NIEUWSBLAD CHRISTELIJK- HISTORISCH VOOR ZEELAND. ito. 3aferrfa|t 30 Decem6er, VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIE Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. VOLKSTELLING. Engeland en Transvaal. Rechterlijke Dwaling. 'A f-vt .zxzjm ■oLKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02s. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel meer 10 cent. Het schgnt bij volkstellingen reeds meer malen gebeurd te zijn dat de menschen zich vergisten in de opgave van de kerk waartoe zij behooren. Laten de leden der hervormde kerk invallen Nederl. Hervormd. Maar de leden der geref. kerken moeten niet invul len nederl. geref. of wat ook, maar hebben op de kaarten uitdrukkelijk te verklaren voor zichzelf en hunne kinderen dat zij behooren tot dgereformeerde Kerk. De regeering vraagt secure opgaven, dus l.andele men ook daarnaar. De ontvluchte commandant De Meullon, of liever zijn zoon, is weer in banden der Engelsohen. Hij bracht 't er dus slechter af dan de Engelschman Churchill die uit Pretoria ontkwam en ondanks alle mogelijke nasporingen wist te ontkomen, door zich over dag schuil te houden, en 'snachts zijn loop voort te zetten. Hij ontkwam 't laatst in een goederenwagen van een trein uit Middelburg, die rechtstreeks naar Delagoa- baai stoomde. Hij zond hieromtrent en omtrent andere zaken zeer gewichtige telegrammen naar Engeland. FEUILLETON. O Heeft de herziening van het vonnis van Dreyfus tot geen voor hem gunstig resul taat geleid en wachten de Hoogerhuizen voorloopig nog op revisie, zoodat die zaak nog tot de onbekenden behoort, toch be hoort gerechtelijke dwaling niet tot de onmogelijkheden. Zulks bewijst het vol gende in Engeland gebeurd, hoe omzichtig een rechter moet zijn, wanneer hij over het loven of de vrijheid van een mensch vonnis moet uitspreken. Te Taunton in Engeland, werd een ar beider voor de rechtbank gebracht, be schuldigd een schepen dier stad vermoord te hebben. De bewgzen tegen hem waren sterk, sohoon zij alleen uit omstandigheden bestonden. De knecht van zekeren land bouwer uit de nabuurschap getuigde onder eede, dat hij en de gevangene, op den morgen vafï den moord voor hunnen mees ter in het veld gewerkt hadden, dat zoodra het lifiht was, zij begonnen waren mest te vervoeren die op een hoek van het land lag. Dat hij, getuige, de koe gevoerd en de mest over den grond gespreid had, ter wijl de gevangene de andere kar laadde (zijnde bij dergelijke gelegenheden altijd gewoon twee karren te gebruiken.) Dat toen hij ten tweeden maal met zijn voer uig terug kwam, hij de andere kar geladen vond, en den gevangene bezig met een ge wond man te beschouwen, die tegen den mesthoop aan lag, en dat hij op dat gezicht had uitgeroepenOch I Thomaswat heit gij gedaan Ik vrees, iat gij dien heer vermoord hebt. Dat de gevangene geantwoord had Waarlijk Willem, ik weet zoo min als gij, hoe hij aan zijn dood komt, want de kar gevuld hebbende en wetende, dat het nog vrij wat aanloopen zou eer gij kondet terug komen, lei ik mij neder en viel in slaap en zoo even wakker wordende sta ik niet minder verbaasd over het gebeurde dan gij, Helaas 1 Thomas, hervatte de getuige, gij moet den man zeker gedood hebben, hoe komt gij anders zoo bebloed De ge vangene had hierop geantwoord, dat hij in 't eerst meenende dat die heer in eene flauwte lag, hem in zijne armen had geno men om hem op te heffen, het bloed uit twee of drie wonden, die hij te voren *iet ontdekt had, op hem gestort was. Aan de Toegela wordt weer een nieuwe aanval der Engelsohen voorbereid. De Engelschen zijn daar nu tweemaal zoo sterk dan de vorige maal en vernielden bereids een brug teneinde den Boeren den overtocht over den sterk gewassen stroom te beletten. Bulier zal de fouten der vorige neder laag willen uitwisschen. Hem worden injde Engelsche pers groote verwijten gedaan. Feit is dat hij Lyttelton's brigade geheel werke loos liet toezien dat de twee overige brigades elk afzonderlijk verslagen werden; en niet eens wiet dat de Boeren de rivier beneden Colenso hadden afgedamd, en daardoor de Bittledrift die doorwaad moest worden, on- doorwaadbaar hadden gemaakt. Daarom ver dronken er ook enkele soldaten van Hart terstond bij het doen van den eersten stap, waarop de overigen in verwarring terug keerden. Dit alles wordt hem zeer kwalijk genomen. Dat hij nu, onder den indruk daarvan, alles op haren en snaren zet, is te begrijpen. Te Ladysmith schijnt nu de toestand weer niet zoo kwaad, er is nog voedsel genoeg alleen paarden voer dreigt te zullen ont breken voorloopig echter grazen de paar den binnen de verdedigingslenie. Van paarden gesproken. Reeds sedert zes weken heerscht onder de paarden der Boeren en der Engelschen de „ziekte". Uit berichten van Ladysmith blijkt dat daar dagen lang vele lijken van paarden De landbouwer, naar zijn volk komende zien, vond hen beide staan kijken naar het lijk dat nog geheel warm was. Hij getuig de dat de gevangene hem hetzelfde ver slag had gegeven dat jhij aan den eerste getuige gegeven had. l)at bij, het lichaam nauwkeurig beschouwende opgemerkt had dat de drie wonden schenen overeen te ko men met de tanden van een mestvork, met welke de gevangene gearbeid had; dat hij dezelve opgenomen hebbende om er de proef van te nemen, de punten zes of zeven duimen lang, bloedig had gevon den, waaruit Jhij opmaakte dat de overle dene doordezen gevangene met de gezegde mestvork was vermoord geworden, voegende hij er nog bij dat deze hem toebehoorende vork tegenwoordig in de verhoorkamer was, en men het bloed aan de punten kon zien. De vork werd daarop te voorschijn gebracht, en de rechters en alle getuigen ze bezien hebbende, waren van de waarheid der verklaring overtuigd. De volgende getuige was een wond heeler- Hij verklaarde, dat hij door den landbou wer gehaald was bij den vermoorden sche pen, den heer Osborn; dat hij hem zeer dicht bg eert mesthoop op zgn weg liggende dood had gevondendat hg drie wonden in de [borst ontdekt had, op gelgken af stand van elkander, die hg allen tusschea de zes en zeven duim diep had bevonden; dat nadat hem de vork was getoond met welke de gevangene gearbeid had, hg versch bloed aan de tanden had ontdekt, zoo ver genoegzaam als de verschillende wonden diep waren, en dat, toen hg de punten met de wonden vergeleken had, het hem zeer blgkbaarwas voorgekomen datzg alle drie op hetzelfde tgdstip door dat werktuig waren toegebracht en zonder eeni- gen twgfel den sehielgken dood des versla genen hadden veroorzaakt. Andere getuigen zwoeren ook dat zg dien morgen bloed aan de kleederen van den gevangene hadden gezien, gelgk aan de vork. De gevangene verklaarde al het tegen hem ingebrachte waarheid te zgn, maar betuigde tevens dat hg desniettegenstaande onschuldig was aan den moord dien men hem ten laste legde. Hg stemde toe dat hg op den gemelden morgen met zgn makker Willem Sparks met de mestkar gewerkt had; dat Willem gereden en de mest over het land, ruim een kwartier uur van den mesthoop gelegen, gespreid had terwgl bg de andere kar vulde; dat deze vol zgnde hg gemeend had wel een kort slaapje te kunnen nemen eer zgn makker terug was. Dat hg zoodra hg was gaan lagen te rotten dewgl men ze onder het vuur der Boeren niet durfde begraven. De gezondheidstoetsand der belegeraars is goed alleen hebben zg [gebrek aanj klee- ren en schoeisel. Wg weten natunrlgk niet of het waar is dat de Engelschen Lange Tom vernageld hebben maar de vorige maand deed hg nog goede diensten. Dit bewgst 'tvolgerde, aan een particulier schrgven ontleend: „H. was de vorige week bg Ladysmith en is bg het groote kanon geweeest. 't Is ontzettend, zegt hg, zooals de Engelschen daarop hebben geschoten. Rondom liggen bommen en granaten en zgn stukken uit den grond weggeslagen, zonder echter het kanon noch de menschen te raken. H. zegt, je staat daar voor wonderen die je begrip te boven gaan. Ze moeten dat kanon met drie man la den. H. vroeg of ze niet eens zoo'n bom af wilden schieten. „Nee dokter," segt een van die Afrikaanders, „ons doe dat niet. Net nou, als ons zoo'n klompie Engelschen bg elkaar ziet, zet ons die bom in en weg is die klompie rooies." Onlangs was een Engelsch soldaat uit Ladysmith verdwaaldhg ontmoette een Kaffer, aan wien hij vri-eg waarj de weg naar het Engelsche kamp was. Daar, baas, zegt de Kaffer en loopt met den Engelsch man saam om hem het pad te wgzen. Nau- welgks zgn ze om het kopje of de Kaffer liggen in slaap was geraakt, en slechts even voordat Willem terug kwam wakker was geworden, en den overledene op zgn rug had zien liggen omtrent tien voetstappen van zich af, dat hg, geen gerucht hooren- de noch eenig mensch kunnende gewaar wor den, zich verbeeld had dat die heer door een flauwte was overvallen en daarom had getracht hem op te richten, dat hg daarmede bezig zgnde voor het eerst had ontdekt dat hg gewond was, door het bloed dat uit het lichaam op zgne kleederen was gevloeid, dat dit de zuivere waarheid was en alles behelsde wat hg van de zaak zeggen kon, dat hg den vermeorden heer nimmer te voren gezien had, en derhalve niet ver moed kon worden de schuldige te zgn aan de misdaad, verzoekende de rechtbank in aanmerking te willen nemen, dat indien hg zulk een ondeugend en wreed misdrgf ge pleegd had, hg tgd genoeg zou gehad hebben om weg te raken eer zgn makker en meester gekomen waren om hem te grgpen en vast te houden. De gezworene rechters over dit geval raadplegende, maakten elf hunner geen de m'.nste zwarigheid om den gevangene schuldig te verklaren, doch de voor zitter, de heer Higgens, verzette zich met kracht hiertegen en bracht velebe- wgsreden te berde om hen te overtuigen, dat het inderdaad waar kon wezen dat de gevangene geslapen had, en dat de moord gednrende zgn slaap met zgne vork gepleegd kon zgn, gelgk zich ook niets tegenstrg- digs in zgne duidelgke verklaring opdeed, hebbende hg, naar het gevoelen van den heer Higgens, van iedere omstandigheid reden gegeven, zoowel als van het bloed op zgne kleederen. Behalve dat, zeide hg, niet te kunnen gelooven dat de gevangene schuldig was, omdat men den vermoorde niet bevonden had in eenig opzicht beroofd te zgn, alsook omdat hg niet de minste poging had aan gewend om te ontvluchten integendeel stelde hg vast dat de man onschuldig was, en wilde voor zgn deel liever sterven,dan zfjne stem geven tot een vonnis dat tegen zgn geweten streed. Men bracht meer dan twee uren met redet wisten door, gedurende welken tgd door de personen die de rechts zitting bg woonden, vele gissingen gemaakt werden nopens de reden die de rechters zoolang verhinderen kon uitspraak te doen over eene daad, waaraan bgna elk den ge vangene schuldig hield. Eindelgk in de gehoorzaal teruggekeerd berichtte de voor zitter, dat men niet had kunnen overeen komen over de uitspraak die er te doen roept„Baas ek het een Engelsman ver jeu gevang". De rest kan men begrgpen. Het schgnt dat Joubert maar voor een paar dagen het opperbevel hervat had, volgens berichten is hg reeds weder naar Pretoria vertrokken wegens ongesteldheid. Boven de slagvelden, vooral van Lady smith en Colenso, zi;n duizenden gieren van de Drauenbergen in de vlakte neerge streken, zelfs gewonden, in hun khaki uniformen door de ambulance niet opge merkt, kiezen zg tot hun prooi. De Boeren schgaen er in geslaagd te zgn de loopgraven waar hun scherpschutters lagen of liggen zullen onzichtbaar te maken, door die niet in den vorm eener rechte lgu maar van een S te graven, waardoor zg volkomen beschermd zgn togen vgande- lijk vuur en een groote vrgheid van be weging hebben. Dit kunstje hebben de Boeren geleerd van hun oude vganden, de Basacto's. Voor Mafeking(') wordt tegenwoordig meer door middel van pen en inkt, dan van kruit en kogels gevochten. Het is naar aanleiding van het feit dat (1) Uit een brief van den 3en Nov. aan zijn familie blijkt dat de heer Lampen ook tot de belegeraars van Mafeking behoort. Ook ds. van Belkum bevindt zich in het kamp en logeert te Mariko. stond; dat elf van zgn mederechters den gevangene schuldig oordeelden, maar dat hg er zijne stem niet aan kon geven, de wgl hg van 's mans onschuld zeaer was, zullende dit aan het gerechtshof overtui gend big ken uit hetgeen hg in het openbaar zou verklaren. In den ochtend (dus ving de heer Hig gens aan) dat de heer Osborn zgn leven verloor, ontmoette ik ten zes uren dien ongelukkigzn man in een mgner velden grenzende aan een ander dat hem toebe hoorde. Wg wenschten elkander goeden morgen, wandelden en onderhielden ons op vriendschappelgke wgze omtrent een kwar tier uur. Hg wees mg toen een zwaren boom, staande op de plaats waar onze landen vaneen scheiden; hij eigende zich dien boom als zgn eigendom toe (schoon hg wel aan mg behoorde), zeggende hem te willen laten omhakken om het hout voor nieuwe deuren te gebruiken, waaraan hg gebrek had. Ik trachtte hem te overtuigen dat mij die eikenboom toekwam, hem aanbiedende den boom als een geschenk hem te laten. Ik behoef niet te zeggen dat er weinig hee- ren in dj stad zgn, aan wie zgne driftige geaardheid onbekend is gebleven. Schoon wij te voren nimmer eenig verschil hadden of eenig kwaad woord tusschen ons voorviel barstte hg op dat oogenblik in woedende gramschap uit en maakte gebruik van de smadelgkste bewoordingen, vragende of ik hem voor zoo laag aanzag, dat hij eenige gunst zou ontvangen van mg of eenigen anderen inkaligen fielt, die hem ten onrechte dwingen wilde zgn goed aan een ander af te staan. Ik antwoordde hem, dat ik ten uiterste verbaasd stond over zijne taal, wgl deze veel beter aan een lompen hinkel dan aan een edelman voegde. Dit was alles waarmede ik van mgn kant zgn onbehoorlgk gedrag tegenging; doch op zgne krachten steunen le, die lig wist dat de mgne ver te boven gingen, schold hg mg voor schurk, zwerende dat hij mg groot berouw van mijne woorden zou doen he/ben, wuarop zijn verongelgkingen door veelvuldige slagen met zgn stok gevolgd werden. Niets hebbende om mg te verwe ren, ontweek ik hem verscheidene voet stappen, hg volgde mg en bleef even on barmhartig toeslaan, zelfs nadat ik reeds in de laan was in welke ik den gevangene in slaap zag liggen, met de mestvork aan zgn zgde, die ik haastelgk opvatte om mgn bespringer af te weren, die, mg de vork de Baralong-Kaffers onlangs in een gevecht op de Boeren geschoten hebben. Een ver- raderlg ke daad, volgens kommandant Suy- man, aangezien zg beloofd hadden zich on zij dig te zullen houden. Doch kolonel Baden- Powell is het daarmee niet eens. lig zegt dat de Boeren de verplichtingen der onzg- digheid verzaakten door het rooven van vee en het mishandelen van vrouwen en kinderen van deze Kaffers. Verraad en zelfverweer, hierover liep het af en aan on Ier bescherming der wederzgdsche par lementaire vlaggen. Mafeking wordt anders door kapitein v. d. Merwe steeds nauwer ingesloten. De indruk der burgers is dat Mafeking a! lang zou genomen zgn, indien de kapitein per missie wilde geven tot stormloopen. Een aanval op Baviaansfort liet hg insgelgks ophouden, dewgl er vgf Boeren bij vielen en hg de menschenlevens wil sparen Deskundigen schatten de oorlogskosten aan Engelschen kant op een millioen francs. Ook de Boeren hebben groote uitgaven en lgden nog daarenboven groote verliezen dewgl de Engelschen verscheidene scheeps ladingen voor Transvaal bestemd, hebben ingerekend, en daarmee steeds voortgaan. Over de geheele oostkust, dus ook aan Por- tugeesche zgde, loert de Engelschman op buit. Ook ondervinden de Boeren groote moei- uit de handen willende wringen, de doode» lgke wonden ontving, zonder het geringste oogmerk van mgne zgde om hem dezelve toe te brengen. Den gevangene nog in slaap ziende, leide ik de vork neer en keerde naar huis, met onuitsprekelgke bezorgdheid over het voorgevallene. Hetgeen ik tot nu toe verhaald heb, mgne heeren, komt woordelgk met de waar heid overeen, en ik verklaar openhartig het werktuig te zgn, waardoor de heer Osborn stierf zuiverende alzoo den armen man die met dat feit beticht wordt. Mgn voornemen is hem voor zgne langdurige gevangenis te beloonen, terwgl ik tevens heilig verklaar dat mgn voornemen terstond geweest is, deze bekentenis op den gewonen rechtsdag af te leggen en niet vro jger om eene langdurige en verdrietige gevangenis te entgaan, die mg in den ziekelgken staat waarin ik mg bevind zeer nadeelig zou geweest zgn. En aangezien ik ook eenige reden had te denken, dat ik thans voorzit ter van de gezworen zoude zgn, stelde ik mgne verklaring tot na deze rechtspleging uit, ten einde aan ieder, zoowel als mg, overtuigend mocht big ken dat een onschul dig man lichtelgk onrechtvaardig als een misdadiger zou kunnen veroordeeld worden en dat zulks den gevangene hier zou zgn overkomen, laat weinig twgfel over. Al de gunst die ik thans van de heeren verzoek is dat zg mijne zaak in deze zitting afdoen. Dewgl er geene ,on zgn voor het ongelukkige misrdrgf waarmede ik mg zei ven beschuldig, hoop ik da. aet vredelie vend gedrag hetwelk ik altgd gehouden heb, en waarvan de meeste edelliedsn dezer stad niet zullen weigeren getuigenis te te geven, de heeren niet ongunstig zal doen denken van mgne zaak, zonder dat ik ge noodzaakt zal zgn de gedachtenis van den overledene verder te te belasten met de veel vuldige blgken eener tegenstrgdige gemoeds neiging. Het gerechtshof was in de uiterste ver bazing op deze verklaring, en de rechters eenige getuigen gehoord hebbende die allen volmondig verklaarden, dat de heer Hig gens altgd een man van een goed en in- schikkelgk karakter geweest wvs, gaven twee dagen daarna een vonnis te defendendo, dat is, dat de heer Higgens van de mis daad van manslag werd vrijgesproken, als zgnde daartoe ter verdediging van zijn «j< en leven, door den aanval van den versiageue genoodzaakt geworden.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1