NIEUWSBLA D VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH ddelbnr^. Ho. 62 1900 McciCag 24 #e6mati. Heetfiende laatgang. ÜPPELS. Hypotheekbank HUIZEN U. Noordstr. ishoudster knecht. sknechfs, i knecht )eider KNECHT ECHT ^an Teijlingen. en Tuin, katoenraeel, (iersletiieel en Lijnkoeken iteit lot con- rijs. nstbode sknecht rsknecht IFJD VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Engeland en Transvaal. beieid (DEN bezitten wegens e'ijke eigen- ;roote waarde van hoest en keelaandoe- uwliaar dege- rdt het op vele sesheeren met de en aanbevolen. te Middelburg by "SE, Drogist, 5BERG- Apeldoorn, er eerste hypothecair Agenten. te koop zijnde SLAGERIJ. >n SLACHTPLAATS erkrijgen bij Wed. iddelburg. WOLFF, alans, Middelburg. JFHOUT, Koudekerk e. t te treden. Adres diepstraat Terneuzen. TWEE beuwame )i werk, bij A. FAN te Kamperland. skwame 1 HOF, Landbouwer Wolfertsdyk. DEDEN. -Leerling en een aerling kan ge- atelier van NDER—KUIPER, irkstraat, Göes. ;ht beuoodigd, bij die. et Maart of Mei 'ERSE Cz. Se'8weg. laart srk by BAKKER, ANEIJKEREN te ieiiwdorp. eval, een R. OSSEWAARDE Nisae. ELISSE, Ar nemuide n, elken MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedare regel meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel Uw Kiesrecht? Aan de Kiezers zij nog eens herinnerd dat wie aangeslagen is in een of meer der Rijks directe belastingen, het bedrag van dien aanslag vóór of op den 1 Maart, ten volle moet hebben voldaan. Briastingkiezers zijn allen ambtshalve op de Kiezerslijst geplaatst, uitgezonderd ven wel zij die niet ten volle betaald hebben. Wie dit nu nog voor 3 Maart doet, die kan nog op de lijst komen wanneer hij dan maar terstond het voor voldaan geteekende aanslagbiljet aan den burgemeester vertoont. Huurkiezers en loonkiezers die niet vóór 15 Febr. zich hebben aangegeven, komen niet op de lijst, aan hen is derhalve geen woord meer te verspillen. Vallen zij nu in de termen voor belastingkiezer, dan hebben zij met 't oog op de hierboven tot hen gerichte waarschuwing nog een kansje. Het leerdwangontwerp komti'e volgende week in de tweede kamer aan de orde. Tegen dit ontwerp let wel niet tesren leerplicht maar tegen dit ontwerp staan wij zoo vijandig mo;elijk aver. Waarom Omdat hst 6en partijwet is in denslec.it- sten zin deB woords. Vooruitganghet vooruitstrevend lib rale weekblad, waar mr. Fokker redacteur van is, schreef er reeds lang geleden zoo juist van: „het is een specifiek liberaal ont werp". Dit alleen is ons reeds voldoende er ons tegen te verzetten, niet als feyenpartij, maar dewijl wij alleen voor nationale wetten, die 't gansche volk ten goede komen, iets voelen kunnen. Bovendien hebben wij het al zoo vaak aangetoond, deze wet is onnoodig en ontijdig. Onnoodig, dewyl het relatieve school verzuim, met ieder jaar, ook zonder leer- awang, afneemt Ontijdig, dewijl naar onze meening moet voorafgaan dat de regeering aan de ouders de vrije schoolkeuze waai borgt in plaats ran hen, gelijk nu, te dwingen hunne kinderen op eene bepaalde, door hen niet begeerde school te zenden. En aan de regeering had eene betere salarisregeling voor de onderwijzers in zicht gesteld. Laat zy die eerst geven. Laat zij ook eerst de subsidiën voor 't christelijk ouderwijs verkoogen, in plaats van deze nu te beloven, en den schijn op zieh te laden van ze als lokaas te doen dienen, opdat de chr. onderwijzers daarom voor dit ontwerp zouden zijn. De wet is ook onvoldoende, juistwat zij bestrijden wil het absolute school verzuim keert zij er mede niet, zij geeft zelfs tot absoluut schoolverzuim permissie. Daarenboven, als alle dwangwetten, is zij onbillijk jegens die duizenden ouders, welke zij nu toch maar, ter wille van enkele onwilligen, allen onder 't gevaar «telt van met den strafrechter kennis te maken. Wat een Christenouder dóet krachtens roeping van Godswege, krachtens zijn lid maatschap van Christus' gemeente, krach tens de belofte bij den doop zijner Kin deren, dat laat deze wet hem doen bij wijze van opgelegden Staatsdwang. Daarbij grijpt de regeering door deze wet op bedenkelijke wijze in in de rechten der ouders, dewyl zy de onderwijstaak nun nit de handen neemt, en bepalen gaat, waartoe alleen de ouders bevoegd en gerech tigd zijn, wat en waar, hoe en hoe lang hunne kinderen zullen onderwijs ontvangen. Over het herha ingsonderwijs hebben wy eveneens te voren genoeg gezegd. Wij verspillen er trouwens toch geen woord meer aanwant daar althans komt toch niets van 1 Dat is maar een aanhangsel geweest om de vooruitstrevenden tevreden te stellen en ze zoo noodig later te kunnen voorhouden zie eens hoe ver ik gaan wou, en zelfs dat hebhen de tegenstanders my niet gegund. Overvragen om aan den gewenschten prijs te komen. ^Leerplicht, daar zijn wij voor. Velen onzer brengen daartoe maandelijks groote geldelijke offers, haast boven hun vermogen. Maar tegen dit wetsontwerp hebben wij prinoipiëele en practische bezwaren. Deze „specifiek-liberale" wet zal de libe rale partij geen goed doen. 1878 is een baken in zee. Het valt moeilijk uit de tegenstrijdige telegrammen wijs te worden. Doch zooveel is zeker dat de twijfelmoedigen onter ons te vroeg hebben gevreesd en de Engelschen te vroeg Victorie! hebben geroepen. Vaststaat nu dat Cronjó niet ingesloten is, al schijnt zija positie moeilijk. Maar de Boeren blijven wakende en biddende, en in 't vertrouwen op den God der leger machten die hen niet verlaten zal, laten wij de slechte Engelsche telegrammen voor hetgeen zij zijn. Maandag en Dinsdag hebben de Vrijstaters de Engelschen bij Paardeberg terugge slagen. Nemen wijden weg Modderri rier Bloem fontein dan is Paardeberg op een derde van dien weg gelegen, zoodat de Engelschen toch nog twee derden van dien weg hebben af te leggen, alvorens Bloemfontein te bereiken. Een Engelsoha colonne, op weg naar Bloemfontein, is bij den Koedoesrand door de Boeren onderschept. Dat overigens de slag bij Paardeberg- drift, waar Cronjé stond gehouden had, na zyn merkwaardige vlucht van Kimberley, veel bloed gekost heeft, mogen wij aan nemen. De Engelschen verzwijgen voorals nog hun doodenlijst; die van Cronjó be draagt, naar zij zeggen, 800. Ook vroeg Cronjé een dag wapenstilstand om zijn dooden te begraven. Wanneer De la Rey en De Wet er niet in slsgen hem te ont zetten, of hij er niet zich door heen slaat, zoo zeggen zij, dan zit hij in een val, waar hij niet uitkomt. De Britsohe infan terie en artillerie beschoot het kamp, bij het lieht der vlammen van de in brand gevlogen wagens der Boeren, tot laat in den naoht. De Engelsehen maakten vijftig krijgs gevangenen. Botha, van Ladysmith ter holp gesneld, werd teruggeslagen. De versterkingen wer den door Roberts in alle richtingen verstrooid. Maar hier tegenover staat dat te Berlijn en Parijs telegrammen aankwamen, waarin staat dat de republikeinen de Engelsche aanvallen op alle punten afsloegen. De pogingen om hnn stelling om te trekken mislukten. Vermoedelijk zyn meer dan 100 officieren en 1500 man van de Engel sehen gedood of gewond. De la Rey be dreigt der Engelschen verbindingslijn bij Koffiefontein. De Wet, een moedig Kape- naar, rukto van t zuiden op Jacobsda! aan. De treinen naar Kimberley waar op 't oogeDblik lord Methuen („mooie Paul") bet bevel voert, zyn afgelast, wijl verluidt dat de Vrijstaters hunne stellingen om Kim berley weer ingenomen en de telegrafische gemeenschap verbroken hebben. Het eerste pakje, dat uit Kaapstad ter verzending naar Kimberley gereed lag, was een verscbe zalm voor Cecil Rhodes, waar de diamantkoning vooreerst wel niet aan zal kunnen sinnllen. Volgens een ander telegram zou Rhodes Zaterdag te Kaapstad aankomen. Generaal Mac Donald s in het gevecht tusschen Paardeberg en Koedoesdrift ernstig gekwetstvolgens later bericht is hij reeds overleden, hij was de opvolger van den gesneuvelden Wauchope. Zyn Schotsehe Hooglanders moeten andermaal evenals bij Modderrivier, vreeselijk geleien hebben. Trouwens de heele slag was ongsveer een herhaling van dit moorddadig gevecht, waarin vele officieren sneuvelden. Wij zullen ons niet aan berekeningen of bespiegelingen wagen; maar mogen toch zeker wel voorspellen dat den Engelschen groote teleurstellingen wachten, indien zij gemeend hebben dat met Roberts 'en het veranderde veldtoehtsplan en de ontzetting van Kimberley en Ladysmith de eindzege- praal hunner troepen slechts voor't grijpen zou zyn. Nog altijd blijven Mafeking en Na'al en Kaapkolonie en Maseroe en de dekking hunner eigen Tellingen in den Vrijstaat, typhuskoortsen, zwaard en vunr, de over macht verdeelen en belemmeren. De reeks kleinere en grootere gevechten zal verdubbelen en geen voordeel zal be haald worden zonder zeer groote verliezen. Omtrent den toestand in Mafeking ver neemt men dat er nog voor drie maanden meel is, doch dat de whiskey sohaarsch is. Een raadslid (James Dull) werd ia zijn keuken terwijl hij spijzen voor zijn vrouw bereidde, door een bom in tweeën geslagen. In den nacht van 11 op 12 Feb. viel in her Noorden de Engelsche majoor Bird, op bevel van Plu mor, de positie der Boeren aan bij Krokodil-Poolsbrug, waar zy zich verschanst hadden op j een rotsachtig en begroeid terrein. De Engelschen kropen in het donker naar den heuvel. By hT overklimmen van een netwerk van prikkeldraad maakten de manschappen eenig leven, waarop de honden van de Boeren begonnen te blaffen. Hunne voorposten begonnen onmiddellijk te schieten en majoor Bird gaf order om met de bajonet te chargeeren. Voor de Engelrchen hen echter konden bereiken, lieten de Boeren dynamietmijnen springen en vuurden onophoudelijk, zoodat groote verliezen aan de aanvallers werden berokkend, en zij moesten terugtrekken. De Boeren weigerden de gewonden uit te leveren en de commandant hield zich alsof hij zeer verontwaardi d was, toen twee predikanten onder bescherming van d witte vlag, naderden, want generaal Buller, zeiae hij, had den Boeren laten weten, dat de En gelschen deze niet meer zullen eerbiedigen. De Britsche verliezen waren 6 ernstig en 1 levensgevaarlijk gewond, benevens verscheidene dooden, waaronder kapitein French. Intusschen blijven de Boeren in Kaapko lonie een groote bedrijvigheid ontwikkelen. Tusschen Arundel en De Aar schijnt hunne aanwezigheid zelfs bepaald gevaarlijk voor de Engelschen. Prieska, ten noordwesten van De Aar, is nu weer door de Boeren bezet. De Engelschen zijn eveneens werkzaam. Zij herstelden den speer weg tusschen Sterk stroom en Indwe. De Engelschen gezinde Eapenaars worden door hen goed behan deld, en met reden. Zij hopen nog steeds dat alle Kaapsohe Boeren hun rebellie zullen staken en terugkeereu tot de gehoorzaam heid. Daartoe moeteh ook vele van de invloedrijkste Boeren al hebben besloten. Ongeveer 300 „ops andelingen" nit Barkly Oost zijn uit Stormberg in hun district teruggekeerd. De Engelschen doen al hun best alie Kaapsehe Boeren terug te halen en ds. Marais schijnt hun handlan er te zyn. Toch wordt van andere zijde verzekerd dat 't gevaar voor een algemeenen opstand in de Kaapkolonie nog vrij groot is. Bij Arundel werd gisteren een ernstige nederlaag der Engelschen slechts voorKomen doordat hunne vijf'iuoh'kanonne i de Boeren in bedwang hielden. De vijfde divisie van Bullers leger is de Toegela overgetrokken en heeft de kanonnen der Boeren tot zwijgen getracht. De Boeren hebben derhalve nog niet gausch hun maoht van Ladysmith weggetrokken al is 't waar dat zij grootendeels naar het Drakengebergte zijn opgerukt. Maandag werd zelfs Ladysmith nog door hen gebombardeerd. Toch zal het 't wel spoe dig vrij zijn. Reels voerde de bezetting heltographiseh een gesprek met Bulier en gaf hem den raad om de prachtige positie van den Aasvogelkrans te bezetten die den spoorweg tot aan Nelthopa bestrijkt en den rug en misschien ook den top van den Boelwana. Die hoogte ligt ter hoogte van Pieters en Brakfontein. De Boeren sehynen nog een sterke stel ling ten noorden van de Tugela te bezetten om van daar uit Buller in den rug te be dreigen. Öf dit waar is, nu de Engelschen al huune stellingen ten zuiden dier rivier „veroverd" en vele mausers, bijbels,eetwa ren, geweren en een doode buit maakten, wagen wij te betwijfelen. Een Hollander die in Transvaal sinds drie jaar een betrekking bekleedt aan het Spoor, schrijft van daar aan Het Centrum onder meer het volgende, dat wij met genoegen in een Roomsch blad lazen Ik ken de gewoouten, de gebruiken en eigenaardigheden van de Boeren, en kan ik u verzekeren, dat het zwaar, zeer zwaar zelfs is, om zoo'n oorlog te moeten voeren. Waar men komt, op welke Boerenplaats ook, alles even treurig, de vrouwen en kin deren geheel alleen thuis, overgelaten aaa de willekeur van hunne kaffers. Vader, broer, groote zoons, alles trekt teil strijde «n dear blijft de vrouw, de moeder of zus ter alleen thuis, soms urenver verwijderd van de naaste plek, niets kunnende doen, alleen met haar verdriet en den Bijbel, en toch met het vaste vertrouwen, dat er een rechtvaardig God is, die alles zoo heeft beschikt. Dat er een diepe, vreeselijke en ingewor telde haat is tegen al wat Engelsch is, bij alles, wat Afrikaansoh is, behoef ik u voorzeker niet te zeggen en dat die haat thans er niet op verminderd is, kan ook ieder begrijpen; toch moet men nog soms verstomd slaan over de mijns inziens al te groote philantropie der Boeren. En daarna tegenover die vreeselyae Engelsche wreed heid. Werkelijk dat geloof, dat vaste ver trouwen in hun God, dat geheele opgaan in den Bijbel, werkelyk zoo iets vindt men alleen bij den Boer ik geloof niet, dat er een natie is, die ooit een oorlog beeft ge voerd met die overtuiging, waarmede thans de Boeren vechten voor hun recht, voor hun vrijheid, voor hun huiselijken haard. Dikwijls ben ik diep getroffen, als ik 's nachts opliet station hier zit te werken. Het gebeurt dan menigmaal, dat er .oor het station alsdan een trein staat vol met Boe ren, die ten strijde trekken. Die treinen blijven in den nacht hier over, oui reden men bang is voor een opgebroken lijn. Dan, in de stilte van den naeht hoort men plotseling uit de rijtuigen een psalm gezang aanheffen, dat in dezen tijd en om standigheden en in de Btilt«des nachts wer kelyk zoo hartroerend klinkt, dat ik menig maal de tranen in de oogen ktijg. Het is een dringende en smeekende bede, een laat ste kreet tot God, waarin aan Hem uit komst w rdt verzocht, waarin Hij ei kent wordt als Degene, die hun alleen uitkomst kan geven. Vooral in dezen tijd van het jaar kwam de oorlog zoo ongelegen. Er moest geploegd en gezaaid worden, de verschillende bees ten moesten kalveren, de lammerentijd was ook daar, en de schapenfokkerij is hier bijna het geheele bestaan van den Boer. De schapen moesten geschoren worden, enz. Dit alles «tond voor de deu toen alle mannen werden geroepen, om op te komen voor de vrijheid en onafhankelijkheid van hunnen huiselijken haard, en toen moest alles aan de willekenr van Kaffjrs worden overgelaten, toen werd er overal afscheid genomen. Hartlij isjjsnde tooneelen heb ik bjgewoond. Vaders, broe 'ers, zoons en verloofden, wer den tot het station weggebracht door hunne naaste betrekkingen. Tafereelen heb ik ge zien, die ik onmogelijk kan weergeven, doch die mij werkelyk diep troffen. Vreeselijke jammerkreten en diepe weeklaohten werden overal gehoord. En kom dan na 6 of 7 weken by een dergelijke familie thuis, o, geloof toch niet, dat de smart al gelenigd is. Neen, tranen zullen blijven vloeien, zoolang er nog bloed vloeit. Toen ik te Kromdraai was, kwam ik daar eiken dag by verschillende Boeren aan huis, maar werkelyk het werd mij soms wee om het hart. Daar zag ik een jeugdige moeder, met een kind op haar schoot van 4 of 5 maanden de vader was naar den oorlog. Tranen staan de bedroefde en reeds zoo vroeg beproefde vrouw in de oogen, terwijl ze haar kindje reeds van haar vader vertelt; daar kwam ik weer bij eene oude weduwe, die reeds met haar eene been in het graf staat en thans hare 3 zoons ten strijde zag trekkenBiddend en met tranen in de oogen ziet zij op tot God en vraagt hem, dit toch vau haar af te wenden in haar laatste levensdagen. Weer bij anderen kw»m ik, waar ik de bruid zag zitten, gebogen over hare trouw- kleeren, die reeds klaar waren. Zij stond op het pant te huwen en thans, wie weet of die witte kleeren met oranjebloesems nog wel ooit noodig zijn? Wanhoop, en diepe, innerlijke smart, somtijds vertwijfeling, leert men overal en rondom kennen. Niet onvermakelijk is het verhaal van een der Vrystaatsche artillerie-officieren dat bewijst dat deze in onversaagdheid niet behoeven onder te doen voor hnn dapperen commandant. Majoor Albrecht stond by het bombar dement van Kimberley doereen veldkijker te zien en telkens als de kanonnen blitsten nit de diamantstad, orderde de majoor „Koest, kerels!" en al zyn manschappen gingen achter de schans, alleen luit- Heieter, een Duitscber, bleef te midden van den bom menregen staan, bewerende, dat hot bevel „Koest kerels 1" geen officier gold. De majoor lachte en als de kanonnen weer biltsten, riep hij„Koest, kerels, en luit. Heister ookl" Eerst toen ging de luit. eveneens ichui- ling zoeken. Een Hollandache jonge dame te Pretoria schrijft aan Het Handelsblad Hier komen veel Boeren, die op oommando zijn geweest; ik maak altijd eeu praatje met hen en boor dikwijls heel belangrijke dingen. Ook gewonden, die kannen loopea, komen hier veel. 't Doel me altijd erg aan, die jonge mannen te zien met verbrijzelde armen of handen. Ze zyn er echter heel gelaten onder en zeggen alleen: „Ja, 't ia maar banjer zwaar voor ons Afrikaners".... Vandaag was het hier heel druk; de bur gers, die de gevangenen van Knruman hadden gebracht, kwamen allen eens kijken. Er was een jongen by van 15 jaar; 't is toeh wat voor een moeder zoo'n jongen zoon te laten gaan. Maar de TranBvaalsche vrouw doet in flinkheid niet onder voor den man, ja men zegt, zij wint het verre. Het zijn leuke types, de meeste vau die mannen. Ik heb heel wat met ben afgepraat en banjer bedankjes gekregen. „Zyn de Engelschen ook jou vjjanden?" „Ja," antwoordde ik, „julli vijanden zijn ook de mijne: ik gevoel geheel met de Boeren mee" Maat heb je je vijanden ook lief, juffer?" Ik wist niet goed wat te antwoorden. „Dat moet je toch juffer zal ik eens uitleggen hoe het is? Het lichaam baten we en mogen we haten, maar de ziel moeten we liefhebben en voor de zielen van de Engelschen moeten we bid den. Zal je 't ook doen?" Dat alles komt er zoo eerlijk en oprecht uit, dat het je bepaald goed doet. „Niet het goede schieten, niet de mooie geweren doen het; bidden moeten we, dat de Heer met ons is. Zoo hebben onze voorvaderen ook gedaan. D e hebben het land vrijgevochten, omdat ze niet enkel op hun geweer vertrouwden, maar meest op

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1