N1EUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
Ho. 21 1899.
Mecrfag 18 Hosem6ec.
Ueecfimtfe laargang.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel.
De Staatsbegrooting.
Engeland en Transvaal.
isLKEH MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p.f 0,95.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent.
Famifeberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Uit de miljoenenrede den 26 September
j.2. door den minister van financiën in de
tweede kamer uitgesproken, is gebleken
dat de uitgaven voor het aanstaande jaar
geraamd zijn op f 151,260,244,65Vs. -Dit
is 151 miljoen, 260 duizend en 244 gul
den, 65 cent en nog een halve cent
Een verbazend groot getal, dat den uit
roep wettigt, wat kost de huishouding van
Staat toch veel geld I
Maar allicht vraagt ook een ander, of
die raming nu niet tin globale cijfers
kon gegeven worden.
Die 65 ceat, en 'die halve cent komen
er wel wat oolijk achter kijken.
Moest die halve cent er nu toch waar
lijk ook bij
Toch kon de minis'er niet an Iers ramen,
dan hij deed. Ieder jaar wordt een strikt
nauwkeurige begrooting ingeleverd, waarop
geen cijfer te veel of te weinig staat. Ook
die halve cent beslaat een plaats |in de
uitgaven. De raming is nu eenmaal niet
anders: f 151,260,344,65Vü; niet meer maar
ook niet minder.
Dat is het eindcijfer van de zoogenaamde
Staatsbegrooting.
Deze Staatsbegrooting beslaat heel wat
vellen papier, vol cijfers en tabellen.
Het moet wel een droog werk zijn die
vellen vol te schrijven. Doch ze door te
lezen ware misschiea wel een goed werk
voor ben die, meestal zonder kennis van
zaken, een oordeel vellen over de dure
leefwijze van de heeren in Den Haag.
Niet dat in sommige takken van dienst
geen bezuiniging mogelijk zou zijn.
Maar toch de groote nauwkeurigheid
waarmede iedere uitgaaf te voren wordt
berekend, verdient wel iets meer dan de
gewone achteloosheid of 't totale gemis
van belangstelling waarmede de natie
jaarlijks de dure becijferingen, haren ver
tegenwoordigers voorgelegd, aanhoort.
FEUILLETON.
Een bezoek aan Bloemendaal bij
Loosduinen
Hij die oog heeft voor contrasten in het
leven zal niet tevergeefs rondzien in onze
hedendaagsche maatschappij
Wat verschil tussohen het verladen en
het heden.
Ovetal en allerwegen!
Ik zag, en velen mijner lezers zagen ze
ook wel, paleizen vol antieke pracht, maar
verouderd, en moderne woningen vol ge
makken.
Hoe geheel anders
Ik zag ze, en wie zag ze niet?
winkelhuizen donker en somber, laatste
vertegenwoordigers van een tijd toen de
eischen zooveel minder waren, en maga
zijnen sierlijk en ruim, overgoten van licht.
Wat een verschil
Ze bleven door mij niet onbezocht de
plaatsen der bijeenkomst uit de eerste jaren
der Scheiding, en ik leerde evenzeer kennen
de allernieuwste kerkgebouwen als op den
Zaid-Oostbinnensingel in den Haag of aan
de Wilhelminastraat te Dordt zijn gebouwd.
Met welken weidschen naam zal ik die ge
bouwen teekenen 1
En dan de scholen 1 Meer dan iets anders
herinneringen uit onze jeugd. Nu vervangen
door schoollokalen van 7X7, voorzien
van centraal ver warming, waterleiding, mo
dern meubilair, kortom voorzien van al die
hulpmiddelen, die den weg tot het professo
raat ook voor den eenvoudigste effenen.
Ook hier vond ik contrast, en waarlijk
ik vond er nog meer.
Mijn weg leidde mij langs een gansche
reeks grys-grauwe muren, somber endoodsch
genoeg. Slechts boven in die muren waren
enkele kleine raampjes en een breede in
rijpoort gaf toegang. Die muren sloten het,
nu korten tijd verlaten, krankzinnigen-ge
sticht te Dordt van de straat af. Die
De Staatsbegrooting predikt ons dat de
tijd voorbij is waarop de vorst uitgaven
deed en belastingen inde, naar willekeur;
of indien hij al een enkel privilege ver-
leenen moest, toch zijn „bede" verhoord
kreeg.
Zij leert dat de spreuk: het volk is er
om den vorst, reeds lang in omgekeerden
zin werd uitgelegd, gelijk't trouwens ook
behoort. De vorst is er om 't volkdat
is de waarheid.
De vorst heeft dit erkend door zijn volk
een grondwet te geven, waarbij hij 't volk
de gelegenheid geeft zijne begrooting van
Staatsuitgaven en inkomsten na te zien, te
besnoeien, te verwerpen desnoods.
De Grondwet bepaalt omtrent de be-
grootingeu van alle uitgaven des rijks dat
zij door de wet worden vastgesteld, en op
dezelfde wijs ook de middelen tot bestrij
ding der uitgaven worden aangewezen.
Voorts dat de regeering verplicht is elk
jaar de ontwerpen der algemeene begroo-
tingswetten aan de Tweede Kamer aan te
bieden, dadelijk na het openen dergewotie
zitting van de Staten-Generaal, voor den
aanvang van het jaar waarvoor de begroo
tingen moeten dienen.
Dan dat geen hoofdstuk der begrooting
van uitgaven meer mag bevatten dan de
uitgaven van een enkel ministerie.
Dat alleen krachtens een wettelijke be
paling gelden voor een uitgaaf toegestaan,
voor een andere mogen worden gebezigd.
üin eindelijk dat de geldigheid van elke
gedane uitgaaf over elk dienstjaar door de
Algemeene rekenkamer (een college van
onafzetbare ambtenaren) moet worden na
gegaan en dat onder overlegging van de
door deze Kamer goedgekeurde rekening,
aan de Kamers (Volksvertegenwoordiging)
ten onrechte „wetgevende macht" genoemd 1
verantwoording moet worden gedaan.
Er mogen [derhalve geen uitgaven ge
schieden door de regeering dan die het
volk (door middel van de volksvertegen
woordiging) heeft goedgekeurd; dat is de
beteekenis van de woorden „door de wet".
Ditzelfde geldt ook voor belastingen.
inrijpoort, volkomen nan een gevangenis
toegang gelijk, werd voor zoo menigen lijder
of zoo menige lijderes ontsloten. En waar
somberheid of wanhoop den geest bene
velde was deze aanblik zeker weinig gb-
schikt om een straaltje van hoop of moed
te werpen op een donker levenspad.
En mijn weg leidde mij ook en ziedaar
het contrast waarop ik u ditmaal in het
bijzonder wijzen wil naar Bloemendaal
het gesticht van de Vereeniging voorchris
telijke verzorging van krankzinnigen en
zenuwlijders ïu Nederland.
Hier, in plaats van sombere kerkermuren
in een nauwe straat, een groot bosch, in
welks lanen met beuken en eiken en olmen
van respectabelen ouderdom, een reeks van
gebouwen bewoond door eene bevolking
aan die van een klein dorp gelijk, te vin
den zijn.
Maar laat ik geregeld verhalen.
Ik meen te weten dat het gesticht, waar
zoovele lijdende Zeeuwen een toevluchtsoord
vinden, nog weinig in Zeeland bekend is.
Niet velen, niet direct bij het gesticht ef
bij de lijders betrokken, richten hunne
schreden daarheen.
Welnu, laat ik het mogen doen voor hen.
Bloemendaal is een voormalige buiten
plaats, ruim 100 hectaren groot, en deelt
het lot van alle groote [buitenplaatsen,
ook in ons Walcheren. Bloemendaal behoort
met broeders en zusters tot het verleden.
Ook hier weder contrast. Villa's hebben
de buitenplaatsen vervangen. Eens was de
weg van Den Haag naar Loosduinen be
zaaid met buitenplaatsen. Maar op een der
schoonste buitenplaatsen werd Oud-Eik en
Duinende bekende Haagsche begraafplaats
geopend, en voor weinige jaren werd op
nieuw een aanzienlijke buitenplaats tot
Nieuw-Eik en Dninen getransformeerd, een
andere buitenplaats werd een volkrijke
buurt en is onder den naam van Gevers
DevjnooVs oord bekend, nog weder andere
Geen belastingen worden geheven, dan die
waarin het volk, dat wil zeggen de volks
vertegenwoordiging, heeft toegestemd.
Voor de uitgaven van elk ministerie is
een wet noodig, minstens één afzonderlijke
wet. En de som (het crediet) bij die wet
hem toegestaan, mag een minister niet voor
een an Ier doel gebruiken, tenzij dat bij
een afzonderlijke wet is toegestaan.
Fraude kan een minister derhalve niet
pieren.
Hij kan niet bijvoorbeeld zijn salaris of
dat zijner ambtenaren naar willekeur ver-
hoogen, uit vrijvallende posten.
Wel bevat ieder hcofdstuk der staatsbe
grooting een post voor onvoorziene uitga
ven; maar dan staat er ook een in waarin
uitdrukkelijk wordt aangegeven welke posten
uit dien post bij gebleken ontoereikendheid
mogen worden aangevuld.
Dat zijn dan natuurlijk al zoodanige uit
gaven waarvan geen juiste begrooting te
voren mogelijk was. En daartoe behooren
niet dit begrijpt een ieder de trac-
tementen.
Blijkt in den loop van het jaar dat die
post voor onvoorziene uitgaven {niet groot
genoeg is of dat een niet verhoogbare post
te laag was gesteld, dan moet de minister
een suppletoirs begrooting, een bijpassende
begrooting indienen bij de Staten generaal;
dus ook maar niet zonder de toestemming
des volks wordt hierin verandering gebracht.
Zoo komt derhalve indirect de Koningin
der Nederlanden, toch met iedere uitgaaf
bij de Nelerlandsche natie te biecht.
Niet dewijl deze natie haar dien plicht
heeft opgelegd; maar dewijl juist om
gekeerd 1 zij zelve de natie daartoe mach
tiging heeft verleend.
De Staatsbegrooting bestaat derhalve uit
acht hoofdstukkenwant er zijn acht mi
nisters
Dit is mis gezien.
De Staatsbegrooting telt twaalf hoofdstuk
ken. Er gaan er nog twee aan die van de
ministers voorafeen staat er midden in;
en een komt er aebter aan; terwijl er ook
buitenplaatsen boden terrein voor de zich
uitbreidende en loonende groenten-cultuur
van het Westland. De stoomtram kwam
de landelijke rust storen, en Loosduinen
werd en wordt steeds meer voorstad van
de zich zoo snel uitbreidende residentie.
Eerst als de laatste huizen van de lange
dorpsstraat gepasseerd zijn, komt landelijke
rust u tegemoet. Een smalle weg, aan beide
zijden met heesters beplant en door hoog
geboomte bij wijlen omringd. Op dien weg
een half uur lang, ziet ge geen huis en
geen wandelaar. Slee its twee oude buiten
plaatsen, verscholenjin het geboomte, breken
de eenzaamheid. Na een half uuv wandelens
verschijnen drie nieuwe woningen, en on
middellijk daarna het hek van Bloemendaal.
tte ziet voor u een kolossaal gebouw, de
hoofddeur geflankeerd met twee pilaren.
Aan iedere zyde een laag gebouw. Een
groot terras geeft ruim gezicht op de ge
bouwen. En voor en achter en aan beide
zijden boomen. Boomen, welker dorrend
blad nu de najaarstinten vertoont, en be
schenen door de herfstzon zoo lieflijke en
rijke verscheidenheid biedt. Contrast, ook
hier weder, tusschen natuur en kunst. De
gebouwen, alle fonkelende in den gloed der
nieuwheid en de natuur vergrijsd. Over
dier beuken kruinen hebben al wat stormen
gewoed, die olmen en iepen hebben al vele
malen de herfstbladeren laten vallen.
Het bosch, eenmaal jardin de platsance,
nu herstellingsoord.
Vijfhonderd verpleegden en honderd
menschen bij de verpleging betrokken zijn
hier gehuisvest. Twee lieve villa's strek
ken tot woning van den geneesheer-direo-
teur en van den predikant. Een nette,
eenvoudige dorpskerk dient voor de samen
komsten op Zondag, een watertoren en
smederij, een timmerwinkel en matrassen-
makerij vertegenwoordigen de bedrijvigheid.
Een ontzaglijk groote keuken met een
drietal kolossale fornuizen bezorgt het
nog een dertiende hoofdstuk is bekend als
„de wet op de middelen".
Wij laten hieronder een korten inhoud
dier hoofdstukken volgen.
Hoofdstuk I stelt de uitgaven vast voor
het „Huis der Koningin". Het bevat drie
posten alle in de Grondwet gegrond. Name
lijk net inkomen der Koningin, zonder het
Kroondomein 6 ton bedragende. Dan het
inkomen der Koningin-Weduwe 150 duizend
gulden. En het onderhoud der koninklijke
paleizen f 50000. Te zamen 8 ton.
Boven Hoofdstuk II staat: „Hooge Col
leges van Staat", (en het Kabinet der
Koningin). Tot deze behooren de beide
Kamers der Staten Geueraal, Raad van
State, Rekenkamer, Kanselarij der Neder-
landsche Orden.
Hoofdstuk III omvat de uitgaven van
Buitenlandsche Zaken.
Hoofdstuk IV die voor Justitie.
Hoofdstuk V die voor Binnenlandsche
Zaken.
Hoofdstuk VI die voor Marine.
Hoofdstuk VII Financiënis gesplitst
in; Vila Nationale Schuldj; en VIM de
Geldmiddelen.
Hoofdstuk VIII Oorloq.
Hoofdstuk IX Waterstaat, Haudel en
Nijverheid.
Hoofdstuk X Koloniën.
Hoofdstuk XI Onvoorziene uitgaven. Het
bedraagt slechts f 50000.
Nu is ieder hoofdstuk weder verdeeld in
afdeelingen; iedere afdeeling in artikelen.
Daardoor heeft de tweede kamer de gele
genheid alle posten te overzien en over
iedere uitgaaf, ook de geringste haar oor
deel uit te spreken.
Bp elk der hoofdstukken voor de minis-
triëele departementen voegen debetrokken
ministers een memorie van Toelichting en
een vergeiykenden en toelichtenden staat.
De eerste bevat vergely king van sommige
uitgaven met die van 't vorige jaar.
De laatste geeft voor elk artikel de on-
derdeelen met 't bedrag daarvoor benoodigd;
middagmaal voor dit groote huisgezin. In
die geweldige keuken houdt de kok
in corpulentie niet licht door anderen ge
ëvenaard den schepter en het voorrecht
viel my ten deel voorproever te zyn by
een diner bestaande uit vleesch, aardappelen
en savooie kool, gevolgd door een dessert
van ryst. En ik geloof dat in menig
burgergezin het menue minder solied en
stevig is dan hier. De paviljoenen, meestal
bewoond door vader en moeder en 40 pa
tiënten met de noodige verplegers of ver
pleegsters, gelyken natuurlijk allen op
elkaar, 2 slaapzalen boven en 2 beneden;
conversatie- en eetzaal beneden en voorts
de noodige appartementen, zindelyk en
eenvoudig. Ieder paviljoen bezit een
groote omheinde ruimte tot wandelplaats,
behalve de paviljoenen voor de rustigen
die zich vryelyk in het bosch bewegen
kunnen.
Het geheel vertoont den oppervlakkigen
beschouwer een cachet van rust en Kalmte
en vaste regelmaat.
En ganschelijk onbekend met andere
stichtingen als schry ver dezes is, zou hem
een vergely king weinig passen. Hooren
zeggen, is geen bewijzen. Slechts dit zy
hem na een vluchtig bezoek geoorloofd te
zeggen, dat men hier verkeert o ider de
kinderen zijns volks dat het stempel,
het christelyk huisgezin van onze dagen
van Noord tot Zuid kenmerkende ook op
deze stichting is ingedrukt dat hier
het begrip levendig blijft dat het Evan
gelie niets onherstelbaars kent.
Voor God is geen misdaad onuitwisch-
baa>', geen wederoprichting omnogelyk,
geen verwoesting, geen dood van wat aard
ook. Daarom behoeft dan ook geen lyder
de hoop te laten varen die Bloem endaals
hek binnengaat. Dat duidelyk te maken,
te prediken door woord en daad is het
ideaal van de stichtingen der Vereeniging
voor christelijke verzorging van krankzin-
en geeft dus gewenschte opheldering hoe de
minister aan de raming zelfs van zyn hoogste
posten gekomen was.
Hoofdstuk Vila loopt wel over de groot
ste bedragen. Het noemt o. a. ook de ren
ten voor 2V2 en 3 procents Staatsschuld elk
voor ruim 15 miljoen gulden.
En dan Hoofdstuk VIM bevattende 13V2
miljoen uitkeering uit deRykskasaan de ge
meenten.
Dat een en ander een respectabel stapeltje
papier noodig maakt, begrijpt allicht wie
dit opstel gelezen heeft. Maar in den regel
is er nog een stapel „Bijlagen" by die over
verschillende zaken licht doen opgaan.
Is de begrooting goedgekeurd, dat wil
zeggen vastgesteld by de wet, dan kan elk
der ministers de gelden gebruiken, natuur
lijk behoeft hij 'tniet te doen; uitgezon
derd natuurlijk credieten die traktementen
enz. betreffen die moet hy uitgeven.
De Rekenkamer gaat dan elk jaarna of
de Minister hierbij binnen de perken der
toegestane credieten en binnen de omschrij
ving van eiken post is gebleven.
En zy doet dit met peuterige nauw
keurigheid.
r- - - n
Van den oorlog geen nieuws, gevolg
natuurlijk van de Engelsehe censuur en
van de nog verscherpte maatregelen om
zelfs telegrammen in cijferschrift te weren.
Toch is nog één bericht overgekomen en
dit is zoo 't waar is, zoo verpletterend
mogelijk.
Generaal Piet Joubert is in 't gevecht
van verleden weekDonde. dag gesneuveld.
Er was namelijk dien dag fel gevochten,
wijl de Boeren een grooten aanval op de
stad beproefden. En bij die gelegenheid moet
de generaal gesneuveld zyn.
Men hoopt nog dat het niet waar zy.En
men zou ook haast zeggen dat het niet
waar is. Waarom zou Buller of wie dan ook
zoo lang wachten met een voor Engeland
zoo gelukkig telegram af te zenden? Tenzij
nigen en zenuwlijders in Nederland, de
Vereeniging die in geestelijken en stoffe-
lijken zin een nieuw element heeft gebracht
iu de verpleging onzer lijders, neen, meer
dan dathet begrip omtrent hunne verzor
ging ganschelijk heeft gewijzigd.
Een schoon ideaal voorzeker 1
Een schoone najaarsdag door lieflijken
zonneschijn verguld spoedde ten einde. De
avondschaduwen vergezelden my bij het
binnentreden van de woelige drukte. On
willekeurig mengde ook ik mij in het gewoel
dat de overvolle tijdingzalen aanboden om
te weten wat nieuws de telegraaf over
Transvaal had gebracht.
En als ik dan stond tusschen Transvaal
en Bloemendaal en ik zocht ook dit con-
trast^ te effenen, dan kwam my te binnen
het woord van wijlen onzen dichter ten
Kate, waar hy in zyn schoon Scheppings
lied, na den mensch als koning te hebben
beschreven aldus vervolgt
Waar is nu die Koning, gezalfd uit den
hoogen?
Ge vindt hem terug, ter slachtbank gesleept,
Ge ziet hem op 't slag veld, in 't staal tot de
tanden,
Ter moordende jacht als een bloedhond ge-
hitst
Ge ontmoet hem, op 't ziekbed, door kwalen
verslonden,
Van honger versmachtend in kerker en kot,
In 't hok van den waanzin met ketens
gebonden,
Of wank'lend de trap op van 't roode schavot.
Ge vindt hem op de aarde in onrnst alomme
In rust onder de aarde vindt ge alomme
hem weer
Daar kust hem de ontbinding, de blinde,
de stomme,
Wat rest van den Koning? 't Geraamte,
niets meer!
Middelburg, November '99.
P. J. DE KRUIJTER.