„DE ZEEUW" BIJVOEGSEL Engeland en Transvaal. VAN van Zaterdag 4 November. Vervolg.) Heden en gisteren niets geen nieuws. Maar de mail is aangekomen: en daar mede /.ijn verschillende brieven gekomen die licht verspreiden over veel wat ons slechts uit Engelsohe bron ter oore kwam. Geven wij allereerst de sluitingsrede van president Kruger. In de laatste zitting van de beide Volksraden op 2 October gehouden, waren slechts 14 leden aanwezig, de overigen waren reeds naar het oorlogsveld ver trokken. Dc v oorzitter wees er op, dat de zitting der Volksraden ditmaal om veer buiten gewone reden geschorst worde, zooals in 1896 ae/chiedde. De staatspresident Kruger neemt daarna het woord. Alle aanwezigen staan op. Het is doodstil in de zaal als de president met bewogen stem, doch met diepe overtuiging zegt Zooals reeds gezegd is, zijn de beide Volksraden nooit onder zulke buitenge wone omstandigheden verdaagd. Alles dreigt nu op oorlog en waarom? Omdat de lengengeest de overhand genomen heeft tot in verschillende landen. Omdat dit volk geen eigen regeering mag hebben. Ik moet het dankbaar uitspreken en ieder zal het moeten erkennen, hoe de Heer bet volk in dit land geplant en tot hiertoe gelei i heeft. En al komen ook duizenden op ons af, zonder Zijn wil zullen wij niets behoeven at te geven, van wat ile Heer ons heeft geschonken en wat wij alleen aan Hem danken. Laten wij dan onze gebeden tot Hem opheffen en tot Hem bidden. Hij zal de Beslisser zijn en zijn beslissing zal nooit op leugen zijn gegrond, doch op recht en waarheid. Spreker wijst er dan nogmaals op hoe de Transvaal na de retroceasie de vreem delingen gelijk wilde stellen met de Burgers van het land, niettegenstaande de conventie hun geen politieke, doch slechts handels rechten verzekerde. De Britten lieten zich echte- bij den Britschen Agent registreeren en later toen zij werden opgecommandeerd, weigerden zij mee te gaan en wilden dus geen lief en leed met de Burgers deelen. Wij heb ben ben toen vrij laten blijven. Wij weten voor God dat wij alles gedaan hebben om hun het stemrecht te geven en daarom steunen wij vrijmoedig op onzen Heer. Hij zal de beslisser wezen. Laten wij bidden en blijven bidden dat Hij ons bestuurt en al komen dan duizen den dan zal Hij voor recht en gerechtig heid optreden tot wij geheel en al ontslagen zij-i van Engeland. Spreker raadt de leden aan Ps. 118 7 te lezen. De Heer zal met ons strijden en als Hij met ons is, wie zal dan tegen ons zijn. Wij moeten strijdend steeds onze gebeden tot Hem opzenden. Ik wil niet van den Vrijheidsoorlog spreken, doch zie bij den James n-intocht. Duizenden kogels en bommen hebben zij op onze macht afgezonden en slechts drie van onze mannen zijn gevallen en over de honderd van den anderen kant. Dit is het bewijs dat God alleen de kogels be stuurt. Toen ook heeft Hij ons gespaard om te toonen dat hij de Bestuurder is va.', de wereld en niemand anders. Geen applaus of ger iep onderbrak deze rede waarin de machtige overtuiging sprak van den President. De leden luisterden ernstig toe in het volle besef van de waar heid dezer woorden. De Voorzitter wijst er op hoe hij den 20sten Juni 11. op een der bijeenkomsten tot goedkeuring der gepasseerde kieswet gezegd heeft dat zijn opinie was dat het niet do quaestie was van het kiesrecht, doch van den wijngaard van Nabot. Na- bot moet dood of wij n.oeten zijn wijn gaard hebben. De booidzaak zijn de rijkdommen van het land. Er rust eene groote verantwoording op de beide Volksraden als een lichaam, en op elk lid afzonderlijk doch ook nu zullen wij niet zonder verantwoording zijn. Wij zullen deel uitmaken van den krijgsraad of van de Burgermacht. Wij zullen onze Burgers moeten voorgaan. Elk lid is ge willig bij te dragen tot de verdediging van 's lands onaf hankelijkheid en zijn leven daarvoor op te offeren. Wij zeggen het met alle Afrikaners: liever geen leven dan een leven zonder tand. Ik kan niet meer twijfelen of de oorlog zal en moet komen. Als wij de opgewon denheid en de gewilligheid van de Burgers zien om voor onze rechtvaardige zaak te vechten, dan kunnen wij niet twijfelen of de Z A. JR. moet eenmaal voor goed vrij Worden. Mijn opinie is dat een volk nooit een volk kan worden zonder lijdenen strijden. Misschien is de tijd thans beschikt door de Voorzienigheid dat de Z. A. R. een volko men vrij en sterk volk zal worden. Ik hoop dat de Heer zal toelaten dat de volkomen onafhankelijkheid zal worden verworven endat wij spoedig weer hier zullen te zamen komen om de zaken van het land verder te behartigen. De voonitter van den Tweeden Raad herinnert aan zijn uittrekken ten vorigen jare om een kafferhoofd tot zijn plicht te brengen. Ook toen weer hebben wij gezien dat er een God is die wonderen aan het volk der Z. A. R. betoond heeft van de vroegste tijden af. Spreker zegt dan dank namens den Tweeden Raad voor de samenwerking van den Eersten Raod ondervonden in deze moeilijke tijden. Wij weten dat wij alles gedaan hebben om den vrede te bewaren. Wij hebben broek en baatje weggegeven, doch onze onaf haukelijkheid mochten wij niet afstaan. Als Engeland dat wil, dat wij onder zijn druk komen te staan, welnu dat het dan over onze graven triumfeert. Men ziet het vaak dat God een volk door een nederlaag verhoogt. Wij moeten schou der aan schouder staan in de verdediging van het land tot het einde toe. De staatspresident zegt dat God een volk kastijdt, d ch dat de Heer zijn volk niet zal loslaten zoolang het in Hem blijft ver trouwen. Zy echter die niet in den Heer gelooven doch in Zijn naam beweren te handelen, zij lasteren tegen God en dat zal Hij niet toelaten. Gedenkt in uw gebeden den Generaal, den vechtgeneraal bn adsisteuten en laat altijddurende gebeden opgaan voor sterking in het geloof en voor het onwrikbaar ver trouwen in den Heer. Nog enkele leden van den Volksraad voerden het woord. Wolmarans waar schuwde dat de hooggeplaatsten in Gods- vru ht zouden voorgaan, opdat niet de straf des Hoeren nog zwaarder zal worden. God heeft verscheidene malen Engeland gebruikt om ons te dwingen terug te gaan tot de zeden onzer voorvaderen. Indien de Volksraad terugkeert, hetzij spoedig of na langeren tijd, zal het wellicht God be haagd hebben dat wij heelemaal en jvoor altijd ontslagen zijn van de conventie. Wij moeten echter niet licht over den strijd denken en niet op eigen kracht ver trouwen. Nu Engeland echter alles weigert, laten" wij als Afrikaners, nu eenmaal tot een punt komen, Engeland heeft zelfs arbi trage geweigerd. Laat God dan de Eind- arbiter zijn, Wiens uitspraak zal moeten ge ëerbiedigd worden. Burgers herinnerde aan 189S, toen, gelijk de muren van Jericho eens vielen door bazuingeschal, ook de vijand viel door ons vertr uwen op onzen God. Hij bad voor den grijzen Staatspresident, die op zijn ouden dag instede van rust, deze zware zorgen krijgt. Hij hoopt dat God ZHEd. wijsheid en verstand zal geven. De laatste maanden hebben ons afgemat. Wij hopen op God, dat Hij ons weder tezamen zal brengen, hetzij spoedig of later. Hoe lang de strijd zal duren, weet niemand. Wij berusten alleen in Gods wijze be slissing. Welk een eendracht, welk een vertrouwen spreekt uit al deze woorden. En zij zijn aanvankelijk niet beschaamd. EenEngelschman uit Johannesburg schrijft dato 1 Oct. aan een Engelsch blad te Lon den onder meer het volgende, aan de juist heid waarvan, gelet op de bron, wij niet mogen twijfelen. „Woensdag werden de geweren uitge reikt aan de Burgers en de Uitlanders, die zich vry willig aanmeldden. Paarden, ezels en muilezels werdeu afgespannen van de rijtuigen en karren op s raat voor ge bruik van de troepen. Vry dag verlieten zes treinen met gewapenden de stad reeds. Ik geloof niet dat in eenig land der wereld zoo iets mogelijk ware geweest. Binnen 24 uur waren de burgers opge roepen, gewapend en naar hun bestemming gezonden. „Hoe bewonderde ik de mannen en de meisjes aan het station bij het vertrek. „Geen geween o£ gesnik, enkel een kort „doe je plicht!" dan een omhelzing, een handdruk.en de trein vertrok met echt- genooten, vaders en broeders, die misschien nooit zullen teru keeren. „Ik z g den ouden Eerreira weg gaan met zijn vijf zonen 1 Hij zelf een echte Bver van het type der oude „trekkers" zijn zonen allen mannen van meer dan zes voet. „Een andere Boer trof zijn zoon van vijf tien jaar.hy was het huis uitgeloopen ora mede te gaan vechten en had den veldkornet een geweer ge vraagd. T n slotte gaf de oude vader zijn toestemming, enkel tot afscheid zeggende„jongen, gedraag je als een man!" Dat was alles! „Oud en jong, rijk en arm, allen lieten zonder klacht en tegenspraak als iets dat vanzelf sprak, bij den eersten oproep al wat hun lief was achter, omdat hun land hen noodig had. »In gewone kleederdracht, geen glinste rende u iiformen, kwasten en epauletten, geen muziek, geen opgeschroefde taal.1 neen, enkel bezadigdheid en ernst in die vastbesloten, bruingeschroeide gezichten! Engeland zal nooit winnet 1 Eene oude Duits-'he dame, die ik verge zelde, was zoo diep aangedaan door wat ze zag, dat ze al de wagons langs ging om die ruwe vuisten te drukken. „Zult ge allen terugkomen?" „We kunnen 't u niet beloven, maar we zulten het probeeren!" Roerend was het die innige liefde voor het Vaderland te zien. Vierhonderd man waren opgeroepen in de tweede Wijk van het Krugersdorp- district.670 boden zich aan. De com mandant poogde 270 af te wijzen maar daarvan was geen sprake." Uit de Volksstem van 3 Oct. Vanmorgen is een tweede trein met Pretoria dorpsmenschen aangekomen, waar onder ik opmerkte oom Koos Plessis met vijf zoons en goede paarden, Tjaard Kruger, Schalk David van der Merwe en Hoogge- rechtshof-Taljaard. In het geheel over de honderdvijftig man. Ook is aangekomen een trein met Roo Iepoort-mensohen onder veldcornet De Villiers. Onder deze zag ik ook mijn collega Valter van de Randpost. „Generaal Jan Koek zal vandaag hier voorbij komen met het Johannesburg com mando onder Ben Viljoen. Zij zullen van hier vertrekken naar elders. Een deel der Johanuesburgers is echter gebleven, omdat ze nog geen paarden hadden. Ik verneem dat president Kruger heeft laten informeeren bij de Z. A. S. M. of zij klaar waren om de Kaffers van Johannesburg en den Rand te vervoeren naar hun woonplekken. „De buitenmenschen zijn niet gerust voor dat die Kaffers weg zijn. Langs de Hei- delberg-Standerton lijn werden hier en daar dynaraiet-patronen gevonden, waarschijnlijk uit den trein geworpen door vluchtelingen. Er hebben verhalen geloopen van vluch telingen die onderweg van gebrek overleden waren, doch dat kan ik tegenspreken. Langs het pad ontmoet ik nu en dan nog vluch telingen te voet of per rijwiel, maar hun aantal wordt zeldzaam. Men gelooft hier dat de Engelsche troepen teruggetrokken zijn naar Ladysmith. De Vrijstaters zijn te velde getrokken onder de Transvaalsche vlag, vermeerderd met een vijfde baan, en wel eenOranjebaan, onder de witte van de driekleur. Uit Krugersdorp worlt gemeld, dat toen de de trein zou vertrekken de veldcor net 100 menschen —eer had, dan hij had opgecommandeerd en slechts weinigen wilden terugkeeren. De anderen „moesten" mee. Lunham, de president van de South African Liga te Krugersdorp, was zoo parmantig by het vertrek van den commando- trein van Krugersdorp, dat de burgers hem zeker gedood zouden hebben als de luitenant van politie hem niet had weggebracht en zijn revolver afgenomen. Uit Ventersdorp wordt aan De Volks stem geschreven, onder het opschrift Oom Piet zijn menschen. Zoo even zijn wij met ds wagens hier aangekomen. Alle paarden- ruiters zijn gisteren van hier vertrokken. Te Lichteuburg moesten w y allen bij elkaar komen. Langs het pad is een kaffer veron gelukt. Hij raakte met zyn hoofd onder het wiel vaneen wagen en was op de plek dood. Als een voorbeeld van den geest die er onder de burgers bearscht, diene dat wij een man te voet langs hst pad kregen. Hy wilde mee. Het was een zekere Du Plooy, een burger van Boven-Mooirivier. Den 3 Oct. had hei, vertrek plaats van de Hollanders welke zich voor veld dienst hadden aangemeld bij het Comité voor Nederlanders en Oud-Nederlanders. Te vier uur stond een uit een aantal met paarden geladen truks en vijf personenwa gens bestaande tiein gereed aan de statie om naar Volksrust te vertrekken. Uit Kerksdorp, de plek waar wellicht spoedig een bloedig treffen met den aarts vijand zal plaats hebben, doet eene nobele Transvaalsche vrouw een beroep op uwe menschlievendheid tot hulp aan de in den strijd gewonde medeburgers. Die wakkere vrouw, mevr. Johanna Neethling geb. De Villiers, wie geen opoffering te zwaar is, heeft de leiding van een ambulancekorps op zich genomen, waarvoor de commandant- generaal haar de noodige tenten en wagens toegezegd heeft. Deze ambulance zal met het commando optrekken en zoo dicht mo gelijk bij het slagveld hare diensten ten bate der arme kranken en gekwetsten ver- leenen. Terwijl de Natal-trein uit Johannesburg stoomde heesch de artillerie, die medeging, de Vierkleur. Een Engelsch passagier vertoonde als antwoord daarop de Britsche vlag, doch men wist hem spoedig aan het verstand te brengen dat bij om gezond heidsredenen, n et aan dergelijke spelletjes behoefde te denken. Was de Transvaal in'80 een klein volk, door Gods goedheid is het groot geworden. Door Gods zegen zyn de Z. A. R. en de Vrijstaat een. Eén willen beheerscht slechts de vrije Afrikaners. De groote mannen van '80 leven nog. Nog is de Leeuw van Rustenburg in zyn grijsheid behouden en met de oude vast heid bezield om de vrijheid van zijn volk te bevechten. Nog staat Slim Piet Joubert klaar zyn burgers in den strij i te voeren. Nog zijn de mannen van '80 gereed goed en bloed te offeren voor vrijheid en recht. Piet Cronje, Hendrik Schoeman, Uijs, Frans Joubert en al de helden uit den Vrijheids oorlog heeft God gespaard om hun onder vinding in dit Gods oordeel te geven. Nog zyn Jan Hofmeyr en Merriman met hun sterken invloed van '80 gespaard. Nog leven in Holland en België en in het verdere Europa onze oude, beproefde vrien den, van wier moreelen steun wij zeker zyn. Nog zijn de monden niet voor eeuwig gesloten van mannen als dr. Clark, Labou- cbère en zoovele anderen. Heel het geslacht van '80 leeft nog. Ahemaal kleine berichtjes, maar die veel zeggen 1 Uit een brief van een dame te Pre toria nemen wy t volgende over Om half vier ben ik eens naar 't station gaan kijken, waar de artillerie aan het opladen was, om naar de grens te gaan en verscheiden opgecommandeerde burgers en vrijwilligers kant en klaar stonden om te vertrekken, 't Is merkwaardig zooals dat alles hier zonder militair verteon gaat. Geen uniformen, behalve de staatsartillerie en nog maar heel eenvoudig, met groote üambardhoeden op, voor de zon. Je krijgt den indruk of alles maar zoo'n beetje op zijn eigen houtje gaat. Je hoort niemand commandeeren en toch loopt alles goed. Toen weer naar het dorp te ug, in do hoop iets te zien van geweren uitdeelen of zoo iets «n na door de stille straten rondgeloopen te hebben om 5 uur weer naar het station, waar ze ondertusschen goed opgeschoten waren. Een trein stond klaar, goederenwagens hoog opgepakt, met benoo- digdheden, en daarboven op, op de dekklee- den, de artilleristen, goed gewapend natuur lijk. Ondertusschen vulden de coupés zich met gecommandeerde burgers, van die echte meestal doodarme Transvalers. Natuurlijk veel van de Transvaalsche vrouwen en kinders, huilende en afscheid nemende tot in 't oneindige. 't Is voor die menschen ook verschrik kelijk, daar 't toch maar hoogst onzeker is, dat zij de hunnen terugzien. Het is eenig te zien, hoe de Boeren ten strijde trekken. Geen zweem van vertoon en niet de minste agitatie is by hen waarneembaar doodbedaard kijken ze hun geweer na en zijn in 5 minuten klaar om te gaan. Yan ochtend b. v. kwam er een troep van de armste soort Transvalers bij den veldkornet om een geweer te halen, die in dezen tijd aan alle burgers worden uit gedeeld; tegelijkertijd werd hun gezegd, dat zij moesten wachten, wat zij verder moesten doen. Toen moesten ze allemaal naar het station gaan en daar werd hun gezegd, dat zij een uur kregen, om naar huis te gaan en terug te zyn en dat zij dan naar het front moesten, d. w. z. naar de Natalsche grens. En om 5 uur zaten zij dan ook in de coupés en toen de trein ver trok, met nog een paar ambulancewagens van 't Roode Kruis er achter aan, begonnen zij al met hunne geweren uit de portier raampjes te sohieten, bij wijze van af- scheidssalvo. Ondertusschen werd .n er volgende treinen opgeladen met kanonnen en alles wat tot de artillerie behoort. Het is interessant te zien de uitrusting van een Transvaler. Het bestaat in een ge woon landlooperspak (geen kwestie van uniform natuurlijk) een bandelie een buik riem vol kogels, geweer op den rug, hun paard en een klein zakje met „padkost", bestaande uit een stukje biltong (rookvleesch) en wat water, that's all. De dochter van den directeur der gasfa briek te Johannesburg schreef aan eene Engelsche vriendin: „Indereeu ging weg naar de Kaapko lonie en Natal of naar de grenzen om te strijden. „Wat zouden hier fortuinen knnnen zijn gewonnen door leden die eenig gereed geld hadden. Zij hadden ledigstaande woningen voor een appel en een ei kunnen huren en die vullen met de kostbaarste meubelen, welke ze zoo wat voor niets hadden kunnen krijgen om ze te verkoopen na den vrede. Sommigen die vertrokken, verkoch ten al wat hun hnis bevatte voor vijf pond sterling. De Zusters van Nazareth wilden zoo gaarne hier op haar post blijven, maar haar superieur gelastte allen naar Kimberley terug te gaan. In een trein, waar enkel staanplaats was, ainvaardden ze de lange, bezwaarlijke reis. Ze hadden zooveel vriend schappelijkheid genoten vande Boeren, die, protestanten als ze zyn, toch deze waardige vrouwen vol toewijding aan geld, aan een fonds helpen. „Ach hoe verschrikkelijk zal deze oorlog zyn!" riep een der zusters, „want de Boeren en de Engelschen zyn zoo na verwant door wederzijdsche huwelijken!" Ladysmith, waarheen thans de wereld in spanning de oogen houdt gericht, ligt, weet men reeds, opeen heuvelig terrein a"n Kliprivier, op een afstand van ongeveer dertig mijl van den voet van het Drakens- gebergte. De gewone getalsterkte der be volking is 4500, uitgezonderd het garnizoen dat sedert '97 uit 3000 man Eolische troepen bestond, die onder tenten twee mijl buiten de stad hun kamp hebben. Het klimaat der stad is droog en in den winter zoo gu istig, dat borstlijders er wel heen worden gezonden. Er zijn enkele kerken, o. a. een Hollandscbe gereformeerde kerk, een openbare bibliotheek en een sport terrein. Hoewel Ladysmith de derde sta-l van Natal heet, maken het voorkomen der straten en de gebouwen geenbijzonde- ren indruk- Ladysmith ligt geheel in een kom tns- ohen de heuvels, behalve aan de Zuidzijde waar het terrein vry vlak is. Het aantal gevangen genomen En gelschen bij Elandslaagte, dat eerst op 80 werd geschat, is thans gestegen tot 250 man, waaibij de officieren zyn inbegrepen. Buiten de huzaren van het 18e, werden ook nog volgens Engelse'-e bladen bereden infanteristen gevangen gemaakt. Eet transportschip „Zibengkla", dat den 2den October met veldartillerie Enge land verliet en waarover men zich reeds ongerust maakte, is Maandag te Kaapstad aangekomen. Uit authentieke bron kan worden medegedeeld, dat een overeenkomst tus- schen Engeland en Portugal omtrent het afstand doen van Delagoabaai aan Engeland niet bestaat. Een dergelijke daad zou ook in ieder geval zeer onvoorzichtig van Por tugal zijn, daar zij thans zeker als een onvriendschappelijke daad door de regee ringen der Boerenrepublieken zou worden opgevat en voor het zwakke Portugal onaangename gevolgen zou kunnen hebben. De bij Ladysmith gevangen officieren zyn zeven majoors, waarvan een van den staf, een luitenant-kolonel, vijf kapiteins, een en twintig luitenants en zeven tweede luitenants. Hiervan is één zwaar en vier licht gewond. Luitenant-kolonel en bevret-kolonel Yule van'iet Devonshire regement, bekend door zijn vlucht uit Dundee, is benoemd tot generaal-majoor van den staf, als bevel hebber van de 8ste brigade van de Zuid- Afrikaansche troepen, met den rang van majoor-generaal. De gevangen regimenten. Het 1ste batailjon van de Royal Irish Fusiliers, krijgsgevangen gemaakt bij Lady smith, is gevormd uit het 87e regiment infanterie; het regiment werd r^edsin 1793 opgericht. In 1795 lag het te Bergen-op- Zoom in garnizoen, waar het door verraad in handen der Fransehen viel. In de honderd jaar, verloopen tusschen dit feit en het ten tweeden male krijgs gevangen maken, heeft het regiment vele lauweren geplukt. Het had den bijnaam van „Faugh-a-Batlagh Boys", of „Old Fogs". Het „Faugh-a-Ballagh" („Op zy was de wapenkreet van het regiment in den opstand in Engelsch-Indië, in den eersten Burmese- oorlog en bij de overwinning van Tel-el- Kebir. Het Gloucestershire-regiment dateert uit 1694. Het maakte de slagen mee van Det- tingen en Fontenoy, iu welke dagen het den bijnaam had van „Old Braggs" naar zyn kolonel, generaal Philipp Bragg, een kranig officier die onder Marlborough gediend heeft. In 1/57 scheepte het regiment zich voor Amerika in, was bij de inneming van Louisburg tegenwoordig en bij den slag van Quebec. Later maakte het regiment de campagnes mee in Egypte, Waterloo en de Krim. Gewonden. Tot de gewonden bij Glencoe behoort ook S. van Wijck. Dit is de heerS. J. van Wyck, vroegor hoofd der Christelijke School te Heerenveen, die in het begin dezes jaars met zijn gezin naar Transvaal vertrok. Hij en zyn hoog-de klasse (jongens van 12 tot 14 jaar!) waren mee uitgerukt. Laatste Berichten. Gisteren seinde White aan de regeering te Londen fat te Ladysmith alles wèl is en dat zij het best kunnen uithouden. Als 't waar is! Luitenant Egenton van het oorlogsschip Powerful is door een granaat gevaarlijk gewond. Het bericht rn de overwinningen der Boeren heeft te Kaapstad groote onrust gewekt. Milner is ongerust over de houding der Afrikaanders. In de twee gevechten heeft White 3500 man aan dooden, gewonden en gevangenen gehad. De Vrijstaters hebben Colenso veroverd en dus den Engelschen den terugtocht af gesneden. White zelf is gekwetst. De in sluiting is voltooid. De Boeren zijn meester van den spoorweg van Pietermaritzburg en Durban. Ook aan de Oostgrens blijft de zaak der Engelschen kritiek. Mafeking is nauw in gesloten. De Boeren hebben de uitvallen der belegerden teruggeslagen en verwachten de overgave der stad. De draadgemeenschap met Ladysmith is nog open. Bij Nicholsonsnek, waar de Boeren de overwinning behaalden, lagen gisteren nog twintig onbegraven dooden'op den heuvel. Er zijn 870 Engelsche krijgsgevangenen naar Pretoria gezonden. Al meer blijkt dat het overschot der Iersche brigade zich heeft moeten overgeven bij gebrek aan ammunitie. De Vrystaters zijn ook ten Zuiden van hun land niet ongelukkig geweest. Zij heb ben Colesberg, een stadje in het Noorden van Kaapkolonie, veroverd. Aldaar hebben zich drie duizend Boeren aan de brug bij Bethulië gelegerd. Reeds den 20 Octob r veroverden de Boeren aldaar het stadje Klipdam, zonder slag of stoot, dewijl verzet onmogelijk was Er waren slechts zes geweren. DeHolland- sche ingezetenen gingen juichend den Boeren tegemoet, onder het gehuil der loyalisten. De magistraat, een JEngelschman natuur lijk, vlood. Hij rapporteert dat de Boeien- macht voor Kimberley zesduizend man bedraagt; en dat stellig de helft der Hol landers in Betsjoeanaland en Grikwaland zich by hen zullen voegen. Ook hebben de Boeren gedeelten vam Zoeloeland bezet en Pomeroy, op 80 mijlen van Greytown, genomen. En inmiddels schijnt de Engelsche regee- ring nog maar steeds goedsmoeds, hopende op Ie veelheid harer troepen die onderweg zyn en nog volgen zullen. Maar de Boeren zullen zich niet laten afschrikken, maar het David nazeggen (Ps. 20 8): Deze vermelden van wagens en die van paarden maar wij zullen ver- n p"n ^en -^aam des Heeren onzes Gods. De Engelsche troepen worden den 6 en 7 en den 9en dezer maand te Kaapstad verwacht. e

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 5