegt dat wie vuil is nog vuil worde. Hoe hoog het ook klinke, dergelijke taal moet men stilzwijgend aanhooren, den zot niet naar zijn dwaasheid antwoorden; en derge'ijke goddelo zen laten gaar koken in hun eigen sop. Maar deze dingen overdenkende rijst voor ons het beeld van den ongelnkkigen, diep beklagenswaardigen Nietzche, den Bazeler .hoogleeraar, die in ongekende verwatenheid aan den Christus en het Christendom de wereldsche ellenden weet; met een ver- achtelij ken vloek de zaligsprekingen hekelde, en ten slotte al zijn gal uitstortte over den Christus zelf in de grofste satire van den Heiland tot de koeien gaand als het ideaal van bekeerlingen die zijn koninkrijk der hemelen zullen ingaan. En deze prediker van de anti-Christelijke, dierlijke moraal, in wien de haat tegen Bijbel en Christendom als verpersoonlijkt werd, is al meer dan tien jaran stapel krankzinnig. Dat is echter nog te zwak uitgedrukt. Haast zouden wij zeggen hp werd een dier. Een waarschuwend voor beeld voor allen die de vijandschap 'egen den Christus 't zij verbergen, 't zij luohten op allerlei manier. Laten zp oppassen, die, lasterend hetgeen zy niet kennen, zieh vergrijpen zouden aan het woord Gods dat eenmaal allen oordeelen zal, schoon het nu nog, in het heden der genade, slechts hun heil en behoudenis bedoelt. De koning stroopop. De koning souverein, mits hij maar doet wat het souvereine volk verlangt. Dit is de bedoeling van Krabbe's Gids- betoog waarop wij laatst de aandacht ves tigden. Het Vaderlandhet meest ministriëele blad van dezen tijd, neemt het voor profes sor Krabbe op. Maar maakt het minstens even erg. Dit liberale blad zegt „Het „gezag" des Konings behoeft geen schade te lijden als hem de lei wordt in geprent dat zijn persoonlijk willen onder geschikt moet zyn aan de politiek dei- vertegen woardiging." Wat zegt de lezer van dit „gezag" tusschen twee haakjes en die les welke den Koning moet worden „ingeprent?" 't Is waar wat het Vaderland zegt, zoo is 't naar luid de Grondwet en haar uit legging. Maar wat heeft de liberale partij door deze „inprenting" van haar eisch, en door deze stelselmatige ontkenning van het Koninklijke „gezag", van het koningsouap anders gemaakt dan een omamentj; van den Koning anders dan een stroopop, van de Kroon anders dan het vliegwiel afhankelijk van de beweegkracht desSouvereinen volks? Men schrijft ons onder 't opschrift „De landbouwtoestand van tegenwoordig en die van voor 50 jaren op Zuid-Beve land", het volgende Is er in vele vakken van handel, nij ver heid en industrie in de laatste helft der negentiende eeuw een groote verandering en ommekeer teweeg gebracht, niet het minst kan dit van den landbouw op ons eiland getuigd worden. Wat in de ejrste plaats den koop- en pachtprijs der gron den betreft deze was toen ongekend laag voor vijftig jaar, zoodat als men overeen klein kapitaaltje kon beschikken, men spoedig kooper of dan toch pachter van een hofstede kon worden terwijl in deze dagen de prijs hoog en de liefhebberij groot is. Bestond toen de graanbouw al gemeen, tegenwoordig worden op sommige plaatsen grootendeels ajuin, aardappels en suikerbieten verbouwd benevens papavers, karwei enz. Werden vroeger groote kavels paardenboonen op elke hofstede verbouwd, tegenwoordig kan men slechts bij uitzon dering een boer aantreffen die er nog wat verbouwt. Ze hebben doorgaans meer bruine boonen, en het is geen zeldzaam heid meer algemeen boeren aan te treffen van geen. Erwten werden vroeger door gaans minder verbouwd, tegenwoordig zeer veel. Dienden ze vroeger tot veevoeder, tegen woordig heeft maar weinig vee de eer daarvan uithoofde de goede prijzen die bestead worden by verzending voor ver schillende doeleinden. Het vee woidt te genwoordig, zooals varkens, meest gevoed met mais, voerbloein en melkvee, met ka- toenpitmeel, lynkoeken enz., iets dat vroe ger niet bekend was. Was in vroeger jai en het „braakt ulieden een braakland" in vollen gang zoodat geregeld de meeste boeren in zeven jaar huune hofsteden rond braakten, en werden die by de meeste hun ner ieder jaar met koolzaad bezaaid, te genwoordig is het braken vergeten en is er maar weinig koolzaad meer, de prijs daarvan is buiten vroeger jaren laag. De tegenwoordige boer acht het niet meer noodig. Of hij daarin gelya heeft, dat zal de tyd leeren. Onze voorouders braakten bij voorkeur uit land waar 't vorige jaar paardenboonen of zelfs klavers gelegen haddenwordt er tegenwoordig veel haver virbouwd, vroe ger zeer weinig. Toen verbouwde men veel rogge, tegenwoordig weinig of niet. Alleen de prijs is daarvan de oorzaak, maar ook het stroo het stroo werd toen gebruikt voor het bekrammen onzer zeedijken maar sinds dat veranderd is in glooiing heeft het stroo zijn waarde verloren, en kan men er niet meer voor bedingen dan voor ander s'roo. Tarwe werd vroeger grootendeels verbouwd in tegenstelling met minder gerst. De prijs daarvan was veelal hoog te noe men. Het was geen zeldzaamheid dat de tarwe 15 gld. per HL. was. Sommigen heugen nog eens van twintig. Gelukkig voor 't algemeen d it zulke toestanden soms ineens op de helft daalden, terwijl tegen woordig de prijs der t>r'.ve zeer laag is en meest stationair, de saaie middelen van vervoer en de grocte aanvoer uit andere landen zullen daarvan wel de oorzaak wezen. Aardappels plantte iedere boer maar voor eigen consu iptie toen, terwyl tegenwoordig sommige er een hoofdzaak van mak n. De verzending daarvan bestond toen niet. Ajnin werd wel verbuuwd, maar veel minderdan thans, terwijl de suikerbieten niet bekend waren. Paardenpeen had iedere boer, even als nu en ma gel woTtels werden wel ver bouwd maar ook minder dan thans, terwyl karwy en papavers onbekend waren. Wordt er tegenwoordig ook veel aan ooftbouw gedaan, toen ook reeds maar het loonde weinig, zoodat toen vele boomgaarden gerooid werden en in land herschapen, zonder dat er andere in de plaats kwamen. Hoedekenskerke en Oudelande zouden daarvan nog kunnen getuigen, maar dank zij de verzending heeft dit middel van be staan ook op ons eiland een omvang geno men. Werd er vroeger op sommige plaatsen veel aan wisschenteelt gedaan, tegenwoordig is daar veel achteruitgang aan te bespeuren; de pryzen zyn daarvan ook almede de oorzaak. Onder hetgeen met reuzenschreden is vooruitgegaan mag welde veeteelt genuemd worden. Kocht men vroeger een puike melkkoe voor negentig of honderd gulden, tegenwoordig is 't dubbel. Wat de runder teelt ea beweiding aangaat dat was even eens gering. De meeste stierkalvers werden na de gebo ,rte geslacht en door de arbei ders der hofstede genuttigd. Alleen de vaar zen werden aangehouden. Kruising der koeien met stieren van een ander ras bestond toen niet, zoodat het altijd maar hetzelfde bleef ons oud Zeeuws h ras, alom bekend als best melkgevend. Ook werden de weiden doorgaans zooveel niet beweid als thans en was er veel hooi noodig, want de wintervoorraad was doorgaans anders niet. Verzending of persing bestond toen niet. Ook de paardenfokkerij was minder dan thans; wat evenwel niet mag ontkend worden, is dat toen het Zeeuwsche paard ook alom bekend was, en sommigen zeer vlugge schoone paarden hadden, nochtans waren de prijzen veel lager. In die dagen had iedere boer zyn vaste arbeiders, zoowel des winters als des zomers arbeiders welke land hadden be stonden toen niet, zoodat een arbeider d e geen boer had dikwijls in armoede zat. Een geluk was dat toen alles nog voor den dorschvlegel bestemd was (de dorsch- machine bestond niet) zoodat er nog al veel werk des winters was, doorgaans was er toch veel armoede, de levensbehoeften waren duur, de brandstoffen insgelijks want kolen waren er niet bekend, en de verdien sten klein. Terwyl in deze dagen bijna iedereen in het bezit is van een of meer gemeten land, hetzij nog al eens te ho»g in huur, waarop hy voor eigen rekening aardappels of anderszins teelt, hetwelk hem nog al een aardig voordeeltje oplevert. Wat daartoe in de eerste plaats medewerkt is de kunstmest, want stalmest is niet door iedere n te bekomendeze wordt hoofd zakelijk maar gebruikt op de hofsteden, by de landbouwers, en alhoewel de kunst mest zeer is aan te bevelen, de stalmest is eveneens niet te versmaden maar voor de kleine boeren is hij dan toch een nood- middel, bij de ontbering der hnmusstofry ke stalmest. Wat de m lkerij aangaat, van toen en van thans, daarin vzlt ook een groot verschil op te merken. Moest vroeger bij iederen boer de handkarn hetzjj door menschen hetzij door honden bewogen, dienst doen, tegenwoordig is bijna ieder van een melkontroomer voorzien of men is lid van een ontroomersfabriek om door eene nienwe methode boter te bereiden. Onder het vee dat daarop veel aan verloren heeft daar komen de varkens wel in aanmerking die de voor hen zoo goede karnemelk moeten ontberen. Worde in het omschrevene bepaald ge wezen op grooten vooruitgang op landbouw gebied, ea ook dat algemeen landbezit voor ieder ten goede komt, van andere zijde is het te hopen dat de genoegzame hoeveel heid niet mag overschreden worden, want er zyn na reeds zoovele van onze eertijds zoo schoone landhoeven gesloopt, vervallen of in 't klein gebracht. Dat ook daar grenzen aan zyn, want mag men niet zeg gen dat die plaatsen dewelke daar meest ingesticht hebben minder welvarend zyn? Geenszins, aan de andere zijde met het oog op ambaohtslieden mag men hopen, dat zy hun jaarlijksche rekeningen den land heer en den boer mogen voorbehouden, opdat zij de dupa niet van de teekenen des tijds mogen woiden, en het landbouwend nagedacht hen in eere moge houden. de J. De leugens en tegenstrijdigheden in de Engelsche berichten der vorige week over Cronjé zullen wij nu maar vergetenen eenvoudig mededeelen, hetgeen wij daarna als vrij zeker kunnenjaannemen. Het is dit: De toestand tnsschen Modderrivier en Bloemfontein is onveranderd. Vry dag is er gevochten tusschen Boeren - versterkingen uit Na.al en Engelsche voor posten. De Boeren werden „teruggeslagen". Maar wij mogen verwachten dat zij het er niet bij laten zitten, en meerdere verster kingen zullen oproepen. Rot erts kan erop rekenen dat zij hem zullen blijven besto ken. Cronjé houdt zieh nog steeds staande. Hy kan op zich het Schriftwoord toe passen (Spreuken 3 25): „Vreest niet van haastigen schrik nech van de verwoes ting der goddeloozen, als zy komt, want de Heere zal met uwe hoop wezeD en Hij zal uvsen voet bewaren van gevangen te worden". Ook heeft Cronjé verscheidene nieuwe versterkingen doen opwerpen. De Boeren maken zich volstrekt niet ongerust over hem en versterken ook hunne commando's ten zuiden van de Oranjerivier, en ook om Kimberley; terwyl zij Zaterdag en Vrijdag hevig slaags geweest zijn bij Colenso, en de Engelschen geen voetbreed vorderden. Hier sneuvelden 3 Engelsche officieren, terwyl er 14 gewond werden, onder hen is ook generaal Wynne. Over het algemeen is de strijd aan de Toegela weer in het nadeel der Engelschen afgeloopen. De Boeren moe'en de kopjes bij Colenso in allerijl hebben verlaten en ook in Fort Wylie een aantal kampbe- noodigdheden hebben achtergelaten. De spoorwegbrug bij Colenso is geheel ver nield. Alle spanningen zijn vernield en een der steenen pijlers ,is geheel verdwenen. Colenso zelf heeft meer te lijden gehad van het vnur der Boeren dan van dat der Engelschen. De Engelse hen komen ten noorden van de Toegela slechts uiterst langzaam vooruit, omdat het bergachtig terrein aldaar de Bjeren een aantal uiterst sterke stellingen biedt, waarin duizenden Boeren zich verschuilen kunnen. Niets staaft inderdaad de opvatting dat een alge- meene aftocht van de Boeren plaatsvindt, want hun zwaar geschut blijft Buller's voorhoede en ook Ladysmith bestoken, hoewel honderden ossenwagens naar het weiten getrokken zijn en het groote Boe- renkamp onder den Buffelkop zonder twijfel opgebroken moet zijn. Het boriehtdat Mac Donald bij Paardeberg sneuvelde, blijkt onjuist. Hij bekwam sleehts oen lichte wond aan den voet. Eveneens dat de Vrijstaters in Kaapkolonie na een opwekkend schrijven van Roberts besloten zonden hebben de wapens neer te leggen. Zy hebben eenvoudig niet op zijn manifest geantwoord. Roberts moet ook last hebben gegeve.i, er geen rekening mede te houden als de vijand de witte vlag opsteekt. Boerenvrienden hebben getracht een trein waarmede de Londensche vrijwilligers naar het noorden werden vervoerd, te laten ver ongelukken. Vijftien mijlen boven Kaapstad waren derails weggenomen;de trein derail leerde,maar er hadden geen ongevallen plaats. Welsprekend bewijs voor de „loyaliteit" der Kapenaars 1 Woensdag werd Cronjé hevig beschoten. Bij de rivierbedding vond French vele Boerenlyken. Ook nam hy 75 Boeren gevangen. Des nachts kwamen „vele" Boe ren in 't ütngelsche kamp zich overgeven zeggende dat de positie van Cronjé zeer hachelijk was en bij geen proviand had kunnen halen. Een Franschman, kilonel de Villebois Mareuil, die reeds in October naar Zuid- Afrika toog om de Boeren te helpen en dit nog doet op verdienstelijk wijs, schryft over hen een en ander dat ons goed doet en hen recht doet wedervaren. Wij citeeren nit de Telegraaf De schrijver staat o. a. stil bij het werk van de heeren Grnnberg en Léon, vertegen woordigers van Crenzot en de werkelijke directeuren van het artilleriedepartement. Zij hebben die vier nieuwe en groote forten om Pretoria gebouwd, terwyl deDuitschers voor de drie andere gezorgd h bben. De Franschen hebben bovendien de Republiek van wapenen voorzien. Ongelukkig moest een groot deel van de bestelling, aan Creuzit gedaan, in Frankrijk achterblijven, omdat, inmiddels de oorlog was uitgebroken. Hetgeen van de bestelling is aangekomen, doet zeer de afwezigheid van de rest be treuren. Tengevolge van de buitengewone nauw keurigheid van deze stukken, hun draag vermogen en bediening door de Boeren, die meesterlijk dei afstand schatten, is er reeds een soort legende aan verbonden. Na de i oorlog zullen de heldendaden van „Long Tom" nog langen tyd stof geven voor de bewoners der Boerderijen. De Long Tom was bet eerst in gebruik genomen en zijn odyssée over de steilste bergen van Lang'snek t"t aan Ladysmith, is zoo onwaarschijnlijk, dat ik, eerst later de geschiedenis er van zal verhalen, wan neer ik de photo's er bij kan toonen. Léon heeft met onvergelijkelijke énergie, met behulp van eenige twintigtallen ossen en de armen van de Boeren, het stuk op de 1 oogste punten weten te hyschen; hij heeft het. terrein verkend en opgegeven, waar htt geschut moest worden opgesteld. In de laagers, waar iedereen hem kent, heeft men hem een onbeperkte macht ge geven; hij alleen is de chef van de artillerie en men moet erkennen, dat deze ingenieur, die door den drang der omstandigheden een bekwaam aiiiUerist en tevens goed sappeur is geworden, de zaken zoo goed regelt, dat hij het vertrouwen van generaal Joubert

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1