„DE ZEEUW"
BIJVOEGSEL
r
Splinter en Balk.
AANBESTEDINGEN
Politie Goes.
VAN
van Zaterdag llNovember.
Aldus dienen zij (de antirevolutionairen)
de volksbelangen, waarvoor zij steeds be
weren te strijden, onder aanneming van de
mocratische allures, die zich, als het er op
aankomt, nooit uiten in daden.
„Het amendement van dr. Kuyper was,
hoe verdienstelijk op zichzelf, hoofdzakelijk
in 't belang van de groote industriëelen,
maar tegen dat der kleine.
„En wij weten het genoeg uit de politieke
geschiedenis van de laatste jaren, hoe die,
als 't op daden aankomt, allerlei excepties
opwerpt. Dat is slechte politiek."
Onderwijl wij wachten op ,'t bewijs voor
beschuldiging in de derde clausule, nemen
wij even de tweede clausule onder handen
terwijl wij ook eenig licht werpen zullen
op de eerste.
De afkeuring van het amendement-Kuy-
per wordt hier voorafgegaan en gevolgd
door eenige hatelijkheden aan 't adres der
partij waarvan dr. Kuyper de bezielende
en verdienstelijke leider is.
Men zal ons derhalve niet kwalgk nemen
dat wij ons de verdachtmaking aantrekken.
Te meer omdat ieder onbevooroordeeld
tegenstander van dr. Kuypers beginselen
gaarne zal toegeven dat de opmerkingen om
trent zijn amendement in dit verband niet
hadden mogen voorkomenin dit gezelschap
paste althans deze beschuldiging niet.
De antirevolutionaire party heeft meer
gedaan dan zich tooien in den democratischen
mantel. Zij is aan hare programma's steeds
getrouw geweest. In 1894 heeft zij het
ministerie-Tak dat democratische „allures"
toonde, gesteund. En in 1897 heeft zij met
den tegenwoordigen minister van binnen-
landsohe zaken herhaaldelijk oppositie ge
voerd tegen anti-democratische wetsvoorstel
len van 't ministerie-Van Houten.
Dat zij niet alle democratische voorstellen
heeft aanvaard of verdedigd, ligt alleen aan
het verschil van opvatting omtrent demo
cratie tu8schen' de liberale en antirevolu
tionaire voorstanders van democratie.
Natuurlijk neemt zij in acht dat in
alle „democratische wetsontwerpen" van
liberale ministers: kieswetten, leger wet,
ongevallenwet een beginsel gehuldigd wordt
dat het onze niet is noch zijn kon; dat zjj
liet antirevolutionair beginsel, zoowel prin
cipieel als wat de uitwerking aangaat,
buiten sluiten. Maar dit is dan voor reke
ning van de voorstellers. Er kan somwijlen
grooter gevaar bij afstemming dan bij aan
neming van dergelijke ontwerpen zijn.
Doch steeds, waar onder de demooratie
verstaan werd de belangen van het volk
in al zijne rangen en standen, heeft de
antirevolutionaire partij met hartelijke toe
wijding deze democratie gediend. En wie
het tegendeel beweert, moet dat dan maar
bewijzen.
Haar verzet, niet tegen leerplicht; dat
weet men wel beter! maar tegen het
leerd wangontwerp van deze regeering wordt
juist door deze hare democratische begin
selen gemotiveerd.
Juist, dewijl zij meent het volk te kennen
wenscht zij zich te verzetten tegen iedere
wet, die een deel van dit volk ondraaglijke
lasten oplegt of zijne rechten aanrandt.
Hier, gelijk als bij de Ongevallenwet, is
het 't Staats-socialisme, de ambtenaarsre-
geering, de miskenning van het particulier
initiatief, alles zoo geheel tegen den geest
der ware democratie indruisend, welke de
antirevolitionaire party dwongen en zullen
blijven dwingen tot verzet.
Toch zal zij, waar het nog immer mogelijk
is, trachten verbeteringen voor te stellen,
te redden wat nog te redden is. En dat
heeft zij getoond bij het Ongevallenontwerp.
Over den langen lijdensweg van dit ont
werp zwijgen we liefst.
Het heeft jaren geduurd eer het zoover
was als wij 't nu hebben.
Het nu hebben met zijne groote ge
breken.
Nog niet weerlegd, eer zelfs toegegeven
is de klacht van antirevolutionaire zijde in
Pers en Kamer uitgesproken dat dit ontwerp
ison-Nederlandsch, bureaucratisch, centrali-
seerend.
Het amendement-Kuyper was een po
ging in de eerste plaats om voor het parti
culier initiatief de gelegenheid open te
houden om te blijven leven.
Het wetsontwerp wilde van geen parti
culier initiatief iets weten. Allen aan de
Rijksbank, was zijn eisch.
En dan de particulieren die een eigen
verzekeringsbank hebben?
Maar dat zijn groot-iudustriëelen 1
Eilieve heeft dr. Kuyper hier dan de
groot-industriëelen bedoeld of het particulier
initiatief
En zijn de groot-induBtriëelen dan geen
industrie? Hebben die geen belangen? Be
gint het sehande te worden voor haar te
spreken? Is dit de democratie?
Zeer zeker is het dit bij Troelstra. Maar
ook bijvoorbeeld bij de heeren van de
Middelburgsehe Courant en de liberale Ka
merleden type-Yeegens; en dit vooruit-
stre vend mi nisterie
Het amendement-Kuyper was hoofd
zakelijk in het belang der groot-industrie.
Toegegeven. Maar aan wie de schuld?
Aan de regeering die in haar wetsontwerp
het omslagstelsel uitsloot en alzoo feitelijk
voor een Bedrijfsvereeniging „kapitaaldek
king" voorschreef.
Pondspondsgewijze betaling werd niet
toegestaan. Dat paste niet in het stelsel der
wet, vond minister Lely.
Welnu op zulk een wet moest het
amendement passen, teneinde nog iets van
het particulier initiatief te kunnen redden,
zonder verhooging van de door 't wetsontwerp
opgelegde lasten der klein-industrie.
Gaat 't nu aan, wanneer men dit weet,
aan het amendement te verwijten dat het
de belangen der groot-industrie heeft be
doeld
In dit verband komt ook het verwijt
van een niet-dienen, of vertreden (want dit
bedoelt men eigenlijk, naar het schijnt)
der volksbelangen, ingeenen deele te pas.
De liberale party heeft van haar eerste
optreden af geposeerd als dienaresse der
volksbelangen. En laten nu haar eigen
vrienden van vijftig jaren terug en van
onzen tijd, de Piersons en v. d. Wijcksen
de vooruitstrevende vrienden, maar zeggen
of zij aan hare beloften getrouw is geweest.
Laten wy het gesnkkel onder Thorbecke's
derde ministerie, later onder Heemskerks
en v. Lyndens meesterschap, maar niet
gedenken.
In 1891 is de liberale partij geregene
reerd, verjongden in dien gelukkigen
staat had zij tot nn toe in ons land de
leiding der zaken.
Neem 't jongste ministerie, een ministerie
waarin vooruitstrevende democraten van de
bovenste plank zitting hebben.
Borgesius, Lely, v. d. Linden, groote
volksmannen; vooral de eerste, de afgod
van al wat vooruit streeft, stellig van
alle openbare onderwijzers.
Democratisch waren zij, vooral in hunne
toezeggingen, de troonrede van '97, meer
nog die van '98 getuigden van groote
toewijding aan de volksbelangen. Eenieder
van ben haastte zich om zijn wierooavat
aan te dragen voor het altaar van god
Demos.
Wetsontwerpen tot betere bescherming
en berechting van kinderen en jeugdige
personen; leerplicht en verzekering tegen
ongevallen werden al dadelijk beloofd,
volkshuisvesting, arbeid en armwezen werd
een beurt toegezegd.
't Is waar er werd een en ander in de
laatste paar maanden ingediend, maar of
't den toets der democratische beginselen
zal doorstaan, en wanneer 't er komen zal,
daar moet men maar niet aan denken.
Het ^democratische voorstel bij uitne
mendheid, kiesrechtregeling op breeden
grondslag, bleef tot nog toe achterwege.
Alleen de ongevallenwet kwam in be
handeling; en wat zy geeft is nog verre
van het ideaal. Professor Molengraaff, de
president der liberale Uuie, mocht wel kla
gen over onvruchtbaarheid der laatste j iren.
En dat bij zoo toenemend geschreeuw over
democratisch en democratie
Hoor Vooruitgang het blad dat o. a.
mr. E. Fokker tot medewerker heeft
hoor ooruitgang klagen
„Het Liberale concentratie-ministerie
is onmachtig gebleken aan het land de
sociale hervormingen te schenken, die
het van noode heeft, en zelfs houdt men,
niettegenstaande de vrij zinnige meerder
heid, voor ee.i specifiek liberaal ontwerp
als dat op den Leerplicht, zyn hart vast.
Met dreigementen tot uitbanning uit den
kring der vrijzinnigen gaat de Liberale
Unie de conservatief liberalen te lijf, om
de kansen van aanneming te verhoogen.
Het begint thans duidelijk te worden
voor elk, die niet ziende blind is, dat
het ministerie Pierson „de politiek der
hervormingsgezinden in discrediet brengt,"
dat het de ambitie vin hen, die met
zooveel toewijding en opgewektheid zou
den willen strijden voor een eerlijke en
flinke politiek van hervorming, vermoordt,
dat de tegenpartijen hun positie dagelijks
sterker voelen worden.
Thans ziet men het dat de overwinning
van 1897 een Pyrrhus-overwinning is
geweest, dat de slag dien men toen heeft
trachten af te wenlen, bij de volgende
verkiezing dubbel hard dreigt nier te
komen."
Ook deze klacht bevat drie clausules.
Hebt gij de eerste goed gelezen?
„Het Liberale concentratie-ministerie is
onmachtig gebleken om sociale hervormingen
te schenken
Het is een vriend die 't zegt.
Geldt 't een tegenstander, men kan er
gerust op zyn dat de klacht beginsten zou
als boven is aangehaald:
„Alzoo dienen zij de volksbelangenwaar
voor zij steeds beweren te strijdenonder
aanneming van democratische allures, die
zich, als 't er op aankomt, nooit uiten in
daden."
Zou eene party die er nog zoo voor staat,
dat zij nog nagenoeg al hare democrati
sche woorden in daden moet omzetten, en
nog zoo onder verdenking ligt van hare
eigen geestverwanten, niet wijs doen wan
neer zij tegen den tegenstander wat minder
hard schreeuwde; en eerst dea balk uit
eigen oog deed, alvorens den splinter uit
het oog harer tegenpartij te willen ver
wijderen?
11 Nov. 1899.
Op de lijst van Goes voor de Zuid-
Afrik. Vereeniging is geteekend tot een
bedrag van f 1430,15.
Bij kon. besluit is wegens verande
ring van woonplaats eervol ontslag ver
leend aan J. G. Mezger als le-luitenant
by de dd. schutterij en benoemd aldaar
tot le-luitenant J. Dronkers en T. Hootsema,
beiden thans 2e-luit., en tot 2e-luitenant
D. J. Dronkers Junior thans schutter.
By kon. besluit is ongegrond ver
klaard het beroep van het burgerlijk arm
bestuur te Domburg tegen het besluit vin
Gedep. Stalen van Zeeland, waarbij mach
tiging is geweigerd voor eene voorgenomen
verwisseling van een gedeelte insohriiving
op ..et Grootboek tegen aankoop van on
roerend goed.
Op 15 November a.s. vertrekken de
niet voor het blijvend gedeelte bestemde
miliciens, lichting 1899, met verlof tot 31
Maart 1900.
Alsdan keepen er van hen zooveel terug,
als noodig is om de miliciens, die door het
lot waren aangewezen om onder de wapenen
te blijven, op dien datum eveneens in het
genot van verlof testellen, tot 15 Augustus
1900. Zij, die niet terug behoeven te komen,
krijgen tijdig verlenging van verlof.
Op laatstgenoemden datum wordt de ge-
heele lichting in het genot van groot verlof
gesteld.
De Commissaris der Koningin maakt
bekend dat de sluiting der jacht op patrij
zen in de provincie is bepaald op Donder
dag 30 November 1899 met zonsondergang,
die op hazen, fazanten, korhoenders en
kwartels op Zaterdag 30 December 1899
met zons-ondergang en dat het tijdstip van
de sluiting der jacht op houtsnippen en
waterwild nader zal worden vastgesteld.
Goes. In de gemeenteraadsvergade
ring van Donderdagavond, onder voorzit
terschap van den heer Burgemeester waren
alle leden tegenwoordig. Mededeeling ge
schiedt van mej. Indeweij dat zij hare
benoeming aan de H. B. S. aanneemt.
Benoemd wordt voor den cursus 1899/1900
met algemeene stemmen tot amanuensis
aan de H. B. S. de heer P. F. Hooge-
steger op een salaris van f312.
Afwijzend werd beschikt omtrent de
verzoeken van A. v. Altena en H. v. Andel
om vrijstelling van den dienst der brand
weer.
Het voorstel van B. en W. in zake ver
bouwing van school A. dat nu aan de orde
komt, luidt aldus:
In uw vergadering van 21 Mei werd
besloten een nieuwe school te bouwen in
plaats van school A. echter onder voor
waarde dat de door ons overgelegde be
grooting zou blijken juist te zyn.
Dit is niet alleen het geval, maar de
gespecificeerde raming blijft f 1000 beneden
het door ons genoemde cyferde grond
waarop de school kan gebouwd worden
is kosteloos aan de gemeente terugge
geven door het Rijk, en 't getal leerlin
gen is grooter dan waarop wij rekenden
(140 tegen 135). Wij hebben dus de eer
u ter goedkeuring aan te bieden de plan
nen en bestekken dier school, en stellen
voor te besluiten
Goed te keuren de plannen en be
stekken van een nieuwe school in plaats
van school A
b. te bepalen dat de school zal gebouwd
worden op 't terrein waarop 't proefstation
staat, voorzoover dat door het Rij k ter be
schikking van de gemeente is gesteld;
e. B. en W. uit te noodigen te zijner
tyd de noodige financiëele voorsteilen te
doen teneinde de kosten te kunnen dekken.
De heer v. d.Bout zegt niet in degelegen-
heid geweest te zijn zich voor 't priicipe
van den nieuwen bouw te verklaren, wijl
hij toen 't desbetreffend besluit viel nog
geen lid van den raad was. Daarom ver
klaart hij zich nu bepaald ervoor en wel
op de gronden toen door verschillende
voorstanders uiteengezet. Het komt hem
echter zonderling voor dat in het bestek
de privaten aan den binnenkant in plaats
van aan den buitenkant zyn aangegeven;
en ook dat de binnenmuren alle gesloten
muren zyn met slechts een deur. Ware
't niet beter schuiframen aan te brengen
zoodanig dat twee lokalen in tijd van nood
als één lokaal konden dienst doen by voor
beeld bij ontstentenis van een onderwijzer.
De voorzitter zegt dat de plaatsing der
privaten overeenstemt met de nieuwere
eischen. De onderwijzer moet van uit
zijne klas gezicht hebben op de privaten.
Deze hebben elk door middel van een
luchtkoker gemeenschap met het dak. Er
is op één dubbel lokaal voor 48 leerlingen
gerekend, door twee onder wijzers waar te
nemen. Het bestek rekent natuurlijk op
een voldoende aantal onderwijzers, waar
door schuifdeuren onnoodig zijn. B. en W.
zullen over den bouw ook 't plaatselijk
schooltoezicht raadplegen en dan ook 't
denkbeeld van den heer v. d. Bout ter
sprake brengen. Zij zijn tot iedere goede
wijsuging die de zaak niet veel duurder
maakt, bereid.
De heer Ochtman zegt geen bezwaar te
hebben tegen d« plaats waar zal gebonwd
worden en ook niet tegen 't bestek. Hij is
van meening dat de Raad daarmede eigen
lyk niet te maken heeft. De Raad neemt
wel besluiten doch de uitvoering en hier
toe behoort 't bestek, is aan B. en W.
Maar Spr. zal tegen stemmen omdat hij
van de urgentie dezer verandering niet
overtuigd is, gelijk hij in den breede bij
een vorige bespreking heeft uiteengezet.
De voorzitter zal hierop niet ingaan, wijl
dit een terugtreden zou zyn in de gesloten
discussies eener vorige zitting. Alleen is
aan de orde een voorstel tot goedkeuring
van 't bestek. De voorstellen a en b worden
alsnu aangenomen met 8 stemmen tegen 4,
terwijl de heer Oohtman buiten stemming
blijft. Tegen stemmen de heeren Buy se,
Houwer, Quist en Temperman.
Voorstel c, op verzoek van den heer
Ochtman in stemming gebracht, werd aan
genomen met 9 tegen 4 stemmen die van
de heeren Houwer, Oohtman, Quist en
Temperman. De vergadering wordt hierop
gesloten.
Middelburg. Voorde Chr. Jongelings-
vereeniging Spreuk 23 23a. die evenals
vorige jaren ook dezan winter eenige le
zingen wenscht te doen houden, trad
Woensdagavond in de Gasthuis kerk alhier
op ds. G. Wisse van Gouda.
„De menschheid zoekende naar het ver
loren paradys" was het onderwerp dat de
spreker behandelen zou.
God heeft zich geopenbaard. Deze open
baring is begonnen met de schepping der
wereld en vertoonde de grootste eenheid en
harmonie in overeenkomst met den Schep
per zelf.
Daarom werd niet alleen de onbezielde
schepping voortgebracht, maar ook de
mensch geschapen, bezield met Gods geest
om de gedachten Gods uit te drukken. Daar
om ook ontving de mensch een woonstede,
dien overeenkomstig. De aarde wachtte,
zooals een dichter het uitdrukt, een konink
lijken gast. Dit gold in het bijzonder van
éene plek op onze aarde, van het paradys
wel verloren, maar toch voortlevende in
de herinnering van alle volken. De mensch
werd niet toegevoegd aan het paradys,
maar het paradys aan den mensch, gelijk
een kening niet behoort aan zijn paleis,
maar omgekeerd het paleis aan den koning.
De fuuctiën van dezen naar Gods beeld
geschapen mensch waren drieërleiprofeet
als de mond der schepping Gods; priester
met zijn hart en wil, en koning met zyn
heerschappij. Maar de mensch valt en moet
zijn woonstede verlaten. Hij blijft echter
in zich gevoelen het heimwee naar het
verloren paradys en nu wordt het streven
vau de gevallen menschheid om dit para
dijs te zoeken buiten God om; terwijl hij
zich daarbij weder in zijn drie functiën
openbaart, profeet, priester en koning welke
functiën echter nu omgekeerd werken, d. i.
buiten God, verdreven naar het oosten,
zagen de eirste menschen, in de aan de
westerkim ondergaande zon een beeld van
het verloren paradys liggen waardoor het
heimwee daarnaar werd opgewekt.
Nu wil hij het paradijs terugontvangen
zonder eersc zelf hersteld te zijn. Dit zoe
ken van h.t piradijs buiten God om is
de revolutionaire lijn, die door de gansche
wereldgeschiedenis heen loopt en die den
mensch het paradys belooft zonder veran
dering des harten, die den Engel aan den
ingang van het paradijs wil verdrijven
door wetenschap en kunst.
Dit streven onderscheidt zich naar den
tijd; het geschiedde zonder het kruis, onder
het kruis en tegen het kruis.
Reeds dadelijk na den val werpt de mensch
zich op de cultunr: Kain bouwt zich eene
stad. Jabal vervaardigt tenten, Jubal vindt
muziekinstrumenten uit; nu kan de mensch
zich veilig vermaken in deze tenten straks
smeedt zich Lamech een zwaard van het
door Tubal Kain ontdekte ijzer en, macht
stellende boven recht, roept hij het uit
Kain die God nog tot zijn dienst had, zal
zeven maal gewroken worden, maar Lamech,
die op zijn zwaard alleen steunde, zal
zeventig maal zeven maal gewroken worden.
Deze Lamech nn is te beschouwen als de
profeet van eene richting, als de heraut
van zijn tyd. De mensch boog zich toen
niet voor afgoden, maar wetenschap, kunst
en macht waren de goden ook van die eeuw.
Na den zondvloed treedt de mensch eenigs-
zins getemperd op, maar gaat voort op de
zelfde lijn, gelijk blij kt uit Babels toren
bouw, en in het streven om groote wereld
rijken te stichten.
De profeet openbaart zich in de gelee cd-
heid en de denkkracht der Egyptenaars
en Grieken, de priester in de kunst, die
zioh huwt aan de religie en welhaast aan
den wellustde koning in de Oostersche
hofpraoht en het schril nabootsen van het
oorspronkelijke koningschap des menschen,
om te heerschen over al het geschapene,
hetwelk zyn toppunt bereikt in keizer
Augustusde vergoddelijking van den
mensch het hoogste of beter gezegd het
laagste punt, dat de mensch bereiken kan.
Nn komt Christus in Betlehem. God wordt
menschen thans begint een nieuw tijdperk;
het pogen des menschen om het paradys
te hervinden onder het kruis.
Wel had het kruis veel bekoorlijks, maar
toch was dat naakte kruis met dien bloe
denden Heiland zoo diep vernederend voor
den mensch; immers hoe hooger het kruis
rijst, hoe dieper de mensch moet buigen,
daarom werd het kruis omwonden met een
floers van eigengerechtigheid. Het pogen
om het goddelijke en het menschelyke aan
elkander te huwen, ziedaar de groote
gedachte der middeleeuwen. In de kruis
tocht bieden de blinkend uitgedoschte
ridders het kruis hun overwinnend slag
zwaard met het doel om eigen eer te doen
heerschen onder vigeur van het kruis.
Wereldverachting en wereldoverheersching,
het karakter der middeleeuwen, twee loten
van denzelfden boom: hoogmoed. „De ge
nade heft de natuur op", leeraarde men en
trok zich daarom terug in kloosters, ter
wijl aan den anderen kant een heerschen
der kerk gezien werd, zich uitstrekkende
op alle terreinen des levens. Gelijk dekerk
veelal in het midden stond, zoo heerschte
zy ook over alles, zoodat de souvereiniteit
in eigen kring geheel vernietigd werd.
Een menschvergoding op godsdienstige
wijze gedreven, die haar toppunt bereikte
in het pausdom dat durfde spreken van
„de fabel van Golgotha". In de plaats van
den eenvoudigen visscher Petrus een reeks
van schitterende kerkvorsten, hejrscheude
met verblindende pracht, terwijl aan den
anderen kant de ascese der kloosters ont
aardde en tot groven wellust en zelfmoord
voerde. Dit alles moest leiden tot de revo
lutie, die dan ook op Roomsch terrein uitbrak.
Met de reformatie vangt wederom een
nieuw tijdperk aan het zoeken van het
paradys buiten God maar nu in den strijd
teqen het kruis: De reformatie ging uit van
de stelling: de mensch is kwaad; de revo
lutie leeraart: de mensch is goed, door
Rousseau vertolkt in zyn contrat social.
De reformatie wilde den mensch brengen
onder de souvereine macht Gods, de revo
lutie wilde hem losmaken van God om hem
te brengen onder de heersohappy van den
mensch zelf, zij het dan ook onder die
van de helft plus ésn.
Daardoor moest strij d ontstaan. De schoone
gedachte der reformatie was: de mensch
niet alleen afhankelijk van God op hetge-
bied der natuur, maar veel meer op dat der
genade, Jezus Christus een ongehouden ge-
.f
De gedachte der revolutie isde mensch
heeft de kiem des geluks in zich zelf; dit
is de grondgedachte van alle philosophischo
stelsels die terugvoeren naar het heidendom.
Zeide Plato „door denken wordt men ver
want aan God", Hegel leerde God komt
tot zelfbewustzijn in den menschelijken
geest. Epicurus vindt men terug in de En-
cyclopaedisten, de voorloopers der Fransche
revolutie, en het socialisme in Duitschland.
Kant werd de vader der modernen, die in
deugd en zedelijkheid het genot huns har
ten vonden. Vooral de 19e eeuw met haar
stoom en electriciteit tracht in de gaven ven
't genie het paradys te hervinden. Maar als
ze sterft, staat ze met ledige hand. Het
optimisme waarmede ze aanving is onder
gegaan in een somber pessimisme, gelyk ook
zoo duidelijk blij kt uit de producten der
nieuwere litteratuur, die terugvoert naar
een modern heidendom dat in zoover van
het oude verschilt, dat dit laatste heeft
laten zien, hoe ver de mensch het brengen
kan, zonder de kennis van het Kruis, ter
wijl het eerste toont, hoe diep de mensch
heid valt ondanks deze kennis.
In de 20ste eeuw zal deze strijd
worden voortgezet, maar met andere
wapenen,die echter nog gevaarlijker zyn.
Geen ruw gewei l tegen de kerk van Chris
tus, een religieuse aandoenlijkheid, een na
gemaakt Christendom, dat zelfs den Christen-
naam op het schild veert, ziedaar het
nieuwe modernisme. De strijd zal bestaan
tusschen geloof en nabootsing van het ge
loof. „Het Koninkrijk Gods is binnen inu",
de leuze van Tolstoi ten onzent vertolkt
door de Koe, Bdhler enz. dit beteekent het
paradijB zonder het kruis, niet voor, niet
achter u, maar in uw midden. Wat de
ziener op Padmos zag tracht men te verwe
zenlijken vrijheid, gelijkheid en broeder-
sohap, maar buiten het Lam dat geslacht is
om. Zoo zal de mensch in religieus leven
buiten God voldoening willen vinden om
zelf als God in zyn tempel te zitten, zie
daar den fijnsten vorm van afgodend'enst.
De spreker eindigde zijne schoone voor
dracht met de vraag: is er nog hoop en
verwachting? O, zeker het paradys behoort
aan den mensch, niet de mensch aan het
paradys.
Jezus is geworden Profeet, Priester en
Koning, om Zijne gemeente te brengen in
het paradijs. Dat herinnert ons de moor
denaar aan 't kruis, die zich zelf had leeren
schuldig kennen, wiens harte was gebroken.
Voor dezulken als deze moordenaar geldt
het woordheden zult gij met my in het
paradys zijn. Pessimisme is een woord, dat
niet staat in het woordenboek van den
Christen. Wel kan deze soms klagen:
Hoe lang Heere Want de tijd moet vol
worden tot den da? des oordeels, waarop
het rechtvaardige woord zal gehoord wor
den: „Gijlieden hebt niet gewild". Het
zegel en onderpand van de vervulling van
het beloofde paradys ligt hierin, dat de
Heer der Gemeente, die het paradys heeft
verworven, de Zijnen voorging naar het
Paradys, om hun eene plaats te bereiden.
Maandag 20 Nov.
Znidzande 3 uur door de commissie
voor wegsverbetering by de Hullu bekeiing
van den weg tot aan den Djj k scheidende
Kasteel en Olieslagerpolder.
SCHOUW 1HG.
OOSTKAPELLE 13 Nov.
BIGGEKERKE 15 Nov.
VEERE 16 Nov.
Gevonden en nog niet afgehaalde voor
werpen, bij de politie of bij den vinder
in bewaring;
1 gouden Oorknop, 1 zilveren Vingerring,
2 dito Broches, 1 dito Armband, 1 Kin-
derschort, 1 rood lederen portemonnaie met
zegels, 3 sleutels, 1 schort, I doek, 1 muts.
1 beak en een paar dameshandschoenen,
achtergelaten in het postkantoor alhier.
Terug te bekomen aan het politiebureau
alhier, en blijven de niet afgehaalde voor
werpen, ter beschikking der vinders, met
inachtneming van Art. 2014 B. W.
Goes, 10 Nov. 1899.
De Commissaris van Politie.
A. R. HOLSHEIMER.
ti
i»