NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTEUJK-
HISTORISCH
ilo. 28 1899. Dinsdagc 5 Decem6ec. leecfimde laatgang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Een kijkje in de Staatsbe
groting.
Engeland en Transvaal.
■3r* :2m
■clkeh MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p.f 0,95.
Erkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
AAN BRITTANJE.
o
Zijt eii een Christenstaat, verwaten Groot-
(Brittanje 1
Dat in uw almacht roemt, en 't recht met
(voeten treedt,
Dat thans heel de aard omvaami, als vóór
(drie eeuwen Spanje,
En als dat Spanje uw eer enmensohlykheid
(vergeet;
Dat 't Woord des Bijbels brengt aan Pa
ria's en Mooren,
Maar tot der Heid'aen vloek den Naam van
(Christus maakt,
Dat, tot der wereld heil door uwen Heer
(verkoren,
Wel met den mond Hem roemt, maar met
(der daad verzaakt?
Hoe zal uw einde zijn Ter helle neer-
(gestooten
Die thans ten hemel klom Gewis 1 uw
(oordeel rijpt 1
Ga voort den schat des toornsten hoog-
(ste te vergrooten
Maar sidder voor den dag, dat God Zijn
(wraakzwaard grijpt
Hoe zal Hij met één slag uw hoogheid
(nedervellen
Wat schok, wanneer gij valt, gij ceder Li-
(banons
't Gerucht van dezen val zal 'teind der
(aard ontstallen;
Ons harte krimpt ineen: dit beeld verbijs
tert ons.
Wij hooren reeds de klacht op 't puin van
(uwe grootheid
„Hoe is dat Rijk vergaan, het machtigst,
(dat bestond
Met sombren weemoed wijst Geschiedenis
(op uw snoodheid,
Uw eervergeten goud- met wraakdorst in
(verbond
Uw hoogmoed, die den trots beschaamt
(van Babels koning,
Uw vuile huiohlarij, die nergens weerga
(kent;
Zij wijstMaar 't is genoeguw straf is
(rechtsbetooning 1
De menschheid voelt geen wee, al stort gij
(in ellend.
Ze erkent de hand van Hem, Die boven
(lucht en wolken
Hst lot der wereld leidt, en gruwt van hoo-
vaar dij,
Die 't levenschenkten neem taan koningen
(en volken,
Opdat ze dienaars zijn van Zijne heerschappij.
Waar zij in arren moed'dit dienaarschap
(vergeten,
Daar wreekt de Almachte-Zelf van Zijnen
(Naam de eer,
En werpt de Cesars, op hun purpertroon
(gezeten,
Terwijl de wereld beeft, in 't slijk der
(schande neer.
Brittanje! dat's uw lot; zóo heeft de Heer
(gesproken,
Tenzij gij u bekeert, en 't recht herstelt op
(aard,
Den trotschen schedel buigt, voordat hij
(wordt verbroken,
En Gode de eere geeft, eer gij ten af-
(grond vaart.
B. K. W.
(Slot).
Alvorens van dit onderwerp aftestappen
vestigen wij nog even de aandacht op een
staatsinstelling dié bij ons in een slecht
blaadje staat; en gelukkig nog bij vele
antirevolutionairen.
Wij bedoelen de Staatsloterij.
Uit christelijk, historisch oogpunt ver
dient de Staatsloterij bestrijding.
Beginnen wij met het laatste.
De Staatsloterij heeft niet kunnen tot
«tand komen in de 16e eeuw, toen het
Jioht der reformatie ook in ons vaderland
allerwegen binnendrong.
Ook niet in de 17e eeuw, het bloeitijd
perk van het Calvinisme in deze landen.
Wel poogde men haar als „middel van
Staatsinkomst" in het leven te roepen, maar
te vergeefs. De volksconsciëntie kwam er
tegen op. En de Staten van Holland, eene
„merckelycke opspraecke" vreezende, lieten
hun plan varen.
Maar voor de zoutelooze 18e eeuw, de
eeuw van diep verval, niet 't minst in
zake de religie, is de eer bewaard geweest,
eene dergelijke instelling te zien geboren
worden.
Het was tijdens het tweede Stadhouder-
looze bestuur; toen de macht berustte bij
enkele „Staats" gezinde, anti-Stadhouder
lijke familiën, de volksconsciëntie haar win
terslaap sliep en 't den Staten van Holland
en Zeeland meer om negotie dan om religie
te doen was, dat de Staten besloten eenige
„negotiatiën bij forme van loterye" aan te
gaan.
Het doel was om daarin een redmid-,
del te vinden, teneinde in den nood der
schatkist te voorzien.
Er waren fortificatiën gebouwd en de
verbetering en aanleg van vestingwerken
had geld gekost. Daarom werd bovenstaand
besluit genomen op voorstel van den Raad
van State, den 4 April 1726, om de op
brengst der loterij te doen strekken tot
afbetaling van de ten behoeve der fortifi
catiën toegezegde som van een miljoen; en
tot betaling der schulden, gemaakt voor
vestingwerken.
Yan genoemd jaar nudagteekentde Staats
loterij, destijds Generaliteits-loterij ge
noemd.
Sinds dien tijd heeft zij een ongestoord
voortbestaan genoten. Geen buiten- of bin-
nenlandsche verwikkelingen hadden eenigen
invloed op haar. Opkomst, bloei of verval
voor of achteruitgang der nationale welvaart,
elke oeconomische wisseling liet haar koud.
Zij bleef staan en bloeide, en slokte
de penningen der armen op met de kapitalen
der rijken. Van 1813 tot ,1848, onder de
regeering van twee koningen uit het Huis
van Oranje, sierde haar de naam van Konink
lijke Nederlandsche Staatsloterij. Na dien
tijd tot op den huidigen dag draagt zij
den nationalen naam: Nederlandsche.
Zij is in het leven geroepen in eene
eeuw toen de Calvinistische beginselen en
zeden in kwijning waren.
Thans, nu het Calvinisme in menigerlei
opzicht weer opbloeit en zich gelden doet,
klinke het protest tegen dit monument
onzer nationale schande, met meerder kracht
dan ooit.
Doch ook uit Christelijk oogpunt zijn
wij tegen deze Staatsinstelling.
Wij zeggen dat niet, dewijl wij ons zoo
veel Christelijker weten dan de voorstanders
der Staatsloterij.
Er is een terrein, waarop zelfs de Heiden
ons ontmoeten kan, het terrein der wet,
der ingeschapen zedewet, naar welke de
Overheid heeft te regeeren, naar welke
de onderdaan moet gehoorzamen, naar welke
beide Overheid en onderdaan levenmoeten.
Dat is het terrein der zedelijkheid,
waarop Christen en niet-ChristenChris
ten en Heiden zelfs het eens kunnen zijn.
Niemand lake derhalve onze bestrij
ding als uit een soort aangematigd {monopolie
van Christelijkheid voortspruitend. Integen
deel wij vinden met ons proteBt zelfs bij
de oude Heidenen steun.
Ovidius, een Romeinsch dichter, die eene
halve eeuw vóór Christus leefde, verhaalt
dat bet „kansspel" by zyne voorvaderen
een groote misdaad gold, en Aristoleles, een
Grieksch wijsgeer uit de vierde eeuw vóór
onze jaartelling, leerde dat de winst met
dergelijke spelen verkregen, niéts dan dief
stal was.
Dit zeggen Heidenen, die den Christus
niet kenden en derhalve ook niet uit
Christelijk oogpunt tegen deze dingen kon
den getuigen.
En niemand zal beweren dat zij te veel
zeiden.
De winst, door loterijspel behaald, is ver
kregen ten koste van anderen, van maat
schappelijk zwakkeren menigmaal.
De aldus door 'den Mamon begunstigde,
speelt voortaan mooi weer van met moeite
bijeengegaarde penningen der armen, en
plukt de vrucht, de zoete doch tevens doo-
delyke vrucht van de hebzucht en het
winstbejag.
Dergelpk middel om zich, als door één
slag, zonder de inspanning die God vordert,
door anticipatie gelyk onze ouden het
noemden, het aaidsch geluk te gewinnen,
is zondig.
Dat is het reeds omdat het niet uit den
geloove is. Al wat uit het geloof niet is,
zegt de Apostel, dat is zonde. En gelyk
ongeloof de wortel is van elke zondige daad
des menschen, zoo i» ongeloof ook de bodem
waaruit de zonde van winzucht en geld
gierigheid, die worti i van alle kwaad,
voortkomen.
Wie in de loterij speelt, rekent daarbij
niet met zijn God, n aar met de Fortuin,
het Lot of welken afgod men zieh ook
gemaakt heeft. En de Heere, die een
jaloersch God is, vertoornt zich grootelijks
op wie Zijn eere aan een ander geeft.
In het spel is derhalve iets demonisch,
iets dat geheel indruist tegen de eere Gods.
En welk christen zal dit durven?
Gezwegen nog vatir-hct •Jg.c-n.e^n beves
tigde feit, hetwelk allen tegensprekers den
mond stopt, dat men op een spelletje in de
loterg den zegen des Heeren niet kan af-
smeeken, zonder de zonde van spotten met
het allerheiligste zich op de.i hals te laden.
Trouwens op een lotje in de loterij vraagt
men al evenmin Gods zegen als op het
gebruik van zijn bittertje. De consciëntie,
zelfs van wie het dichtst in Satan's strikken
verward is, zou er tegen opkomen.
En dan het I teryspel ontzedelijkt
zelfs den beste, omdat het van allen inge
spannen en aanhoudenden arbeid afkeerig,
dezen doet hunkeren naar, doet droomen
van, doet spreken over, doet opgaan in de
verdachte zegeningen, die't spel hem brengt.
Nu eens met een kleinigheid, dan weder
met een grooter bedrag, vele malen met
een niet, houdt het zyn gansche ziel dag
en nacht bezig.
Met welk een gejaagdheid wordt daar
naar den dag der trekking uitgezien wat
al treurige dagen he<-ft menige huismoeder
al niet doorleefd van haren man, dien de
teleurstelling kregelig en onbillijk tegen
haar en 't gezin of dien de opwinding over
't kleine behaalde winstje roekeloos en on
zinnig gemaakt had.
En eindelijk d« Staatsloterij doet de
gedachte post vatten, zelfs bp oogen-
schijnlyk zeer Christelijke menschen, dat er
behalve den arbeid nog een ander van
God ingesteld en gezegend bestaansmid
del is. Eene leugen, eene misvatting, welke
te wederleggen onzerzijds het bewijs leveren
voor een axioma wezen zou, met water
dragen naar de zee gelijk zou staan.
Daarom zoulen wy 't oogenblik zegenen
wanneer deze staatsinstelling door de regee
ring werd losgelaten.
Intussohen roepen wy allen Christenen
toe: houdt u uit deze instelling uit.
Wp vreezen dat velen hunner wien de
waarschuwing geldt, naar haar niet zullen
hooren.
Maarde pers heeft haar plicht gedaan.
Een vergissing van onzen correspondent!
omtrent de ontvangst van den Duitschen
Keizer te Vliseingeu gaf ons een afkeurend
woord in de pen over het spelen van het
Engelsche Volkslied.
Het Engelsche volkslied is echter niet
Het was't Duitsche „Heil dir im Sieges-
kranz" op dezelfde wijs. En de „Waoht am
Rhein".
Wp herstellen deze fout.
Waren alle fouten waarbij de. E.igelsche
regeering betrokken is, maar even spoedig
de wereld uit
Leer dtoang-dwaasheden
In De Amsterdammer toonde de heer
Martin Wolff voor een drietal gevallen,
aan eigen ervaring ontleend, aan tot welke
onmenschelpke hardheid en onrechtvaar
digheid de toepassing der bepalingen van
het ontwerp op den lenrplicht somtpds zon
leiden:
No. 1. Een ongelukkig knaapje, geheel
naakt, lag te bed onder een soort paarden
deken met gaten en moeder was bezig
het hemdje te wasschen daarna zou zy het
drogen bij een turfvuurtje, en tegen 12 uur
kan dan het kind opstaan en weer naar
school gaan. En waar zijn dan zijn andere
kleeren was mijn vraag. Er werd mij
een katoenen blauw kieltje getoond, een
dito broekje, een paar sokjes, ziedaar het
geheele toilet, en het vroor bar. Als nu
die moeder eindelijk haar kind thuis houdt
en de wet op den leerplicht (gelpk zij daar
ligt) is erdoor, beboet haar dan maar, en
als dan die arme niet kan betalen, stopt
haar dan maar in de gevangenis, en leve
dan de wet op den leerplicht 1
No. 2. De moeder was van het zesde
kind bevallende vader liep met een
wagen met appelen, doch was erg byziende;
het negenjarig jongetje moest den gansohen
dag mede, om vader en den wagen te lei
den, anders hadden moeder, vader en zes
kinderen niet te eten. 'tis hard genoeg, zei
de vader, dat ik den jongen van school
moet houden, maar mijn oogen, meneer 1
Beboet dien man straks maar en stop hem
anders, bij wanbetaling, maar in de doos,
en leve dan de wet op den leerplicht 1
No. 3. Haar man zat in de gevangenis,
voor vier kinderen had zij te zorgen en
ging daarvoor uit werken. Het oudste
meisje was negen jaar, zp paste op de
kinderenals moeder niet werkt, hebben
ze allemaal niet te eten. Beboet straks
maar, bp niet-betalen dan maar weer de
doos in, en dan „een hoerahvoor de
wet op den leerplicht 1
Zulke gevallen zullen natuurlijk niet zoo
menigvuldig voorkomen; maar van tyd tot
tyd zal men er zeer zeker voor te staan
komen. Sprokkelaar.
Er is heden geen nieuws.
De Boeren onder bevel van Grobler
trekken al hun strydkrachten tusschen
Allewol Nord en Richmond bp ten om de
spoorlpn bij De Aar te kunnen bezetten
en te verhinderen dat de Engelschen naar
het noorden trekken.
Zaterdag zyn uit Engeland weer 3000
officieren en manschappen naar de Kaap
vertrokken. Vrydag is een transportschip
met 1900 muildieren aan de Kaap aan
gekomen.
Bij Doodepunt, 150 K.M. van Mafeking
zpn de Rustenburger Boeren slaags geweest
met Engelsche hulptroepen van de Rus
tenburgers sneuvelde het lid van den Volks
raad voor RustenburgBarnard.
Ook is van de Theems naar Zuid-Afrika
vertrokken het Stoomsohip „Karomi" dat
de grootste lading oorlogsmateriaal aan
boord heeft die ooit uit Engeland is ver
zonden. Het schip voert niets minder mede
dan veertig millioen rounds patronen in 3640
kisten, 7000 rounds granaat-kartetsen en
granaten en 4000 rounds van 5-inch lyddiet.
granaten in twee duizend kisten. Verder
nog een hoeveelheid ster-granaten, waardoor
des yijands stelling bp naoht verkend en
beschoten kan worden.
In 't Oosten schynen de Boeren vastbe-
loten den Engelschen den overtoebt over
de Toegela te beletten.
De Engelsche officier Graaf Gieichen
die tot de ernstig gewonden in en slag
by Modder-rivier behoort, iB een kleinzoon
der halve zuster van Koningin Victoria,
Prinses Anea von Hohenlobe Lar genburg,
een dochter van de moeder der Koningin
uit het eerste huwelyk dier vorstin met
den Prins van Deiningen.
Hij heeft een paar werken geschreven,
over „de Zending naar Menelik in 1898",
waaraan by deelnam.
Het gerucht van generaal Joubert's dood
handhaaft zich met groote hardnekkigheid
Uit Kaapstad seint een correspondent van de
St. James'' Gazette dat hy een brief heeft
gezien van iemand te Pretoria aan zijn vrouw
te Kaapstad, waarin de schrijver meldt dat
hij juist was teruggekeerd van Joubert's
begrafenis.
Een officieele mededeeling uit den
Oranje-Vrij staat luidt
De heer Marthinus Prinsloo is gekozen
als hoofd-kommandant van het Oranje-
Vrystaatsche Burger-leger op de grenzen
van Natalde heer Cornelus Johannes
Weasels als hoofd-kommandant van het
Oranje-Vry staatsche Burgerleger op de
grenzen van Griqualand-W est en de heer
Esdids Renier Grobler als hoofd-komman
dant van hét Oranje-Vrijstaatsche Burger-
leger in de districten Bethulia en Pbilip-
polis. Al deze drie zijn leden van den
H.Ed. Volksraad, de heer Grobler als
ondervoorzitter. Hy vertegenwoordigde
den Oranje-Vrijstaat als Commissaris-Gene
raai op de Wereldtentoonstelling te Chicago
President Kruger.
Een Duitsoher, die zeven jaar in de
Zuid-Afrikaansche Republiek verblijf heeft
gehouden, geeft het volgende beeld van
president Kruger
Het is tegenwoordig een zeldzame ver
schijning, dat een man, die met sty ve hand
slechts de letters van zpn naam teekenen
kan, in staat is sedert jaren reeds de wereld
in spanning te houden en het klaar te
spelen met de gewiktste diplomaten' van
Engeland. Daarvoor is niet de aangeboren
slimheid der Boeren voldoende daar be
hoorde een leven toe vol politieke kampen
en zulk een intieme kennis van de kunsten
en de tradities der Engelsohe politiek, als
de patriarch vaD Pretoria in den loop van
vijf „decenniën" verworven heeft, om ze
te kunnen gebruiken, ten voordeele van
zijn vaderland
Thans zweert ieder boer, met oom Paul
te staan of te vallen. Thans zijn zij ook
bezorgd voor zpn leven en de Volksraad
heeft een wagen te zijner beschikking
gesteld waarin hy, door politieagenten ver
gezeld, zijn uitstapjes doet. Anders is hij
gewoonlijk de „primus inter pares" en hij
past er vel voor op, door de eene of andere
buitensporigheid onwil te voorschijn te
roepen. Zoo bewoont hij, hoewel hij een
rijk man is, een bescheiden cottage, welke
alleen uit parterre-vertrekken bestaat. Hier
heeft ieder het recht hem te bezoeken en
uit te vragen en een sterken kop koffie te
drinken. Daarvoor krijgt de president jaar
lijks drie honderd pond koffiegeld. Bovendien
behoort het tot de democratische plichten
van den president op bepaalde tijden door
het land te reizen en den burgers te woord
te staan.
Dan reist hij per rijtuig van dorp tot
dorp. Op het aangekondigde uur komen de
boeren aangereden. De president zit
gewoonlijk onder een boom, want groote
zalen zijn er niet in het land, en dan begint
het verhoor. Alle denkbare vragen over
de binnen- en buitenlandsche politiek wor
den hem gedaan en de domste doen gewoon
lijk de meeste vragen. Zóo moet men Oom
Paul zien om te begrijpen, hoe hy zijn
lieden baas weet te worden. Wanneer hem
verstandige vragen worden gedaan, denkt
hy een oogenblik na en geeft dan korte,
wijze antwoorden. Zijn de vragen hem
echter onaangenaam, dan weet hy er zoo
glad als een aal aan te ontsnappen.
Hij drijft den vrager op socratische wyze
door een rij van wedervragen in de engte
en antwoordt in parabelen en gelijkenissen
en wanneer hij ai te hardnekkig in het
nauw gebracht wordt, zegt hij een harde
scherts, waardoor hij de lachers op zyn zy
krijgt. Dikwijls was ik er getuige van,
hoe hij lastige vragers onder algemeene
vroolijkheid wist af te weren. Eens hoorde