VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
NIEUWSBLAD
HISTORISCH
Ho. 55 1900
Deecfiemfe fimtijang
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Denkt om uw Kiesrecht!
Al meer achteruit.
TIJDVERZEN.
Engeland en Transvaal.
iDmiifrnini) f! fefitiisri.
i* i}\., j i r i j a
•.LKEii MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prij^ per drie maanden franco p p0,95.
Ei ':ele nummers0,02B.
UITGAVE VAN
en
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Middelburg, (ook voor St. Laurens)
voor wijk I 9 Februari;
voor wgk K 13, 14en 15 Februari;
v or wgk L 16 en 20 Februari;
voor wgk M 21 Februari;
voor wijk wijk N 22 Februari
voor wijk O 23 en 27 Februari;
voor wijk P 28 Februari en 1 klaart
voor wijk ft 2 en 7 Maart;
voor wijken R, S, T, U en V 8 en 9
Maart
telkens van 9 tot 12 en 1 tot 4 uren.
Wij herinneren den Belastingkiezers dat,
wanneer zij hun Grond-, Bedrijfs-, Perao-
neele- of Vermogensbelasting nog niet ten
volle betaald hebben, zij dit voor 2 Maart
alsnog moeten doen en uiterlijk op 3 Maart
van die betaling aan den burgemeester het
bewijs laten zien. Dan komen zij van 't
jaar nog op de Kiezerslijst voor 15 Mei
1900—15 Mei 1901. En anders niet.
Zij die nu voor 't eerst kiezer willen
worden door aangifte, moeten vóór 15 Febr.
naar de secretaiie om een biljet dat zij
hebben in te vullen of door een ander
kunnen doen invullen. Het is heel ge
makkelijk. Het betreft de invulling van
een formulier waarin staat dat men kiezer
wil worden bijvoorbeeld loonkiezer.
Men bedenke wel: een dergelijk biljet
wordt niemand thuis gezonden. Men
moet het halen.
0
De partg en van den vooruitgang en
denken hierbij aun het liberaal-radicaal
sociaal verbond, gelijk dit onder pressie van
Van Houten, tijdens den tiendaagschen veld
tocht van 1897 zijn beslag kreeg zjn
op bedenkelijke wijze voortgeschreden op
den weg der revolutie.
Om dit te kunnen vaststellen, hebben
wij slechts te luisteren naar hunne beste
tolken.
Nemen wij de theorieën der liberalen
omtrent het Koningsohap.
Van Houten noemde reeds voor jaren
het Koningschap „het ornament van het
Staatsgebouw".
Cort v. d. Linden noemde de Kroon het
groote vliegwiel dat zich moet bewegen
naar den wil van het rouvereine volk.^
En thans is professor Krabbe uit Gro
ningen nog weer een schrede verder gegaan
in de aanranding der Historische en grond
wettelijke positie van ons Koningschap.(l)
In de Gids plaatste hij een artikel over
de „Constitutioneele Monarchie".
In dit opstel constateert de hoogleeraar,
dat onze regeeringsvorm niet is een consti
tutioneels monarchie.
Nu, indien men op de praktijk let, is
er aan dat constitutioneele van de monarchie
al heel wat getornden gaan wg al aardig
de machtsverlegging van de Kroon naar
het Volk tegemoet.
Doch deze dingen zijn van den beginne
alzoo niet geweest.
De constitutie spreekt nog altijd van een
uitvoerende macht, door den Vorst alleen
uitgeoefend.
Niet uit de feiten maar uit de grondwet
zelve hebben wg onze opvatting omtrent
hei Koningschap te bouwen. En dit laatste
nu doet mr. Krabbe niet.
Hij leert eenvoudig dat onze Regeerings
vorm niet is een cons' itutioneele monarchie,
maar een representatieve volksregeering.
De regeeringstaak berust bij het volk,
door middel zijner vertegenwoordigers in
tweedeen eerste kamer; en van datsouve-
(1) Met opzet verzwijgen wy in dit ver
band de uitspraak van den minister Piersoa
dat het Koningschap is het hart der natie.
Niet wQl deze beschouwing niet minstets
even gevaarlijk is, maar dewijl zij niet fe-
hoort tot den climaxornament, vliegwil,
ambtenaar des volks.
reine volk is dan de Koningin de ambtenaar
„Ambtenaar", het woord is van den pro
fessor, en hg wijst hierbij op Engeland,
waar ook, altijd volgens zijn beweren, iti
den strijd tusschen Parlement en Kroon,
deze laatste het ten slotte heeft afgelegd,
en thans eenvoudig den wil van het volk
heeft te volgen.
In Frankrijk hebben Kroon en Volk het
op een accoordje gegooid, doch is de fictie
der machtsverdeeling tusschen Kroon en
Parlement op vernietiging van de Kroon
uitgeloopen.
In Duitschland is de Keizerlijke macht
ook herhaaldelijk met die van den Rijksdag
in hotsing.
Ook in ons land is het pleit tusschen
Kroon en Parlement ten voordeele van dit
laatste beslecht.
Waar in Engeland eeuwen voor noodig
waren, geschiedde ten onzent in een halve
eeuw.
Daar heeft de professor wel gelijk in.
Wg hebben de voortschrijding der revolu
tionaire denkbeelden door liberale profeten
gepredikt sinds 1840, met angst zien voort
schrijden. Sinds Yan Houten, de radicaal
thans conservatief, de Kroon zoo smadelijk
toevoegde dat zg hoogstens slechts het or
nament, het stukje opschik van 't staatsge
bouw kon zijn, verliepen ook reeds bjjna
vijfentwintig jaren.
En thans is ook dat ornament reeds lang
weggenomen; en gewaigt een minister der
Koningin nog slechts van een vliegwiel door
den volkswil in beweging te brengen.
Maar met veel grooter vrijmoedigheid
dan zij, ondubbelzinnig, voor geen tweeër
lei uitlegging vatbaar, spreekt het Krabbe
uit dat in de „kenschetsing van onzen regee
ringsvorm als representatieve volksregeering
ligt opgesloten, dat dapolitieke machtwelke
in laatste instantie beslissend is in bestuur
en wetgevingberust bif de Staten-Generaal.
De leiding van het bestuur en de wetgeving
berust bg de Ministers, maar deze kunnen
de Regeering slechts voeren met uitdrukke
lijke of stilzwijgende goedkeuring van de
Volksvertegenwoordiging, zoodat de Minis
ters den koning worden toegewezenen aan
gezien zij rechtelijk en politiek ten volle
verantwoordelijk zijn, kan de koning hun
voordrachten noch veranderen noch terzijde
leggen. De minister is dus noch ngent, noch
dienaar, noch raadsman des konings hij
is mede-koningzonder den titel en d e erfe-
lijkheid, maar met de verantwoordelijkheid
en de daaruit voortvloeiende ondergeschikt
heid jan het Parlement."
Wij hebben eenige volzinnen gecursiveerd.
De politieke macht, in laatste instantie
besliisend, in brstuur en wetgeving, berust
niet meer bij de Koningin, maar bij de
Statm-Generaal.
Di Regeering regeering, ja, maar slechts
met goedkeuring der Volksvertegenwoor
diging
Ie ministers worden den Koning (of de
Koningin) toegewezen
f)e minister is niet meer dienaar der Kroon
m«ar mede-Koning! Een koning naast den
bj'-de-gratie Gods koning, en saam afhanke-
Ijk van het parlement
In 't stelsel van professor Krabbe zeker
geen al te groote eer. Maar in 't stelsel
ran de grondwet een inbreuk, een aanma-
:iging van maoht een naar troon en kroon
streven; en op 't standpunt der constitu
tioneele monarchie de meest strafbare daad
der revolutie.
Wij liberalen, zoo jubelde eens een der
meest toongevende bladen der liberale partij,
zijn kinderen der revolutie.
Wij leven uit de groote beginselen der
groote revolutie
Maar, wg zien nu alvast op dit ééne punt
waar men met deze beginselen uitkomt.
VanThorbeoke tot Krabbe ligt een rechte
jgn naar voren, of naar achteren, al naar
het standpunt is van den waarnemer.
/oor wie terug wil naar de gehoorzaam
heid aan Gods Woord en Wet is deze con-
sekwente voortschrijding een groote achter
uitgang.
Bij den jubel over der Boeren groote
overwinningen een groote reden tot nationale
zelf beschaming van wege den afval, die in
dergelijke onbewimpeld toegepiste Grond
wetsverdraaiing, Waarheids verkrachting en
stelseling van misbruik en dwaling aan den
dag treedt.
Thorbecke noemde den Koning het Indi
vidu dat de Kroon draagt. Maar hij ver
stond er dan toch den Koning nog onder.
Krabbe zet aan het volk de kroon op
die hij aan het hoofd der Koninginne ont
stal en verlaagt het regeerend hoofd van
staat tot de uitvoerster van den souverei-
nen volkswil.
Volgens hem is de Kroon niets dan een
vrucht van haar tijd, verplicht om met
dien tijd te verdwijnen.
Zie, zoo redeneert hij ongeveer, de
Kroon heeft in den tgd toen de standen
om den voorrang streden, aardig diens!
gedaan om de strij denden van malkaar te
houden.
Toen die tgd over was heeft de constitu
tioneele monarchie tot taak gekregen de
wettelgke regeling van het Staatsgezag.
Dat heeft zg er goed afgebracht. Nn
moet de Volksregeering aan het werk. Zg
moet de maatschappij op orde brengen.
De Kroon heeft daarbij niet meer
noodig. Of ja, nu ja, uatnurlgk, zoolang
de volksregeering nog niet ten volle voor
haar taak berekend is, zoolang mag zjj
helpen en voordoen, en is de Volksre
geering rijp, dan mag de Kroon gaan.
In dit s elsel dit begrijpt de lezer
wel 1 zal ook de volksregeering eenmaal
een einde moeten nemen. Want de tijden
gaan voorbij en iedere tgd brengt andere
eischen, en daarmede nieuwe organisaties
en nieuwe taakopvatters oftewel uitdeelers
van de lakens.
Doch wie dan leeft, dan zorgt.
De professor heeft op 't oogenblik slechts
oog voor zijn, zeker in zijn oog, machtig
mooie regeeringsstelsel.
Hooren wg het hem zeiven zeggen:
Staatsrechtelijke organisatie der gemeen
schap, zooals wy die hebben, komt geheel
overeen met de eischen, die in onze dagen
aan de Regeering zyn te stellen. De mo
narchie heeft haar taak vervuld, toen zy in
den stryd der standen rust en orde waar
borgde. In 't overgangstijdperk heeft de
constitutioneele monarchie haar plicht ge
daan door de wettelijke organisatie van het
staatsgezag tot stand te brengen en de
heenchappQ der wet te grondvesten. Thans
moest het de taak der vo ksregeering zyn
in de maatschappij ordenend op te treden.
Eerst met de volksregeering is de overheid
zich bewust geworden van de schuld, die
zy een reeks van geslachten lang ve'zuimd
had af te dragen. De taak haar thans op
gelegd, is die ordening in den strijd der
maatschappelijke belangen te geven en zoo
ligt het karakter van de staatszaak thans
niet wa de eer-te plaats meer in het heer-
schen maar in het organiseeren. Nu,
eindelijk, begint er iets te gloren van het
eonige en eigenlijke doel van den Staat, nl.
zyn bestemming om het maatschappelijk
leven tot een volmaakt organisme te ordenen
Dit volbrengen kan alleen het volk zelf.
Is er daarom in dit regeeringsstelsel geen
plaats voor den monarch P O ja, (doch
alleen) en wel omdat de volksiegeering nog
niet ten volle voor haar taak is berekend.
Maar waarborg voor behoud van het Koning
schap is alleen daar, waar de Koning zijn
persoonlijk willen ondergeschikt maakt aan
de politiek der Volksvertegen
woordiging, waar hij volkomen door
drongen is van de wet der historische ont
wikkeling en zich daaraan onderwerpt met
hoog bewustzijn van de roeping die zyn
geslacht heeft vervuld. Bewust ook, dat
hy nog in staat is naar waarheid Konink
lijke diensten te bewijzen.
Ziet u, dat zijn die Koninklijke diensten
door de Kroon te bewijzen. Zijn persoon
lijk willlen moet ondergeschikt aau de
politiek der Volksvertegenwoordiging
Alleen op die voorwaarde zal het „ambt"
zijn drager den grootst mogelijken invloed
verschaffen Ja zelfs, in dit parlementaire
stelsel is naar des schrijvers eigen be
sluit „de Koning een Raad van Staat en
bestond de monarchie niet, zij zou misschien
behooren te worden uitgevonden om in de
staatsinrichting een dergelijken staatsraad
te verkrijgen".
De schrijver heeft er dan ook niet tegen,
dat „aan het ambt verbonden blijven die
aloude emblemen van Kroon en Schepter,
welke op de historische taak der monarchie
terugwijzen." Wel zijn het symbolen van
een rechtsmacht die onherroepelijk voorbij
is, maar zg leggen toch nog getuigenis af
van een zedelijke macht, die in duurzaam
heid en omvang de aloude rechtsmacht
verre overtreft.
In zoover de schrijver den Koningen hun
jegens de volken gepleegde verzuimen
verwijt, heeft hij gelijk met hierover den
staf te breken.
Maar hier is geen persoonlijke klacht of
aanklacht, hier is revolutionaire aanranding
der Kroonreohten in het spel. Hier wordt,
zij het ook door deftigen nagel, het
koningschap een krabbe in het aangezicht
gegeven.
Hier past het beeld van het rad vaa
staat, waarbij heden de Vorst, morgen de
Onderdaan bovenaan komt te staan, doch
waarbij ten slotte de opperhoogheid toch
weer aan de bovendrijvende partij ontglipt.
Wij zeiden 't daar straks reeds, daar
moet 't op uitloopen.
Vandaag de Koning weg, morgen de
liberale partij die hem exploiteerde; over
morgen het socialistische volk der toekomst
wegen dan
Kiabbe zegt het niet. Maar de geschie
denis zegt 't u duidelijk: 1793 en 1871
hebben het voorbeeld gegeven.
Dan zal het worden: een gepeupelre-
geering of een eenhoofdig absoluut bestuur.
Ochlocratie of autocratie. Anarchie of
Caesarisme.
Dat is de snelle afloop als der wateren,
waarin de natie zal worden gevoerd en,
zoo de Heere het niet verhoedt, jammerlijk
zal omkomen.
Aanpakken.
Onder 't motto „Even erg" schrijft de
Sociaal Democraat„Het Nederlandsch
Dagblad meldende dat Nanta vrij wat stem
men van geloofsgenooteo te Amsterdam bij
de herstemming voor Polak heeft gewon,
nen, denkt dat de mannen die „vreest God
eert den Koning 1" in hun vaandel schrij
ven dat wel minder prettig zullen vinden.
„Och, wg denken, zij zullen dit wel even
erg v nden als de Christelijk Historische
Kiezersbond het moet gevonden hebben dat
Troelstra in 1897 tegenover een man die
God vreesde en den Koning eerde, name-
lijk den antirevolutionairen candidaat (in
Tietjerksteradeel) bg de herstemming met
behulp van een deel der Christelijk Histo-
rischen is verkozen".
Wg zijn het in dezen eens met de Sociaal
Democraat.
Alleen zouden wij zeggen: het moet niet
even erg maar erger zijn in het oog van
bovengenoemd orgaan van den Chr. histo-
rischen Kiezersbond. In Amsterdam toch
gold het maar een Raadsverkiezing, in Fries
land een Kamerverkiezing 1 En daar stond
Troelstra tegenover een antirevolutionair,
terwijl te Amsterdam Polak stond tegen
over een liberaal.
Verschuiving.
Hoe snel de liberale partij opschuift naar
het socialisme, kan op nieuw blijken als
men nagaat wie er benoemd aijn als re
dacteurs van het a.s. sociaal-democratische
dagblad.
Daarbij treffen wg onder anderen aan
de heeren J. F. Ankersmit, redacteur van
het Volksdagblad, Mr. M. Mendels, redac
teur va.i de Prov. Overijs. en Zwolsehe
Courant en C. A. J. van Bruggen, redacteur
verslaggever van het Handelsblad.
Hoe langer hoe duidelijker wordt het,
wat onzerzijds voortdurend werd betoogd,
doch dan meest als overdrijving of verdacht
making werd aangezien, dat het liberalisms
de voorbereider is van het socialisme.
Het leidend beginsel is éen slechts
de consequenties worden wat verder door
gevoerd.
Stichtsche Crt.
Prof. Krabbe en het Koningschap.
Niet meer een koning, die regeert,
Maar slechts een vorst, die adviseert.
„L'état, c'est moi 1" heeft afgedaan
De eeuw stuurt op zelfregeering aan.
„De gratie Gods" bestaat niet meer;
„De gratie Staats" is nu de leer.
De ware vorst is 's vorsten kneo t;
De vorst doet, zoo de dienaar 't zegt.
Geen „ornameut", geen „wiel, dat rijdt"
Geen „hart des volks", geen „overheid"
De koning is dit blijkt nu klaar
Een willoos, zielloos ambtenaar.
Zoo neemt de liberaal zijn zwaai
Naar 't socialisme-met-een-draai.
Prof. Kuyper en het Koningschap.
Neen, niet een vorst, die adviseert:
Een koning, die het land regeert.
Een sonverein naar Godlij k reoht
Ver boven onderdaan en kneoht. i
Een dienaar sleohts van God den Heer,
Het land besturend tot Gods eer.
Heeft hij de macht door Gods gezag,
Geen tirannie hij oefnen mag.
Het volk heeft rechten zooals hij
Hij late 't hart der natie vrg.
Geen zielloos, willoos creatuur,
Maar krachtig handelend figuur.
Een „schaduw" van Gods Majesteit,
Door 't volk vereerd als Overheid.
Lector.
De Engelsche regeering heeft geen ba-
vestiging gekregen van het gerucht dat
Buller de Tugela weer is overgetrokken
Dat men te Ladysmith heeft hooren echie*
ten kan best wezen maar dan zjjn bet
misschien schie oefeningen geweest, '-u
Maar of het daarom niet waar kan zjjn?
Zeker, al klinkt het verdacht.
De Boeren zullen daar toch wel hkt
best v.an allen den weg weten. In ieder
geval hebben zjj den weg n naar Ladysmith
opgebroken om het transport te bemoei-
lij ken, en langs de wegen legden zij ver
schansingen aan. Ook tegenover Speer-
manskamp zijn zg bezig zich geducht te
versterk in.
De tocht, gest ld zij is of wordt onder
nomen, zal dollemanswerk zijn. Buller moet
in dit geval dwars door de Boeren laagere
hee.. en de streek is ze ei bergachtig, ter
wijl hij in 't open terrein van Actoa
Homes alles te vreezen hebben.
Omtrent de beslaglegging op de „Herzog"
schrijft een oogg tuige san een Duitsoh
blad onder anderen het volgende
Om 6 uur den 4en Januari toen de
„Herzog" op ongeveer 20 uur (toornen?
van DelagoabaH verwijderd was, zag men
een stoomboot, die eerst voor de „Buadea'
rath" werd gehouden, j et groote snelheid
op de „Herzog" aankomen. Het bl.ek
wtldra, dat 't het Engelsche oorlogsschip
„Thetis" was. Op twee mijlen afstand
vuurde het Engelsche schip een schot af
als teeken o bij te daaien. De Duitsche
mai'boot stopte oogenblikkelijk en heesch
de vlag.
Op 600 meter gekomen liet de „Thetis"
een boet in zee, bemand met drie officieren
en twaalf man, die zich aan boord van den
mailsteamer begaven. Toen de Engelsohen