Engeland en Transvaal. Zooals nit het aanvalsplan blijkt, hadden we van af de Z. zijde van den berg, uit stekende gelegenheid om het Egelsche kamp de stad Dundee te beschieten. Voor echter onzekerheid was verkregen dat er geen En- gelschen meer op den kop waren, kon door ons niets worden uitgevoerd. Generaal Meijer hield zich aan het be vel den 19 van Commandant generaal Erasmus ontvangen. Hoewel de mist be neden ook tamelijk sterk was schij.it het aan zijne zijde niet zoo erg te zijn geweest als by en op den berg. Ofschoon de afstand van den berg tot Dundee slechts 20o0 yards was kon men er niets van zien. Hij van zijn zijde kon op 2500 yards het Engelsche kamp be schieten. Onverwacht opende hij dan ook zijn artillerievuur op da' kamp met het gevolg dat by het 3de schot de bevelhebber van de Engel8chen Sir W. Penn. SymoDS, in den buik door een granaatscherf doodelijk werd gewond. In welke verrassing de Engelse' en verkeerden zal U later blijken, als ik vertel hoe ik het Engelsche kamp op den 24sten dezer bevond. De Engelschen bemerkten spoedig dat ze slechts van een zijde werden bestookt en spanden blijkbaar alle krachten in om generaal Meyer te verdrijven. Mag ik de Engelsche verslagen vertrouwen, dan trok ken die met 6000 h 7000 man uit tegen 2000 van Meyer. Hoe wij ons gevoelden en vooral ik, die het aanvalsplan wist, is beter te gevoelen dan te beschrijven, maar het was door den mist en de groote onzekerheid of er een vijand op den kop wss, onmogelijk of ten minste uiterst gewaagd om mede te helpen van uit N. richting. Door den Ass. Gene raal werd besloten voorloopig een wacht op den door ons bezetten heuvelrand te laten en op een der terrassen (het onderste) in lager te gaan. Nauwelijks hadden we een vnurtjo ge maakt of we zagen langs den weg van Dundee in Oostelijke richting een troep van plm. 180 bereden Engelschen opdagen. Rechts naar de kopjes (o) en links in de slooten wer den patrouilles gezien. Op kopje 6 was een brandwacht van de Ermelo menschen, ter sterkte van.30 man. We zagen 15 man van dat kopje afdalen en vuren op die 180 ruiters. Deze vuurden terug en trokken naar de boerenwoning by a. Onze ass. generaal en ass. comm. gelastte den Veldcornetten Uijs en Opperman om die 15 man te gaan helpen. Op het vlakke veld gekomen hoorden we boven ons schieten. Wat nu gedaan? Onze kamnraden boven gaan helpen om den kop te behohden of de onverschrokken 15 man gaan helpen? By my woog het bezit van den kop het zwaarst. Daa-otn overreedde ik onze menschen terug te keeren. In onze lagers teruggekomen, hoorden we dat onze wachten, dcor den mist misle d, op elkander hadden geschoten. Oogenblik- gelyk weer terug met onze doodvermoeide paarden. Door de sloten (op schets) en over den weg moesten we een kleine vlakte over (cd). De Engelschen zagen ons natuurlijk aankomen. Dat ze niet nalieten ons op dien afstand te beschieten kunt gij begrypen. Gelukkig werd niemand gekwetst. We reden naar het spruitje, daalden den lin kerarm af, zetten onze paarden in de spruit (die bijna overal droog was) en legden ons aan den rechterkant neer. Ieder zocht be- Bcherming achter de klippen. Achtereen volgens waren we zoo 80 man sterk ge wórden. Aanhoudend viel nu en dan de mist zoodat het uiterst moeilyk viel te richten. Achter een groote klip verborgen, nam ik myn kijker ea trachtte iets te zien. Nauwelyks had ik zoo 20 seconden geloerd, of een. boon floot me ovar het hoofd. Ik schrok geweldigen trok myn hoofd dadelijk terug. De menschen, die naast me lagen, lachten me uit, maar zelf bleven ze meestal verscholen zonder te schieten. Een óogenblik van helderheid namen we te baat om op de kralen en de zijramen van de boerdery te vuren. De paarden van de Engelsehen stonden buiten, maar we wilden die niet dooden, want we dachten die komen ons later te pas. Daar onze schoten weinig uitwerking schenen te hebben verzocht, de comm. Erasmus, aan overste Trichard om ons met een vuurmonl bij te staan. Na een half uur verscheen een 8 o.M. Kriippkanon, dat weldra het vnur opende. Het eerste en tweede schot waren te kort, het derde schot ging door het woonhuis en by het vierde werd de witte vlag geheschen en werden de paarden los gelaten. Ik reed toen naar de boerdery en vond daar 152 ge/onde, 3 doode en 13 gewonde huzaren van het 18e Regiment, on Ier Kolonel Möller, krijgsgevangen. Het bleek me nn dat de mannen achter het woonhuis, het wagen huis en de kraalmuren, hadden gezeten. De eigenaar van het huis, de heer Maiets, was er met zyn vrouw en kinderen nog in. Of die menschen ook bange oogen- blikken hebb-'n doorleefd. Vooral toen em granaat, door den voormuur, dwars door de soldaten heensloeg en door den achter muur weder verdween. Een huzaar was t'.oo'r dat projectiel dwars door midden ge schoten. Andereu waren door scherven aan Let hoofd, beeDen of borst min of meer ernstig gewond. Direkt werd een wacht by de gevangenen geplaatst en zij kwamen later onder bewaking der Artillerie. De Lee-metfortgeweren werden verdeeld onder de burgers, die M. H. geweren hadden, want.het was opgevallen, dat meer op de menschen, die met deze geweren schoten, gevuurd werd, dan op de anderen. De eenvoudige oorzaak was, dat de M. H. pa tronen met gewoon kruid zyn geladen, dus de rookwolk altijd le plaats van den schutter verraadt 6 mensiben van veldcoruet Uys liadden een paard met com plete uitrusting buitgemaakt. Deze paarden mogen ze gebruiken tot na den oorlog. Toen we by onze achtergebleven man schappen terugkwamen kunt gy begrypen hoe blijde men was, nat het eerste treffen aan d' zen kant zoo gelukkig was afgeloopen. Hoe was het nu met Generaal Meijer gesteld? Dit kan ik niet als ooggetuige beschryven, maar aangezien ik eenige dagen later zelf het terrain beschouwde en bij de macht van Gen. Meijer werd gede tacheerd en ik veldcornetten sprak die aan het gevecht hadden deelgenomen, zal ik het volgens die inlichtingen beschrijven. Wat ik verhial is mondeling door deel hebbers verteld„Reeds vroeg in den morgen hoorden we in het Z. O. kanon schoten bulderen, dat weldra gevolgd werd door Maxim- en geweerschoten. Het was de afgesproken aanval van Generaal Meyer en wij we konden er met aan voldoen doordat de kop van Dundee nog niet be zet was. Al spoedig bemerkten de Engelschen dat de aanval slechts vaneen zijde geschiedde. Klaarblijkelijk hebben ze het grootste deel hunner troepen dan ook tegen dat punt ge richt. Vooral tnsschen 111 uur was het kanon- en geweervuur geweldig, terwijl wij in actie waren tegen de Husaren van het 18e Regiment. Later begon het te verminderen en toen wij om half drie de huzaren ha'.den gevan gen genomen zweeg ook dat vuur. Het blee mij later, dat Meijer stellingen inge nomen had tot op 2500 M. van het E.kamp waarom hij dan ook met zulk een juistheid zyn granaten in dat k-.mp kon werpen. Jammer dat niet alle menschen van gene raal Meijer aan het gevecht deelnamen. Terwijl toch een gedeelte aan het vech ten was zat een ander deel rustig potje te koken en weer een deel was zoo onvoor zichtig zich met het roer tnsschen de knie- en aan 'svijands zyde van een randje neder te zetten. Dit bekwam hun echter slecht want èn bij de kokende én bij die onvoor- zichtigen vielen een paar granaten, die hun een paar dooden en gewonden bezoigden. Een 30 man werden door de Engelschen van een kopje verdreven en toen ze vluchtten, werden ze door een paar esca- drons huzaren overvallen, (van het zelfde 18e Regement waarvan wij in den zelfden middag 152 gevangen namen). Eenigen werden neergesabeld en 17 gevangen ge nomen. Deze gevangenen werden vastge bonden aan een schotskar waarop munitie geladen was voor een maxim. Toen eenigen dit bemerkten jaagden ze de maxim en hun gevangen iiameraden a. Ze schoten eerst de muilen neer en toen de bediening van de maxim, onder gevaar van hun eigen makkers te treffen. Werkelijk hadden ze het geluk hun viienden te redden maar hadden er helaas 2 van gewond. Een dier kortstondige ge vangenen (zekere Steenkamp) verhaalde my, toen hij gebonden was vatte een bas taard Engelschman hem bij den baard en zei onder honend gelach, „waar is nou Oom Paul om jou te help?" Met een volgende mail meer. M. J. HOLLEBRANDSE. Het is een verschrikkelijke, belangrijke, voor de Boeren niet ongelukkige, voor de Engelschen zeer rampspoedige week ge weest, die nu achter ons ligt. lederen dag vechten onder een heete zon, storm loopen en teruggeslagen wo den en hevige verliezen lijden, ziedaar het lot der Engelschen. Zonder iets te kort te doen aan de vele groote inspanning door de Boeren ontwikkeld, mag toch wel vast gesteld dat de Engelsche troepen, dank zij het onoordeelkundige aanvalsplan van War ren en Boller, het het taaist gehad hebben. En dat met welk gevolg? Na de „verrassing" van denzoogenaamden Spioenkop voerde Warren een terugtocht nit en wel over de Toegela, terug naar zijn oude kamp. Weer de oude knecht, met de kous op den kop, geslagen, ontmoedigd, ziedaar den eersten indruk dezer nederlaag. Maar 't papier is geduldig en het spreekwoord bekend vaneen goed gezicht trekken bij een kwaad spel. En daarom seinde Bnller Vrij dag naar Londen dat hij, ziende dat de Spi oenkop niet te houden was wegens gebrek aan water hij maar gelast bad, hem te verlaten en maar naar 't zuiden van de Toegela was teruggegaan. Maar, heel orde lijk, hoor Engelsche natie, geen.... ja zelfs de kleinste kleinigheid niet ging verloren. Alles kwam goed over en de Boeren durfden ons niets doen toen wij terug gingen en dat bewijst genoeg dat zy respect hebben voor het vechtgehalte myner dappere sol daten. Zoo ongeveer seinde Bnller. Die man is in het verbloemen der waarheid,het omkran sen van den dood in zyn zoo gedunde ge lederen, inderdaad door de wol heen. En toch doe al die bloemetjes en kransen weg en de naakte waarheid blijft: de Engelschen zijn weer terug over de Tugeia. Van die zyde is Pretoria, is Bloem fontein voor hen ombereikbaar, Ladysmith mag het, ontzet, vernemenontzet wordt het van dien kant niet. Eerst dacht men nog in Engeland dat Warren, den Spioenkop verlatend, een betere stelling in 't zicht had ter ontzet ting. Doch ook dete illnsie verdween, nn hij weer over de Toegela terug is. Dat heeft God gedaap. Het blijve met ootmoed erkend. Maar wie de middelen en wegen kent, waardoor Hij werkt, ver staat er bij dat de onneembaarheid der stellingen, de dapperheid der Boeren, de beperktheid van het ge f echtst,er ein, en mogelijk ook de operatiën der Boeren bij Chieveley, die Bnllers verbindingslijn met den spoorweg bedreig en, daartoe door Hem gebruikt zijn. Men kan gernst rekenen dat de Engelschen aan de Boven Toegela een nederlaag gele den hebben, grooter dan ooit te voren. Op 25 Jan. verraste het commando van Lucas Meyer een s'erke afdeeling van l'ethunes infanterie, welke door de Boe ren omringd werd. De Engelschen verloren 20 man aan dooden er. gewonden. 15 Engelschen werden gevangen g nomen. Voeje voor voetje waren de Boeren den steilen heuvel opgekomen.ïals over kop schijnen de overige Eugelschsn er af te zijn geweest. De Boeren meldden dat ook zij kostbare levens verloren. Wat nu Zal Roberts nog meer versterkingen zen den Of zal hij de operatie in Natal sta ken en overgaan tot het plan door Butler al voor het uitbreken van den oorlog aanbevolen, en oprukken met al zijn macht van het Zuiden uit op Bloemfontein aan? 120 miljoen gulden was door het Engelsche parlement al toegestaan voor den oorlog; nog 240 miljoen gulden is aangevraagd. Dat is samen 360 miljoe i gulden, om 60000 Boeren klein te krijgen; f6000 voor één Boer, dat is veel. Tot nog 'oe bedroege i de rechtstreeksche oorlogskosten voor Engeland 160 miljoen gulden. Indien de oorlog nog een maand duurt komt er 240 miljoen gulden bij wegens het stilstaan van de goudmijnen. Maar de indirecte verliezen zijn nog grooter, zegt Wilson, een Engelsch journa list. Dnnrt de oorlog nog enkele maanden, dan zullen zoowel Natal als Kaapkolonie ruimschoots uit Londen geholpen moeten worlen, wil men een bankroet vermijden; en de vernieling van gebouwen, spoorwe gen, gewassen, enz. op nat oorlogsterrein gaat steeds voort. En dan de enorme tij - delijke waardevermindering der staatspa pieren 1 De Boeren hadden immers het den over gebleven troepen by Colenso, onder bevel van Hildyard zeer benauwd gemaakt. Wel een bewijs dat zy op alle gebeurlijkheden waren voorbereid. Het kort verhaal dat Bnller met erger lijk Bali's cynismenair Londen overseinde lnidt als volgt: Warren was al ver vooruitgernkt en kon 'tbest uithouden, maar hij kon moeilyk voor uitdringen, omdat hy zyn artillerie niet kon meenemen. Toen werd voorgesteld, den Spioenkop, die de sleutel der positie scheen, te bestormen. Bnller stemde toe. Hij, schoon de verantwoordelijke no. 1, was dier derhalve feitelijk de volgende no. 2. Is dit een ekentenis van eigen nog steeds voort durende onbekwaamheid voor leiding en opperbevel, of een poging om, nu het een nederlaag werd, de schnld op een ander te steken? Doch goed, de bestorming gelukte doch Woodgate kou't op den kop niet uithouden omdat die kop te uitgestrekt was en men er geen water kon krygen. Dit zal wel een eigenschap van alle kopjes wezenzoodat de eigenlijke reden van terugtrekking hier verborgen gehouden wordt. Het slot der historie is dat Woodgate sneuvelde en wie hem verving tot een nachtelijken terugkeer besloot. Toen is Buller komen zien en heeft ge zegd van voortdringen is geen sprake dus gaan wy terug. Een paar dagen te voren had hij tot zijn soldaten gezegd: wij gaan nu naar Ladysmith en keeren niet terng. En na was het dood gewoon wij keeren wel terug. Had een generaal, die zoo boud sprak, niet zyn woord gestand moeten doen en aan de spits van zijn leger dienen te sneuvelen of te over winnen En dat zou de mau zyn die den Boeren mores zou leeren! Wij kunnen overigens nietsmeer melden, want andere feiten tieeft Buller niet ge noemd. Hij zegt niets van Lyttelton, die Woens dag ook met verlies gevochten heeft; niets van Dundonald die met zijn 1600 man cavallerie onzichtbaar geworden is, na een treffen bij Oliviershoek. Waar zyn zij? Hebben zy zich gehouden aan Bullers ivoord: „Niet terug", dan zijn zij hu op weg naar Pretoria, hetzij met ot zonder wapenen. Maar hebben zy zich gehouden aan Bullers daad„Wel terug", dan zitten zij nu weer veilig en wel aan gindsche zijde der Toegela. Ook omtrent de verliezen zwijgt Buller, en die zullen toch heel wat moeten be dragen te rekenen naar der Boeien tele grammen, en zyn eigen bekentenis dat zyn verliezen zwaar waren. Men spreekt van 150 gevangenen en 1500 dooden. Nn is er nog een ander telegram van de Boeren over Lorer.go Marques gekomen, dat onzen twijfel wekt. Namelijk dat Mafeking ontzet is. Maar wie had dit moeten doen? French? Maar die belegert Colesberg. Gatacre Maar die wordt door Cronjé bezuiden de Modderrivie* vastgehouden. Methueu Maar die is zoo goed als ingesloten. Pla iner? Maar die ligt met slechts vijfhonderd Rhodesiaanscbe troepen(de bekendevronwen scbenners) op veel te grooteu afstand Baden Powell zelf dau? Maar die heeft al te dikwijls ondervonden dat de Boeren zich niet dooi een handjevol uitvallers zoo maar laten wegjagen. Neen, het naast aan de waarheid schijnt dat Mafeking zich overgegeven heeft. Het telegram bevatte het woord délivré. Is dit juist dan is het Fransch en beteekent ontzet maar in het ejn verminkt Engelsch wuord delivered, dan beteekent het „zich overgegeven." Het schijnt ook al te zot dat de Engel sche regeering, na de teleurstellingen der. Spioenkop-geschiedenis, het bemoedigende feit van dit ontzet zou dnrven verzwijgen. Onder de gesneuvelde Hollanders in Transvaal is ook de heer E. W. Wagner jr. negentienjarige zoon van den heer F. W. Wagner, hoofd der Staatsmodelschool te Pretoria, tot 1893 hoofd eener byz. school te Hilversum en bevorens te Tiel. Da gesneuvelde had zijne studiën voor mijn ingenieur haast voleindigd. Gelijk wij reeds vroeger meidden is de heer F. W. Wagner met drie of vier zij ner zonen mee naar den oorlog. 29 Jan. 1900. Goes. Wij vestgen de aandacht op de advertentie in dit nommer inzake de ver gadering Donderdag a.s. in de Groote Kerk. De netto opbrengst strekt ten voor- deele der werklooze diamantbewerkers. Laten velen er toe medewerken om d-ze opbrengst zoo ruim mogelijk te doen zijn voor deze 6laohtofft-rs van den oorlog tevens landgenooten. De staten van Overijsel verkozen met 27 stemmen van de 43 tot lid der eerste kamer inr. A. J. Dyckmeester, kan tonrechter te Deventer. Gekozen tot commissarissen in het polderbestuur van „Walcheren" (vacature Franse) de heer K. Allaart te Ritthem met 134 van de 166 geldige stemmen en (va- cature-Lantsbeer) de heer H. J. E. Gerlaoh vau Sint Joosland te Aagtekerke met 155 van de 169 geldige stemmen. Eerstgenoem- met 60, laatstgenoemde met- 70 stemmeu boven de meerderhe.d. Vergadeiing ^an den Middelbnrgschen Ge meenteraad van 24 Januari 1900. Afwezig met kennisgeving de heer Wis boom Verstegen. Onmiddellijk na opening dezer eerste zitting in dit jaar hield de voorzitter zijn gebruikelijke nieuwjaarsrede. Na in den breede herdacht te hebben al het goede wat 1S99 voor de gemeente tot stand bracht, vormde de voorzitter de beste wenschen voor de toekomst; hij beval zijn persoon in de welwillendheid der leden aan, die steeds op de zijne zouden kunnen rekenen en hoopte dat het jaar, dat wy pas zyn ingetreden, voor de gemeente zyn moge een jaar van zegeningen en welvaart. Zyne woorden werden met applaus begroet. De notulen der vorige zitting worden hierna door den secretaris voorgelezen en onveranderd vastge-teld. Daarna stelt de voorzitter aan de orde een voorstal van B. en W. om in te gaan op een offerte, die de heeren F. Wibaut en Zoon te Vlissingen aan de gemeente gedaan hebben ten opzichte van de levering van Dnitsche gaskolen. Genoemde heeren nu schrijven dat, vol gens door hen ontvangen bericht van het Kolen-Syndicaat, zij hunne aanbieding voor dit jaar weder moeten beperken tot die van het afgeloopen jaar en dns een offerte kun nen maken van 120.) tons (exclusive 20 pCt. surplus), waarvan 760 tons nit de mijn Hngn, 240 tor.s nit de myn Wilnelmina Victoria Consolation en 200 tons uit de mijn Zollverein, te leveren in maandelijksche afleveringen van 1 April 1900tjt31 Maart 1901, tegen den prijs van f 11 per ton en een vrachtprijs van f 10 ongedekt en f 12 gedekt, voor zover dekkleeden aanwezig zyn. Die offerte verklaarden zij bovendien alleen van waarde tot 25 dezer. De voorzitter deelt mede hoofdzakelijk in verband met het laatste deze spoea- eischende vergadering belegd te hebben en verleent, ter verdediging van het voorstel het woord aan den beer W. J. Sprenger. Deze spreekt over den invloed dien het Syndicaat tegenwoordig op de kolenmarkt heeft, welke geheel door hetzelve beheersht wordt. Men kan er zich niet aan ont trekken en met het oog op den prijs, die zelfs beitelen den marktprijs is, heeft de meerderheid van het Dagelijksch Bestuur gemeend een voorstel te moeten doen om op de offerte van de heeren Wibaut en Zoon in te gaan; een gelijke offerte werd reeds door drie andere gemeenten aange nomen. De heer den Boawmeester, het woord nemend, brengt in het midden dat in de zitting van het Dagelijksch Bestuur fan gisteren eene conferentie ter zake is gehou den met den Directeur der Gasfabriek, die hem niet h eft kunnen overreden. Het contract dat de heeren Wibaut en zoon met ons willen sluiten, zou de gemeente geheel aan de willekeur van het syndicaat overleveren en hiertegen moet de gemeente waken. Zulk een contract is geheel on- noodig. De gemeente heeft in het afg e loopen jaar gelukkigerwijze zich bereid verklaard om het surplus te ontvangen; zij kan dus nog over 640 a 650 tou beschik ken, zoodat zij gedekt is tot einde Augus tus of begin September. Daar zij zoodoende op zien kotnen kan spelen, zou het onver geeflijk zijn naar reeds nu aan handen en voeten gebunden jaau het syndicaat over te leveren. Bovendien, wy hebben het syndi caat niet te ontzien; ons rest nog onze toevlucht te kunnen nemen tot Engelsche kolen. el zegt de Directeur geen DnUsohe kolen te kunnen missen, maar ik begrijp dien Directeur niet, vroeger beweerde hy het tegendeel. Daarbij komt nog dat het niet aangaat ons zoo maar het mes op de keel te zetten en i-leehts enkele dartn te gnnnen om eene beslissing ter zake te nemen. De voorwaarden, die gesteld zijn, heeft niemand aandachtig Hunnen bestndee'- ren; hij h«eit ze ook slechts oppervlakkig beschouwd, maar er reeds groote af wy kingen van vroegers contracten in gevondende grootste zyn wei deze, da* de kolen niet meer mogen gekeurd en aan de myn moeten ontvangen worden. Een zoodanig contract mag de gemeente niet aangaan, het zon haar onmetelijk nadeel kunnen berokkenen. Eenige scherpe wo rden, waarin onder meer van „gelogen" sprake was, volgden nu tu8scnen den voorzitter en den heer den Bouwmeester, waarna de heer Koole ver klaarde, met het voorstel van B. en W. na de toelichting van den heer den Bouw meester, niet, te knnnen medegaanmen moest dan maar Engelsche gaskolen gebrui ken. De heer Schor er moet toegeven dat de termijn van berajd te kort is; de grootere voordeelen van vroegere conctracten zonden voor hem echter geen beletsel zijn om het voorstel niet aan te nemen, want zyn de voorwaarden nu al nadeeliger, wie kan zeggen of, bij verwe.ping van het voorstel, de ttadeelen nog niet grooter zullen zyn, als het syndicaat ons den rug toedraait. Dau gebruiken wij Engelsche kolen, antwoordt de heer van Dunnéniemand zal er ons een verwijt van maken, dat wy ons niet aan het syndicaat willen overle veren. Aan de verdere discussie namen nu ook nog deel de heeren van der Swalme en van Teylingen, die zich beiden tegen het voorstel verklaarden, hetwelk ten slotte weid verworpen met 12 tegen 4 stemmen, die der heeren Schorer, W. H. Snouck Hurgrotije, Sprenger en A. P. Snouck Hurgronje. Conform het besluit genomen in dje laatste zitting, wordt nu overgegaan tot het verkiezen eener commissie van 3 leden, die een onderzoek zal hebben in te .stellen tem opziohte van de aantijgingen door den heer Polet ingebracht contra den heer Gevers en doordien laatste als on waar gequalificeerd. No. 1. Bij eerste stemming verkregen de heeren Schorer 5, v. d. Swalme 4, A. P. Suonck Hurgronje 3, Heyso 2 en van Teylingen 1 stem 1 briefje was in blanco. De heeren Heyse, Schorer en A. P, Snouck Hurgronje verzoeken buiten aan merking te blijven. By de daarop ge volgde nieuwe stemming was I briefje blanco en verkregen de heertn Koole en van Teylingen ieder 1 en de heer v. d. Swalme 13 stemmen, zoodat is gekozen laatstgenoemde, die de benoeming aannam. No. 2. Bij eerste stemming verkregen dé heeren van Teylingen 6, v. d. Ree [3, W. H. Snouck Hurgronje en de Veer ieder 2, Koole en Verhage ieder 1 stem, terwyl 1 briefje in blanco wa-». De heeren W. H. Snouck Hurgronje en van de Reever- klaren geene benoem'ng zich te kunnen laten welgevallen. Nu volgt eene nieuwe stemming, waarbij met 2 blanco briefjes, werden uitgebraobt 11 stemmen op den beer van Teylingen, 2 op den heer de Veer en 1 op den heer Koole, zoodat eerstgenoemde verkozen was, die zyne benoeming mede aannam. No. 3. By eerste stemming waren, met 2 blanco briefjes, de stemmen verdeeld als volgt: de heer de Veer 6, de heer Koole 5 en de heer Verhage 3. Bij nieuwe vrije st.-mming werden 3 blanco briefjes uitgebracht en verkregen de heeren Koole en de Veer ieder 6 en de heer Vethage 1 stemmen. Herstemd moet d'ns worden tnsschen de heeren de Veer en Koole. Met 1 blanco briefje verkreeg de eerste 5, de laatste 8 stemmen, zoodat gekozen was de heer Koole, die zich zyne benoe ming bet welgevallen. Hierna gaat de vergadering uiteen. Vereeniging tot veredeling van het paar denras in Walcheren en Nieuw- en St. Joosland. Vergadering van 29 Januari 1900. Onder presidium van den heer Voor- beytel waren 63 leden ter vergadering aanwezig. Tot de ingekomen stukken behoorde eene missive van den heer G. Born, waarbij hij zyn ontslag neemt als Voorzitter der Ver eeniging. De heer Voorbeytel brengt hulde aan den aftredenden Voorzitter, en deelt mede dat de heer Gerlach van Nieuw en St. Joosland kennis heelt gegeven de vergadering niet te kunnen bijwonen. De notulen der vorige zitting worden door den Secretaris gelezen en goedge keurd. De Penningmeester doet daarna rekening ei: verantwoording over 1898, ontvangsten f655.56 uitgaven f6)7,97. De rekening wordt goedgekeurd, nadat de bescheiden door de heeren Jan Polderdijk en Ver hulst waren geverifieerd. Tot bestuursleden worden benoemd de heeren J. Koene en Jan Polderdijk, ten voorziening in de vacaturen ontstaan door

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 2