NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH Ho. 17 1899. Homfkiliifj 9 Hosemficr. WeerftPiirfe la ariiang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Engeland en Transvaal. 12LTEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,02 s. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Weer waait de Vierkleur! 30 Oot. 1899. o Weer waait de Vierkleur naar omhoog; Viel zij een wijle neer, Toen Elandslaagte kwam in 'toog, Nu stijgt di Vierkleur weer. Zij wappert En klappert Op 't bloedige veld 't Gewapper Verdappert Het hart van den held. Het Hol lan lach harte kromp ineen Op 'tsehrikkelijk gerucht. Vlood 't Afrikaansche volk al heen In onweerhoudb're vlucht Geruchten Doen vluchten, Maar waarheid houdt stand Geen zuchten Ontvluchten Bij winnende hand. De Brit trok stillekens in 'thol Met groot verlies en schand Zijn ezelsbatterij werd dol Zoo werden ze overmand. De dieren Bestieren Der Engelschen lot De Boeren, Die vieren Hun zegen van God! Waar God Zijn rijken zegen zendt, Daar baat geen tegenstand; Gods heil zij naar Transvaal gewsnd, Voor vrjjheid van hun land Maar Heere, Gij Heere Van hemel en aard, De vrede, Dra keere, Het hart onbezwaard. J. P. V. w De heer Pierson in de Nederl., daarna de heer Wormser in de Standaard hebben medegedeeld uit de beste inlichtingen dat het Transvaalsche Volkslied is niet het Vlag"elied met zijn zes sprekende couplet ten maar „Kent gij dat volk" enz. De lezer vindt dit officieele Volkslied in ons no. van jl. Zaterdag. Pakkeuder, pittiger, inniger, sprekender vinden wij „De Vierkleur". Doch iets kenmerkend met- calvinistisch vinden wij in het andere evenmin. Met den heer Wormser zeggen wy: ik wou dat het anders ware. Maar het is nu eenmaal niet anders. Lyddiet is een ontploffingsstof, die aan de zuidkust in Lydd vervaardigd wordt, welke zulk eene ontzettende verwoesting kan aanrichten, dat op 150 tot 200 yard van de plaats waar de patroon springt, omstanders nog door den luchtdruk kunnen werden gedood. De proef is genomen met een lyddietbom op een kudde van 100 schapen. Er werden er 80 terstond gedood, en zij waren geen vau allen gewond. Alleen de schok had hen gedood. En dan lachen de Engelsche bladen nog om de kinderachtigheid van Joubert dat hij tegen 't gebruik maken van dat metter daad helsche tuig, in naam van beschaving en menschelykheid protesteerde! In het „Utrechtsch Dagblad" komt het volgend gedicht „De Boeren", van den 85- jarigeu Nico laas Ëeets voor: Zult gij een ij die wereld leeren Wat Godsbetrouwen zegt, Gij «tïjjders in de kracht des Heeren Voor vrijheid, erf en recht; Klein volk van ploegers, herders, jagers, gelasterd en veracht Door uw hoogmoedige belagers, Gerust op overmacht Gij, in hun oog nog half barbaren, Alleen verdelging waard, Maar Heldenkroost van Martelaren, Niet van hun bloei ontaard, Gij predikt Koningen en Volken, Hoe groot en machtig: Hij Die zetelt boven lucht en wolken Is machtiger dan gij. De God dier psalmen en kronyken, Waar onze ziel bij leeft, Zal nooit doen wanklen of bezwijken Die Hem zijn eere geeft; „Op wagens, paarden, en op helden Zij onze vijand stout, „Maar wij, wij zullen de eer vermelden „Van Hem die ons behoudt!" Behoud hen, God der legermachten, Sta Godlijk aan hnn zij! Verhoog ze die Uw heil verwachte», Verplet hun weerpartij Laat nog de stervende eeuw ervaren, Dat, waar Ge in glans verschynt, 'tBoos opzet van geweldenaren Als rook en damp verdwijnt 1 NICOLAAS BEETS. 4 November 1899. Terwijl de IJslandsobe vissehersvloot in de Fransehe zeehaven St. Pol op verzoek van dan reeder Jonbert aldaar vlagde ter eere van 't sucoes der Boeren (de voor onders van generaal Joubert zijn nit die streek afkomstig) juicht men te Londen over 't bericht dat de Boeren in het ge- veoht van Donderdag bij Aathamsfarm nabij Ladysmith 800 man aan dooden, gewonden en gevangenen verloren hebben. Reeds hebben wij gemeld dat het En gelsche transportschip Rapidandat Don derdag de Mersey verliet met troepen voor Transvaal, door een jzwaren storm genoodzaakt werd naar Liverpool terug te keeren. Nader bleek dat 200 paarden waren gedood, of zoo gewond dat zij moes ten worden afgemaakt. Weer vertrekken vier stoomschepen met troepen, en nog vier zullen deze week volgen. Een telegram uit Kimberley meldt dat de bewoners zich nogal schikken in hun lot. Na de laatste, voor hen niet onge lukkige schermutselingen hielien zij een groote danspartyen „Rhodes keek glim lachend naar de pleriermakerg". De gezamenlijke Legermacht die te Kaap stad den generaal Buller zal ontmoeten schijnt 50 duizend man sterk te zyn, met 11 duizend paarden en 13 dnizend muil ezels. Een Engelsche berichtgever heeft ver slag gedaan van het gevecht by Nicholsons- nek, dat voor de Engelsche brigade onder bevel van luitenant Carneton zoo onge lukkig afliep. Uit de raededeelingen blijkt dat White hen Zondagavond tien uur daarheen had ge zonden. Het is een soort ingedrukte weg die een verbinding vormt tusschen de Behouders van het Drakengebergte en van groote krygskundige beteekenis is. Het duurde niet lang, of de troepen macht werd ontdekt, want het kon slechts even over half elf zgn geweest, tjen eenige Boeren, ongeveer duizend voet hoog ge posteerd op een paar heuvels, welke de colonne moest voorbygaan, er in slaagden de muilezels op holte brengen, door stukken rots naar beneden te werpen en door te vuren. De marsch werd evenwel, dwaas ge noeg van Carleton, voortgezet. De colonne bezette een aangrenzenden heuvel cn be reidde zich voor op den aanval. Doch de Boeren waren bun voor. Na een uur ongeveer kwam een n euw commando opdagen, omstreeks 2000 man sterk, en ging onmiddellijk tot den aanval over. Zg kwamen van het front en bezetten ook twee kopjes, één duizend yards achter de borstweringen, die van achteren geheel open waren. Er werd een woeden 1 vuur geopend, maar de positie was ongelukkig te uitgebreid om door zulk een kleine macht als Je onze te kunnen worden ver dedigd. De officieren hadden groote moeite om de mannen over te halen het vuren te staken; ware het gevecht voortgeduurd, dan zou het ongetwgfeld geëindigd zgn met aller dood. Het kan niet wirien tegengesproken, dat de Boeren prachtig schoten. Teliens wauneer een onzer mannen het hoofd op hief om te zien waar de vyand was, viel hg onmiddellgk terug met doorgeschoten h >ofd. Na het gevecht toonden de Boeren groote vriendel jkbeid tegenover de gewonden en niet-gewonden. Dit oogstte dön hoogste lof in. Zij haalden water voor onze gewonden, gaven hun de ens, vingen rau'.lezds op voor hun hospitaal w. gens. Sommigen vroe gen naar de gordels als een herinnering aan hun groote overwinning, maar daar gezegd werd, dat verscheidene daarvan geld bevatten in veel gevallen de soldij der manschappen drongen zg niet lan ger op hun verzoek aan. Sommigen lieten hun geld vallen, maar de Baeren wilden liet niet aannemen. Slechts een man trachtte den hospitaal wagen leeg te halen, en dat was een Duitscher. De Bjereu evenwel delen sulks niet. Daar de Boeren lxun geneeskundige uit rusting voor hun eigen gewonden noodig hadden, werd een boo 'schap naar hier (Lalysmith) gezonden. Sir George White zond dragers uit om de onzen naar 't kamp te brengen. De gevangenen werden naar Pretoria getransporteerd, maar velen slaagden er in, te ontsnappen. De Boeren brachten dan namiddag door met het zingen van droefgeestige z gelie- deren onder de hoornen. Zij hadden raden om droefgeestig te zijn, want zij hadden verscheiden mannen verloren. Z j erkennen, dat zg Maandag veel verliezen hebben gehad en dat hun voornaamste dokter ge dood was. De Boeren mylen ver te vervolgen is even gevaarlyk ;alB een gewonden tijger met leege geweerloop na te zitten, heeft eon Britscb oud-overste die tegen de Zoeloes het vechten leerde, gezegd. Hebben wy eerst geleefd van opgeschroefde telegrammen alleen, thans krygen wg ook eens nuchtere brieven en dagbladartikelen te leren, die een gansch anderen indruk maken. Zoo bevatte een Jobannesburgscb blad, de „Standard and Diggers News" een zeer merkwaardige verklaring van den lieer James H&y over de toekomst vau de goud- myudistrictei, om welks bezit Engeland thans oorlog vosrt tegeude Zuidafrikaanscbe Republieken. Wat de heer Hay zegt is dubbel merk waardig, omdat kg, een geboren Engeisoh Afrikaander, voorzitter ia geweest van de Johannesburgsche Kamer van mgnwezen en als zoodanig lid van de in lustriëele com missie, die in 1897 het b -faamde industrie- rapport heeft opgemaakt. De heir Hay is koopman en lid der directie van drie goud- mgnen, wavronder de Robinson-mgn en van een steenkolengroeve, dus eeii man van be teekenis, wiens woorden de uiting zgn van een door aanschouwing,ervaringen inzicht gevormde meening. De heer Hay reroordeelt Engelani's hou ding zeer scherp. Engeland, zegt hij, wik kelt rich in een oorlog, waarvau het berouw zal hebben, zoolang het bestaat. Het heeft een onoverkomelyke kloof gegraven tus schen zichzelf en het Hollandsche ras in Zuid-Afrika, zonder welks meiewerking van vooruitgang geen sprake kau zijn. Engeland zal door den oorlog dit land voor jaren en jaren tot een hel maken. Hg wgst op de algemeene wapening der Boeren en op de vrouwen, die nog meer i-eestdrift tooneu dan de mannen„Zg hebben van haar mannen en vaders afscheid nomen en hun gezegd voor hun land te gaan vechten en als zg verslagen mochten worden te zorgen, dat er geen steen op den anlere blijft in de stal, die zg den vloek van het land noemen. Als ge een photographie hebt van Johannesburg, be waar die dan als een kostbare reliquie. Overeen jaar zal er geen Johannesburg meer zgn. „Zoo zeker als wg hier staan zult gg zien, dat de Boëren na hun eerste groote nederlaag naar Johannesburg zullen gaan en hg zichzelf zeggen: „Engeland wil dat ryke stukje gronl hebben en onze onafhan kelijkheid daarvoor nemen. Goed, maardan zal Engeland er voor betalen" en alle machinerieën in de mijnen vernielen. Let op mjn woorden: de raaatschappyen zullen ten minste vijftien inillioen moeten besteden aan nieuwe machinerieën." Hay stelt de kapitalistische huizen voor don oorlog verantwoordelijk: „Denk eens even aan het aantal mijnen, waarin de Eckstein's meesters zijn, om nog niet eens te spreken van die, waarbij zg betrokken zijn. Bedenk dat eike bestuurder, elke klerk, mijnwerker, machinist enz. in deze mijnen afhankelijk is van de Eckstein's; beienk dat een woord van de kapitalisten aan de bladen, die zij in eigendom hebben een eind kan maken aan de Jingoïstische arti- kele v van hun gehuurde redacteurs en mocht iein.nd u ilan nog zeggen, dat deze beweging geen kapitalistische beweging is, dan zult ge hem zeggen dat hij onzin praat." W at zal de oorlog uitwerken Den invloed van den oorlog op Zuidafri kaanscbe toestanden schilderde de heer Hay in een niet minder klemmend betoog. Wg geven hemzelf het woord: „Gg hier (in de Kaapkolonie) zult spoe dig beseffen wat het beteekent. Gg vergeet, dat ge voor een groot deel leeft van de Randindustrie. De menschen van den Rand verteeren hier eu in Natal ruimschoots geld en geprikkeld door de opwinding van het oogenblik roepen uw zeehavens om oorlog. „Maar wacht een beetje. „Ge vergeet, dat de vluchteling van den Rand zgn laatste geld uitgeeft. Tot verle den week was Johannesburg nog aan het werk. Het leverde ongeveer 50,000 per dag op, maar daarvan gaan 30.000 pond onkosten weg en was 20.000 winst. Dat is nu uit. De menschen van den Rand doen de inkomsten van uw spoorwegen toene men, maar dat is het laatste wat ge van hen zult krijgen! Waar zullen de rechten van de; ingevoerde goederen blijven ?Bin- n'enkort zult ge uw volk zware lasten moeten opleggen om uw schulden te betalen En Natal zal nog voor de Kaapkolonie ge ruïneerd zijn. „Vergeet ook niet dat, als alles voorbij is, er scheiding zal zgn in Zuid-Afrika. Tot dusver hebben de Engelsche handelaars on der de Hollanders gebloeid. Na den oorlog, als ge eenigen van de vrienden en verwan ten van uw Hollandsche klanten hebt ge dood, zullen de Hollanlers deze han leis- firma's boycotten, zullen de Duitschers er in komen. Denkt ge soms dat de vrouwen, die den strijd overleven, niet aan haar kinderen zullen leeren alles wat Engelsch is, te haten? Dat zullen ze zeker. En ver geet ge ooit ieis van wat uw moedir u leert? „Ik wenseh Sir A. Miluer veel geluk met zgn overwinning. Zij zal Engelan l en den Engelschen in Zuid-Afrika meer k.nten dan ze denken. Duizenden en honds den handelaars en werklieden hebben mg g -/.egd dat ze God zouden danken als ze maar weer terug kouden zgn waar ze in Januari waren, met hun grieven op den koop toe. „De staatkunde die de heer Chamberlain volgt oorlogvoeren met de Republieken is de treurigste en meest d vaze, die hg had kunnen uitdenken. LAATSTE BERICHTEN. Ooggetuigen van den slag bg Lalysmith van Donderdag verklaren dat de Bieren, in 't open veld bestookt, witte vluggen opstaken. Toeu de Engelschen daarop zon der te schieten dichtbij genaderd waren, vuurden de Bieren een salvo op hen af. Verwoed over dt verraad, stormden de lansiers, huzaren en dragonders, gevolgd door de infanterie met gevelde bajonet, dwars door de Boeren heen en hielden duchtig onder hen huis. Zg maakten vele gevangenen en krijgsvoorraad buit. Vrijdag had een verwoed gevecht plaats ten zniden van Ladysmith. Een Engelsche divisie deed een verkenning met het doel de Colenso colonne, welke door de Boeren wer l aangevallen, te on'zetten. De Engelsche infanterie lie r storm op de Boeren, die op Groblerskloofhenvel een sterke stelling innamen, en dreef hen de vlakte in naar de Toegela toe. De cavalerie voltooide de overwinning en vaagdede, Boeren weg. Het veld lag bezaaid met (verslagen Boeren. Na Vrijdag hebben geen vijandelijkheden meer plaats gehad. Vrgdag zond White aan Joubert een verzoek of de niet-strijdenden, zieken en gewonden naar bet Zuiden mochten gaan. Jonbert weigerde, maar was bereid toe te staan dat zg naar een afzonderlijk kamp, 4 mijl van Ladysmith, gingen; welk aan bod (niet?) werd aangenomen. Zieken, ge wonden en eenige burgers werden daarheen gebracht. Slechts enkele voorpostengevechten "er- stoorden nog eenigszins de rast. De granaten der Boeren richten niets geen schade aan. Vrgdag hebben de Engelschen onder gene raal Brocklehnrstde Boeren teruggeslagen en een kanon ontwricht. Er was ook een ge vecht bij Boelwana, waarbij de Engelschen slechts 8 dooden hadden. Hun stelling in Ladysmith wordt volmiakt veilig ge acht. Zij is zeer versterkt. En de bevolking huist nu iu bomvrije kazematten. Zaterdag was er wapenstilstand tot 't hegraven der dooden wederzijds. Toch moet dien dag nog, in een gevecht bg Ladysmith een bloedige nederlaag aan de Boeren zgn toegebracht, dn Engelschen maakten 2000 krijgsgevangenen Altemaal akelig nieuws Maar 't komt uit Engelsche bron! Bg een uitval uit Kimberley heeft Baden Powell een aantal muilen en paarden van de Boeren buit gemaakt. Een Engelsche colonne uit Rhodesia, onder bevel van kolonel Piumer, heeft zich een weg gebaand naar Mafeking. Toch schijnen de belege raars niet heel bevreesd te zgn daarvoor, want zij zonden 1500 man versterking aan de belegeraars van Kimberley, die 35 ton dynamiet van de De Beers-Maatschappg lieten springen. Intusschen is een commissie benoemd om het gebruik der Levensmiddelen te regelen, wat toch niet op een rooskleurigen toestand schijnt-te zien. Ook klinken de Fransehe berich'en heel anders. Die zeggen dat er uit Ladysmith en Kimberley maar geen berichten komen en dat het zwaar geschut haastig te Durban is ontscheept om naar Ladysmith te worden gezonden. De bewegingen der transportschepen ver oorzaken groote ongerustheid. Twee er van zgn al drie dagen over hun tijd een ander meet schipbreuk geleden hebben op de Zuidkust van Mayo. Bedenkelijk is ook de terugtocht der Engelschen in Kaapkolonie van Stormberg naar Queenstown. Het geheele noordelijk deel der Kaapkolouie wordt daardoor ont bloot van Britsobe troepen. 8 Nov. '99. By kon. besluit is met ingang van 16 dezer de brugwachter bg het kanaal door Zuid-Beveland te Wemeldinge A. Amadio, benoemd tot hulpsluismeester bg dat kanaal te Hansweert. Bij kon. besluit is op zijn verzoek eervol ontslag verleend aan jhr. P. H. A. Martini Bugs als dyagraaf vin den Anna Jacobapolder.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1