Pik Djiolii ie OpinsclÉer.
De Voorzitter wil nu het voorstel den
Bouwmeester in stemming brengen, doch
de heer de Veer meent dat het voorstel der
vijf leden het verst strekkende is en dus a
priori moet worlen uitgemaakt.
Daar de voorzitter en met hem de heer
den B mwmeester van een tegenovergesteld
gevoelen zijn, wordt aan stemming onder-'
worpen of aan het voorstel den Bouwmees
ter al dan niet prioriteit zil worden ver
leend
Met 9 tegen 8 stemmen wordt er prio
riteit aan gegeven. Voor de heeren van der
Swalme, W. H. Snouok Hurgronje,Schorer,
van Tellingen, Kooie, de Waal, Sprenger,
A. P. Snouck Hurgronje enden Bouwmees
ter; tegen de heeren van Dunné, Wisboom
Verstegen, Heijse, de Rycke, Verhage, de
Veer, van der Harst en van de Ree.
Hierna wordt het voorstel den Bouwmees
ter in stemming gebracht enverwo pen met
11 tegen 6 stemmen. Voor de heeren van
der Swalme, W. H. Snouck Hurgronje, van
Teijlingen, Sprenger, A. P. Snouck Hur
gronje en den Bouwmeester.
In behandeling komt nu het voorstel der
vijf leden tot verlaging van den gasprijs.
De heer W. H. Snouck Hurgronje, of
schoon in principe een voorstander van
verlaging, moet die thans ontraden met het
oog op de hooge kolenprijzen en eene
eventueele verhooging van belastingen.
De heer Koole verklaart zich voor ver
laging; hij is van meening dat de gasver-
bruikers wel recht hebben op ontlasting,
zij het dan ook ten koste van het alge
meen. Waren de kolenprijzen niet gestegen
dan had hij n >g grootere verlaging ge-
wenscht.
De heer van Teijlingen kan zich met
het voorstel niet vereenigen. Voortdurend
wordt gewezen op het belang der gasvar-
bruikers, maar, n.et het oog op noodzake
lijke bezuinigingen, overschrijdt men te
dien opzichte de grens der billijkheid. Er
zijn ingezetenen, wienhet niet conven eert
gas te gebruiken; is het billijk, vraagt hij,
dat deze ten koste der gasverbruikers meer
opcenten op de personeele belasting betalen.
De beer de Waal vindt zijne ideeën
omtrent het voorstel geheel en al belichaamd
in het gesprokene door den heer van
Teijlingen.
De heer Schorer geeft in overweging
het voorstel te splitsen, namelijk de verla
ging voor particulieren en voorde gemeente
gescheiden te houden. Hij is va i oordeel
dat eene verlaging voor de gemeente, die
toch al circa f 10000 van de fabriek trekt
voor het uitsluitend recht om buizen in
femeentegrond te leggen, geen raison d'être
eeft.
De heer de Veer heeft niets geen bezwaar
tegen bet voorstel Schorer en verklaart
namens de medeonderteekeniars van het
voorstel niet te hechten aan verlaging van
den gasprijs voor de gemeente.
De heer A. P. Snouck Hurgronje zou
in het voorstel der vijf leden willen zien
opgenomen dat bij aanneming van bun
voorstel alle reductie vervalt, waarop de
heer Heijse repliceert, dat zulks ook de
bedoeling der voorstellers is.
I)e heer den Bouwmeester vraagt of de
voorgestelde verlaging ook toepasselijk is
op muntgas, waarop de beer de Veer ant
woordt dat hut muntgas door de voorstellers
buiten beschouwing is gelaten, omdat de
verordeningen, die door hun voorstel wij
ziging zullen behoeven, niet gewagen van
muntgas.
Toch zou de heer den Bouwmeester wil
len bepaald zien dat bet mnntgas voortaan
fO.10 per M3. zal blijven kosten. De heer
de Veer hal hiertegen geen principieel be
zwaar, doch men liet het denkbeeld varen
ca eene opmerl ing van den heer van Dnnnè
dat de prijs van het muntgas gevoegelijker
bij afzonderlijke verordening later ware te
bepalen.
jüe voorzitter herinnert er aan dat, bij
aanneming van het voorstel, de opcenten
op bet personeel noodwendig zullen moeten
verhoogd worden. Dit zou eene groote on
billijkheid zyn, omdat velen door die ver
booging gedrukt worden.! B.| en W. zou
den l et onbillijk en onrechtvaardig achten,
omdat vooral de bezitiende klasse door ver
laging van den gasprijs gebaat wordt.
De heer Heijse vindt het motief van den
Voorzitter niet erg afdoende. liet is een
•chermen met groote woorden, want de
FEUILLETON.
Wij gelooven dat nog maar weinige
Hollanders een recht besef hebben van het
leven van den Javaanschen dosa-maii, die
toch de groote massa nitmaakt van de
bevo king van dat heerlijke, groote eiland.
De Hollanders in Indië zijn grootendesls
niet in de ge'egenheid om den desa-man in
zijn dag' lyksche bezigheden en ontspannin
gen te zien, of zij hebben er geen oog voor.
Wat de Hollanders in Hol and betreft, wat
weten zij in 'talgemeen van gansch Indië,
gezwegen van den desa-man Het weinigje
aardrijkskunde, het nog geringer beetje ge
schiedenis dat wij op school hebbm opge
daan door het plichtmatige onlerwijs van
menschen die zeiven Indië niet kennen
dat is er al lang uit. Zoo lang Indië niet
véél meer wordt vooropgeschoven in onze
onderwijsprogramma's en zoo lang er geen
detachecring van Hollandsehe o derwijzars
naar Indië plaats heeft op groote schaal, zoo
lang zal de belangstelling ir Indië en de
kennis van Indië bier tot weinigen beperkt
blij ven.
lagere standen zullen door verhooging der
opcenten niet gedrukt worden. Ten opzichte
van de verlaging van den gasprijs moet
hij herhalen, dat het niets anders is dan
een terugtreden van den slechten weg, dien
men tot hiertoe bewandeld heeft.
De heer Koole ia van hetzelfde gevoelen
Menig neringdoende in het klein zal door
verlaging van den gasprijs gebaat worden
en toch niet de dupe worden van de ver.
hooging der opcenten.
De voorzitter blijft namens B. en W. bij
zijn gevoelen dat verhoo ing der opcenten
wel degelijk op kleine beweging zal druk
ken en daarom onbillijk is.
Het eerste deel van het voorstel: verhoo
ging van den gasprijs voor particulieren
op f0,071/!) per M3. wordt hierna aangenomen
met 9 tegen 8 stemmen. Voor de heeren
van Dunné, Koole, Wisboom Verstegen,
Heijse, de Ryoke, Verhage, van der Harst,
de Veer en van de Ree; tegen de heeren
v. d. Swalme, W. H. Snouck Hurgronje
Schorer, v. Teijlingen, de Waal, Sgrenger,
A P. Snouck Hurgronje en deu Bouwmeester.
Daarna komt in behandeling het tweede
deel van net voorstel, verlaging van den
gasprijs voor de gemeente op f O.ÜöVs per M'.
De heer van Teijlingen vraagt welke re
denen de voorstellers tot het voorgestane
idéé geleid hebben, waarop de heer de Veer
antwoordt, dat bij nogmaals herhaalt dat
de vyf leden niet zooveel prijs stellen aan
dit gedeelte van hun voorstel om er een
warmen strijd voor aan te gaan, maar dat
zij tot het idéé gekomen zijn door de over
weging dat slechts particulieren meer dan
2000 H9. verbruiken, de gemeente daarente
gen 160000 M'. noodig heeft.
De heer Schorer herhaalt dat hij het niet
wenschelijk vindt aan de gemeente het gas
voor minderen prijs te leveren dan aan par
ticulieren. De voorstellers zeggen dat de
gemeente te veel baten trekt van de gas
fabriek en nu wil men die baten nog ver
meerderen door het door verbruikt wordende
gas voor minderen prijs te leveren.
In omvraag gebracht wordt dit gedeelte
van liet voorstel verworpen met 11 tegen
6 stemmen. Voor de heeren van Dnnné,
Heijse, Verhage, van der Harst, de Veer
en van de Ree.
Daarna is aan de orde de verdere be
handeling der gemeentebegrooting over
het jaar 1900, waarmede men in de vorige
zitting gevorderd was tot Hoofdstuk IX
art 17.
Dat artikel, luidendeKosten gemeen aan
de exploitatie van de gasfabriek en duin
waterleiding, was uitgetrokken tot een be
drag van f 10300, waaronder f1200 voor
een onderdirecteur.
De heer Sprenger zegt dat hy, na het
gevallen votum ten opzichte van een aan
te stellen opzichter, genoodzaakt is nog
maals een warm pleidooi te leveren voor
het behoud van die f 1200. In den breede
zet hij uiteen da1 het zeer noodzakelijk is
dat er iemand aanwezig zij ter vervanging
van den directeur. In zijre afwezigheid
kunnen ongevallen plaats hebben, waarin
dadelijk voorzien moet worden. Men zal
zich in dat geval tot B. en W. wenden,
maar deze zullen hopeloos staan. Het is
daarom dan ook dat B. en W., wanneer
de post geschrapt wordt, geen verantwoor
delijkheid op zich nemen, veeleer die
verantwoordelijkheid terugbrengen op den
Ra id, die den post niet voteerde.
De heer van Dunné verklaart dat hij bij
de discussiën over bet al of niet aanstellen
van een opzichter, nog al breed uitgeweid
heeft over het ontslag aan den vroegeren
onderdirecteur gegeven. Hij dankt den
Voorzitter dat hij hem toen iiet uitspreken.
Wel beweerde de Voorzitter na zijne rede,
dat hij hem het woord had kunnen ont
nemen, omdat dat ontslag niet aan de orde
was, maar, te huis gekomen, heelt hy het
reglement van orde, dat hij als een souve
nir van den Voorzitter zeer in eere houdt,
eens geconsulteerd en daarin nietsgevonden
dat eenigescbijn van rechtaan 's Voorzitters
bewering geeft.
B. en W. hebben, bij monde van den
Voorzitter, toen verklaard dat zij, in het
belang van den titulairis, hem een wenk
nebben gegeven om zijn ontslag te vragen.
En thans vindt hy op de begrooting wêer
f 1200 uitgetrokken voor een onderdirecteur
of opzichter, kortom voor iemand die des
noods den directeur, vervangen moet.
Zulk iemand is eigenlijk niet bepaald
Wie nu eens een bijzonder aangrijpende
episode uit het leven van den desa-man wil
leeren kennen, dia leze onderstaand uittrek
sel uit een opstel: „Hoe de kesaman een
opiumschuiver wordt."
Hoe hij begint. Pak Djanodin en zijn
vrouw waren twee flinke, gizonlo men
schen, niet rijk maar ook niet behoeftig
en in allen geval tevreden. Zj hadden één
kind, een zoontje, en toen dat op den leeftijd
der besnijdenis was gekomen, werd laarvoor
het gebruikelijke feest aangerecht. De
spaarduiten en de opbrengst van de over
tollige waren voldoende voor de dekking
der kosten.
In het voorhuis zouden de mannen door
Pak Dj.iiiolin ontvangen worden terwijl
in het achterhuis Mbok Djanodin de mat
ten en sirihdoozen al klaar had voor de
vrouwen. Het was de avond voor de eigen
lijke plechtigheid en die zou wakende
worden doorgebracht.
Toen het huis vol bezoekers was, moes
ten dezen worden beziggehouden, niet
alleen met gesprekken maar ook met koffie,
gebak en opium. Een groepje althans
bestond uit ervaren schuivers, die om een
nacht litje zaten, met de opiumpijp er naast.
De gastheer kreeg een wenk, bracht de
noodig, getuige de ervaring met den vroe- l
geren onderdirecteur opgedaan. Hij, di man,
die den directeur desnoods moest vervangen
(zijn titel wijst het genoegzaam uit) werd
syslematisch buiten alles gehouden, wat
hem in de nitoefening zijner functiën van
dienst kon zijn. Hem werden eenvoudig dage-
lyks bevelen gegeven, die hij had te volgen.
En hy heeft ze gevolgd, buiten het geval van
ziekte. D.t strekt hem tot eere, want waarlijk
den titel te hebben van onderdirei teur, maar
tevens het bewustzyn, ik ben het slechts in
schijn, is niet zeer aanlokkelijk. En toch
was het zoo, nooit werden den man mede-
deelingen gedaan, waarop hij krachtens
zijnen titel recht had; de correspondei tie
bleef voor hem een gesloten boek en, voor
het geval hij moest optreden bij afwezigheid
van den directeur, werden de brieven hem
geopend toegezonden, ja zelfs zoover dreef
men het, dat men hem, onderdirecteur,
met een verzegelden brief met orders naar
de Oranjezon zond. Hij heeft zich niets te
verwijten; nooit heeft hij diensten gewei
gerd, spreker zelf heeft hem meer., alen
als werkman bezig gezien. En dat bij, die
steeds tot hulp bereid bevonden is, door
zijne onderhoongen geëerd en bemind werd,
kon getuigen het souvenir datdieonler-
hoorigen hein bij zijn altreden aanboden.
En met zulke ervaring v or oogen, kan
men toch niet anders dan tot de slotsom
komen dat, trots de klemmende speech van
den heer Sprenger, een ondeidirecteur of
opzichter iets overtolligs is. Er is naar zijne
meening personeel genoeg aan de fabriek
bij afwezigheid van den directeur kan
deze vervangen worden voor het technisch
gedeelte door den smid-fiitter, voor het ad
ministratief gedeelte door de.i boekhouder.
Zoo gaat het ook og andere fabrieken,
daar heeft men geen ttis.chenpersonen
noodig.
De heer Sprenger blijfr echter persistee-
ren, dat, wordt de pos geschrapt, ook de
verantwoordelijkheid van B. en W. i phoudt.
De heer v. d. Swalme kan niet uit de
rede van den lieer v. Dunné opmaken,
dat er geen chef zou noodig zijn, alleen
dat het wenschelijk is aau dezen eene in
structie te ge /en.
De heer tVisboo>n Verstegen zou in
zooverre met den heer Sprenger kunnen
medegaan, dat er iemand noodig is, maar
f1200 is te veel. Naar zijne meening is
voldoende een meesterknecht op eene jaar
wedde van f800, met geleidelijke opklim
ming tot f 900. Hij doet het v> orstel den
post met f400 te v. minderen.
De heer van Dunné doet het voorsiel
den post te schrappen, met de bedoeling
het volgend artikel met f 124, voor meer
loon aan den smid-fitter te verhoogen.
Hy licht zijn voorstel volgenderwijze
toe. Nu eenmaal is uitgemaakt dat een
onderdirecteur of opzichter n et noodig is,
kanmen iemand aanwijzen als meesterknecht
om den directeur tijdeiyk te vervangen.
Teneinde nn op de minst kostbare wijze
daarin te voorzien, zou hij daartoe wilDn
benoemen den smid-fitter met een toeslag op
zijn tractement van f124 's jaars, zoodat
zijne bezoldiging dan zou gel jk staan met
het cijfer geuoemd door den heer Wisboom
Verstegen. Rersoo lijk kent hy den smid-
fitter niet, hij heeft den man nooit van
aangezicht tot aangezicht gezien, m ar uit
ingewonnen informatiën is hem gebleken
dat hij een degelijk, zeer geschikt practicus
is. Daar/an vindt hy ook het bewijs dat
zijn loon al f 676 in het volgend artikel
afzonderlijk genoteerd staat, hetgeen met
geen der andere werklieden het geval is.
Welnu, om tot het cyfer van den heer
Wisboom Verstegen te komen, verbooge
men het loon van dien smid-fitter met f 124
en men zal gevonden hebben wat men zucht,
een practised meesterknecht.
De heer Sprenger zegt dat de smid-fitter
alleszins gescuikt is voor zijne tegenwoordige
betrekking, maar B. en W. zouden er nimmer
in kunnen toestemmen, dat hy in de vaca
ture benoemd wem, in die vacature is bij
niet de rechte man.
De heer v. d. Swalme is het hierin met
den heer Sprenger eens; er moet iemand
benoemd worden, die eenigszins wetenschap
pelijk ontwikkeld is, die op de hoogte is
van bereiding en zuivering van gas.
Het voorstel van Dunné wordt verworpen
met 10 tegen 7 stemmen. Voor de heeren
van Dunné, Koole, Heijse, de Rijcke, Ver
hage, v. d. Harst en de Veer.
tjandoe (opium) en liet bakal (het gedroogde,
fijn gekorven blad van deawar-awar-struik)
half tersluiks naar het groepje en wilde
weer heengaan. Maar dat ging niet. De
gastheer moet in allen geval, bij welk
genot oek, zijn gasien voorgaan en niemand
wilde de pijp aan den mond zetten voordat
Pak Djanodin er zelf een haal aan had
gedaan. Hij wilde zich verontschuldigen
door te zeggen dat hij nog nooit opium
had gerookt wat waar was en er zoo
tegen op zag, maar da' hielp niet. Hy werd
uitgelachen, een van de schruivers maakte
de pjjp voor hem gereei en bood haar
aan, Pok Djanodin boog zich over het
nachtpitje en deed zyn eersten haal.
Het leek hem vrij onsohuldig. Veel smaak
was er niet aan. Depijp was rondgegaan en
kwam weer bij Pak Djanodin, die met veel
meer gerusth-id dan straks nu een haal deed
De derde maal ging hem al uitstekend uf
hij kreeg een prettig opgewekt gevoel...
Na een k ariier viel hij inslaap. Heerlij
ke visioenen zooals romantische naturen wel'
schijnen te krijgen door het gebruik van
epium had hij niet; hij ontwaakte den vol
genden morgen loom en katterjg, toen men
hem voor de plechigheid met moeite wekte.
Mair hij kon het feest behoorlyk bij wonen.
Thans is aan de beurt het voorstel Wis
boom Verstegen.
De Voorzitter zegt dat B. en W. iemand
wenscben aan te stellen, meer wetenschap
pelijk ontwikkeld dan een meesterknecht
en dat zij voor f800 hun doel niet zullen
bereiken, waarop de heer Wisboom Verste
gen antwoordt, dat hy in zienswijze met
B. en W. in zooverre verschilt, dar een
praetische meesterknecht, zelfs werkman,
voldoende zyn zal. Aan alle andere fab ieken
van de grootte van de Mildelburgsclie vindt
men dergelijke inrichting.
Zijn voorstel wordt verworpen met 10
tegen 7 stommen. Voorde heeren van Dnnné,
Koole, Wisboom Verstegen, d) Rjcse, Ver
hage, v. d. Harst en de Veer.
De heer de Veer vraagt nog of de fitters
eene vaste aanstelling hebben, waarop de
heer Sprenger toestemmend antwoordt.
Daarna doet de heer van Dunné het voor
stel om het geheele artikel met f 1200 te
verminderen, welk voorstel echter verwor
pen wordt met9 tegen8stemman. Voordehh.
van Dunné, Koole, Wisboom Verstegen,
Heijse, de Rijcke, Verhage, v. d. Harst, en
de Veer.
Bj art. 18 kosten exploitatie gasfabriek
stelt de heer Sprenger voor den post uit
getrokken voor steenkolen met f4800 te
verhoogen, het;een stilzwijgend wordt goed
gekeurd.
Voor benzol en Amerikaansche hars is
uitgetrokken f 850. Dit is niet genoeg naar
den zin van den heer van der Swalme, die
er de aandacht op vestigt, dat op de loo-
pende begrooting nog f2100 is uitgetrokken
Hij zou dien post minstens op f 1400 willen
gesteld zien, dus tene verhooging van f 550.
Reeds meermalen heeft hij er op gewezen
dat meer benzol moest gebruikt worden,
om aan het licht meerdere sterkte te geven.
De heer de. T: eer deelt dat gevoelen
niet. Hij zou liever den post met f 800,
willen verminderen, omdat benzol zoo na-
deelig is voor de kousjes van het gasgloei-
licut, dat4/» det g-.sverbruikeis tegenwoor
dig benuttigen.
De heer Sprenger zegt dat f 850 is uit
getrokken, omdat men reden heeft te onder
stellen dat men daarmede zal kunnen vol
staan. Benzol is ook noodig om, als het
noodig is, op een gegeven oogenblik de
liohtsterkte te doen toenemen.
De heeruan Duwiéconstateert dat iemand,
die geen gasgloeilicht heeft, de noo lige
lichtsterkte niet ontvangt, doch voegt er
by dat men toch geen twee soorten van
gas kan stoken en derhalve ten deze de
minderheid san de verbruikers zich aan
de meerderheid zal moeten onderwerpen.
Het voorstel van der Swalme om den
post met f 550, te verhoogen wordt ver
worpen met 12 tegen 5 stemmen. Voorde
heeren v. d. Swalme, W. H. Snouok Hur
gronje, Schorer, Sprenger en den Bouw
meester.
B.j de verdere behandeling van dit ar
tikel vestigt de heer Schorer er de aandac' t
op dat voor arbeidsloonen weer f 1000,
meer geraamd is dan vroeger, waarop de
heer Sprenger antwoordt, dat men vroeger
altijd te kort kwam en, om aan dien toe
stand een einde te maken, tot basis heeft
genomen het gemiddelde van het betaalde
in de laatste drie jaren.
De heer Schorer zal zich hierbij neer
leggen en geen voorstel tot vermin lering
doen, maar geeft tocb in ernstige over
weging om zoo min mogelyk losse werk
lieden te gebruiken, waarop de heerSprenger
hem de meest mogelij ke zuinigheid toezegt.
Bij het volgeed artikel, kosten exploitatie
duinwaterleiding merkt de heer van der
Swalme op, dat hij iu den laatsten tijd
geen analysen van het water door den
heer Wijnne gezien heeft, waarop de heer
den Bouwmeester antwoordt dat de laatste
analyse voor omstreeks 14 dagen in de
conrant beeft gestaan.
De heer van der Swalme zegt dat het
aan zijne aandacht ontglipt is, maar wijst
er op dat de laatste analyse het bewijs
levert dat het water meer en meer hard
wordt. Er schijnt iets aan te haperen.
Daarom geeft hy B en W. in overweging
alle mogelijke middelen aan te wenlen
om het water zijn goeden naam te doen
behouden.
De heer Sprenger doet alsn i het voor
stel voor het onderdeel Steenkolen van dit
artikel mede een verhooging van f 330
toe te staan, welk voorstel eveneens stil-
Hoe hij voortgaat. ls het niet met P?.k
Djanodin en do ojiium net gegaan als met
onze jongens en een sigaar of een bittertje?
Kameraden brengen hen in verleiding. En
Pak Djanolin brachten zy ten val.
Er wai wat opium overgebleven. Wat
ea mee te doen? Weggooien? Dat zon toch
jammer zyn. Liever een paar kennissen
vragen om het te komen opschuiven.
Zoo gebeurde. Pak Djanodin behoefde
ditmial niet te worden genood. Hy deed
flink mee en kreeg weer aïe heerlijke, op
gewekte gewaarwording alsof hij in eens
veel helderder kon denken en alsof hij tot
veel grootere krachtsinspanning instaat was.
Maar toen hij den volgenden dag weer
de r actie voelde nam hy zich voor nooit
weer te schuiven.
Doch de herinnering aan de opiumpijp
kon hij niet zoo gemakkelijk verdrijven.
En het was of hy machtel >ozer en luste-
loozer werd, alsof hij niet meer zoo goed
kon werken als vroeger. Hij klaagde er
over bij zyn vrouw en opperde het denk
beeld dat misschien een trekje aan de
opiumpijp hem zou opfleuren.
Mbok Djanodin, die er niet aan dacht
dat haar man zich misschien maar wat
inbeeldde en in een matig gebruik geen
zwijgend wordt goedgekeurd.
De heer Koole wijst er op dat de veermau
Vos aan het kanaal ies winters zit te
verkleumen van kou in zijn husje dat van
de ge'"een te is. linoger loon is reeds
vroeger afgesteml, maar zon men dien man
des winiers niet wat kolen kunnen geven.
De heer den Bouwmeester antwoordt dat
er vroeger moor van die huisjes waren, o.
a. van de vischkeurdTs, maar dat men
niet kan gelooven hoeveel kolen die huisjes
verslinden. H j zal zien wat ij voor Vos
doen kan, maar ait den nar der zaak ia bij
tegen eene verstrekking in natura.
Wordt besloten de pust „onvoorziene uit
gaven" als slffitpust aan te houden en de
aangehouden post „Straatverlichting" wegens
het straks gevallen votum met 1 700 te
verhoogen.
Van die gelegenheid maakte de heer
de Veer gebruik om te vragen of, nu het
gasgbeilicht voorde straatverlichting schier
algemeen is, er geen rapport van den
directeur bestaat over de verkregen uitkom
sten, waarop de heer Sprenger mededeelt
dat de directeur reeds 9 maanden lang
onderzocht heeft, maar zijn onderzoek nog
3 maanden wilde voortzetten om een vol
ledig rapport te kunnen geven.
Wegens het vergevorderd uur stelde de
Voorzitter voor de zitting te verdagen tot
Woensdag. Na eene opmerking van den
heer rVisboom Verstegen aat het Woensdag
„Dankdag" was, wordt besloten de volgende
zitting op aanstaanden Zaterdag te bepalen.
Hierna gaat men uiteen.
De Nederlandsche consul gene raai te
Napels.
De „Corriera d'Italia," een nieuwe Itali-
aansche courant, Woensdag 11. voor het
eerst te Rome verschenen, bevat iu haar
eerste nummer het volgende artikeltje
„Rug over de gebeurtenissen van den
dag, de oorlog in Transvaal.
„Aanvankelijk slaag voor de Engelse ea
en overwinning van de Bjerennu over
winningen der Engelschen en nederlagen
der Boeren.
„Eu iutusschen bijna algemeens emigra
tie van de ltaliaansohe muildieren naar
Transvaal.
„Nog curieuze-, het op reusachtige schaal
opkoopen sedert van deze muildieren te
Napels, voornamelijk voor rekening der
Engelschen gebeuit, denkt gij, door wien?
„Door deu consul van Ne.erlaud!
„Maar zijn de Boeren Hollanders f niet
„Volgens den consul te Napels schijnt
het van niet, daar bij op zoo rustige wyze
aan hun vijanden de kostbaarste hulpmid
delen verschaft voor een oorlog in Afrika,
die zonder de hulp van deze voortreffely ke
viervoeters onmogelijk zou zijn.
„Maar, is ook ue Hollandsehe kaas wel
altijd Hollandsch?"
De jV. B. Ct. waaraan wij deze vertaling
ontleenden, voegt daaraan toe
„De consul vau Holland te Napels moet
het geval het geval, niet kaas de (caso nou
casio) juist van dat gezichtspunt over
wogen hebben."
„En intusschen worden iederen dag 500,
600, 1000 muildieren verscheept.
„En op elk beest, zegt meu, zit een winst
van een paar pond sterling.
"Voorspoed en heil".
Ziedaar de vertaling van het geheele
stuk. Het komt ons onnoodig voor, er veel
bij te voegen. Nu op de zaak de aandacht
gevestigd is, zal er, vertrouwen wij, spoedig
een nauwkeurig ouderzoek ingesteld worden
of mededeeling van het Itaiiaanseho blai
waar is. Wij hopen, dat net niet waar is,
maar zoo het blijkt, dat onze consul-generaal
in Napels de rol gespeeld heeft of speelt
die hem wordt toegeschreven, of dat hy
in dien aankoop van muilezels voor het
Engelsche leger ook in mindere mate be
trokken is, dan zal de eenige maatregel"
die er ten opzichte van hem te nemen iB>
z ker ook met deu vereisohten spoed ge>
nomen worden.
De consul-generaal der Nederlanden te.
Napels he t Teil. Mouricolfre (de vice-
consul A. Beurguignon).
Algemeen worden bidstonden gehou
den door hen die den Eenigen Naam tot
zaligheid nog belijden.
In de meeste plaatsen geschiedt het in
de afzonderlijke kerken, Scheveningen ea
Nijmegen uitgezonderd. Te Scheveningen
Woensdagavond in 't hervormd kerkgebouw
kwaad zab, ging bereidwillig naar de
opiumkit en kocht de kleinste hoeveelheid
(een tiembang) die ze krygen kon.
En weikelyk, dat hielp. Na een paar
trekken werd Rak Djanodin weer opgewekt,
bewaarde de rest van zijn „medicijn" zooals
hy het opium noemde, voor eeu volgenden
keer en toog welgemoed aau zijn werk.
De „volgende keer" liet zich niet lang
wachten en bleef niet de laatste keer. En.
telkens had Pak Djanodin wat meer opium noo
dig om het ge wenschtej resultaat te bereiken.
Zoo gaat het bij ons met de drinkers; het
drinken wordt hun een behoefte en een
behoefte aie steels stijgt,
Hoe hij eindigt. Rak Djauodin's li
chaam verzwakte, zyn geest verstompte. En
zyn mildelen raakten uitgeput.
Toen hij dat ging inziea, verzamelde hij
al zyn wilskracht en besloot nogmaals, van
het opium af te zien.
En waarlijk, bij hield vol. Hij raakte de
pijp niet meer aan, hoe zwaar bet hem ook
viel. Er kwamen beteredagen in't verschiet.
Totdat op zekeren dag, nadat Pak Djano
din al twee weken lang niet geschoven had
iemand zyn woning binnenstapte: de opium-
pachter.