NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Ho. 19- 1899. Dinsdag 14 ÜoBenfc, Deertiende laargang. VERSCHIJNT F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN '.LKEiJ MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p p0,95. Enkele nummers0,02 s. UITGAVE VAN G. M. KLEMKERK, te Goes EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Bij dit nummer behoort een Bijvoegsel. Een juiste opmerking maakt dr. Brons, veld in de jongste „Stemmen". Wij worden wel een weinig bevreesd voor al die verzekeringen wij verzekeren onze huizen en roerende goederen tegen brandschade; ons meubilair tegen inbraak onB lichaam tegen ziekte en ouderdom ons leven tegen een noodlottig ongeval onzen oogst tegen hagelschade; ons vee tegen de pest en andere krankheden; voorts zijn wij allen ingeënt tegen de pokken, en zullen weldra er toe komen moeten, ons te laten inenten tegen tnbercnlose, hondsdolheid, diphteritis, cholera, builen pest, typhus en andere ziekten. Welk een uitrusting heeft zulk een nieuwerwetsch mensch noodigl Wat wapent bij zich op allerlei wijzen tegen den dood, of eenig noodlottig geval 1 En ondankB al die ver schansingen, waarmee hij de leemen hut zijns lichaams omringt, is hij vreeeachtiger en gejaagder dan ooit, of vervalt tot een overmoed, en een gevoel van gerustheid dat, naar hij meent, hem ontheft van alle behoefte aan geloof en van vertrouwen op God. Al zijn verzekeringspolissen vervan gen bij hem den onden Bijbel, en zijn ar men, met de litteekenen van het inentend lancet overdekt, worden niet meer opge heven ten hemel. Waarlijk wij voelen ons niet aangetrokken tot dit geslacht van „ver zekerde" menschen. Dat hiermee niet de staf gebroken wordt over het nemen van voorzorgen en voor behoedmiddelen, welke God in onze macht geeft, behoeven wij niet te betuigenmaar het kostelijkst blijft het toch, dat een mensch kan zeggen: „Ik ben verzekerd, dat niets mij scheiden zal van de liefde Gods in Je zus Christus onzen Heer." Wat kost elk kind dat de openbare school bezoekt, jaarlijks den belanghebbenden burgers, en wat wordt betaald voor elk kind dat bijzonder onder wijs ontvangt? De Staat keert aan de verschillende gemeenten uit f3,450,000. De verschillende gemeenten leggen daar nog bijkans 11 miljoen bij. Samen f14,350,000. Wat keeren gemeente en provincie aan de besturen der bijzondere scholen uit? Niets Wat geeft de Staat f 1,170,000. Samen f 1,170,000. De openbare school werd in Jan. 1898 bezocht door 495,054 leerlingen; de bij zondere school door 223,244. Voor elk kind der eerste wordt dus uit der burgeren zak betaald bijna f29; voor elk kind der laatste ruim f5. En dan zijn er nog menschen die meenen dat het bijzonder onderwijs geen bijstand van particulieren meer behoeft, omdat er toch rechtsgelijkheid is. Maar wanneer de overheid rnim 23 gulden meer uitgeeft voor een leerling der openbare school, dan voor een leerling van het bijzonder onderwijs, mag men niet van rechtsgelijkheid spreken. Goudsche Crt. 13 Nov. '99. Middelburg. Vele belangstellenden en onder hen ook verscheidene militairen hadden Vrijdagavond gehoor gegeven aan de nitnoodiging van de Afdeeling van den Ned. Militairen bond, om met haar gedach tenis te vieren van het 25 jarig jubileum dezer vereeniging in de zaal Bogardstra&t alhier. Na met gebed, p;almgezang en le zing van een gedeelte der H. Schrift deze vergadering te hebben geopend bepaalde ds. de Ligt als voorzitter der afdeeeling zijn gehoor bij de roeping der Christenen van alle kerken om ook te Middelburg een Chr. tehuis voor Militairen te stichten. Met uitzondering van de Jongelingsvereeni ging die hare locale i bereidwillig open zet, wordt tot dusver te Middelburg niets voor de militairen gedaan, terwijl zij aan zooveel verlei iing bloot staan en zulk een groote behoefte hebben aan een Chr. tehuis. Wijzende op Jozua, Gideon, David, de Maccabeeën, den Hoofdman j te Capernaum, den Romeinschen hoofdman bij 't kruis, Cor nelius, enz. toont hij aan dat ook een sol daat een goed Christen zijn kan. Dit be wijzen ook onze Zuid Afrikaansche broeders die hun strijd biddend strijden. Aanvankelijk heeft de afd. „Middelburg" succes op haar streven, reeds vele groote on kleinere giften en jaarii|ksche bijdragen kwamen in. Ook enkele officieren betuigden sympathie. Als alle Christenen, zonder on derscheid van kerk, medewerken, is het totstandkomen verzekerd. Ds. Posthumus Meijjes die vervolgens het woord bekwam bespreekt het doel dat de Ned. militairen- bond beoogt, die nu zijn 25 jarig bestaan viert en reden beeft om te zeggen „Eben- haëzer". In 30 groote en kleine garnizoens plaatsen bestaan reeds militairen tehuizen; de begrooting over 1898 beliep een som van f9000 waardoor subsidie kon worden verstrekt aan verschillende afdeelingen. Wel heeft ook deze vereeniging in den aanvang tegenstand ondervonden, maar ook op grooten steun kon worden gewezen:in de eerste plaats op die van onze geëerbie digde koningin. Tal van hoogggeplaatste militairen als wijlen generaal von Wrangel Anf Lindenberg achtten het zich eene eere mede te werken aan dezen arbeid, en wie zal den zegen berekenen, die van dezen arbeid in het koninkrijk Gods is uitgegaan. Wij bewoners van Zeeland kennen de behoefte aan dijken en dammen om ons polderland voor overstrooming te beveili gen, maar niet minder is er voor den mili tair een dijk noodig om hem te bewaren voor den wassenden stroom van ongeloof en zonde. Welk een voorrecht voor den mili tair die uit het onderlijk hnis in eene hem vreemde omgeving komt, een plaats te hebben, waar hij althans eenigszins de ouderlijke woning terug vindt, waar hij onder ontspanning van allerlei aard, schietoefeningen, muziek, lezing, enz. zyne ledige uren kan doorbrengen, waar hem bovenal de blijde boodschap des heils wordt gebracht. Evenals in Rusland bij hevige sneeuwstormen de klok geluid wordt zoo wenscben ook de militaire tehuizen de klok te luiden voor het onheil, dat den militair bedreigt. Wel kunnen de vruchten niet met een weegschaal gewogen of met een meetsnoer gemeten worden, toch zijn er beurzen genoeg voorhanden die aantoonen, dat dit werk zeer gezegend is. Gaat het roode kruis in oorlogstijd helpend rond, ie militaire tehnizen doen hetzelfde in vredes tijd. Ook in Middelburg is groote behoefte aan zulk eene inrichting. Wat het ouderlijk huis aantrekkelijk maakt is, de geest, die er heerschtdienzelfden Chr. geest weu- schen de militaire tehuizen onder de be zoekers te bevorderen. Een hoog ideaal voor waar, maar de geschiedenis van den bond heeft het bewezen, dat het geloof bevestigd wordt door ervaring. Op de le bladzijde van het njj 11 "S onbeschreven geschiedenisboek onzer afdeeling Middelburg schrijft God: „die mij eeren, zal ik eeren". na Zoolang de zonde heerscht ial de oorlog onvermijdelijk blijken in weerwil van alle vredes-conferenties; maar het is de roeping van alle kerken den arbeid der militaire tehuizen te steunen in dit opzicht geldt -persoonlijkedienstplicht. Wij Christenen kennen sleohts éen plaatsbekleder die op Golgotha alles heeft volbracht maar nu be taamt het ieder Christen persoonlijk te vra gen Heer wat wilt Gij dat ik doen zal? Moge de dag van heden 10 Nov. de geboor tedag van Luther een profetie zijn, dat ook dit werk klein begonnen veel vruchten zal afwerpen evenals dat van den kolenbran- derszoon Maarten Luther. Spreker eindigt met een herinnering aan het conplet uit ons schoone Wilhelmus. „Mijn schild en de betrouwen" „Zijt gij o God en Heer" enz. De Standaard plaatst op verzoek on derstaande mededeeling: De ondergeteekende, gezien hebbende dat in de Zeeuw en andere bladen een advertentie voorkwam, om landverhuizing naar Maryland te bevorderen, stelt er prijs op, te verklaren, dat deze aanbeveling geheel buiten hem omgaat, en dat hij er geen de minste verantwoordelijkheid voor op zich neemt. Wel beeft hij van de bestuurders der maatschappij van laudbezit een schrijven ontvangen, waarin alle hulpe aan Neder- landsche landverhuizers wordt toegezegd, onder belofte dat men de aanwijzingen van het Gonvernementsbureau van Immigratie zal opvolgen, alsmede een welwillend schrij ven van den beer Lowndes, Governor van Maryland, dat hij de zaak steunt; en ook is hem bericht dat onze vriend Ds. Joldersma van Chicago de betrekking heeft aangeno- m n van Geestelijk Supervisor der I nmigra- tie. M ar hoezeer hij een en ander hoogelijk waardeert, levert het ook zoo hem toch nog geen genoegzamen grond op, om deze landverhuizing zonder meerte steunen Eens deels omdat een maatschappij morgen aan den dag in geheel andere handen kan over gaan. Ten tweede omdat meer dan één, die daarheen toog, klaagde over teleurstelling. En te derde' omdat nog geenszins het on derzoek van deskundigen heeft plaats gehad, dat hij van meet af als noodzakelijke voor waarde stelde. Hij hoopt dan ook alsnog, dat hetzij de Landmaatschappij, hetzij het Bureau van Immigratie een commissie van deskun digen zal uitnoodigen, om op kosten van de regeering van Maryland over te komen., en rapport uit te brengen over de gesteld heid vau het land, over de gelegenheid tot afzet van producten, over de prijzen van land en prodneten, en over de kosten van bouw, levensonderhoud en te huren arbeids krachten. Eerst op die wijs zal men een vasten basis erlangen, waarop een oordeel over de wenschelijkheid of niet-wenschelijkheid van deze landverhuizing rusten kan. En indien daarna ds. Joldersma, die hier te lande algemeen zoo gunstig bekend is, overkomt, om de zaak toe te lichten, is het zeer mogelijk, dat de zaak aanbevelings waardig zal blijken. Maar in dit stadium acht hij het zijn plicht duidelijk uit te spreken, dat hij de- zaak niet genoegzaam voorbereid acht, en uit dien hoofde niet geacht wil wortjen vooralsnog deze landverhuizing te steunen. Amsterdam, 23 October 1899. Kuyi'EK." Christelijk Nationaal Boeren-Comité. Op veler aandrang hebben de heeren, die de vorige week de meeting in Franscati te Amsterdam orgauiseerden, zicii geconstitu eerd tot een permanent Comité voor Trans vaal en Oranje-Vrijstaat. Gaarne zal dit comité in ontvangst nemen de gelden, die men bet wil toezen den, om die te besteden, zooals het meent dat 't meest overeenkomstig is met den wensch der gevers, ten bate van onze strij dende broeders in Znid-Afrika en hunne nagelatene of noodlijdende betrekkingen. De opbrengst van collecten, giften enz. wordt ingewacht bij den penningmeester, de heer J. C. Weisz Jr., Prinsengracht 297 te Amsterdam. Wekelijks hoopthet Comité verantwoording te doen van het ontvangen geld. Het Comité bestaat uit de volgende hee ren: H. Bijleveld, Directeur der Geref. Kweekschool Voorzitter, 2e Const. Huyj ghensstraat 34; Dr. Joh. C. Breen, Adj. Archivaris, SecretarisHaarlemmerplein 17 J. C. Weisz Jr. Penningmeester, Prinsen gracht 297H. M. Dercksen, Jacob v. Lennepkade 19 H. J. Emous, Hoofd eener school met den Bijbel, N.Z. Voorburgwal 326; Jb. van Oversteeg, Egelantiersgraiht 11Ds. J. C. Sikkel, Pred. bij de Geref. Kerk, J an Luykenstraat 46R. C. V er- weijk Redacteur van de Standaard, Bloem gracht 119 p. j. w. Wollensiek, Singel. Buitengewone vergadering van het Bestuur van den polder Walcheren van 11 November 1899. o Tegenwoordig zijn met den Voorzitter alle Kalen en 15 Commissarissen. Van de laatsten waren afwezig de heeren Franse en Lantsheer. Onmiddellijk na opening der zitting stelt de Voorzitter /aan de orde het onderzoek der geloofsbrieven van den onlangs nieuw gekozen Commissaris, den heer Huvers. Tot dat onderzoek committeert hij de heeren Sprenger, Allaart en Cysonw, die, na een kort oponthoul, bij monde van eerstgenoemde verklaren de geloofsbrieven in orde bevonden te hebben en derhalve tot toelating te conoludeeren. Daar niemand tegen die conclusie be denking bad, wordt de heer Huvers door den Griffier binnengeleid en legt hij in handen des Voorzitters den bij de wet ge vorderden eed af. Nadat de heer Hn vers door den Voorzit ter met zijne benoeming geluk gewenscht was, waarbij deze ook nog in eenige waar- deerende woorden hulde bracht aan de werk zaamheid van den afgetreden Commissaris Snij ders, teekent de heer Huvers de pre sentielijst en neemt hij zitting. Ter tafel komt nu een voorstel van het Dagelij ksch Bestuur over het uitvoeren van bestortingswerken te Westkapelle en het daarvoor aangaan eener geldleening. Het bestuur herinnert er aan dat reeds in de gewone vergadering dit voorstel in uitzicht werd gesteld. Na grondig onderzoek is het tot de overtuigi ig gekomen dat de toestand tusschen de dijkpalen 17 en 21, en vooral tusschen de dijkpalen 21 en 26 dringend voorziening behoeft. Het stelt daarom voor tusschen de laatstgenoemde palen over eene leng'e van 375 Meter een aanvang te maken met de bestortingswerken. Het geheele werk zal in éen jaar niet kunnen worden voltooid. Tot dekking der kosten wordt voorgesteld eene geldleening aan te gaan van f 80000, op te nemen naar mate de behoefte, tegen een rente van 4 pCt. a pari en jaarlij ksche aflossing van minstens f 2000. De heer Louwerse vraagt inlichtingen omtrent die leeninghij vat het niet goed dat in termijnen zal worden opgenomen, en vraagt of men van plan is bij eene instelling of wel bij particulieren te leenen, waarop de Voorzitter antwoordt, dat hei bestuur, met het oog op den tegenwoirdi- gen hoogen rentestandaard, naar omstandig heden wenscht te handelenhet geld is oogenblikkelijk duur, het bestuur wil lee nen naar mate de behoefte, in de hoop dat de rente lager zal worden. De heer Dronkers vraagt of bet nu wel de geschikte tijd is om het werk uit te voeren en of nu, even als vroeger, weer bg eene instelling zal geleend worden, waarop de Voorzitter antwoordt dat het Bestnnr omtrznt de leening, in het belang van den polder, vrij wenscht te big ven, wat de uitvoering van het werk aangaat, de geschiktste tijd daarvoor zijn de maanden Februari, Maart en April, in de zomer maanden heelt men meestal een hoog getij, dat de uitvoering onmogelijk maakt. Achtereenvolgens worden nu én de uit voering van het werk én het aangaan der geldleening zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. Daarna gaat de vergadering over in eene met gesloten deuren. Na heropening der openbare zitting stelt de Voorzitter voor het werk der bestorting, gedamd op f83555 onderhands voor f80800 te gunnen aan den aannemer P. A. van de Velde te Terneuzen, hetgeen zonder bedenking wordt aangenomen. Aan de orde is nu een voorstel van het Dagelij ksch Bestuur tot verho -ging der ambtenaarstractementen. Het Bestuur heeft ree Is menigmaal de wenschelijkheid dier verhooging uitgespro- keu. Walcheren is het grootste en het meest aan de gevaren der *ee blootgestelde waterschap van Zeeland en zijne ambtenaren worden kariger gesalarieerd dan bij Rijk, Provincie en andere waterschappen. De belooning van den oppercommies b. v. ia lager dan die van een opzichter bij den Rijkswaterstaat, ondanks zijn werkkring uitgebreider is. Walcberen's waterschap is eens zoo groot als dat van Schouwen, en toch is de jaarlij ksche bezoldiging van den oppercommies van Schouwen f500 hooger. Voor den polder is het ook van het hoogste belang goede ambtenaren te hebbe» en te houdeneen kundig ambtenaar kan veel schade voorkomen, een nalatig en onkundig ambtenaar veel schade berok kenen. Met het oog op den financieëlen toestand zou het Bestuur nog geaarzeld hebben eene verhooging voor te dragen, doch aangezien in eene vorige zitting, toen er sprake was van eene vaste pensioenregeling der amb tenaren, ook door een der commissarissen de wenschelijkheid van de verhooging hun ner tractementen was uitgesproken, aarzelt het niet langer en acht het 't oogenblik gekomen om de volgende verhoogingen, in te gaan met 1 Januari 1900, voor te stellen de bezoldiging van den oppercommies, thans f 2000. te brengen op f 2500, met twee vijfjaarlij kscae verhoogingen van elk f 250; die van den commies aan de Noordwa tering, thans f 1200, op f 1400, met dito verhoogingen van f 125 die van de commiezen aan de Oost-, Zuid- en Westwateringen, thans f800 op f 1000, met dito verhoogingen van f 100 die van ,den ondercommies le klasse, thans f 750, op f 900, met dito verhoo gingen van f 75 die van den ondercommies 2e klasse, thans f650, op f800, met dito verhoo gingen van f 50 die van de sluiswachters Oostersluis, thans f 125, op f 150 en die van de sluis wachters Zuider-en Westersluis, thans f 100, op f125; die van de dijkwachters, thans f 264, op f300, met verhcogingenals boven van f25 die der kantonciers op de wegen, thans f390, op f 450. Een en ander [zal eene dadelijke ver hooging der uitgaven vorderen van f1783, na 5 jaar van f 2658, ea na 10 jaar f 3533, altijd onder voorbehoud dat de ambtenaren dan meer dan 10 dienstjaren hebben. Om het [voorstel meer aannemelijk te maken wordt voorgesteld het aanbod der Raden aan te nemen, die bereid zijn hun tractement van f500, met f 200, te ver minderen, hetgeen eene jaarlij ksche bespa ring geeft van f800. Tevens wordt voorgesteld de verouderde tegenwoordige titulaturen af te schaffen en voortaan „oppercommies" te vervangen door „hoofdopzichter" met den persoonlijken titel van ingenieur van het waterschap Walcheren, als hij het ra lioaal van inge nieur bezit„commies" door „opzichter" en „ondercommies" door „adjunct-opzichter". Eindelijk wordt nog voorgesteld, aan den adjunctcommies ter griffie, die nn f 400 geniet en wiens werk aanmerkelijk uitgebreider is dan vroeger, eena persoon lijke toelage te verleenen van f200. Na mededeeling des Voorzitters dat hij elke voorgestelde verhooging afzonderlijk in stemming zal brengen, brengt de heer van Teylingea hulde aan de bereidwillig heid, waarmede de Raden, in het belang eener goede zaak, zich een offer willen getroosten hij hoopt echter dat van die zeer gewaardeerde bereidwilligheid geen gebruik zal gemaakt worden. De heer Huvers zegt dat niet alle ver hoogingen zijne goedkeuring kunnen weg dragen. Het bestuur zegt dat kundige ambtenaren veel schade kunnen voorkomen maar hij meent dat wij niet anders hebben dan kundige ambtenaren; verder dat nalatige of onkundige ambtenaren veel schade kun nen berokkenen, maar meent men dan door verhooging van tractement nalatigheid of onkunde te eclipseeren Dat andere polders beter salarieeren, is zijns inziens ook geen

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1