„DE ZEEUW"
BIJVOEGSEL
Engeland en Transvaal.
VAN
van Zaterdag 4 November.
Vervolg.)
Heden en gisteren niets geen nieuws.
Maar de mail is aangekomen: en daar
mede /.ijn verschillende brieven gekomen
die licht verspreiden over veel wat ons
slechts uit Engelsohe bron ter oore kwam.
Geven wij allereerst de sluitingsrede van
president Kruger.
In de laatste zitting van de beide
Volksraden op 2 October gehouden, waren
slechts 14 leden aanwezig, de overigen
waren reeds naar het oorlogsveld ver
trokken.
Dc v oorzitter wees er op, dat de zitting
der Volksraden ditmaal om veer buiten
gewone reden geschorst worde, zooals in
1896 ae/chiedde.
De staatspresident Kruger neemt daarna
het woord. Alle aanwezigen staan op. Het
is doodstil in de zaal als de president met
bewogen stem, doch met diepe overtuiging
zegt
Zooals reeds gezegd is, zijn de beide
Volksraden nooit onder zulke buitenge
wone omstandigheden verdaagd. Alles
dreigt nu op oorlog en waarom? Omdat
de lengengeest de overhand genomen heeft
tot in verschillende landen. Omdat dit
volk geen eigen regeering mag hebben.
Ik moet het dankbaar uitspreken en
ieder zal het moeten erkennen, hoe de
Heer bet volk in dit land geplant en tot
hiertoe gelei i heeft. En al komen ook
duizenden op ons af, zonder Zijn wil
zullen wij niets behoeven at te geven, van
wat ile Heer ons heeft geschonken en wat
wij alleen aan Hem danken. Laten wij
dan onze gebeden tot Hem opheffen en
tot Hem bidden. Hij zal de Beslisser zijn
en zijn beslissing zal nooit op leugen zijn
gegrond, doch op recht en waarheid.
Spreker wijst er dan nogmaals op hoe
de Transvaal na de retroceasie de vreem
delingen gelijk wilde stellen met de Burgers
van het land, niettegenstaande de conventie
hun geen politieke, doch slechts handels
rechten verzekerde.
De Britten lieten zich echte- bij den
Britschen Agent registreeren en later toen
zij werden opgecommandeerd, weigerden
zij mee te gaan en wilden dus geen lief
en leed met de Burgers deelen. Wij heb
ben ben toen vrij laten blijven.
Wij weten voor God dat wij alles gedaan
hebben om hun het stemrecht te geven
en daarom steunen wij vrijmoedig op
onzen Heer. Hij zal de beslisser wezen.
Laten wij bidden en blijven bidden dat
Hij ons bestuurt en al komen dan duizen
den dan zal Hij voor recht en gerechtig
heid optreden tot wij geheel en al ontslagen
zij-i van Engeland.
Spreker raadt de leden aan Ps. 118 7
te lezen.
De Heer zal met ons strijden en als Hij
met ons is, wie zal dan tegen ons zijn.
Wij moeten strijdend steeds onze gebeden
tot Hem opzenden.
Ik wil niet van den Vrijheidsoorlog
spreken, doch zie bij den James n-intocht.
Duizenden kogels en bommen hebben zij
op onze macht afgezonden en slechts drie
van onze mannen zijn gevallen en over de
honderd van den anderen kant. Dit is
het bewijs dat God alleen de kogels be
stuurt. Toen ook heeft Hij ons gespaard
om te toonen dat hij de Bestuurder is va.',
de wereld en niemand anders.
Geen applaus of ger iep onderbrak deze
rede waarin de machtige overtuiging sprak
van den President. De leden luisterden
ernstig toe in het volle besef van de waar
heid dezer woorden.
De Voorzitter wijst er op hoe hij den
20sten Juni 11. op een der bijeenkomsten
tot goedkeuring der gepasseerde kieswet
gezegd heeft dat zijn opinie was dat het
niet do quaestie was van het kiesrecht,
doch van den wijngaard van Nabot. Na-
bot moet dood of wij n.oeten zijn wijn
gaard hebben. De booidzaak zijn de
rijkdommen van het land.
Er rust eene groote verantwoording op
de beide Volksraden als een lichaam, en op
elk lid afzonderlijk doch ook nu zullen
wij niet zonder verantwoording zijn. Wij
zullen deel uitmaken van den krijgsraad
of van de Burgermacht. Wij zullen onze
Burgers moeten voorgaan. Elk lid is ge
willig bij te dragen tot de verdediging
van 's lands onaf hankelijkheid en zijn leven
daarvoor op te offeren. Wij zeggen het
met alle Afrikaners: liever geen leven dan
een leven zonder tand.
Ik kan niet meer twijfelen of de oorlog
zal en moet komen. Als wij de opgewon
denheid en de gewilligheid van de Burgers
zien om voor onze rechtvaardige zaak te
vechten, dan kunnen wij niet twijfelen of
de Z A. JR. moet eenmaal voor goed vrij
Worden.
Mijn opinie is dat een volk nooit een
volk kan worden zonder lijdenen strijden.
Misschien is de tijd thans beschikt door de
Voorzienigheid dat de Z. A. R. een volko
men vrij en sterk volk zal worden.
Ik hoop dat de Heer zal toelaten dat de
volkomen onafhankelijkheid zal worden
verworven endat wij spoedig weer hier
zullen te zamen komen om de zaken van
het land verder te behartigen.
De voonitter van den Tweeden Raad
herinnert aan zijn uittrekken ten vorigen
jare om een kafferhoofd tot zijn plicht te
brengen. Ook toen weer hebben wij gezien
dat er een God is die wonderen aan het
volk der Z. A. R. betoond heeft van de
vroegste tijden af.
Spreker zegt dan dank namens den
Tweeden Raad voor de samenwerking van
den Eersten Raod ondervonden in deze
moeilijke tijden. Wij weten dat wij alles
gedaan hebben om den vrede te bewaren.
Wij hebben broek en baatje weggegeven,
doch onze onaf haukelijkheid mochten wij
niet afstaan. Als Engeland dat wil, dat
wij onder zijn druk komen te staan, welnu
dat het dan over onze graven triumfeert.
Men ziet het vaak dat God een volk door
een nederlaag verhoogt. Wij moeten schou
der aan schouder staan in de verdediging
van het land tot het einde toe.
De staatspresident zegt dat God een volk
kastijdt, d ch dat de Heer zijn volk niet
zal loslaten zoolang het in Hem blijft ver
trouwen. Zy echter die niet in den Heer
gelooven doch in Zijn naam beweren te
handelen, zij lasteren tegen God en dat
zal Hij niet toelaten.
Gedenkt in uw gebeden den Generaal,
den vechtgeneraal bn adsisteuten en laat
altijddurende gebeden opgaan voor sterking
in het geloof en voor het onwrikbaar ver
trouwen in den Heer.
Nog enkele leden van den Volksraad
voerden het woord. Wolmarans waar
schuwde dat de hooggeplaatsten in Gods-
vru ht zouden voorgaan, opdat niet de
straf des Hoeren nog zwaarder zal worden.
God heeft verscheidene malen Engeland
gebruikt om ons te dwingen terug te gaan
tot de zeden onzer voorvaderen. Indien
de Volksraad terugkeert, hetzij spoedig of
na langeren tijd, zal het wellicht God be
haagd hebben dat wij heelemaal en jvoor
altijd ontslagen zijn van de conventie.
Wij moeten echter niet licht over den
strijd denken en niet op eigen kracht ver
trouwen. Nu Engeland echter alles weigert,
laten" wij als Afrikaners, nu eenmaal tot
een punt komen, Engeland heeft zelfs arbi
trage geweigerd. Laat God dan de Eind-
arbiter zijn, Wiens uitspraak zal moeten ge
ëerbiedigd worden.
Burgers herinnerde aan 189S, toen, gelijk
de muren van Jericho eens vielen door
bazuingeschal, ook de vijand viel door ons
vertr uwen op onzen God. Hij bad voor
den grijzen Staatspresident, die op zijn ouden
dag instede van rust, deze zware zorgen
krijgt. Hij hoopt dat God ZHEd. wijsheid
en verstand zal geven. De laatste maanden
hebben ons afgemat.
Wij hopen op God, dat Hij ons weder
tezamen zal brengen, hetzij spoedig of later.
Hoe lang de strijd zal duren, weet niemand.
Wij berusten alleen in Gods wijze be
slissing.
Welk een eendracht, welk een vertrouwen
spreekt uit al deze woorden. En zij zijn
aanvankelijk niet beschaamd.
EenEngelschman uit Johannesburg schrijft
dato 1 Oct. aan een Engelsch blad te Lon
den onder meer het volgende, aan de juist
heid waarvan, gelet op de bron, wij niet
mogen twijfelen.
„Woensdag werden de geweren uitge
reikt aan de Burgers en de Uitlanders,
die zich vry willig aanmeldden. Paarden,
ezels en muilezels werdeu afgespannen van
de rijtuigen en karren op s raat voor ge
bruik van de troepen. Vry dag verlieten
zes treinen met gewapenden de stad reeds.
Ik geloof niet dat in eenig land der
wereld zoo iets mogelijk ware geweest.
Binnen 24 uur waren de burgers opge
roepen, gewapend en naar hun bestemming
gezonden.
„Hoe bewonderde ik de mannen en de
meisjes aan het station bij het vertrek.
„Geen geween o£ gesnik, enkel een kort
„doe je plicht!" dan een omhelzing, een
handdruk.en de trein vertrok met echt-
genooten, vaders en broeders, die misschien
nooit zullen teru keeren.
„Ik z g den ouden Eerreira weg gaan
met zijn vijf zonen 1 Hij zelf een echte
Bver van het type der oude „trekkers"
zijn zonen allen mannen van meer dan zes
voet.
„Een andere Boer trof zijn zoon van vijf
tien jaar.hy was het huis uitgeloopen
ora mede te gaan vechten en had den
veldkornet een geweer ge vraagd. T n slotte
gaf de oude vader zijn toestemming, enkel
tot afscheid zeggende„jongen, gedraag
je als een man!" Dat was alles!
„Oud en jong, rijk en arm, allen lieten
zonder klacht en tegenspraak als iets dat
vanzelf sprak, bij den eersten oproep al
wat hun lief was achter, omdat hun land
hen noodig had.
»In gewone kleederdracht, geen glinste
rende u iiformen, kwasten en epauletten,
geen muziek, geen opgeschroefde taal.1
neen, enkel bezadigdheid en ernst in die
vastbesloten, bruingeschroeide gezichten!
Engeland zal nooit winnet 1
Eene oude Duits-'he dame, die ik verge
zelde, was zoo diep aangedaan door wat
ze zag, dat ze al de wagons langs ging
om die ruwe vuisten te drukken.
„Zult ge allen terugkomen?"
„We kunnen 't u niet beloven, maar we
zulten het probeeren!"
Roerend was het die innige liefde voor
het Vaderland te zien.
Vierhonderd man waren opgeroepen in
de tweede Wijk van het Krugersdorp-
district.670 boden zich aan. De com
mandant poogde 270 af te wijzen maar
daarvan was geen sprake."
Uit de Volksstem van 3 Oct.
Vanmorgen is een tweede trein met
Pretoria dorpsmenschen aangekomen, waar
onder ik opmerkte oom Koos Plessis met
vijf zoons en goede paarden, Tjaard Kruger,
Schalk David van der Merwe en Hoogge-
rechtshof-Taljaard. In het geheel over de
honderdvijftig man. Ook is aangekomen
een trein met Roo Iepoort-mensohen onder
veldcornet De Villiers. Onder deze zag ik
ook mijn collega Valter van de Randpost.
„Generaal Jan Koek zal vandaag hier
voorbij komen met het Johannesburg com
mando onder Ben Viljoen. Zij zullen van
hier vertrekken naar elders. Een deel der
Johanuesburgers is echter gebleven, omdat
ze nog geen paarden hadden. Ik verneem
dat president Kruger heeft laten informeeren
bij de Z. A. S. M. of zij klaar waren om
de Kaffers van Johannesburg en den Rand
te vervoeren naar hun woonplekken.
„De buitenmenschen zijn niet gerust voor
dat die Kaffers weg zijn. Langs de Hei-
delberg-Standerton lijn werden hier en daar
dynaraiet-patronen gevonden, waarschijnlijk
uit den trein geworpen door vluchtelingen.
Er hebben verhalen geloopen van vluch
telingen die onderweg van gebrek overleden
waren, doch dat kan ik tegenspreken. Langs
het pad ontmoet ik nu en dan nog vluch
telingen te voet of per rijwiel, maar hun
aantal wordt zeldzaam. Men gelooft hier
dat de Engelsche troepen teruggetrokken
zijn naar Ladysmith.
De Vrijstaters zijn te velde getrokken
onder de Transvaalsche vlag, vermeerderd
met een vijfde baan, en wel eenOranjebaan,
onder de witte van de driekleur.
Uit Krugersdorp worlt gemeld, dat
toen de de trein zou vertrekken de veldcor
net 100 menschen —eer had, dan hij had
opgecommandeerd en slechts weinigen
wilden terugkeeren. De anderen „moesten"
mee.
Lunham, de president van de South
African Liga te Krugersdorp, was zoo
parmantig by het vertrek van den commando-
trein van Krugersdorp, dat de burgers hem
zeker gedood zouden hebben als de luitenant
van politie hem niet had weggebracht en
zijn revolver afgenomen.
Uit Ventersdorp wordt aan De Volks
stem geschreven, onder het opschrift Oom
Piet zijn menschen. Zoo even zijn wij met
ds wagens hier aangekomen. Alle paarden-
ruiters zijn gisteren van hier vertrokken.
Te Lichteuburg moesten w y allen bij elkaar
komen. Langs het pad is een kaffer veron
gelukt. Hij raakte met zyn hoofd onder het
wiel vaneen wagen en was op de plek dood.
Als een voorbeeld van den geest die er
onder de burgers bearscht, diene dat wij
een man te voet langs hst pad kregen.
Hy wilde mee. Het was een zekere Du
Plooy, een burger van Boven-Mooirivier.
Den 3 Oct. had hei, vertrek plaats
van de Hollanders welke zich voor veld
dienst hadden aangemeld bij het Comité
voor Nederlanders en Oud-Nederlanders.
Te vier uur stond een uit een aantal met
paarden geladen truks en vijf personenwa
gens bestaande tiein gereed aan de statie
om naar Volksrust te vertrekken.
Uit Kerksdorp, de plek waar wellicht
spoedig een bloedig treffen met den aarts
vijand zal plaats hebben, doet eene nobele
Transvaalsche vrouw een beroep op uwe
menschlievendheid tot hulp aan de in den
strijd gewonde medeburgers. Die wakkere
vrouw, mevr. Johanna Neethling geb. De
Villiers, wie geen opoffering te zwaar is,
heeft de leiding van een ambulancekorps op
zich genomen, waarvoor de commandant-
generaal haar de noodige tenten en wagens
toegezegd heeft. Deze ambulance zal met
het commando optrekken en zoo dicht mo
gelijk bij het slagveld hare diensten ten
bate der arme kranken en gekwetsten ver-
leenen.
Terwijl de Natal-trein uit Johannesburg
stoomde heesch de artillerie, die medeging,
de Vierkleur. Een Engelsch passagier
vertoonde als antwoord daarop de Britsche
vlag, doch men wist hem spoedig aan het
verstand te brengen dat bij om gezond
heidsredenen, n et aan dergelijke spelletjes
behoefde te denken.
Was de Transvaal in'80 een klein volk,
door Gods goedheid is het groot geworden.
Door Gods zegen zyn de Z. A. R. en de
Vrijstaat een. Eén willen beheerscht slechts
de vrije Afrikaners.
De groote mannen van '80 leven nog.
Nog is de Leeuw van Rustenburg in zyn
grijsheid behouden en met de oude vast
heid bezield om de vrijheid van zijn volk
te bevechten. Nog staat Slim Piet Joubert
klaar zyn burgers in den strij i te voeren.
Nog zijn de mannen van '80 gereed goed
en bloed te offeren voor vrijheid en recht.
Piet Cronje, Hendrik Schoeman, Uijs, Frans
Joubert en al de helden uit den Vrijheids
oorlog heeft God gespaard om hun onder
vinding in dit Gods oordeel te geven. Nog
zyn Jan Hofmeyr en Merriman met hun
sterken invloed van '80 gespaard. Nog
leven in Holland en België en in het
verdere Europa onze oude, beproefde vrien
den, van wier moreelen steun wij zeker
zyn. Nog zijn de monden niet voor eeuwig
gesloten van mannen als dr. Clark, Labou-
cbère en zoovele anderen. Heel het geslacht
van '80 leeft nog.
Ahemaal kleine berichtjes, maar die veel
zeggen 1
Uit een brief van een dame te Pre
toria nemen wy t volgende over
Om half vier ben ik eens naar 't station
gaan kijken, waar de artillerie aan het
opladen was, om naar de grens te gaan
en verscheiden opgecommandeerde burgers
en vrijwilligers kant en klaar stonden om
te vertrekken, 't Is merkwaardig zooals
dat alles hier zonder militair verteon gaat.
Geen uniformen, behalve de staatsartillerie
en nog maar heel eenvoudig, met groote
üambardhoeden op, voor de zon. Je krijgt
den indruk of alles maar zoo'n beetje op
zijn eigen houtje gaat. Je hoort niemand
commandeeren en toch loopt alles goed.
Toen weer naar het dorp te ug, in do
hoop iets te zien van geweren uitdeelen
of zoo iets «n na door de stille straten
rondgeloopen te hebben om 5 uur weer
naar het station, waar ze ondertusschen goed
opgeschoten waren. Een trein stond klaar,
goederenwagens hoog opgepakt, met benoo-
digdheden, en daarboven op, op de dekklee-
den, de artilleristen, goed gewapend natuur
lijk. Ondertusschen vulden de coupés zich
met gecommandeerde burgers, van die echte
meestal doodarme Transvalers. Natuurlijk
veel van de Transvaalsche vrouwen en
kinders, huilende en afscheid nemende tot
in 't oneindige.
't Is voor die menschen ook verschrik
kelijk, daar 't toch maar hoogst onzeker
is, dat zij de hunnen terugzien. Het is
eenig te zien, hoe de Boeren ten strijde
trekken. Geen zweem van vertoon en niet
de minste agitatie is by hen waarneembaar
doodbedaard kijken ze hun geweer na en
zijn in 5 minuten klaar om te gaan.
Yan ochtend b. v. kwam er een troep
van de armste soort Transvalers bij den
veldkornet om een geweer te halen, die
in dezen tijd aan alle burgers worden uit
gedeeld; tegelijkertijd werd hun gezegd,
dat zij moesten wachten, wat zij verder
moesten doen. Toen moesten ze allemaal
naar het station gaan en daar werd hun
gezegd, dat zij een uur kregen, om naar
huis te gaan en terug te zyn en dat zij dan
naar het front moesten, d. w. z. naar de
Natalsche grens. En om 5 uur zaten zij
dan ook in de coupés en toen de trein ver
trok, met nog een paar ambulancewagens
van 't Roode Kruis er achter aan, begonnen
zij al met hunne geweren uit de portier
raampjes te sohieten, bij wijze van af-
scheidssalvo.
Ondertusschen werd .n er volgende treinen
opgeladen met kanonnen en alles wat tot
de artillerie behoort.
Het is interessant te zien de uitrusting
van een Transvaler. Het bestaat in een ge
woon landlooperspak (geen kwestie van
uniform natuurlijk) een bandelie een buik
riem vol kogels, geweer op den rug, hun
paard en een klein zakje met „padkost",
bestaande uit een stukje biltong (rookvleesch)
en wat water, that's all.
De dochter van den directeur der gasfa
briek te Johannesburg schreef aan eene
Engelsche vriendin:
„Indereeu ging weg naar de Kaapko
lonie en Natal of naar de grenzen om
te strijden.
„Wat zouden hier fortuinen knnnen zijn
gewonnen door leden die eenig gereed geld
hadden. Zij hadden ledigstaande woningen
voor een appel en een ei kunnen huren
en die vullen met de kostbaarste meubelen,
welke ze zoo wat voor niets hadden kunnen
krijgen om ze te verkoopen na den
vrede. Sommigen die vertrokken, verkoch
ten al wat hun hnis bevatte voor vijf pond
sterling.
De Zusters van Nazareth wilden zoo
gaarne hier op haar post blijven, maar
haar superieur gelastte allen naar Kimberley
terug te gaan. In een trein, waar enkel
staanplaats was, ainvaardden ze de lange,
bezwaarlijke reis. Ze hadden zooveel vriend
schappelijkheid genoten vande Boeren, die,
protestanten als ze zyn, toch deze waardige
vrouwen vol toewijding aan geld, aan een
fonds helpen.
„Ach hoe verschrikkelijk zal deze oorlog
zyn!" riep een der zusters, „want de Boeren
en de Engelschen zyn zoo na verwant
door wederzijdsche huwelijken!"
Ladysmith, waarheen thans de wereld
in spanning de oogen houdt gericht, ligt,
weet men reeds, opeen heuvelig terrein a"n
Kliprivier, op een afstand van ongeveer
dertig mijl van den voet van het Drakens-
gebergte. De gewone getalsterkte der be
volking is 4500, uitgezonderd het garnizoen
dat sedert '97 uit 3000 man Eolische
troepen bestond, die onder tenten twee
mijl buiten de stad hun kamp hebben. Het
klimaat der stad is droog en in den winter
zoo gu istig, dat borstlijders er wel heen
worden gezonden. Er zijn enkele kerken,
o. a. een Hollandscbe gereformeerde kerk,
een openbare bibliotheek en een sport
terrein. Hoewel Ladysmith de derde sta-l
van Natal heet, maken het voorkomen
der straten en de gebouwen geenbijzonde-
ren indruk-
Ladysmith ligt geheel in een kom tns-
ohen de heuvels, behalve aan de Zuidzijde
waar het terrein vry vlak is.
Het aantal gevangen genomen En
gelschen bij Elandslaagte, dat eerst op 80
werd geschat, is thans gestegen tot 250
man, waaibij de officieren zyn inbegrepen.
Buiten de huzaren van het 18e, werden
ook nog volgens Engelse'-e bladen
bereden infanteristen gevangen gemaakt.
Eet transportschip „Zibengkla", dat
den 2den October met veldartillerie Enge
land verliet en waarover men zich reeds
ongerust maakte, is Maandag te Kaapstad
aangekomen.
Uit authentieke bron kan worden
medegedeeld, dat een overeenkomst tus-
schen Engeland en Portugal omtrent het
afstand doen van Delagoabaai aan Engeland
niet bestaat. Een dergelijke daad zou ook
in ieder geval zeer onvoorzichtig van Por
tugal zijn, daar zij thans zeker als een
onvriendschappelijke daad door de regee
ringen der Boerenrepublieken zou worden
opgevat en voor het zwakke Portugal
onaangename gevolgen zou kunnen hebben.
De bij Ladysmith gevangen officieren
zyn zeven majoors, waarvan een van den
staf, een luitenant-kolonel, vijf kapiteins,
een en twintig luitenants en zeven tweede
luitenants. Hiervan is één zwaar en vier
licht gewond.
Luitenant-kolonel en bevret-kolonel
Yule van'iet Devonshire regement, bekend
door zijn vlucht uit Dundee, is benoemd
tot generaal-majoor van den staf, als bevel
hebber van de 8ste brigade van de Zuid-
Afrikaansche troepen, met den rang van
majoor-generaal.
De gevangen regimenten.
Het 1ste batailjon van de Royal Irish
Fusiliers, krijgsgevangen gemaakt bij Lady
smith, is gevormd uit het 87e regiment
infanterie; het regiment werd r^edsin 1793
opgericht. In 1795 lag het te Bergen-op-
Zoom in garnizoen, waar het door verraad
in handen der Fransehen viel.
In de honderd jaar, verloopen tusschen
dit feit en het ten tweeden male krijgs
gevangen maken, heeft het regiment vele
lauweren geplukt. Het had den bijnaam van
„Faugh-a-Batlagh Boys", of „Old Fogs".
Het „Faugh-a-Ballagh" („Op zy was de
wapenkreet van het regiment in den opstand
in Engelsch-Indië, in den eersten Burmese-
oorlog en bij de overwinning van Tel-el-
Kebir.
Het Gloucestershire-regiment dateert uit
1694. Het maakte de slagen mee van Det-
tingen en Fontenoy, iu welke dagen het
den bijnaam had van „Old Braggs" naar
zyn kolonel, generaal Philipp Bragg, een
kranig officier die onder Marlborough gediend
heeft. In 1/57 scheepte het regiment zich
voor Amerika in, was bij de inneming van
Louisburg tegenwoordig en bij den slag
van Quebec. Later maakte het regiment de
campagnes mee in Egypte, Waterloo en
de Krim.
Gewonden.
Tot de gewonden bij Glencoe behoort
ook S. van Wijck. Dit is de heerS. J. van
Wyck, vroegor hoofd der Christelijke School
te Heerenveen, die in het begin dezes jaars
met zijn gezin naar Transvaal vertrok.
Hij en zyn hoog-de klasse (jongens van
12 tot 14 jaar!) waren mee uitgerukt.
Laatste Berichten.
Gisteren seinde White aan de regeering
te Londen fat te Ladysmith alles wèl is
en dat zij het best kunnen uithouden.
Als 't waar is!
Luitenant Egenton van het oorlogsschip
Powerful is door een granaat gevaarlijk
gewond.
Het bericht rn de overwinningen der
Boeren heeft te Kaapstad groote onrust
gewekt.
Milner is ongerust over de houding der
Afrikaanders.
In de twee gevechten heeft White 3500
man aan dooden, gewonden en gevangenen
gehad.
De Vrijstaters hebben Colenso veroverd
en dus den Engelschen den terugtocht af
gesneden. White zelf is gekwetst. De in
sluiting is voltooid. De Boeren zijn meester
van den spoorweg van Pietermaritzburg en
Durban.
Ook aan de Oostgrens blijft de zaak der
Engelschen kritiek. Mafeking is nauw in
gesloten. De Boeren hebben de uitvallen
der belegerden teruggeslagen en verwachten
de overgave der stad.
De draadgemeenschap met Ladysmith is
nog open. Bij Nicholsonsnek, waar de
Boeren de overwinning behaalden, lagen
gisteren nog twintig onbegraven dooden'op
den heuvel.
Er zijn 870 Engelsche krijgsgevangenen
naar Pretoria gezonden.
Al meer blijkt dat het overschot der
Iersche brigade zich heeft moeten overgeven
bij gebrek aan ammunitie.
De Vrystaters zijn ook ten Zuiden van
hun land niet ongelukkig geweest. Zij heb
ben Colesberg, een stadje in het Noorden
van Kaapkolonie, veroverd.
Aldaar hebben zich drie duizend Boeren
aan de brug bij Bethulië gelegerd.
Reeds den 20 Octob r veroverden de
Boeren aldaar het stadje Klipdam, zonder
slag of stoot, dewijl verzet onmogelijk was
Er waren slechts zes geweren. DeHolland-
sche ingezetenen gingen juichend den Boeren
tegemoet, onder het gehuil der loyalisten.
De magistraat, een JEngelschman natuur
lijk, vlood. Hij rapporteert dat de Boeien-
macht voor Kimberley zesduizend man
bedraagt; en dat stellig de helft der Hol
landers in Betsjoeanaland en Grikwaland
zich by hen zullen voegen.
Ook hebben de Boeren gedeelten vam
Zoeloeland bezet en Pomeroy, op 80 mijlen
van Greytown, genomen.
En inmiddels schijnt de Engelsche regee-
ring nog maar steeds goedsmoeds, hopende
op Ie veelheid harer troepen die onderweg
zyn en nog volgen zullen.
Maar de Boeren zullen zich niet laten
afschrikken, maar het David nazeggen
(Ps. 20 8): Deze vermelden van wagens
en die van paarden maar wij zullen ver-
n p"n ^en -^aam des Heeren onzes Gods.
De Engelsche troepen worden den 6 en
7 en den 9en dezer maand te Kaapstad
verwacht. e