Pik Djiolii ie OpinsclÉer. De Voorzitter wil nu het voorstel den Bouwmeester in stemming brengen, doch de heer de Veer meent dat het voorstel der vijf leden het verst strekkende is en dus a priori moet worlen uitgemaakt. Daar de voorzitter en met hem de heer den B mwmeester van een tegenovergesteld gevoelen zijn, wordt aan stemming onder-' worpen of aan het voorstel den Bouwmees ter al dan niet prioriteit zil worden ver leend Met 9 tegen 8 stemmen wordt er prio riteit aan gegeven. Voor de heeren van der Swalme, W. H. Snouok Hurgronje,Schorer, van Tellingen, Kooie, de Waal, Sprenger, A. P. Snouck Hurgronje enden Bouwmees ter; tegen de heeren van Dunné, Wisboom Verstegen, Heijse, de Rycke, Verhage, de Veer, van der Harst en van de Ree. Hierna wordt het voorstel den Bouwmees ter in stemming gebracht enverwo pen met 11 tegen 6 stemmen. Voor de heeren van der Swalme, W. H. Snouck Hurgronje, van Teijlingen, Sprenger, A. P. Snouck Hur gronje en den Bouwmeester. In behandeling komt nu het voorstel der vijf leden tot verlaging van den gasprijs. De heer W. H. Snouck Hurgronje, of schoon in principe een voorstander van verlaging, moet die thans ontraden met het oog op de hooge kolenprijzen en eene eventueele verhooging van belastingen. De heer Koole verklaart zich voor ver laging; hij is van meening dat de gasver- bruikers wel recht hebben op ontlasting, zij het dan ook ten koste van het alge meen. Waren de kolenprijzen niet gestegen dan had hij n >g grootere verlaging ge- wenscht. De heer van Teijlingen kan zich met het voorstel niet vereenigen. Voortdurend wordt gewezen op het belang der gasvar- bruikers, maar, n.et het oog op noodzake lijke bezuinigingen, overschrijdt men te dien opzichte de grens der billijkheid. Er zijn ingezetenen, wienhet niet conven eert gas te gebruiken; is het billijk, vraagt hij, dat deze ten koste der gasverbruikers meer opcenten op de personeele belasting betalen. De beer de Waal vindt zijne ideeën omtrent het voorstel geheel en al belichaamd in het gesprokene door den heer van Teijlingen. De heer Schorer geeft in overweging het voorstel te splitsen, namelijk de verla ging voor particulieren en voorde gemeente gescheiden te houden. Hij is va i oordeel dat eene verlaging voor de gemeente, die toch al circa f 10000 van de fabriek trekt voor het uitsluitend recht om buizen in femeentegrond te leggen, geen raison d'être eeft. De heer de Veer heeft niets geen bezwaar tegen bet voorstel Schorer en verklaart namens de medeonderteekeniars van het voorstel niet te hechten aan verlaging van den gasprijs voor de gemeente. De heer A. P. Snouck Hurgronje zou in het voorstel der vijf leden willen zien opgenomen dat bij aanneming van bun voorstel alle reductie vervalt, waarop de heer Heijse repliceert, dat zulks ook de bedoeling der voorstellers is. I)e heer den Bouwmeester vraagt of de voorgestelde verlaging ook toepasselijk is op muntgas, waarop de beer de Veer ant woordt dat hut muntgas door de voorstellers buiten beschouwing is gelaten, omdat de verordeningen, die door hun voorstel wij ziging zullen behoeven, niet gewagen van muntgas. Toch zou de heer den Bouwmeester wil len bepaald zien dat bet mnntgas voortaan fO.10 per M3. zal blijven kosten. De heer de Veer hal hiertegen geen principieel be zwaar, doch men liet het denkbeeld varen ca eene opmerl ing van den heer van Dnnnè dat de prijs van het muntgas gevoegelijker bij afzonderlijke verordening later ware te bepalen. jüe voorzitter herinnert er aan dat, bij aanneming van het voorstel, de opcenten op bet personeel noodwendig zullen moeten verhoogd worden. Dit zou eene groote on billijkheid zyn, omdat velen door die ver booging gedrukt worden.! B.| en W. zou den l et onbillijk en onrechtvaardig achten, omdat vooral de bezitiende klasse door ver laging van den gasprijs gebaat wordt. De heer Heijse vindt het motief van den Voorzitter niet erg afdoende. liet is een •chermen met groote woorden, want de FEUILLETON. Wij gelooven dat nog maar weinige Hollanders een recht besef hebben van het leven van den Javaanschen dosa-maii, die toch de groote massa nitmaakt van de bevo king van dat heerlijke, groote eiland. De Hollanders in Indië zijn grootendesls niet in de ge'egenheid om den desa-man in zijn dag' lyksche bezigheden en ontspannin gen te zien, of zij hebben er geen oog voor. Wat de Hollanders in Hol and betreft, wat weten zij in 'talgemeen van gansch Indië, gezwegen van den desa-man Het weinigje aardrijkskunde, het nog geringer beetje ge schiedenis dat wij op school hebbm opge daan door het plichtmatige onlerwijs van menschen die zeiven Indië niet kennen dat is er al lang uit. Zoo lang Indië niet véél meer wordt vooropgeschoven in onze onderwijsprogramma's en zoo lang er geen detachecring van Hollandsehe o derwijzars naar Indië plaats heeft op groote schaal, zoo lang zal de belangstelling ir Indië en de kennis van Indië bier tot weinigen beperkt blij ven. lagere standen zullen door verhooging der opcenten niet gedrukt worden. Ten opzichte van de verlaging van den gasprijs moet hij herhalen, dat het niets anders is dan een terugtreden van den slechten weg, dien men tot hiertoe bewandeld heeft. De heer Koole ia van hetzelfde gevoelen Menig neringdoende in het klein zal door verlaging van den gasprijs gebaat worden en toch niet de dupe worden van de ver. hooging der opcenten. De voorzitter blijft namens B. en W. bij zijn gevoelen dat verhoo ing der opcenten wel degelijk op kleine beweging zal druk ken en daarom onbillijk is. Het eerste deel van het voorstel: verhoo ging van den gasprijs voor particulieren op f0,071/!) per M3. wordt hierna aangenomen met 9 tegen 8 stemmen. Voor de heeren van Dunné, Koole, Wisboom Verstegen, Heijse, de Ryoke, Verhage, van der Harst, de Veer en van de Ree; tegen de heeren v. d. Swalme, W. H. Snouck Hurgronje Schorer, v. Teijlingen, de Waal, Sgrenger, A P. Snouck Hurgronje en deu Bouwmeester. Daarna komt in behandeling het tweede deel van net voorstel, verlaging van den gasprijs voor de gemeente op f O.ÜöVs per M'. De heer van Teijlingen vraagt welke re denen de voorstellers tot het voorgestane idéé geleid hebben, waarop de heer de Veer antwoordt, dat bij nogmaals herhaalt dat de vyf leden niet zooveel prijs stellen aan dit gedeelte van hun voorstel om er een warmen strijd voor aan te gaan, maar dat zij tot het idéé gekomen zijn door de over weging dat slechts particulieren meer dan 2000 H9. verbruiken, de gemeente daarente gen 160000 M'. noodig heeft. De heer Schorer herhaalt dat hij het niet wenschelijk vindt aan de gemeente het gas voor minderen prijs te leveren dan aan par ticulieren. De voorstellers zeggen dat de gemeente te veel baten trekt van de gas fabriek en nu wil men die baten nog ver meerderen door het door verbruikt wordende gas voor minderen prijs te leveren. In omvraag gebracht wordt dit gedeelte van liet voorstel verworpen met 11 tegen 6 stemmen. Voor de heeren van Dnnné, Heijse, Verhage, van der Harst, de Veer en van de Ree. Daarna is aan de orde de verdere be handeling der gemeentebegrooting over het jaar 1900, waarmede men in de vorige zitting gevorderd was tot Hoofdstuk IX art 17. Dat artikel, luidendeKosten gemeen aan de exploitatie van de gasfabriek en duin waterleiding, was uitgetrokken tot een be drag van f 10300, waaronder f1200 voor een onderdirecteur. De heer Sprenger zegt dat hy, na het gevallen votum ten opzichte van een aan te stellen opzichter, genoodzaakt is nog maals een warm pleidooi te leveren voor het behoud van die f 1200. In den breede zet hij uiteen da1 het zeer noodzakelijk is dat er iemand aanwezig zij ter vervanging van den directeur. In zijre afwezigheid kunnen ongevallen plaats hebben, waarin dadelijk voorzien moet worden. Men zal zich in dat geval tot B. en W. wenden, maar deze zullen hopeloos staan. Het is daarom dan ook dat B. en W., wanneer de post geschrapt wordt, geen verantwoor delijkheid op zich nemen, veeleer die verantwoordelijkheid terugbrengen op den Ra id, die den post niet voteerde. De heer van Dunné verklaart dat hij bij de discussiën over bet al of niet aanstellen van een opzichter, nog al breed uitgeweid heeft over het ontslag aan den vroegeren onderdirecteur gegeven. Hij dankt den Voorzitter dat hij hem toen iiet uitspreken. Wel beweerde de Voorzitter na zijne rede, dat hij hem het woord had kunnen ont nemen, omdat dat ontslag niet aan de orde was, maar, te huis gekomen, heelt hy het reglement van orde, dat hij als een souve nir van den Voorzitter zeer in eere houdt, eens geconsulteerd en daarin nietsgevonden dat eenigescbijn van rechtaan 's Voorzitters bewering geeft. B. en W. hebben, bij monde van den Voorzitter, toen verklaard dat zij, in het belang van den titulairis, hem een wenk nebben gegeven om zijn ontslag te vragen. En thans vindt hy op de begrooting wêer f 1200 uitgetrokken voor een onderdirecteur of opzichter, kortom voor iemand die des noods den directeur, vervangen moet. Zulk iemand is eigenlijk niet bepaald Wie nu eens een bijzonder aangrijpende episode uit het leven van den desa-man wil leeren kennen, dia leze onderstaand uittrek sel uit een opstel: „Hoe de kesaman een opiumschuiver wordt." Hoe hij begint. Pak Djanodin en zijn vrouw waren twee flinke, gizonlo men schen, niet rijk maar ook niet behoeftig en in allen geval tevreden. Zj hadden één kind, een zoontje, en toen dat op den leeftijd der besnijdenis was gekomen, werd laarvoor het gebruikelijke feest aangerecht. De spaarduiten en de opbrengst van de over tollige waren voldoende voor de dekking der kosten. In het voorhuis zouden de mannen door Pak Dj.iiiolin ontvangen worden terwijl in het achterhuis Mbok Djanodin de mat ten en sirihdoozen al klaar had voor de vrouwen. Het was de avond voor de eigen lijke plechtigheid en die zou wakende worden doorgebracht. Toen het huis vol bezoekers was, moes ten dezen worden beziggehouden, niet alleen met gesprekken maar ook met koffie, gebak en opium. Een groepje althans bestond uit ervaren schuivers, die om een nacht litje zaten, met de opiumpijp er naast. De gastheer kreeg een wenk, bracht de noodig, getuige de ervaring met den vroe- l geren onderdirecteur opgedaan. Hij, di man, die den directeur desnoods moest vervangen (zijn titel wijst het genoegzaam uit) werd syslematisch buiten alles gehouden, wat hem in de nitoefening zijner functiën van dienst kon zijn. Hem werden eenvoudig dage- lyks bevelen gegeven, die hij had te volgen. En hy heeft ze gevolgd, buiten het geval van ziekte. D.t strekt hem tot eere, want waarlijk den titel te hebben van onderdirei teur, maar tevens het bewustzyn, ik ben het slechts in schijn, is niet zeer aanlokkelijk. En toch was het zoo, nooit werden den man mede- deelingen gedaan, waarop hij krachtens zijnen titel recht had; de correspondei tie bleef voor hem een gesloten boek en, voor het geval hij moest optreden bij afwezigheid van den directeur, werden de brieven hem geopend toegezonden, ja zelfs zoover dreef men het, dat men hem, onderdirecteur, met een verzegelden brief met orders naar de Oranjezon zond. Hij heeft zich niets te verwijten; nooit heeft hij diensten gewei gerd, spreker zelf heeft hem meer., alen als werkman bezig gezien. En dat bij, die steeds tot hulp bereid bevonden is, door zijne onderhoongen geëerd en bemind werd, kon getuigen het souvenir datdieonler- hoorigen hein bij zijn altreden aanboden. En met zulke ervaring v or oogen, kan men toch niet anders dan tot de slotsom komen dat, trots de klemmende speech van den heer Sprenger, een ondeidirecteur of opzichter iets overtolligs is. Er is naar zijne meening personeel genoeg aan de fabriek bij afwezigheid van den directeur kan deze vervangen worden voor het technisch gedeelte door den smid-fiitter, voor het ad ministratief gedeelte door de.i boekhouder. Zoo gaat het ook og andere fabrieken, daar heeft men geen ttis.chenpersonen noodig. De heer Sprenger blijfr echter persistee- ren, dat, wordt de pos geschrapt, ook de verantwoordelijkheid van B. en W. i phoudt. De heer v. d. Swalme kan niet uit de rede van den lieer v. Dunné opmaken, dat er geen chef zou noodig zijn, alleen dat het wenschelijk is aau dezen eene in structie te ge /en. De heer tVisboo>n Verstegen zou in zooverre met den heer Sprenger kunnen medegaan, dat er iemand noodig is, maar f1200 is te veel. Naar zijne meening is voldoende een meesterknecht op eene jaar wedde van f800, met geleidelijke opklim ming tot f 900. Hij doet het v> orstel den post met f400 te v. minderen. De heer van Dunné doet het voorsiel den post te schrappen, met de bedoeling het volgend artikel met f 124, voor meer loon aan den smid-fitter te verhoogen. Hy licht zijn voorstel volgenderwijze toe. Nu eenmaal is uitgemaakt dat een onderdirecteur of opzichter n et noodig is, kanmen iemand aanwijzen als meesterknecht om den directeur tijdeiyk te vervangen. Teneinde nn op de minst kostbare wijze daarin te voorzien, zou hij daartoe wilDn benoemen den smid-fitter met een toeslag op zijn tractement van f124 's jaars, zoodat zijne bezoldiging dan zou gel jk staan met het cijfer geuoemd door den heer Wisboom Verstegen. Rersoo lijk kent hy den smid- fitter niet, hij heeft den man nooit van aangezicht tot aangezicht gezien, m ar uit ingewonnen informatiën is hem gebleken dat hij een degelijk, zeer geschikt practicus is. Daar/an vindt hy ook het bewijs dat zijn loon al f 676 in het volgend artikel afzonderlijk genoteerd staat, hetgeen met geen der andere werklieden het geval is. Welnu, om tot het cyfer van den heer Wisboom Verstegen te komen, verbooge men het loon van dien smid-fitter met f 124 en men zal gevonden hebben wat men zucht, een practised meesterknecht. De heer Sprenger zegt dat de smid-fitter alleszins gescuikt is voor zijne tegenwoordige betrekking, maar B. en W. zouden er nimmer in kunnen toestemmen, dat hy in de vaca ture benoemd wem, in die vacature is bij niet de rechte man. De heer v. d. Swalme is het hierin met den heer Sprenger eens; er moet iemand benoemd worden, die eenigszins wetenschap pelijk ontwikkeld is, die op de hoogte is van bereiding en zuivering van gas. Het voorstel van Dunné wordt verworpen met 10 tegen 7 stemmen. Voor de heeren van Dunné, Koole, Heijse, de Rijcke, Ver hage, v. d. Harst en de Veer. tjandoe (opium) en liet bakal (het gedroogde, fijn gekorven blad van deawar-awar-struik) half tersluiks naar het groepje en wilde weer heengaan. Maar dat ging niet. De gastheer moet in allen geval, bij welk genot oek, zijn gasien voorgaan en niemand wilde de pijp aan den mond zetten voordat Pak Djanodin er zelf een haal aan had gedaan. Hij wilde zich verontschuldigen door te zeggen dat hij nog nooit opium had gerookt wat waar was en er zoo tegen op zag, maar da' hielp niet. Hy werd uitgelachen, een van de schruivers maakte de pjjp voor hem gereei en bood haar aan, Pok Djanodin boog zich over het nachtpitje en deed zyn eersten haal. Het leek hem vrij onsohuldig. Veel smaak was er niet aan. Depijp was rondgegaan en kwam weer bij Pak Djanodin, die met veel meer gerusth-id dan straks nu een haal deed De derde maal ging hem al uitstekend uf hij kreeg een prettig opgewekt gevoel... Na een k ariier viel hij inslaap. Heerlij ke visioenen zooals romantische naturen wel' schijnen te krijgen door het gebruik van epium had hij niet; hij ontwaakte den vol genden morgen loom en katterjg, toen men hem voor de plechigheid met moeite wekte. Mair hij kon het feest behoorlyk bij wonen. Thans is aan de beurt het voorstel Wis boom Verstegen. De Voorzitter zegt dat B. en W. iemand wenscben aan te stellen, meer wetenschap pelijk ontwikkeld dan een meesterknecht en dat zij voor f800 hun doel niet zullen bereiken, waarop de heer Wisboom Verste gen antwoordt, dat hy in zienswijze met B. en W. in zooverre verschilt, dar een praetische meesterknecht, zelfs werkman, voldoende zyn zal. Aan alle andere fab ieken van de grootte van de Mildelburgsclie vindt men dergelijke inrichting. Zijn voorstel wordt verworpen met 10 tegen 7 stommen. Voorde heeren van Dnnné, Koole, Wisboom Verstegen, d) Rjcse, Ver hage, v. d. Harst en de Veer. De heer de Veer vraagt nog of de fitters eene vaste aanstelling hebben, waarop de heer Sprenger toestemmend antwoordt. Daarna doet de heer van Dunné het voor stel om het geheele artikel met f 1200 te verminderen, welk voorstel echter verwor pen wordt met9 tegen8stemman. Voordehh. van Dunné, Koole, Wisboom Verstegen, Heijse, de Rijcke, Verhage, v. d. Harst, en de Veer. Bj art. 18 kosten exploitatie gasfabriek stelt de heer Sprenger voor den post uit getrokken voor steenkolen met f4800 te verhoogen, het;een stilzwijgend wordt goed gekeurd. Voor benzol en Amerikaansche hars is uitgetrokken f 850. Dit is niet genoeg naar den zin van den heer van der Swalme, die er de aandacht op vestigt, dat op de loo- pende begrooting nog f2100 is uitgetrokken Hij zou dien post minstens op f 1400 willen gesteld zien, dus tene verhooging van f 550. Reeds meermalen heeft hij er op gewezen dat meer benzol moest gebruikt worden, om aan het licht meerdere sterkte te geven. De heer de. T: eer deelt dat gevoelen niet. Hij zou liever den post met f 800, willen verminderen, omdat benzol zoo na- deelig is voor de kousjes van het gasgloei- licut, dat4/» det g-.sverbruikeis tegenwoor dig benuttigen. De heer Sprenger zegt dat f 850 is uit getrokken, omdat men reden heeft te onder stellen dat men daarmede zal kunnen vol staan. Benzol is ook noodig om, als het noodig is, op een gegeven oogenblik de liohtsterkte te doen toenemen. De heeruan Duwiéconstateert dat iemand, die geen gasgloeilicht heeft, de noo lige lichtsterkte niet ontvangt, doch voegt er by dat men toch geen twee soorten van gas kan stoken en derhalve ten deze de minderheid san de verbruikers zich aan de meerderheid zal moeten onderwerpen. Het voorstel van der Swalme om den post met f 550, te verhoogen wordt ver worpen met 12 tegen 5 stemmen. Voorde heeren v. d. Swalme, W. H. Snouok Hur gronje, Schorer, Sprenger en den Bouw meester. B.j de verdere behandeling van dit ar tikel vestigt de heer Schorer er de aandac' t op dat voor arbeidsloonen weer f 1000, meer geraamd is dan vroeger, waarop de heer Sprenger antwoordt, dat men vroeger altijd te kort kwam en, om aan dien toe stand een einde te maken, tot basis heeft genomen het gemiddelde van het betaalde in de laatste drie jaren. De heer Schorer zal zich hierbij neer leggen en geen voorstel tot vermin lering doen, maar geeft tocb in ernstige over weging om zoo min mogelyk losse werk lieden te gebruiken, waarop de heerSprenger hem de meest mogelij ke zuinigheid toezegt. Bij het volgeed artikel, kosten exploitatie duinwaterleiding merkt de heer van der Swalme op, dat hij iu den laatsten tijd geen analysen van het water door den heer Wijnne gezien heeft, waarop de heer den Bouwmeester antwoordt dat de laatste analyse voor omstreeks 14 dagen in de conrant beeft gestaan. De heer van der Swalme zegt dat het aan zijne aandacht ontglipt is, maar wijst er op dat de laatste analyse het bewijs levert dat het water meer en meer hard wordt. Er schijnt iets aan te haperen. Daarom geeft hy B en W. in overweging alle mogelijke middelen aan te wenlen om het water zijn goeden naam te doen behouden. De heer Sprenger doet alsn i het voor stel voor het onderdeel Steenkolen van dit artikel mede een verhooging van f 330 toe te staan, welk voorstel eveneens stil- Hoe hij voortgaat. ls het niet met P?.k Djanodin en do ojiium net gegaan als met onze jongens en een sigaar of een bittertje? Kameraden brengen hen in verleiding. En Pak Djanolin brachten zy ten val. Er wai wat opium overgebleven. Wat ea mee te doen? Weggooien? Dat zon toch jammer zyn. Liever een paar kennissen vragen om het te komen opschuiven. Zoo gebeurde. Pak Djanodin behoefde ditmial niet te worden genood. Hy deed flink mee en kreeg weer aïe heerlijke, op gewekte gewaarwording alsof hij in eens veel helderder kon denken en alsof hij tot veel grootere krachtsinspanning instaat was. Maar toen hij den volgenden dag weer de r actie voelde nam hy zich voor nooit weer te schuiven. Doch de herinnering aan de opiumpijp kon hij niet zoo gemakkelijk verdrijven. En het was of hy machtel >ozer en luste- loozer werd, alsof hij niet meer zoo goed kon werken als vroeger. Hij klaagde er over bij zyn vrouw en opperde het denk beeld dat misschien een trekje aan de opiumpijp hem zou opfleuren. Mbok Djanodin, die er niet aan dacht dat haar man zich misschien maar wat inbeeldde en in een matig gebruik geen zwijgend wordt goedgekeurd. De heer Koole wijst er op dat de veermau Vos aan het kanaal ies winters zit te verkleumen van kou in zijn husje dat van de ge'"een te is. linoger loon is reeds vroeger afgesteml, maar zon men dien man des winiers niet wat kolen kunnen geven. De heer den Bouwmeester antwoordt dat er vroeger moor van die huisjes waren, o. a. van de vischkeurdTs, maar dat men niet kan gelooven hoeveel kolen die huisjes verslinden. H j zal zien wat ij voor Vos doen kan, maar ait den nar der zaak ia bij tegen eene verstrekking in natura. Wordt besloten de pust „onvoorziene uit gaven" als slffitpust aan te houden en de aangehouden post „Straatverlichting" wegens het straks gevallen votum met 1 700 te verhoogen. Van die gelegenheid maakte de heer de Veer gebruik om te vragen of, nu het gasgbeilicht voorde straatverlichting schier algemeen is, er geen rapport van den directeur bestaat over de verkregen uitkom sten, waarop de heer Sprenger mededeelt dat de directeur reeds 9 maanden lang onderzocht heeft, maar zijn onderzoek nog 3 maanden wilde voortzetten om een vol ledig rapport te kunnen geven. Wegens het vergevorderd uur stelde de Voorzitter voor de zitting te verdagen tot Woensdag. Na eene opmerking van den heer rVisboom Verstegen aat het Woensdag „Dankdag" was, wordt besloten de volgende zitting op aanstaanden Zaterdag te bepalen. Hierna gaat men uiteen. De Nederlandsche consul gene raai te Napels. De „Corriera d'Italia," een nieuwe Itali- aansche courant, Woensdag 11. voor het eerst te Rome verschenen, bevat iu haar eerste nummer het volgende artikeltje „Rug over de gebeurtenissen van den dag, de oorlog in Transvaal. „Aanvankelijk slaag voor de Engelse ea en overwinning van de Bjerennu over winningen der Engelschen en nederlagen der Boeren. „Eu iutusschen bijna algemeens emigra tie van de ltaliaansohe muildieren naar Transvaal. „Nog curieuze-, het op reusachtige schaal opkoopen sedert van deze muildieren te Napels, voornamelijk voor rekening der Engelschen gebeuit, denkt gij, door wien? „Door deu consul van Ne.erlaud! „Maar zijn de Boeren Hollanders f niet „Volgens den consul te Napels schijnt het van niet, daar bij op zoo rustige wyze aan hun vijanden de kostbaarste hulpmid delen verschaft voor een oorlog in Afrika, die zonder de hulp van deze voortreffely ke viervoeters onmogelijk zou zijn. „Maar, is ook ue Hollandsehe kaas wel altijd Hollandsch?" De jV. B. Ct. waaraan wij deze vertaling ontleenden, voegt daaraan toe „De consul vau Holland te Napels moet het geval het geval, niet kaas de (caso nou casio) juist van dat gezichtspunt over wogen hebben." „En intusschen worden iederen dag 500, 600, 1000 muildieren verscheept. „En op elk beest, zegt meu, zit een winst van een paar pond sterling. "Voorspoed en heil". Ziedaar de vertaling van het geheele stuk. Het komt ons onnoodig voor, er veel bij te voegen. Nu op de zaak de aandacht gevestigd is, zal er, vertrouwen wij, spoedig een nauwkeurig ouderzoek ingesteld worden of mededeeling van het Itaiiaanseho blai waar is. Wij hopen, dat net niet waar is, maar zoo het blijkt, dat onze consul-generaal in Napels de rol gespeeld heeft of speelt die hem wordt toegeschreven, of dat hy in dien aankoop van muilezels voor het Engelsche leger ook in mindere mate be trokken is, dan zal de eenige maatregel" die er ten opzichte van hem te nemen iB> z ker ook met deu vereisohten spoed ge> nomen worden. De consul-generaal der Nederlanden te. Napels he t Teil. Mouricolfre (de vice- consul A. Beurguignon). Algemeen worden bidstonden gehou den door hen die den Eenigen Naam tot zaligheid nog belijden. In de meeste plaatsen geschiedt het in de afzonderlijke kerken, Scheveningen ea Nijmegen uitgezonderd. Te Scheveningen Woensdagavond in 't hervormd kerkgebouw kwaad zab, ging bereidwillig naar de opiumkit en kocht de kleinste hoeveelheid (een tiembang) die ze krygen kon. En weikelyk, dat hielp. Na een paar trekken werd Rak Djanodin weer opgewekt, bewaarde de rest van zijn „medicijn" zooals hy het opium noemde, voor eeu volgenden keer en toog welgemoed aau zijn werk. De „volgende keer" liet zich niet lang wachten en bleef niet de laatste keer. En. telkens had Pak Djanodin wat meer opium noo dig om het ge wenschtej resultaat te bereiken. Zoo gaat het bij ons met de drinkers; het drinken wordt hun een behoefte en een behoefte aie steels stijgt, Hoe hij eindigt. Rak Djauodin's li chaam verzwakte, zyn geest verstompte. En zyn mildelen raakten uitgeput. Toen hij dat ging inziea, verzamelde hij al zyn wilskracht en besloot nogmaals, van het opium af te zien. En waarlijk, bij hield vol. Hij raakte de pijp niet meer aan, hoe zwaar bet hem ook viel. Er kwamen beteredagen in't verschiet. Totdat op zekeren dag, nadat Pak Djano din al twee weken lang niet geschoven had iemand zyn woning binnenstapte: de opium- pachter.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 2