der Boeren niet ontploften.
deeling huzaren onder kolonel Knox (spreek
uit Noks) werd gezonden naar den ingang
van Biggarsberg om den Boeren den terug-
tooht af te snijden. Bij den ingang werd
een burger gevondea een gewonden makker
over den spoorweg per trolley vervoerende.
Hii werd naar 't kamp als gevangene ge
zonden en zeide dat de Boeren bij inlands-
laagte verslagen waren en hij ontkomen was
aan de verschrikkelijke slachting, door de
Engelsche lanciers onder hen gehouden.
Daar er geen verdere teekenen waren van
den terugtrekkenden vijand, keerde de afdee-
ling terug toen zij bemerkte dat een aantal
Boeren overkwamen van de i üempatiberg
naar den noordkant van den berg die den
spoorweg beheerschtonze batterij-artillerie
werd spoedig in positie gesteld en eeuige
kartetskogels werden in hun midden ge
worpen, een groot aantal hunner doodende
en kwetsende. Dit trok het vnur der Boe
ren van den berg en onze macbt moest
weder buiten hereik gaan, hetgeen gedaan
werd zonder een man te verliezen. Eeo es
kadron van onze burgers en bereden infan
terie had een zeer nauwe ontkoming van
verdelgd te worden, daar bommen nabij hen
barstten doch zonder een enkel hunner te be-
zeeren. Het was mooi het artillerievuur der
Boerengade te slaan. Zij mikten zeer goed,
dochhadden, tot ons geluk, granaats, geen kar
tetse», en alleen gewone granaten werden
gebruikt die Boms in den grond zonken
zonder te ontploffen.
Den geheelen Zondag werden onze caval-
lerie en artillerie beziggehouden. Voor vier
dagen waren de zadels bijna niet van de
ruggen der paarden en de meerderheid
der mannen waren uitgeput door ge-
brek aan rust en slaap. Laat Zondagavond
werd last gegeven gedurende den nacht
een verdere beweging te maken. De trans
portwagens werden weder in gereedheid
gebracht en in de duisternis van den
nacht trok de geheele kolonne recht voorbij
het Boerenkamp, door het dorp Dundee,
langs den Helpmekaarsweg. De terugtocht
werd op meesterlijke wijze gedaan, in de
beste orde.
Bil de aansluitng van de Wasohbank-
en Helpmekaarwegen gekomen, hield de
kolonne halt, en de mannen kregen rust
tot 11 uur op Maandag, toen de tocht,
hervat werd en de kolonne voortging naar
Waschbank, door Van Tonderspas in den
Bi aarsberg. Het passeeren door dezen pas
was" een ernstige tijd voor iedereen. De
pas is zes mijlen lang en hadden de Boeren
ons daar voorgelegd dan zou de kolonne
het zeer slecht gehad hebben. Verscheidene
gidsen bewezen ons hier goede iliensten.
Het is een pas die met succes kan gehouden
worden door vijftig man tegen een heel
leger.
Omstreeks drie uur in den morgen waren
■wij 6* door.
Bij aankomst te Waschbank hadden wy
hevig vuur in de richting van Elaudslaagte.
Een "batterij artillerie, huzaren, bereden
infanterie ea karabiniers werden in die
richting uitgezonden om den vijand af te
snijden; maar ongelukkig werd bjj in een
andere richting gedreven, naar de Kandij-
kloof.
Tegen den avond viel er een zware regen
die de mannen weer belette veel rust te
krijgen. Omstreeks 4 uur hedenmorgen was
de kolonne weder op marsch. Daar konden
rij goede rust nemen en eten dewijl geen
Boeren te zien waren.
Tot zoover deze schrijver.
Hij doet het „natuurlijk" niet genoeg
uitkomen; maar 't is toch zoo. De Boeren
hebben daar de Engelschen gedwongen tot
overhaast opbreken; en Tnle bereikte be
houden Ladysmith.
Ook omtrent Elandslaagte, insgelijks 2.1
October, bevatten de Engelsche bladen
bij zonderheden.
Een hunner berichtgevers die zeer venij
nig schrijft over de Boeren, critiseert toch
ook 't beleid der Engelsche bevelhebbers.
Hij vindt de overwinningen bij Dundee en
Elandslaagte zeer duur bet.iald, en hij be
twijfelt of zij die offers waard waren.
Bij de bestorming van de Dargaiheuvel
vielen er 199 dooden en gewonden eau
Engelsohen ^ant; bij Dundee 213 en bij
Elandslaagte 247. Eu den heelen Tirah-
veldtoeht, die vijf maanden duurde, werden
er 23 officieren gedood en 56 gewond in
drie gevechten in Natal (Elandslaagte,
Dundee en Rietfontein) in vijf dagen tijde
sneuvelden 16 officieren en werden er
59 gekwetst.
Deze schryver, hoe fel ook tegen de
Boeren gekant, wil nochtans hunre dap
perheid niet ontkennen. Integendee 1, een
der groote verrassingen van den oorlog is
dat de jonge Boeren slechter schieten dan
de ouderen, maar beter vechten. Alge
meen zeide men: als er twee- of driehon
derd gesneuveld zijn, dan zal een algemeen
„huis toe" klinken; maar dat blijkt niet
waar te zijn.
Deze schrijver heeft van een Engelsch
officier gehoord hoe 't komt dat de granaten
Deze granaten zijn namelijk met cordiet
„evuld, en dat is aan bederf onderhevig.
En de meeRte granaten waren twee jaar gele
den gevuld. Bederf zonder toetreding van
Deze correspondent vertelt ook als een
staaltje hoe na Elandslaagte de ecliri i in
de Boeren zat, het volgende:
Een veertiental Engelschen (geen solda
ten) waren op weg van Dundee naar Lady
smith daar kwamen zij 17 Boeren tegen
die va» Elandslaagte vluchtten, meevoerende
een wagen, getrokken door zes mu.lezels.
In den wagen lagen v er gewonden. 01-
schoon van de Engelschen slechts twee of
drie gawapend waren, riep een hunner dat
zij zich zouden overgeven, zeggende dat er
een sterke pattreuille vlak in de buurt
was. Zij gehoorzaamden en werden toen
naar Elandslaagte teruggebracht. Onder hen
was ook commandant de Witt Hamer.
Hij schrijft ook:
De Boeren waren zeer dapper. Zy riepen
ons toekom op, en bleven tot het laatste
staan. Ik zag Ben Viljoen zwaar gewond
en kapitein Schiel. Ik zag Koek en Pien-
naar beiden dood, en dr. Coster met een
kogel in het hoofd. Er zijn hoopen ambte
naren uit Johannesburg, Krugersdorp en
Boksburg dood of gewond, en anderen
krijgsgevangen, verscheidene Engelschen en
Ieren zijn onder hen. De oude Kook, lid van
den Uitvoerenden Raad, lag boven op den
heuvel, een witgebaarde patriarch in een
zwart gekleede jas.
Met krachtige stem riep hy„Breng my
den heuvel af en leg mij in een tent
ik ben door drie kogels getroffen." Vier
van de familie Koek waren dien dag in
het vunr en allen werden getroffen. Schiel
lag met een kogel in zijn dij bij zijn twee
kaïonnen, die hij zoo goed bediend had.
Hij weigerde hulp tot onze mannen ge olpen
waren. (Dat zijn de Engelschen).
Zoo gaat deze Engelsche schrijver voort
en hij zegt er bijde slachting was te erg
maar 't moest. „Wij hebben al hunne (der
Boeren) officiiren gedood of gewond."
Elandslaagte zal altijd een droeve blad
zijde beslaan in degesohiedenis van Transvaal.
Maar Joubert moet gezegd hebben: „Het
gevecht van Elandslaagte was het eerste en
zal ook het laatste wezen dat wij in dezen
rechtvaardigen krijg zullen verliezen".
Ook in 't Zaide gaan de Boeren steeds
voorwaarts.
Een commando trok reeds de vorige
week Alliwal-Noord binnen en heesch de
vlaggen der beide Republieken, terwijl^ een
proclamatie werd uitgevaardigd, waarin de
stad republikeinsch grondgebied verklaard
werd. Engelsche onderdanen kregen veer
tien dagen tijd om de stad te verlaten.
Voorts hebben de Boeren Burgersdorp
bezet, terwijl zij op Stormberg aanrukken.
Stormberg is 't belangrijke station, ver
bindingspunt, eigelijk junction van den
spoorweg van Oost-Londen met dieu van
Port Elizabeth naar Kimberley.
Kleine detachementen der Boeren, rond
trekkende in de buurt van West-Griqnaland,
hebben bezit genonsn van Barkly-WeBt,
waar eenige politieagenten en leden van het
Douglas-regiement in hechtenis werden ge
nomen. Tegenstand werd niet geboden.
De Boeren hebben voor elke stad een
landdrost aangesteld.
Inmiddels trekken de Engelsche verster
kingen (hun aantal bedraagt reeds 2 8 dui
zend man) zich al meer samen aan Oranje
rivier, om op Kimberley aan te rukken.
Hnn aanvoerder, lord Methuen, wiohtnog
slechts op de komst van nog meerdere hulp
troepen. Getracht wordt den spoorweg naar
Kimberley te herstellen en zoo hoopt men
nog tijdig aan te zijn om Kimberley te ont
zetten.
Daar houdt Baden Powell nog altyd de
verdediging der stad en van 't Rhodes' paleis
gaande, schoon met afnemende kracht. Dit
laatste blijkt uit het feit dat hij reeds se
dert meer dan drie weken kaffers in zijn
dienst had.
Bij nacht doen deze gewapende wilden
uitvallen, zeer tot ergernis der Boeren, en
zeker wel van alle beschaafde volken. Im
mers nog nooit werden kaffers in den oor
log tegen blanken gebezigd. Maar den En-
gelschman is alles geoorloofd.
En 't is te brutaler en onmenschelijker,
dewijl de Engelsche pers als 't ware hemel
en aarde bij elkaar roept over 'tfeit dat
een Kafferhoofdman, zekere Joel, plannen
geopenbaard heeft om zich bij de Boeren te
voegen.
Niettegenstaande dezen den man te verstaan
gegeve» hebben dat hy er niet op te re
kenen heeft te zullen worden aangenomen,
schreenwtde Engelsche pers nog maar steeds
om wraak over 'tplan van dezen Joel. Ja
zelfs is er al een regeeringscommissaris
(Lagden) bij hem geweest om hem voor die
dood en tegen de Boeren te waarschuwen,
en hem te bewegen vaneen dergelijken stap
af te zier..
Zoo weet deze Christennatie met twee
maten te meten. Wat te stuitender is,
dewijl al meer uitkomt dat dat wapenen va»
kaffers algemben wordt in Kaapkolonie. Zoo
zelfs dat onderdanen der koningin geklaagd
hebben dat de kaffers gewapend worden en
de kolonisten onbeschermd blijven.
De Boeren hebben ook Colesberg bezet.
De laatste berichten uit 't Oosten ver
halen dat de Boeren meester zijn van den
spoorweg en den grooten weg van Lady
smith naar Durban, over Weenen enGrey-
town. Het gerucht loopt dat zy naar
Estiourt oprukten, alles op bun tocht
vernietigende.
Toch gaat 't hun, naar de Engelsohen
verhalen, voor Ladysmith niet naar wensch.
Hunne aanvallen worden gedurig met
groote verliezen afgeslagen. Ongeveer 800
Boeren vielen reeds bij de jongste gevechten.
Maar en dit is 't vreemde na zoo groote
verliezen zij keeren telkens versterkt
terng en sluiten de stad steeds nauwer in.
Als tegenstrijdig bericht voegen wij hier
terstond aan to», dat volgens te Londen
ontvangen tij ding reedsWoensdag Ladysmith
zich moet hebben overgegeven en dat voor
de overgave er gemis aan tucht heerschte
in het Engelsche kamp.
Bij de verovering van den gepantserden
trein bij Cbiverney, wij deelden er Vrijdag
reeds een en ander van mede, hebben de
Boeren 181 krijgsgevangenen gemaakten
weer alteraaal Ieren, van het beroemde
Dnblin-corps. Zij zijn de eersten van de
versoh aangekomen soldaten die in handen
der Boeren vielen; en thans op reis zijn
naar Pretoriaom met hnnne ruim 14Ö0
broeders, hun reeds daarheen voorgegaan,
te gaan voetballen.
De berichten van heden luiden
Een brief van White aan Joubert, waarin
over het betreurenswaardige van den oor
log gesproken wordt en de strijdmethode
der Boeren als volstrekt menschelijk ge
kenschetst wordt, heeft een goeden indruk
gemaakt op
Natuurlijk op de Engelschen.
Maar de klacht van Joubert aan White
dat deze van onmenschelijke wapenen, van
lyddietboramen gebruik maken, en 't cyniseh
afwijzend antwoord van White had op de
Engelschen ook een goeden indruk ge
maakt.
Uit beide indrukken spreekt de zelfzucht
der Juigo-pers.
De Boeren mogen wel bij honderden
doorlyddietbommen vaneen gereten worden,
ind ej "lij de Engelschen maar menschelijk
behandelen, en vooral niet op hen schieten.
Dan makeu zijeen goeden indruk!
Trouwens in ieder opzicht strijkt hier
Engeland voor Transvaal de vlag.
Wijze van oorlog voeren, wering van
ontmensohde bondgenooten, behandeling van
krijgsgevangenen, ontvangst van gewonde
vijanden, in ieder opzioht wint de Boer 't
van den Brit.
Dr. Briscoe, de Engelsche bevelvoerder
oyer den trein van het Roode Kruis, zegt
dat de gewonden door de Boeren goed be
handeld worden, en onder toezicht zyn van
dr. Maxwell, van Ermeloo. Hij prees warm
de voorkomendheid van den commandant
der Boeren.
Nu, hoe de krijgsgevangenen te Pretoria
't maken, weet men. Hier tegenover nu
staat dat de Engelschen hunne krijgsgevan
genen opeengehoopt hebben op een schip;
en dat niemand minder dan Bulier in ant
woord op een klacht van Schiel den
Boeren-kolonel die bij Elandslaagte ge
vangen genomen werd, geantwoord heeft
dat hij vooralsnog daarin geen verandering
zal brengen.
Het maakt een aangenamen indruk dut
n diplomatieke en militaire kringen in
Enropa twijfel ontstaat of de Engelschen
'tooit winnen zullen; ja zelfs begint men
van Engelsche zijde te erkennen dat Enge»
land door dezen oorlog in een impasse
(blinde steeg) geraakt is, waar het ziebzelf
niet uit redden kan.
Het gerucht gaat, in verband met deze
erkenning, dat een zaakgelastigde van Krn-
ger naar Kaapstad is gegaan om met Milner
over een mogelijken vrede te spreken.
Zoo zouden de gelaaterden, de aangeval
lenen, tevens overwinnaars, zalven, en dat
op de meest kiesche wijze, de hand uitsteken
om hnn vijand met alle eer te doen geraken
nitden pnt door hem voor deBoeren gegraven,
doch door hemzelven tegen zyn wil betreden.
N&tnnrlijk zijn wij nog zoo ver Hiet.
Maar het zou een groot voorrecht zyn,
wanneer, zonder verder bloedvergieten,
't ideaalZuid Afrika, onaihankolyk, vrij,
geheel aan de Afrikaanders, zoo kon
worden verwezenlijkt.
Mogen Kruger en Jonbert deze weder
levend gewordene in de wereld der dagblad
correspondenten I metSteyn enSchreine!
en zoovele anderen hierin nog eens slagen.
Van Jonbert gesproken. Hij is slechts
licht ongesteld geweest hij is thans beter-
Dat overigens Engelschen die er ver
stand van hebben, den toestand donker
inzien, blijkt onder meer uit een schrijven
met toestemming van den opperbevelhebber
van het Engelsche leger, lord Wolseley,
in een Engelsche militaire krant van 11
Nov. (Army and Navy Gazet'e) tot zyn
landgenooten gericht, in welk schrijven
generaal Dunne aandringt op dienstneming
qij zyn regiment.
Hij klaagt onder meer er over dat aan,
zyn regiment een 200 man ontbreken om
te kunnen worden uitgezonden naar Trans
vaal en zoo schrijft hy „nu smeek
ik een ieder, die invloed heeft hy zij
landeigenaar, fabrikant of wat ook pro
paganda te makeu v or in-diensttreding
ten einde in deze ure van gevaar den naam
van het graafschap te redden.
Mocht het noodig zijn, geef dan uitleg aan
de jonge mannen, in elke stad en in elk dorp
dat Éls de oorlog slecht voor Engeland
mocht aflnopen, dat er dan in eigen vaderland
geen werk voor hen te vinden tal zijn, en dat
honger, ellende het lot zal worden hunner fa-
miliën en beminden. Zoodat als edeler drijf
veerenhen niet doen besluiten dienst te nemen
eigenbelang hen hiertoe moet aanzetten
Wie, vooral de laatste woorden nauw
keurig leest, die merkt zeker wel dat En
geland a ch op 't oogenblik met de vingen
}ca*chen de dear voelt zitten.
Men maakt ons attent er op dat de vader
van den bij Elandslaagts gesneuvelden
Moora niet is de heer P. H. Moora die
nog aan de Groen v. Prinstererschool te
Doetinchem is, maar de heer H. Moora, deze
is, gelijk wij reeds meldden, sinds 1891 ln.
spectenr van het onderwijs in Transvaa.
JOUBERT.
Generaal Joubert is thans 66 jaar
oud. By was oorspronkelijk boer in de
letterlijke beteekenis, doch meer nog dan
datzaakwaarnemer, volstrek» geen soldaat.
Als zaakwaarnemer was hy een zeer scherp
zinnig man en zyn welbespraaktheid droeg
er dan ook veel toe by dat hy werd ge
kozen als lid van den Volksraad. Hy
had een groote gemakkelijkheid om zich
uit te drukken, ook al beschikte hy niet
over een aangenaam stemgeluid. Hij was
waarnemend president der Republiek ge
durende den tijd dat de president Burgers
zijn bekende reis door Europa maakte. Met
Kruger saineu ging Lij in 1879 naar Londen
nu de herroeping van de annexatie te be
pleiten. Teruggekomen werd hij naar Natal
gestuurd om den gouverneur van de Ka p
die toen daar was, te overreden om zelf
een onderzoek in Trinsvaal in te stellen,
hetgeen ook geschiedde. Daarna werd hij
nog eens met Kruger naar de Kaap gezon
den om te trachten, om aldaar het aanhan
gige Go ifederatie-schemate doen mislukken
waarin hij dan ook slaagde. Eeu tijd lang
nam hij de plaats in van Staatsprocureur.
Vermoedelijk door den invloed, dien hij in zijn
district had door de rol, die hij speelde in
de Kaapsche kerkhad hij het te danken
dat zijn partij hem voor het uitbreken van
den Vrijheidsoorlog wist te doen kiezen
tot commandant-generaal. Als zoodanig ging
hij met de hoofdmacht naar Natil waarde
Engelschen bij Langs Nek, Schuins Hoogte
(Ingoge) en Amajuha werden geslagen,
hetgeen voor een groot deel aan Jouberts
voorzichtigheid en wijs beleid te danken
was. In de onderhandelingen met Wood
schoot zyn beleid echter tekort en „Slim
Piet" zou door den Engelschman om den
tuin zijn geleid, ware het niet dat Kruger
tasscheubeide was gekomen.
Van tyd tot tyd nam Jonbert het ambt
van 8nper-intendant der natnrellen waar,
een betrekking later door Cronjé vervuld.
BehalvS commandant van het leger was
Joubert de laatste jaren ook vice-president
der Republiek. Met president Kruger was
hy niet altyd op goeden voet, hoofdzakelijk
door het tegenstrijdig standpunt dat beide
mannen in de kerk inaamen. Niettemin is
hun verhouding den laatsten tyd veel beter
geworien. Voor zoover wy weten, heeftge-
neraal Joubert slechts één zoon.
Generaal Meyer.
Een paar bijzonderheden omtrent de an*
dere bekende hoofdaanvoerders aan het Boe
renleger laten wij hier dau meteen volgen
Lukas .Meyer, die door dr. Leyds als
een der vermoedelijke opvolgers van Jou
bert als commandant-generaal genoemd
werd, was vroeger President van de nieuwe
Republiek, die zich gevormd had in het
zuid-oostelijk deel van de tegsnwoordige
Zuidafrikaansche Republiek, wat thans het
district Vrijheid is. In 1886 stelde hy met
dr. Leyds het tractaat op krachtens het
welk die nieuwe republiek by de Zuidafri
kaansche Republiek werd ingelijfd. Krach
tens de annexatie werd Lucas Meyer lid
van den Eersten Volksraad van het distriet
Vrijheid in welk lichaam hy behoort tot
de oppositie. Lnoas Meyer, die zich thans
ook bij de oommandos te Natal bevindt, is
eeu lange, traai-gebouwde mau, met een
mooien langen baard.
Generaal Gronjó.
Een der andere vermoedelyke opvolgers
van commandant-genenal Joubert is Pieter
Cronjé, die thans zooals men weet, het com
mando voert over de Boeren, die aan de
westgrens van Kimberley liggen. Hij was
commandant in den Vrijheidsoorlog en nam
deel aan het beleg van Potchefstroom hij
commandeerde het leger in 1885 bij den
opstand van den stam der Korannas in
wier gebied later gesticht werd de 'stad
Schroeizerrenneke, geheel in 't westen, ten
zuiden der Molopo in het district Bloem
hof. Later volgde hij als super-intendant
der naturellen Pieter Joubert op; hij staat
bekend als een groot aanhanger van presi
dent Kruger. Bij den inval van dr. Jameson
heeft hy getoond een vastberaden en kracht
dadig aanvoerder te zijn.
Omtrent het snenvblen van de heeren dr*
Coster en de Jonge vinden wij in Ons Land
het volgende schrijven:
....Coster legde zijn ambt neder om een
bejegening in den Uit roerenden Raad, die
hy voor zich beleedigend achtte; de Jonge
verloor zijn ambt omdat de Eerste Volks
raad van oordeel was, dat hy zich over de
predikanten der republieken in bewoordingen
had uitgelaten, waar deze met recht een
grieve in zochten.
Of beide heeren al dan niet reden tot
klachten over de hun aangedane behande
ling hadden, dat laat zich door niemand
beslissen, die zulke zaken slechts uit de
kranten kent. Het feit staat echter vast, dat
het gebeurde geen van beiden weerhouden
heeft van het offeren van hnn leven aan
het belang vaa hun aangenomen vaderland
en aan hetgeen zij de goede zaak van Zuid-
Afrika dachten, een land waar het Neder-
landsche volk zich nauwer aan verbonden
gevoelt dan aan eenig ander buiten Neder
land zelf. Als ik, zoo zullen ook andere
Nederlanders ertrotsehop zijn,dat zij zulke
mannen hun landgenooten mogen noemen.
Valsche voorstelling. De Engelsche
bladen worden in deze dagen, niet moede
om over het Amerikaansoh volk bestendig
te spreken, als our cousins {onze neven),
a kindred nation (een verwante stam), the
Anglo Saxons across the sea (de Anglo
Saxen over zee) enz, terwijl Engeland in
Amerika steeds the mother country (het
moederland) genoemd wordt.
Is deie voorstelling waar?
Het antwoord geeft prof. Dosker in De
Hope. Hij zegt„Geen tiende, misschie-i
geen vijfde deel der natie is Anglo
Saxisch. Het is waar in de 17de eeuw
waren de eerste nederzetten) in de Ame-
rikaansche koloniën meest Engelschen;
ofschoon ook toen reeds er een vrij
groote inmenging van andere volkstammen
was. In Virgiuia, in Maiyland, in New
Jersey, in Pennsylvania was een groot deel
der eerste bevolking niet Engelsoh.
Het is eohter ook waar dat de Engel
sche ne.lerzetters, dojr hunne meerdere
ontwikkeli.ig in die dagen,',toon gaven aan
de eerste Amerikaansche beschaving en
dat de Eugelsche taal dus de landtaal
werd.
Mau dat maakte de Amerikanen nog
geen Engelschen! De latere machtige
ontwikkeling der Vereenigde Staten heeft
dan ook, door de iueensmelting van al
lerlei rassen en nationaliteiten, aan Ame-
riaa eei.e bevolking gegeven, die abso
luut cosmopolitisch is en ons deuken doet
aan de stamvermenging der groote Volks
verhuizing.
Het beeld van Uncie Sam is een ana
chronisme, d. w. z. bet is in onzen tijd
een ongepast en onhistorisch karikatuur.
Het teekent een (toestand, die een eeuw ge
le'en bestond, maar die, door de latere
ontwikkeling van ons volksbestaan, letter
lijk uitgewischt is.
Dit is juist de grootheid van Amerika
dat het een geheel nieuw volk schept, door
de ondereenkarning der nationaliteiten.
De Amerikaan is nog niet, hij wordt.
En eerst als het prooes der revolutie van
ons volksbestaan voltooid is zal aan de
Amerikaansche natie haar ethnologische
plaats kunnen aangewezen worden.
Dit is vrij zeker wij zullen ^geen Anglo
Saxeis zyn! Wy zijn nu en worden lang
zoo meer Amerikanen. En juist die ver
menging van de Germaanscha en Teuto-
nische en Anglo Saxische en Latynsche en
Slavische volksstammen maakt ons sterk.
Wat onder vee geldt, geldt ook voor
menschenrassen bloedvermenging geeft
krachtu.
Tot zoover ds. Dcsker. Voegen wij hier
aan toe dat in alle Amerik&anscbe bladen
die wij lezen: Standaard, Nederlander
Telegraaf, Hope, Hollandsche Amerikaan
Sioux Center Nieuwsblad berichten voor
komen omtrent betooning (en dat is meer
dan betuiging) van sympathie met de Zuid-
Afrikaansche republieken, hnn worsteling
en overwinningen.
Maar in Engeland
Het is een f it dat de teederste Chris
tenen aldaar party kiezen voor de staat
kunde van Chamberlain (Spreek uit Tzjeem-
berleen) en tegen de Boerenterwijl juist
„ongeloovigen" als Labouchère en vele
anderen het warm opnemen voor de Trans
valere, of liever, voor het recht.
Een groote schande voor Engeland it het
feit, dat het opperbevel gegeven werd aan
Sir Redvers Buller. „Hy wordt ons, aldus
schrijft de AmeiikaanBche Hope (Ds. Dos
ker), door een Engelsoh officier beschreven
als een man zonder menschelyk gevoel, die
niet zooveel om mensouenlevens geeft, die de
Boeren, kon by hen eenmaal aan het vluch
ten krijgen, tot den laatsten man zou la
ten neersohietep of verpletteren onder de
hoeven der cavallerDten.
Dezelfde Engelsche officier schreef dat hy
gehaat is door al zijne officieren en slechts
éen goede qualiteit heeft die van een
onverschrokken krijgsman te zyn, „a ham
mer and anvil man."
Is BuUer zulk een man, een vlek dus
op de hedendaagsche beschaving, dan mogen
hem in den eersten slag, waaraan hy deel
neemt, 99 Boeren kogels doorboren
Charles Laurent maakt in de „Matin"een
vergelijking tusschen twee vrouwen, die
beiden haar rol in den Znid-Afrikaanschen
oorlog spelen: koningin Victoria met het
witt e mutsje op het hoofd der Engelsche
weduwen eu de vrouw van Paul Kruger
met het zwarte mutsje der Transvaalsche
boerinnen.
De eerste, koningin Victoria, is 80 jaar,
zij is omgeven door vele kinderen en klein
kinderen, waarvan slechts één naar het
krijgstooneel is vertrokken, prins Christi-
aan van Slees wij k-Holstein, terwijl de an
dere mannelijke familieleden de regimenten
voor Zuid-Afrika met een groet en een
welwil end woordje uitgeleide doen en dan
rustig naar hun paleis terugkeeren.
De andere, mevrouw Kruger, heeft vijf
zoons, die zonder uitzondering by den eer
sten roep te paard zijn gestegen, het geweer
op den schouder, om mee te vechten. De
eene, de bijna almachtige, zit rustig neer,
ver van het strijdgewoel, terwijl haar
soldaten strijden de andere is haar echtge
noot in den oorlog gevolgd, die, hoewel
zelf hoogbejaard, niet thuis wilde blijven,
maar met zyn burgers naar het slagveld
getogen is.
20 Nov. '99.
De heer S. D. Bylsma te Hanaweerf
slaagde op het examen voor adjunct veri-
ficatnur der invoerrechten, enz. te 's Gra-
venhage.
Benoemd tot adjunct-architeot te Nij
megen de beer L. C. Dumont te Zierikzee.
De Staatscourant no. 273 bevat de
statuten der christelijke Jonge lings vereeni-
ging te Goes.
Goes. In de raadsvergadering van
Donderdagmiddag 3 uur is aan de orde
benoeming gemeentegeneesheer, afschrijving
plaatselijke belastingen, voorstellen B. en W.
omtrent lager en mi Idelbaar onderwijs
idem tot verkoop van boomen. Indiening