VOOR ZEELAND. CHRISTELiJK- NIEUWSBLAD HISTORISCH lo. §7 1900 Dmstfag 13 #e6tium. Dertfienife laatgatig VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN ZACHEUS. LANDBOUW. 'tfjusN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Piijs per drie maanden franco p. p0,95. Erkele nummers0,026. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel Middelburg, (ook voor St. Laurens) voor wijk K 13, 14 en 15 Februari; v or wijk L 16 en 20 Februari; voor wijk M 21 Februari; voor wijk wijk N 22 Februari voor wijk O 23 en 27 Februari; voor wijk F 28 Februari en 1 Maart voor wijk Q 2 en 7 Maart; voor wyken R, S, T, U en V 8 en 9 Maart telkens van 9 tot 12 en 1 tot 4 uren. Ook de consequentie Het Nederlandsch Dagblad schrijft aan de Chr. Historisohen de eere toe, de invoe ring van den persoonlijken dienstplicat te hebben bewerkt. De heer V(erkouteren) schrijft daarin „De invoering van den persoonlijken dienstplicht is aan de houding van de Chris- telijk-Historische partij te danken. Zij had, bg de herstem ning in 1897, het lot des lands in banden. Hadden toen de Roomschen met de Antirevolutionairen gezegevierd, dan zou de persoonlyke dienstplicht nu nog niet ingevoerd zyn." Durft de heer V. ook de consequentie dezer redeneering aan, door alLe daden onzer tegenwoordige regeering voor rekening der Chr. Hist, te nemen? Aangenomen dat de Chr. Historisohen ons dit ministerie hebben bezorgd, dan daarmee ook de nationale schande door de uitsluiting der Zuid-Afr. Republieken van de Vredes conferentie, de in 't oog loopende begunsti- stiging der Roomschen by onderscheidene benoemingen, en de briefwisseling met den Paus. Aan^e andere zijde. FEUILLETON. O Hij heette eigenlijk Rudolf Birk, maar de jongens op school noemden hem altijd Zacheus, want hij was zeer klein. Hij sprak haastig, en slikte de laats e letters zijner woorden in. Zijne bewagingen waren druk en levendig, en onder het loopen boog hy het hoofd een weinig voorover. „Zaoii us" bezat een sterk ontwikkeld talent voor den handel. Hy verkocht aan zyne malikers griffels, potlooden en boeken, die zij meer volgens de oogen blikkelijke behoefte, dan volger.» de waarde moesten betalen. Het geld, dat in zijn spaarspot geborgen weri, zag alleen het daglicht weer, om in groo- tere sommen tegen aibetaling en wekelyk- sche rente uitgeleend te worden. Overigens had de knaap zin voor poëzie, hield veel van muziek, en ko zich met de diepste innigheid aan de besehanwing der aatuur wijden. Eens vatte hy een gevoel van by zondere vriendschap op zoaals dat by kinderen somtijds voorkomt voor een nieuw aangekomen schoolmakker. Dezen schonk hij herhaaldelijk den inhoud van zijn spaarspot. Doch toen hy bemerkte, dat zijn kameraad ondanks de aangeboden vriend- scüap niets van hem wilde weten, onde - drukte hij zyne genegenheid, en werd hy tegenover den afgod zijns harten een even berekenend en onverbiddelijk sehuldeischer, als voor al de andere jongens. Rudolf Birk, had den mannelyken leef tijd bereikt, en vestigde zich als kassier in een klein stadje. Na een tijdsverloop van ongeveer tien jaren was hij een wel gesteld, ja een rijk man geworden. In een kleine provinciestad is het geld steeds een groote macht, en wanneer zelfs deze sleutel den kasBier Birk den toegang tot de deftig ste kringen niet kon ontsluiten, dan moest dat een bijzondere reden hebben. En dat had het dan ook. Hij leefde, zeide men, van het brood der ouderloozen en van de tranen der weduwen. Doch hy vermeed Hadden de Anti-revolutionairen met de Roomschen gezegevierd in 1897, dan zouden stellig achterwege gebleven zyn een paar wetten, door haar centraliseerend en vry- heidberoovend karakter zoo a ïti-nationaal als de ongevallenwet en de leerplichtwet. N. Pr. Gr. Ct. In de Sociaal Democraat protesteert een partijgenoot Schmidt er legen dat in dit blad op beleedigende wijze over de Koningin gesproken wordt in verband met een correspondentie over in Den Haag ontdekte onzedelijkheden. Ea dat in een ander artikel gesproken werd over God en Godsdienst op een wijze die de partij in een openbare vergadering waarin Sshmidt op trad, een berisping op den bals haalde. Hy betreurt dit met 't oog op de democratische antirevolutionairen in wie hij „(zyn) aan staande partijgenooten ziet". De redactie neemt met dit protest een loopje. „Het is al weer mis," zegt zy„wij heb ben alweder gevaar geloopen met onze ruwe pooten een van die teere oonscienties te beleedigen die kerkelijke en koningsge zinde lieden altijd toevallig buiten op hun jas dragen, als zij ons in den eg loopen." En in dien toon gaat z j voort. Zeker om te toonen dat de stoot van dezen party- genoot raak is geweest. Want deze heeft gelijk. Wy hebben geen tijd om van alle beleedigende, gods lasterlijke, onzedelijke phrasen in de Sociaal Democraat notitie te nemen. Als 't pas geeft willen wij er wel eens de aandacht op vestigen, en ook het liederlijk soort feuilletons eens onder handen nemen, waarmee de Sociaal Democraat den arbei dersstand tracht te verhellen en de grie vende wijs waarop dat blad spreekt over „god" en „onze lieve heer." het zooveel mogelijk, zelf met zyne slacht offers in persoonlyke aanraking te komen, en liet zynen gevolmachtigde altijd als tus- schenpersoon optreden. Hij was ongehuwd gebleven, en leefde zeer teruggetrokken. Dit was iets, dat voor hem zelf sprak. Hy wist zeer goed, dat hij niet tegelijkertijd een woekeraar en een gaarn geziene ver schijning in de gezellige kringen Kon zijn! Zoo stonden do zaken, toen hij op zekeren Zondag aan een innerlyken aandrang ge hoor gevend, eens naar de kerk ging. Er werd over een tekst gepredikt, die niet jin zijn kerkboekje stond, dat alleen psalmen en gezangen bevatte. Des te aandachtiger volgde hy de voorlezing van het Evangelie verhaal, waarin die tekst voorkwam. Het was de geschiedenis van Zacheus. Reeds de naam trof hem, en het een voudige verhaal van den Evangelist maakte een overweldigenden indruk op hem. Hy hoorde geen woord van de eigenlijke preek; verbijsterd en zonder rt.cht te weten wat er voorviel, «toni hij ten slotte met de gemeente op en verliet hij de kerk. Dien geheelen dag en ook de volgende dagen was Zacheus geen oogenblik uit zyne gedachten. Daar was vooreerst dit, dat hij „klein van persoon" was, „Ja, klein, en vermoedelijk met voorover gebogen hoofd en levendig rondglurende oogen." Zonder het zelf te weten, vormde hy een Zacheus naar zijn eigen beeld. En dan was deze man een tollenaar, rijk, veracht door zijn volk. Wie kon zyne positie beter begrijpen dan deze rijke en verachte woekeraar? Maar met bijzondere klaarheid en het diepste medegevoel scheen hij in des tol lenaars ziel te knnnen zien. Zacheus had de man moeten worden die hij was. Hij was voor het onverwinnelijke in zyne na tuur bezweken: zijn honger naar geld kon niet gestild worden. Hij moest tollenaar worden en rijk en veracht bovendien, vol gens dezelfde onverbiddelijke natuuiwet die van hem Rudolf Birk, een rijken en ver achten woekeraar had gemaakt. Maar éen ding begreep hij niet. Hoe kwam Zaoheus aan den moed om den Heere Jezus te willen Dat trouwens de Sociaal Democraat na voortaan wel met twee maten zal gaan meten, staat bij ons als een paal bo-en water. Wij zien daarvan reeds ee.i begin in hetzelfde nommer, waarin haar partijge noot de welverdiende reprimande over het kwetsen van de heiligste gevoelens der Christenen haar toediende. De Sociaal Democraat protesteert daar tegen niets minder dan profanie Volgens een verslag in Het Centrum zoo zegt zij heeft dr. Scbaepman in een feestrede te Roozendaal o. a. gezegd „Laat ons een terugblik werpen op uwe verrichtingen, gelijk de Eeuwige God na Zyn zesdaagschen arbeid, ziende dat alles goed was gedaan." En dit lezende roept de S. D. veront waardigd uit „De mannen van een liefdadigheidsver- eeniging te vergelijken met God en hun werk met de schepping der wereld dat is, meenen wij, toch wat al te bar." Wij zyn bet natuurlijk met haar protest eens, en zyn er haar zelfs dankbaar voor. Maarmedicijnmeester, genees u zeiven, mogen wij haar toeroepen. Want zie in haar no. van 14 Sept. 1899 over Boissevain sprekende, zegt deze zelfde Sociaal Democraat letterlijk: „des Zondags rustte hij, als de Heer, van zijn arbeid." Waar is hier nu het verschil? En is dit geen meten met twee maten? Of heeft de afstraffing van don party- genoot haar zoo terstond overtuigd Als 't dan raa.tr is een zaak van over tuiging en niet van berekening om de aanstaande partijgenooten uit de democra tische antirevolutionairen te gewinnen. Die schaapjes gaan toch met den wolf niet mee; en allerminst met den wolf in de sohapenvacht. zien? Hij had natuurlijker wyze van Hom gehoord dat Hij met tollenaren en zondaren at, dat gevallen vrouwen Zyne voeten met hare tranen mochten nat maken, maar tochRndolf Birk stelde zich voor dat de Heere in zijne stad wilde komen: in deze kleine Joodsche provinciestad tus- schen de heideheuvelen, en hij meende, dat hy mijlen ver zou wegloopen, om Zjjn blik te ontgaan. Hoe kwam Zacheus aan dien onbegrijpelijken moed? Het kon niet anders zijn dan dat de tollenaar in zyn innerlijksten wil de mogelijkheid had ont dekt, om afstand van het goud te knnnen doen. Anders zon hij niet in den boom zyn geklommen om den Heerete zien. Maar wat Radolf Birk zelf betrof, hij ontdekte nergens in zyn wil zulk eene mogelijkheid. Terwijl hy dit alles overdacht l&g hij op de knieen voor zyn met leder bekleeden leuningstoel, en vielen zyne tranen op den opengeslagen Bijbel, die voor hem lag. Later zat bij aan het venster, en volgde hij met zijue blikken de ondergaande zon. Hij glimlachte hij dacht nog altijd aan Zacheus. Heel die gebeurtenis kon hij zich zoo duidelijk voorstellen. De Heer had naar boven gezien, en gezegd: „Zaoheus kom haastig af, want ik moet heden in uw hnis zijn!" En hij was haastig naar beneden geklommen, en had den Heer met blijd schap in zyn huis opgenomen. Over dat haastige naar beneden klimmen moest de woekeraar glimlachen. Zaoheus had mis schien herhaaldelijk misgestapt, had zyne handen aan den boom opgereten, had zijne korte beenen ver moeten uitstrekken om vasten voet te krijgen, en ondertnsschen keek het Tolk voortdurend naar hem en maakten de menschen zich misschien vroo- lijk over de snelle bewegingen van het klei ne mannetje. Maar stil en onbewegelijk stond de Verlosser nog steeds op dezelfde plek, geduldig de komst van den grooten zondaar afwachtend. „En Zacheus haastte zich, en kwam af, en ontving Hem met b ijdscbap." Een tochtje opende de slechts op een kier staande deur. De woekeraar wierp een snellen, hoop vollen blik naar Het „christelijku Engeland. Van de 26 Staten, welke aan de Vredes conferentie deelnamen, hebben er 25 zieh verbonden om in den oorlog geen projec tielen of ander moordtuig uit luchtballons op den vijand neder te werpen. Slecffis ééne mogendheid weigerde deze vei bodsbepaling te onderteekenen. Die ééne weigerachtige mogendheid heet Engeland. 24 Staten onderteekenden de bepaling, dat het verboden zou zijn projectielen te bezigen met het doel vergiftige of ver stikkende gassen te verspreiden. Twee Staten teekenden niet. Daarbij was ook Engeland. 23 Mogendheden verbonden zich geen kogels te gebruiken, welke zich in het menschelijk lichaam uitzetten. Drie weigerden. Onder dat drietal bevindt zich wederom Engeland. Het christelijk Engeland. Zijn er dan onder de Britten geen dui zenden oprechte christenen? O, gewis! doch zij vergeten bun begin selen toe te passen op de politiek. Zy zyn meer Doopersch van Calvinistisch. Zy volgden den raad van onze liberalen bederf met uwe bijbelteksteu toch depotitiek niet 1 Vooral doen zij dat sedert den dood van den Christen-staatsman Gladstone. Zoo is de Engelsche politiek niet ge worteld in het christendom. Het ohristelijk zout is er naast gelegd. Daarom is de Engelsche politiek heb zuchtig, trouweloos, wreed, moordaardig. Prov. Friesche Crt. dien kant, ach neenneen 1 Van dit oogenblik af bad Radolf Birk eigenlyk slechts éene gedachte of het wel mogelyk was, dat de Heer ook onder zijn dak zon kunnen komen. Met koortsachti- gen baast las hij in den Bijbel, en als zoovele donderslagen klonk hem in de ooren Indien uw oog u ergert ruk het uitl wie zijn leven behouden wil, die zal het verliezen 1 gij kunt God niet die nen en den mammon 1" Hij twijfelde er niet aan, dat ieder woord waarheid was en door den Almachtigen God uitdrnkkelijk tot hem gesproken was. Hij kon ook zeer kalm en bedaard berekenen: „Een eeuwig leven is een eenwig leven, en kan niet te dunr gekocht worden", maar wanneer de Heer tot hem zeide: „Geef de helft uwer goederen aan de armen, geef viervou dig weder het trouwelooslyk verkregene 1" dan antwoordde hy toch uit den diepsten grond zijns harten Neen Hy vreesde eigenlijk niet zoozeer voor het verlies. Als 't ware geprikkeld door Zacheus, had hij liefde tot den Heer» opgevat; zyne -ziel verlangde er naar, met den Triend van zondaren en tollenaren in aanraking te ko komen, maar terzelfder tyd hoopte hy mammon op, .den op onrechtvaardige wijze verkregen mammon, en wel met grooter hartstocht dan ooit te voren. Hij begon hartstoohtelij k, ja wanhopig te bilden. En hij bad ges'adig. Biddend sliep hij in, en met gevouwen banden ontwaakte b i. Maar zelfs in zijne ijverigste gebeden maakte hij hetzelfde voorbehoud, dat Angustinus 1500 jaren te -roren in zijn gebed had einaakt: „Reere, bekeer mij, maar niet dade lijk!" Want hy kon het denkbeeld niet onder de oogen zien, dat zyn afgod hem ontnomen zon worden. Zijn gewone werkzaamheden had bij thans volkomen gestaakt. Het kwam echter niet in hem op, zich daarbij te verbeelden, dat hij op deze wyze den eisch des Heereu in zekeren zin vervulde, hij was alleen maar niet in staat tot werken. Ook wist hij maar al te goed,,dat hy in den grond zijns harten nog evengoed een Maatschappij tot bevordering van Land» bouw en Veeteelt in Zeeland. Uitslag van de hengstenkeuringen van 2230 Januari 1900. A- Dekhengsten in de provincie te huis behoorende. Aangegeven 53, opgekomen 51. Naam Naam van den Vhe"igatU eigenaar- W°°np - Fry'' Leon. P. F. de Jaeger Zierikzee f 300 Baron Joh. de Feijter Zaamslag 300 Archer An. Clydesdale Zierikzee - 300 Albert A. Moggré Schoondijko -300 B. Ingevoerde buitenlandsche dekhengsten. Aangegeven 29, opgekomen 22. van den Woonplaats. Pry's. hengst. Lion A. Goormachtich Heyst f 1000 Caesar id. id. j -1000 Maximns RomanusPauwelsBouchante -1000 Sapenr G. Luijk Vlake - 800 Albert Fr. Koopman C». Nienwerk. - 800 Spiron M. La Fouteijn Bergen op Z.- 600 Plaatsvervangers. Ckarbourg, A. Goossens, Rilland-Bath. Harrison, 8. Janse, N.enSt.Joosl. Lady de Cool- kerke C. Dombrecht, Coolkerke. Goes. De heer ds. Talma uit Arnhem hield Vrij dagavond in „Samuel" een cau serie over „Oorlog". In een inleidend woord schetste hy de stoffelijke, zedelijk» en oeconomische schade van den oorlog; woekeraar was als vroeger. Daarna werd hij ziek, en leed hij hevige pijnen. Hij ging naar een dokter en verzocht dezen hem de volle waarheid te zeggen. De dok ter zag hem ernstig aan en zeide hem, dat hij aan kanker in de lever leed »n nog slechts weinige maanden te leven had, Toon hij thuiskwam,knield-s hy voor zyn leuning stoel neder, en legde hij het hoofd op den opengeslagen Bijbel. Zyn hart was vervuld met eindelooze blijdschap. Hy meende, dat hij zioh nooit diep genoeg zon kunnen buigen voor deze ontfermende genade dio hier op den grootaten aller zondaren neder daalde. „Ach Heere 1" zeide hy, „Gij zaagt wel, dat ik veel, vèèl geringer war dan Zacheus. Gy wist wel dat ik het U nooit ge.en zou hebben, en daarom neemt Gij het zelflGj hebt gewild, dat ik gered zou warden. Ik dank U, ik dank U, ik dank U I" Hij liet zioh nu ter verpleging in een ziekenhuis opnemen, waar hy in minder pijnlijke oogenblikken voor een getrouwen pleegbroeder zyn hart ontlastte. Sinds dien tyd nam hy toe in de genade. Doch de kwaal maakte snelle vorderingen, en de felle pijnen konden slechts door herhaalde toepassing van morphine verzacht worden. Eenige dagen vóór zyn dood kreeg hy nog een lezoek van den predikant. Half bewus teloos als hij was, was hijniet in staat om de woorden van den leeraar behoorlijk te vol. gen, ofschoon hij er zich blijkbaar de grootste moeite toe gaf. Eensklaps wendde bij he'. hoofd naar hem om, zag hem in de oogen, en zeide op ernstigen en nadruk kelijke u toon alsof het hem was opgelegd, deze verzekering uit tespreken: „Hy kwam in mijn hnis 1" en iets later voegde hy er bij: dat verloren is 1" De predikant begreep, dat dit slechts de luid uitgespro ken slotwoorden eenergedaehtenreeks waren, en daarom nam hy tot tekst zyner lijkrede het vers: „De Zoon des menschen i» gekomen om te zoeken en zalig te maken, dat verloren wasl" Telegraaf van Patersons

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1