NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
lo. m. 1899.
Dontfecdag 21 DecemGec.
Ueecftemfe laarpag.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Engeland en Transvaal.
l)e geschiedenis van den man,
die onder de moordenaars
gevallen was.
;flXEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p.i0,95.
Er.kele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij, die zich met 1 Januari
op ons hlad wenschen te
abonneeren, ontvangen de tot dien
datuin verschijnende nummers
GRATIS.
Het is van ouds zoo geweest: wanneer
een held de nederlaag leed, dan schreeuwde
het volk om zijne vervanging.
Het EngeLsche volk klaagt Gatacre aan
als niet berekend voor zijn taak. E i Bnller
heeft ook al niet heel veel meer te
wachlen.
Dit spreekt van zelf. Maar dat eene
regeering den sohijn aanneemt, als dacht
zij er ook zoo over, dat is meer te ver
wonderen.
Wij zagen reeds hoe de vergulde pil
voor Bnller werd bereid, in de benoeming
van generaal Boberts tot opperbevelhebber
in Znid-Afrika, en voor Hunter in de
benoeming van Kitchener tot chef van den
staf van dien generaal.
Feitelij k heeft de regeering den ganschen
duur van den oorlog met bare generaals
Butler werd eerst vervangen door Wal
ker als opperbevelhebber aan de Kaap.
Symons, opperbevelhebber in Natal, werd
door White verdrongen. Hiliyard die La-
dysmith ontzetten moet, moet 't opperbe
vel aan Clery afstaan; en deze op zijn
beurt weer aan Bnller, die Walker als
opperbevelhebber vervangen had. En nu
wordt Roberts weer boren Bnller geplaatst;
nu is er alleen nog Wolseley, bijgenaamd
„Engelands eenige generaal" en de
Prins van Wales. Verliest Roberts 't dan
moet een van deze twee er op uit; en
Enropa zal kunnen getuigen dat Engeland
zijn hoogste troevenzijn laatste heeft
uitgespeeld. Zoo ook moet Hunter, die
chef van den staf ran den opperbevel
hebber is, dooh te Ladysmith ingesloten
zit, wijken voor Kitchener, en op die wijs
wordt 't aantal mopperenden en beleedigden
steeds grooter.
In het Boerenleger hebben dergelijke
veranderingen niet plaats. Daar heeft iedere
generaal nog zijn plaats. Zelfs is 't niet
bekend, of de plaats van generaal Koek,
die in bet hospitaal te Ladysmith schijnt
vermoord te zijn, ,wel reeds ingenomen
FEUILLETON.
O
Een blik op de gemoedsstemming der
personen, die in de geschiedenis van den
barmhartigen Samaritaan voorkomen, wordt
ons vergund door de hier volgende voor
stelling
1. Hoe de priester of de Leviet
d* zaak verhaald heeft.
In onzen tempel zon er een feestgevierd
worden, waaraan ik ambtshalve moest deel
nemen. Zoo verliet ik dan mijne woonplaats
Jericho, en bjgaf ik mij op weg naar onze
heilige stad Jeruzalem, niet geheel zon
der vrees voor mijn leven. Want allerlei
onheilspellende geruchten waren er in om
loop, als zon eene rooverbeude in den omtrek
de snoodste wan laden plegen.
En weldra bleek bet dan ook, dat mijne
vrees maar al te gegrond was. Want op
•enigen afstand van den straatweg kreeg ik
een akelig tooneel te aanschouwen. Ik zag
een menschelyk lichaam, van de kleeding
ontdaan, en mat bloed overstroomd. Was
het een lijk? of was er nog leven in?
Ik kan het niet zeggen, want mijn schrik
Was zoo groot, dat het mij zwart werd voor
de oogen! Ik bespoedigde mijne schreden,
om niet op mijn beurt ook in banden der
moordenaars te vallen, die misschien juist
op dat oogenblik in een naburig hol hnn-
is; terwijl Schalk Burger tijdelijk Jonberts
verantwoordelijkheid voor 't opperbevel
draagt.
Men verstaat daar meer de waarheid
van 't spreekwoordalle verandering is geen
verbetering.
Onder de 16 Trans vaalscbe Boeren van het
commando van generaal Lucas Mep er, die
onder aanvoering van Izik Bnhrman een
gevaarlijke stelling der Engelscheu stor
menderhand veroverde bij Dundee, op 31
Oct. (zie ons vorig no.) was ook de heer
J. L. Moerdijk, geboren te Ierseke. Het
Transvaalsohe blad De Volksstem vin 4
Nov. beschrijft 't aldus
Terwijl het gevecht op de verschillende
posities rondom Dundee onafgebroken
voortduurde, werden op de vlakte, noordelijk
van Dundee, een aantal huzaren gezien, die
met maxims gewapend daar post hadden
gevat en blijkbaar bedoelden den Boeren
den terugtocht naar het lager af te snijden.
Steeds kwamen zij nader en indien langer
gedraald werd om ze te verdrijven zonden
ze in staat zijn hun doffielijk vuur op onze
mensehen in den berg te openen en ze van
achteren aan te vallen. Het was voorwaar
geen gemakkelijke taak, deze stelling der
Engelschen met maxims, die 620 schoten
in de minuut vuren, op een halve vlakte,
die niet de minste beschutting bood te ver
overen. Eere aan dien wakkeren Izak Buhr-
man, die geen poging onaangeroerd liet om
zijn burgers te bewegen met hem den aan
val te wage».
Na vele vergeefsche pogingen gelukte
het hem een vijftiental mannen rondom
zich te scharen, die gereed ware,n den ho-
peloozen aanval te wagen. Met verachting
van alle doodsgevaar, best rmt dit 15tal
de stelling der Engelscheu, die onmiddellijk
een doodelijk vuur nit hun maxims ope
nen. Het eerste stort het paard van den
heer Moerdijk, inspecteur van scholen,
doo lelijk getroffen onder hem neder, zijn
berijder hals over kop in een diepe sloot
achterlatende. Men stormt voorwaarts. Hen
drik Vermaak, een dappere zoon van een
dapperen vader, wordt doodelijk getroffen
en wordt door zijn vriend MHjcthinus
Brink stervende weggevoerd.
Reeds hebben de Engelsche huzaten voor
een deel het hazenpad gekozen. Pretorins
rijdt op hen toe, rukt een Engelscheu offi-
nen bnit deelden en op nieuwe slachtoffers
loerden. Intnsschen, terwijl ik zoo verder
ging, kwam de gedachte bij mij opMogelijk
is die ongelukkige nog in leven, en dan
behoordet gij hem te helpen. Maar aan den
anderen kant moBst ik weder bij mij zeiven
zeggenGij zoudt uw eigen leven slechts
op het spel zetten, en wel naar alle waar
schijnlijkheid tevergeefs. Voor de redding
van dezen ongelukkige zonden er allerlei
dingen noodig zijn; een draagbaar, zwach
tels en windsels en andere verbandmiddelen,
verkoelende balsem, altemaal dingen
waarvan gij niet voorzien zijt. Ook zijn in
znlke gevallen twee handen niet voldoende.
En vooral zulke totaal onkundige handen
als de uwe, zonden meer kwaad dan goed
kunnen doen.
Gelukkig kwam er toen eene andere ge
dachte bij mij op: Het beste zal zijn, dat gij
u zoo spoedig mogelijk naar het naburige
dorp begeeft, en daar de plaatselijke over
heid in kennis stelt met de zaakl Dat deed
ik dan ook, en ontving ik de toezegging
dat er met bekwamen spoed 1 mannen
met een draagbaar en een geneesheer, be
nevens, ter eventueele verdediging te^en
de roovers, eene afdeeling Romeinsche
krijgsknechten naar de plaats des onheils
zouden gezonden worden. Ofschoon deze
zaak mij eenige oogenblikken ophield, be
reikte ik toch nog even voor den aanvang
van het feest de stad Jeruzalem, verheugd
bj de gedachte, mijn plicht tegenover het
slachtoffer betracht te hebben, zonder gevaar
voor myn leven, aan welks behoud niet
alleen my, maar ook mijne vrouw en kin
deren zeer veel gelegen is 1
cier met eigen hand van het paard en
schiet hem daarna dood. In een klein half
unr is de Engelsche linie verbroken en
is de terugweg mar het lager weer open.
Een schitterende overwinning is behaald.
Het heldhaftig gedrag van Jan Potgieter,
dient hiermede te worden vermeld. Tegen
2 uur hield het kanongebulder op ODze
ammunitie was uitgeput en spoedig werd
dan ook tot den terugtocht bea'oten, die
zonder verder verlies op meesterlijke wyze
werd volbracht. Aan onze zijde 40 dooden
en 60 gewonden. Aan den kant der Engel-
schen 1150 dooden en gewonden.
Lord Roberts of Kandahar, de nieuwe
opperbevelhebber, werd den lOen Septem
ber 1832 in Ierland geboren. Hij nam reeds
zeer vroeg dienst. In 1857 onderscheidde
hy zich in Indië bij de belegering van
Dehli. Onder Lord Napier nam hy in 1867
deel aan de expeditie tegen den Negus
Theodoras. In 1878 werd ny, na de leger-
afdeeling te hebben aangevoerd, die in
den Afghaanschen oorlog door het Kurum-
dal oprukte, bevorderd tot generaal-majoor.
In 1879 werd hy met het opperbevel
der troepen in den tweeden Afghaanschen
oorlog belast. Hy nam den 9n October
Kaboel en rukte in het volgende jaar naar
Kandahar op, om den daar ingesloten ge
neraal Primrose te bevrijden.
Na den slag by Amajnba werd hy tot
opperbevelhebber in Natal benoemd. Toen
hy daar aankwam, was de vrede reeds ge
sloten. Hy keerde derhalve dadelijk terug.
Vier jaar later kreeg hij het opper
bevel over de troepen in Indië. In 1886
onderdrukte hij den opstand in Birma. Zes
jaren later legde hij zijn ambt neer en nam
als Lord Kandahar zitting in het Hooger-
hnis. In 1895 trad hij weder als opperbe
velhebber op en wel over de troepen in
Ierland.
Gelijk men weet is zijn zoon, de 28
jarige luitenant Roberts, Vrydagbij Colenso
door een kogel in de buik getroffen, aan
de wond overleden.
Generaal Mac Donald die in Britsch Indië
is, gaat den gesneuvelden generaal Wauchope
(spreek nit Wou-gop met den klemtoon op
Won) bj Modderrivier als commandant der
brigade Hooglanders vervangen. Hy is een
II. Het verhaal van den man, die
onder de moordenaars gevallen was.
Op eene voetreis van Jeruzalem naar
Jericho werd ik door eeu rooverbende aan
gevallen. Weerloos stond ik tegenover een
bende gewapenden. Wat bleef er mij dns
anders over, dan een smeekenden toon aan
te slaan? Ik bood den roovers al mijn geld
aan, en smeekte hun op f mijne knieën
Spaart my ter wille van myne vrouw, ter
wille van myne onschuldige kindertjes 1
Maar alles was en bleef tevergeefsch. Zij
rukten my eerst mijne kleederen van het
lichaam, en sloegen daarna met hunne
knuppels op my los, totdat ik bewusteloos
neerviel.
Hoe lang ik dair zoo onmachtig ben
blijven liggen weet ik niet. Toen ik weer
by kwam besefte ik al den ernst en al het
gevaar van mijnen toestan 1. Ik was niet
in staat om een lid van myn lichaam te
bewegen, zoodat ik daar lijdelijk moest
blijven liggen, blootgesteld aan de bran
dende stralen der zon, bloedend uit ver
scheidene wonden, door wondkoorts en door
den felsten dorst gepijnigd, totdat óf de
dood een einde zou maken aan myn lijden
óf er nog bijtijds menschelijfee hulp zon
opdagen. Maar het eene uur verliep na
het ander, zonder dat er zich iemand ver
toonde. Ik kon niet nalaten voortdurend
aan mijne vrouw en kinderen te denken
en aan han schrik, wanneer men hun myn
lijk zou brengen. Manr eindelijk en ten
laatste hoorde ik toch voetstappen naderen!
Ik draaide myn doodmoede boofd naar dien
kant om. Tot myne blijdschap ontdekte
dapper man en heeft zich bijzonder onder
scheiden by Omdnrman. Doch een thans
vooral eigenaardige bijzonderheid uit zyn
militaire loopbaan is deze, dat hij een der
weinige overlevenden is van Majuba in
1881. Hy was toe i luitenant, en zijn com
pagnie was zoo goed als geheel vernietigd
toen de Boeren naderden. Een dezer die
hem wilde gevangen nemen, ontving van
hem een harden stomp in de maagstreek,
waarop een ander hem wilde neerschieten.
Doch de eerstbedoelde Boer sloeg de ge
weerloop van zijn makker op zij en zei: „Ik
vergeef hem dien stomp, üij is een dapper
man, te goed om dood te schieten." Zoo
werd luitenant Mac Donald een krijgsge
vangene der Boeren.
Moge hij het zich straks herinneren wan
neer hy zyn soldaten menschelijkheid jegens
Boerenkrygsgevangen :n zal hebben in te
prenten.
■r
Lord Horatio Kitchener, de overwinnaar
uit den Soedan veldtocht, is 48 jaar oud.
Hij werd in 1851 geboren te Leicestershire,
en is dus, evenals Rtbertsen Wolseley en
Wellington, Waterloo's held) van Iersche
afkomst. Hij, de held van Omdoerman, de
schrik der DerwisGhen, als de Sirdar by
zyn volk bekend, heeft een wisselvallig
verleden achter zich.
In 1870 nam hij als jong officier, die de
krijgsschool te Woolwich had afgeloopen,
dienst in het Fransche Loire-leger, en
bracht 't in den oorlog tegen de Duitschers
spoedig tot kapitein.
In 1873 nam hij ontslag uit den dienst
en legde zich toe op de oudheidkunde.
Op grond van lange, geduldige onder
zoekingen op de plaats zelve, schreef hij
een belangrijk opstel waarin hy de ligging
van het oude Galilea vaststelde. De En
gelsche regeering, begrijpende dat zy zulk
eeD bekwaam, werkzaam man aan zich ver
binden moest, benoemde hem tot consul te
Erzeroem, de hoofdstad van Turksch Ar
menië en eenige jaren later droeg zy
he m de organisatie der gerechtshoven op
het eiland Cyprus op. Na een nuttigen
arbeid in verschillende burgerlijke betrek
kingen, trad Kitchener weer in 't leger, en
maakte tijdens den opstand van Arabi
Pacha als luitenant het bombardement van
Alexandrië mee.
ik een man in een. priesterlijk gewaad.
Gode zij dank dacht ik, als er ooit
iemand was, die mij zon helpen, dan is
het wel deze; de dienaar van Jehova, en
kenner Zijner heilige gebolen. Werkelijk
stond hij dan ook stil, en keek hij naar
mij, maar slechts een oogenblik, en
daarop ging hij verder.
Nogmaals leefde myne hoop op, toen ik
kort daarna een man nit Levi's stam zag
aankomen. Maar ook hij zag mij, en
ging voortij.
Weder een tyd van smartelijken angst
en spanning, en nn hoorde ik het getrappel
van een rijdier: vol hoop en blijdschap
zag ik het Daderen, maar ach! de man
die het dier bereed, was een Samaritaan
een van die lieden, met wie ons volk alle
gemeenschap heeft afgebroken, w'er naam
in onzen mond zelfs scheldwoord is. Toen
verloor ik mijn bewustzijn: ik viel opnieuw
in een diepe onmacht.
Doch toen ik weer bijkwam, lag ik tot
mij ne onuitsprekelij ke verbazing op een zinde
lijk bed in de slaapkamer eenerherb rg, en
aan mijnesponde de Samaritaan. „Go le zij
dankhij leeftriep hij, zoodra ik de
oogen opsloeg.
Waar ben ik? vroeg ik hem. Wat is er
met mij voorgevallen? Hij verhaalde mij
met em paar woerden, dat hij mij ver
bonden, op zijn ezel gezet en naar ie naast-
bijzijnde herberg gebracht had. Ik wilde
hem bedanken, en hem vergiffenis vragen
voor het onrecht, dat ik hem in gedachten
had aangedaan maar hij verzocht mij met
vriendélijken ernst, daarvan te zwijgen,
en rustig te blijven liggen. En bij rer-
Na diens onderwerping, ging Kitchener
in het Egyptische leger, onder generaal
Wood, reorganiseerde de cavallerie en 't
gebeele leger, volgende daarbij niet alleen
de Engelsche, maar vooral ook de Duitsche
modellen.
Als officier van den generalen staf diende
Kitchener van 1883 tot '85 onder Wolseley
in de Soedan-veldfochtenwerd in 1886
gouverneur ven Soeakim. Bij klom op
tot hij in 1892 met het opperbevel over de
Egyptische troepen werd belast. Na den
laattten inval der Derwischen in 189Bliet
hij dit kleine leger nauwelijks 15 duizend
man sterk, een spoorweg van 9000 kilo
meter midden door de woestijn aanleggen,
de provinciën Berber en Dongola schat
plichtig maken, de verbinding met den Nyl
bewaren, enz., een arbeid veei zwaarder
dan een oorlog, en in dit alles wa Kitche
ner de leider. Hij had slechts één doel
de onderwerping der Derwischen. Hij- or
ganiseerde deTallat's en Negerbataljons met
behulp van Engelsch kader.
Dat hij nog eens opperbevelhebber zou
worden, is al lang voorspeld. Volgens
sommigen zal hij nok nog wel eens minis
ter van oorlog worden. Wanneer hij ten
minste in Kaapkolonie niet sneuvelt. Want
dat lot heeft al meer veelbelovende
krijgslieden getroffen. Adres aan Symons,
Wauchope, Worchester, Roberts Junior en
vele anderen.
Niettegenstaande de vele ontberingen
door hem geleden, is zijn bijna 2 Meter
hooge gestalte zoo recht als een kaars.
Hoewel meestal stil is hij beleefd tegenover
zyn ondergeschikten, meer geneigd te hooren,
dan zelf te spreken. Zijne soldaten in Egyple
hadden tot het laatste een afgodische ver
eering voor hem, ondanks de strenge dis
cipline waaraan hij ze onderwierp. Hij liet
hen vaak Nylwater drinken, wanneer er
anders niet was. En de flesschen port en
whiskey die in het kamp gesmokkeld wer
den, liet hij steeds bij ontdekking onver
biddelijk in het woestijnzand uitgietep.
Drie dappere officieren derhalve maar
met Kruger zeggen wij Engeland moge
machtig zijn, God de Heere is almachtig.
Sir Charles Warren, die gisteren uit Kaap
stad met zijn staf naar De Aar vertrok,
feitelijk om Gatacre 't opperbevel uit de
handen te nemen, is ook niet voor de eerste
scheen van toen of nog slechts nu en dan
aan myn bed, om naar mij te zien en voor
mijne behoeften te zorgen. Ten slotte ver
trouwde hij mijne verdere verpleging aan
den waard toe, niet zonder hem daarvoor
bij voorbaat schadeloos te stellen, en hem
de helolte te doen wanneer gij iets meer
aan hem mocht besteden, zal ik. het u be
talen als ik temgkoA. Daarna drukte hij
mij de hand, en nam hij afscheid van mij
met een korten heilwensca, zonder mij tyd
te laten om hem te bedanken.
Des te meer heb ik mynen God gedankt
en mij voor Hem verootmoedigd. Ik had er
dan ook alle reden toe; want niet alleen
tegen de geheele wereld, maar ook tegen
Hem, mynen God, heb ik gemurmureerd,
toen ik daar zoo lag tusscheu Jeruzalem en
Jericho, en was ik gaan twjfelen aan Zyn
woord, dat Hij de harten leidt als water
beken. En ontmoet ik sedert dien tijd een
Samaritaan, dan denk ik: Ziedaar mijn
naaste! en wacht ik slechts op eene gele
genheid om aan een lid van dat volk
barmhartigheid te bewijzen.
III. Hoe de barmhartige Samaritaan zelf
de geschiedenis verhaald heeft,
zou de lezer nu misschien gaarne willen
vernemen. Maar de schrijver dezer regelen
is niet in staat, 's lezers weetgierigheid te
bevredigen. Want de Samaritaan heeft de
geschiedenis in 't geheel niet ver
haald, maar zorgvuldig verborgen gehouden,
evenals de moordenaars hunne bloedige
daad I
Ga heen en doe dergelijks!
Naar het Duitsch),