NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- sr HISTORISCH Ho. 44 1900 3nM«g 13 taaltact. Ueectteaife faacgang. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Engeland en Transvaal vriendelijk verzoek. eixen MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel Een noodkreet. De Maaebode zegti dat er een noodkreet in Nederland opgaat, een wraakgeschrei van minvermogenden en middenstand tegen de uitbuiting, waarvan zij de slachtoffers zijn, door de coöperatie van |het moderne grootkapitaal. Het blad heeft hier het oog op een kolen- syndicaat en laat zich daarover aldns uit Tegen het petroleum-syndiczat, als zijnde een buitenlandsohe, viel weinig te doen. Wat er gedaan kon worden, verrichtte onze minister van Koloniën tegenover de Moeara Enimen meer dan ons land alleen is hem daarvoor erkentelijk- Maar het kolen-syndicaat is een inlandsche combinatie en valt dus binnen het bereik onzer wet. Vijf groote Nederlandsche kolenflrma's contracteerden met de Dnitsche mijnen dat deze hier te landejgeen half mudje leveren zullen tenzij door hunne bemiddeling. Dit vijftal koopt voordeelig en kan bij den ver koop eiken prijs bedingen, die het goeddnnkt. Ieder weet, Jwat sommen het eischt. Ieder weet niet, dat het syndicaat het eerste jaar zes, het tweede acht ton gouds, het derde jaar jruim een millioen verdiende, en dit jaar misschien twee millioen winst maken zal en meer. Kaa men dit toelaten Mogen vijf ver mogende mannen zioh meer en meer ver rijken door de ongerechte exploitatie van gansch een volk Ons volk krijt om onderdrukking van het syndicaatwezen, minstens op de artikelen van eerste behoefte. Een regeering, die zioh plaatst op het standpunt der sociale rechtvaardigheid, mag zich niet doof toonen voor dien kreet. >»ij steunen jle klacht van de Maasbode. De steenkolen zijn duur en bevatten tot overmaat van ramp meer steen dan kolen 1 De heer Moody, van wiens overlijden wij reeds melding maakten, was 5 Febr. 1837 te East Northfield, Mass., geboren. Zijn vader, die landbouwer was, stierf toen hij 4 jaar oud was. Hij was een van de negen kinderen die zijn vader naliet. Op 18jarigen leeftijd kwam hij te Boston als portier in een schoenwinkel. Kort daarop werd hij lid van de Congregationale kerk. Toen bij 21 jaar oud was ging hij naar Chioago, waar hij in de achterbuurten het evangelie begon te verkondigen. In den beginne van zijn evangeliewerk in Chioago was hij zoo arm, dat hij 's nachts op een harde bank moest slapen en zich met oude couranten dekte toen de nachten kouder werden, Met den grooten brand te Chicago ver loor hij alles en van dat oogenblik af wijdde hij zioh geheel aan het evangeliewerk. Voor dezen was bij klerk in een schoenwinkel, maar al wat hij verdiende gaf hij weg aan de armen onder wie hij arbeidde. Na den brand besloot hij naar Engeland te gaan, om opwekkingsmeetings te houden. Hij bad echter geen geld om de reis te maken maar overtuigd dat God hem zou helpeu bracht hij deu laatsten nacht in 't gebed door, en toen het morgen werd.en hij vertrekken zou, bracht hem een vriend 100 dollars. In Engaland had Moody het eveneens hard. Hij wilde een klein liederenboekje laten drukken, maar niemand wilde het doen of hij moest vooruit voor het werk betalen. Eiken cent dien hij en Ira D. Sankey hadden moest worden uitgegeven om het noodige bij elkaar te krijgen. Hij had Sankey in Engeland leeren kennen. Toen dit boekje van de pers verscheen, was de vraag' er naar zoo groot, dat het later meer dan miljoen dollars hóeft opgebracht, Moody sprak somtijds voor 30.000 man te gelijk. Hij sprak ,te New York, Chicago, Philadelphia en andere plaatsen voorgroo- ter vergaderingen dan ooit eenig ander per soon heeft gedaan. Tot het laatste toe bleef hij in het veile bezit van zijn kennis. Schijnbaar zonder pijn Bprak hij gedurig met vrouw en kinde ren. Even voor zijn dood zeide hij„De wereld gaat voorbij en da hemel opent zioh." Hij werd te Northfield begraven in „Round Top", een stuk gronds in het kerkhof waar Moody in zijn leven honderen malen groote vergaderingen van studenten des zomers heeft toegesproken. Ira D. Sankey vsn Brooklyn, met wien hij jaren heeft gearbeid, heeft bij zijne begrafenis gezongen. De Boeren zouden naar het oordeel van een officier te Londen, Zaterdag twee schan sen om Ladysmith gehad hebben, wanneer zij een wapen gehad hadden om zich tegen de bajonet te verdedigen. Den geheelen dag toch hadden zij een schans van den vijand in bezit, en wisten een andere schans driemaal te nemen, doch helaas driemaal dreef de bajonet hen terng. En de Vrij staters die in hun loopgraven het leeuwendeel van den strijd en van het leed hadden, werden, naar de Engelschen ver tellen, in hun loopgraven, onverhoeds door de bajonetten aangevallen en leden zeer vele en groote verliezen. En nu zijn zij wel tijdelijk ternggeslagen en hebben zij hun aanval wel niec her nieuwd, maar dat geeft den Engelschen geen recht om zoo op te snijden over hnnne dapperheid. Immers Bnller die hen had behooren te hulp te koomen, bleef werk loos en zond zijn troepen een anderen kant uit: naar Colenso om te verkennen. Dit duidt op groote omtrekkende flank bewegingen, mogelijk ver van Colenso, en voorts op toebereidselen, voor een twee den veldslag, meer naar Weenen toe. Mogelijk hebben de Boeren het geweten dat Buller zoo ver van Ladysmith zon zijn en daarom den aan7al gewaagd jammer dat deze niet gelukt is. Immers het blijft daar voor de Boeren altijd een moeilijke positie, met Ladysmith in den rug en Bnllers troe pen voor zich. Het garnizoen is nog sterK genoeg gebleken om door uitvallen den aanval van Buller en zijn helpers: Clery, Warren, Hart en Lyttelton te steunen. De oorlog is nu drie maanden aan den gang. Een militair zegt in een der Engel- sche bladen met grooten spijt dat de ver wachtingen zoo teleurgesteld zijn. Men had gedacht half Januari in Pretoria te zijn; en nu zie, moet men gaan zoeken naar verdedigingsmiddelen. En men voorspelt er nog een tobberij van zes maanden bij. Eer Roberts de troe pen georganiseerd zal hebben, zal er nog heel wat water door de Toegela loopen. De Engelsche pers heeft nn nog een hoopje dat de regeering de Portugeesehe regeering zal knunen nopen of dwingen haar zijde te kiezen, dooreen strenger controle op de binnenkomende schepen. Alsof die controle van Engelsche zijde al niet scherp ge noeg was Tronwensdoor dergelijke onrechtvaardig heden tracht Engeland het te winnen. Nu moet weer gebleken zijn dat de En gelsche regeering beslist heeft dat neutrale schepen met levensmiddelen voor de Zuid- Afrikaansche repnllieken zullen prijs ver klaard worden. Alleen schepen van natiën over welke de Engelse.,e regeering geen macht heeft, kunnen meel en andere benoo- digdheden invoeren; het inbeslaggenomen Amerikaansche meel is dientengevolge terug gegeven en kan naar Delagoabaai worden gebracht. Maar bijvoorbeeld blikjes met vleeseh mogen niet ingevoerd worden. Zou Kruger eindelijk niet eens besluiten willen de Engelsche krijgsgevangenen op water en brood te zetten? Een andere militair men ziet het, de toon begint wat ootmoediger te worden I klaagt in een ander Engelsoh blad dat generaal French er nog niet in geslaagd is de Boeren bang te maken. Wat hij eerst een succes heette, blijkt tbans een mislukking te zijn geweest. Een zijner regimenten werd door een „ramp" getroffen en hij zelf Btaat machteloos tegenover de Boeren in Colesberg. En bij Modderrivier waar de kranke Methuen ingesloten schijnt, wordt het er ook niet beter op, nu de Boeren jl. Maandag met groote nauwkeurigheid diens rechter flank beschoten. Uithet kamp te Frère kwam de jobstijding dat generaal Watson lijdt aan overspanning terwijl het gerucht aanhoudt dat Methuen wegens onherstelbare ziekte zal moeten te- rugkeeren. Het gaat den Engelschen mijnontginners in Australië ook niet naar den vleesche. De arbeiders in de goudmijnen in West- Australië staakten het werk en beletten het treinen verkeer, zoodat Kalgoorli gebrek aan levensmiddelen, water en kolen begint te lijden. Men Treest, dat vele gondmijnen gedwongen zullen zijn de productie te staken, hetgeen de reeds bestaande goud- schaarsohte zoude verergeren. Doch dit tusschen haakjes. Een reiziger die na de gevechten bij Dun dee enz. een bezoek aan de slagvelden bracht, schrijft het volgende in hetN.v.d.D. omtrent zijn bezoek aamZalana Hill, waar Lukas Meijer met zijn 600 man gedurende 12 uren den strijd tegen de overmacht vol hield, „Wien de goden verderven willen, dien slaan ze met blindheid, ziedaar de totaal indruk van ons bezoek aan Dundee. Het dorp met de omringende kolenmijnen ligt midden in een groote vlakte, door hooge heuvels en randen ingesloten. Wie een of meer van die heuvels bezet heeft, houdt een sterke positie, beheerscht het dorp. Zalana Hill loopt naar den kant van Dundee steil af. Aan den voet ligt de boer derij van Smith, een mooie boerenplaats, die voor de Engelschen van veel voordeel is geweest bij de bestorming. Naar den Transvaalsehen kant loopt de heuvel gelei- delgker in een vlakte uit, verweg begrensd door de Transvaalsche en Zoeloesche ber gen. Links en rechts loopen langs den heu vel breede toegangswegen, passen, die Dun dee met de achterliggende vlakte verbinden. Door die passen verwachtte generaal Symons vermoedelijk den aanval vau de Boeren, en hij maakte vlak bij 't dorp een paar kinder achtige versterkingen van zandzakken met kanonnen. Zijn kamp sloeg hij op midden in de vlakte, rechte rijen van witte tenten en luxuease inrichting met waterleiding en stallen. Yan den kop van Zalana Hill af ligt het kamp diep beneden binnen geweerschots- afstand, onversterkt, een paradekamp. Wat moet de generaal geschrokken zijn, toen daar op 20 October 's morgens vrieg de kogels om zijn ooren ffotendaar waren de Boeren, bovenop den kop, tegen alle voorschriften in. Symons begreep, dat, het kostte wat het wilde, de kop moest genomen worden, en onmiddellijk begon de stormaanval. De artillerie donderde haar stukken los; over de vlakte kwamen de tirailleurs aanhollen, zich verschuilende achter elk klipmnurtje, elke ingraving of boom. Maar van boven kletterde de loodregen. Daar lagen de Boeren elk achter een klip, en ze schoten lt kamp aan flarden, en honderden En gelschen vielen. In den namiddag komt Penn Symons, wanhopig over 't einde van zyn militaire loopbaan, zelf b.mneu de vuurlinie, een kogel treft hem in de maag, en hij wordt weggedragen. Maar tegen donker was onze ammunitie verschoten, en geen wonder. Duizenden pa troonhulzen lagen op den kopachter eiken steen, die besohutting gaf, vond men de ko peren cylindertjes, en vele gaten in den grond duidden aan waar de granaten spron gen. We vonden nog scherven granaatkogels en splinters. Waar dus gebrek aan ammunitie kwam, moest Meyer wel terugtrekken, zwak jes door 250 huzaren vervolgd, die den vol genden morgen in Trichart's handen vielen. De overwinnende Engelschen trachtten Zondagmorgen naar 't Noorden door te breken, wat hun door Erasmus werd belet. Zondagavond verdwenen zij naar de zijde van Ladysmith, vluchtende over de bergen. Dundee met zijn, groote voorraden in onze handen latende; 400man aan dooden en zwaar gewonden, generaal Symons stervende in het kamp. Zoo was de slag van Zalana Hill, die ook den Boeren verliezen kostte. Eenzaam stil in de vlakte ligt daar nog Dundee. De straten zijn leeren verlaten; hier en daar een enkele Boer; uitwendig alles even rustig. Maar van binnen? Boeren zijn geen heiligen wat ze na hun aankomst in het veroverde dorp van hnn gading vonden, werd meegenomen. „Wee de overwonnenen". Vele winkels bleken geplunderd. Wij gingen onder ande ren een huis binnen van een blijkbaar wel gesteld Amerikaansch echtpaar, hard wer kende zwoegmervschen. In de eetkamer hingen hnn leelijke portretten, burgerlijk ijdel, met de saamgeknepen lippen van de werkenden. Daar lag dan 't resultaat van hun levens werk: kasten nog vol met kleeren, gedeel telijk over den vloer gesmeten, scherven, boeken, schoenen overal; de mooie kamer, met een opgezetten vogel onder een muf fige stolp, photo's in alle hoeken, overal een wilde ohaos. Op het bed in een der slaapkamers vond ik een helm, waarin een klein kogelgat, met een groote verdroogde bloedvlek; een soldaat had zich zeker hierheen gesleept, om den laatsten adem uit te blazen. Zoo is de oorlog. In den middag verlieten we Dundee en voort ging het naar Elandslaagte, waar we 's avonds in donker aankwamen." 12 Jan. 1900. In den namiddag van gisteren had op de begraafplaats te Hummeloo de plechtige teraardebestelling plaats van het stoffelijk oversohot van den oud-hoogleeraar dr. J. W. Gunning. Aan de groeve werd het woord gevoerd door prof. Cramer, rector magnific is aan de gemeentelijke universiteit te Amsterdam prof. Spruit te Amsterdamprof. Gunning, tüans te Arnhem, oud-hoogleeraar aan de universiteit te Leiden, mr. N. G. Pierson, minister van financiën zwager van den overledene; den heer Albers, namens de ambtenaren van het Rijks-Suikerlaborato rium ds. Herman, predikant te Hummeloo, en den heer Van Loenen Martinet te Am sterdam, waarna de heer dr. J. H. Gunning Wzn. namens de familie bedankte voor de laatste eer den overledene bewezen. Mr. P. J. Troelstra, lid der Tweede Kamer, die in verschillende plaatsen van Zeeland als spreker optreedt, was voorne mens zulks ook te Zierikzee te doen. De lezing heeft daar evenwel niet kunnen doorgaan, omdat niemaud een lokaal wilde beschikbaar stellen. Dat is nu struisvogelpolitiek Bij het examen voor het post-radicaal zijn o.a. geslaagd de commies der telegrafie F. Peeters te Middelburg en de klerk der posterijen en telegrafie G. A. Crince te IJzenilijke. Eervol ontslagen met 1 F^br. de brievengaarder te Krabbendijke J. van Baren. Staatscourant. (jaarae geven wij plaats} aan onderstaand Het is aan velen zeker reeds bekend dat een lang gekoesterde wensch staat ver vuld te worden. Er zal in Middelburg iets gedaan wordeu vcor onze Militairen. Het bestuur derafdeeling „Middelburg" van den Nederlaadsehen Militairenbond is door ruime bijdragen in staat gesteld een huis iu de Nieuwstraat te huren en daar zal in Maart geopend worden een Chr. Te huis voor den soldaat. Het buis is uitnemend geschikt; beneden zijn twee ge zelschapkamers en boven een flinke zsal voor lezingen. Na ernstig onderzoek is een Vader en Moeder benoemd om de leiding in het Tehuis op zich te nemen. De Vader is een Oud Militair, die 12 jaar in Indië diende en die weet wat een soldaat toe komt. Zelf een man, die God vreest, kan hij jonge mannen uitnemend tot leidsman zijn. Moedgevend is de steun, dien het be stuur ontvangen heeft van de hoofdoffiieren, en de andere officieren en de overige Mi litairen. Er wordt naar een Tehuis ver langd. Gods zegen heeft kennelijk gerust op den arbeid tot hiertoe. Nu moet bet Tehuis gereed gemaakt worden 1 Wij heb ben noodig een bibliotheek, schilde rijen en wandversieringen, een orgel, couranten etc. etc. Laat ieder eens nazien wat hij voor het Tehuis kan missen. Met dankbaarheid zal iedere gave aanvaard worden. Reeds ont vingen wg twee spellen en een achttal boeken, en een prachtigen bijbel. Het be stuur bestaat nit de heeren Ds. N. M. DE LIGT, Voorzitter. M. MEEUSE, Secretaris D. WISBOOM VERSTEGEN, Penningm. Mr. A. A. DE VEER. Dr. E. J. W. POSTHUMUS MEYJES. Gaarne wil een ieder dezer hnnne gave in ontvangst nemen. De penningmeester zal bovendien zeer verblijd worden met toezegging van jaarlyksche contributiën voor het Tehuis. Ziet allen uwe kasten eens na en helpt bouwen niet alleen, maar ook zorgen dat ons Tehuis aantrekkelijk gemaakt worde. Bij voorbaat reeds dankgezegd voor wat toegezonden zal worden. M. d. L. Daar het een Zeeuwsch belang is wordt verzocht aan plaatseljke bladen dit verzoek over te nemen. Middelburg. Door de Afdeeling „Middelburg" van de Vereeniging voor Chr. Volksonderwijs werd Woensdagavond een openbare vergadering gehouden niet het doel om de belangen van her Chr. onder wijs te bepleiten. De groote zaal van het Schuttershof was geheel gevuld, zekerlijk ook daarom, dat het Chr Zangkoor Hozanna deze bijeenkomst door het uitvoeren van eenige nummers zou opluisteren. Als redenaar trad op Prof. dr. S. D. van ^een van Utrecht die glashelder aantoonde dat het openbaar onderwijs, dat overal van overheidswege voldoende gegeven wordt onvoldoende is voor Christenouders die bij vrjwillig afgelegde doopsbelofte beloofd hebben hnnne kinderen te zullen doen onderwijzen in de Christel jke leer, terwijl de wet verbiedt, dat op de openbare school geleerd wordt iets waaraan de Jood zich stoo- ten moet en waardoor dus al wat de Chr. leer van de Joodsche onderscheidt, nit de open bare school geweerd is. Spreker wees op den plicht van Christen ouders om hunne kinderen te zenden naar de Christelijke school, maar ook om de huiselyke opvoeding daarmede in overeen stemming te brengen. De school met den bijbel maakt het huis gezin met den bijbel geenszins overbodig. De ouders dienen de onderwijzers te sten- nen, vooral in dien zin dat zij hnn gezag niet ondermijnen, door zich in tegenwoor digheid der kinderen ongunstig over hen uit te laten. Üe kerk heeft belang bij Chr. onderwijs en daarom is het haar plicht dit overal te bevordereneen Christelijke kerk zon der Christus is een onding en der verdwij ning nabij, ook daarom is Cbr. onderwijs noodig. Spreker eindigde met den wensch, dat ook te Middelburg het Chr. onderwijs bloeien mocht en er voldoende gelegenheid besta, dat alle gedoopte kinderen Chr. onderwijs kunnen ontvangen. Gaarne sluiten wij ons bij dezen wensch.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1900 | | pagina 1