KERKNIEUWS. SCHOOLNIEUWS. Landbouw. BEKENDMAKINGEN- De Bouwgrond. van een half miljoen pond sterling, gecon* fiskeerd (onteigend). De regeering heeft reeds 26000 mijnkaffers over de grenzen gezet. Nog slechts 12 mijnen \aD den Wit- watersrand zijn aan het we'k. Het commando uit Wakkerstroom heeft met groote moeite een zwaar stuk geschut opgesteld boven op den top van een heuvel, die een gedeelte van Natal bestrijkt. Eerst trachtte men het gevaarte met ossen naar boven te krijgen, hetgeen mislukte. Daarop maakten de Boeten een pad, waarlangs het stuk naar den top werd geheschen. De Boeren bedreigen nu ook Kimberley. Zij hebben vermoedelijk den Bpoorweg bij Modderrivier bezet. Men verwacht dat Kim berley, Mafeking, Vrijburg en andere plaat sen op de westgrens in handen der Boeren zijn of komen zullen. Inmiddels wacht de Engelsche regeering belangrijke versterkingen, daar de contin genten uit Nieuw Zeeland en Tasmanië en ook uit het moederland iederen dag kunnen worden verwacht. Het gerucht loopt dat een Engelsche troepenmacht een Transvaalsch commando heeft tegengehouden, dat zich poogde te vereenigen met een commando dat te Mod derrivier staat, en dat een belangrijk treffen heeft plaats gehad te Spitsfontein, ten zuiden van Kimberley. Stellige berichten zyn er echter niet, dank zij de algebroken telegra fische gemeenschap op vele plaatsen. Ter kennis van belanghebbenden wordt gebracht dat de invoer van Melkvee langs Clinge (station) en Clinge (dorp) met ia- gang van 15 dezer is gesloten. 16 Oct. '99. A. s. Donderdag moet te Wissenkerke gestemd worden voor een lid van den raad. Van antirevolutionaire zijde, zoowel te "Wissenkerke als te Kamperland, is de aan dacht gevestigd op den heer A. Abra- hamse. Wij kennen de candidaten niet en kunnen derhalve over hunne geschiktheid niet ooideelen. Wie hen aanbevelen en candidaat stelden weten dit wel en daarop vertrou wende, merken wy alleen op dat de heer Abrahamse een ijverig voorstander der vrije school is en voorzitter van 't bestuur der Chr. school te Kamperlanden 't derhalve voor de hand ligt dat alle voorstanders van vrij Christelijk onderwijs dezen candi daat hebben te steunen. De beide andere candidaten zijn van liberale zijde candidaat gesteld, of zoo zij ook al door niet-liberalen worden aanbevolen, zij steunen toch't christe lijk onderwijs niet, terwijl zij hunne kinderen naar de openbare school zenden; zoodat üij 't vertrouwen van de oprechte voorstan ders der vrije school niet hebben. Die allen stemmen A. ABRAHAMSE. Omtrent de ramp op Ceram schrijft professor Martin te Leiden aan de Nieuwe Rott. Crt. dat de aardbeviig niet gevolg kan zijn van vulcanische werkingen, dewijl er op Ceram geen bergketenen van vutca- nischen aard aanwezig zijn. Haast uitslui tend is het eiland opgebouwd uit vier ver schillende groepen van gesteenten le oude kristallijne gesteenten, vooral schieters be- hoorende tot de oudste vormingen der aarde; 2e zandsteenachtige; eveneens zeer oude vormingen, zoogenaamde grauwakken; de oudere kalksteenen; 4e jonge koraalkalken. Yan deze is de eerste groep vooral op de zuidkust en op 't zuidelijk schiereiland Koeameeal ontwikkeld en strekt zich van hier tot ver in het binnenland uit. De zand steenachtige gesteenten en de andere kalk steenen (2e en 3e) vindt men zoowel in de noordelijke helft van 'teiland, waar zij tot uiterst schilderachtige bergen aanleiding hebben gegeven. Maar ook het gebergte, hetwelk de waterscheiding tusschen noord en zuid vormt is uit deze grauwakken en kalksteenen opgebouwd. De vierde groep bestaat uit pas opgeheven koraalriffen langs de kust, o. a. ook aan de Piroe en de Elpapoeti-baai. Deze beide bochten, die diepe inhammen in de zuidkust van beran vormen, zijn door verzakkingen van ge- deelten der aardschors ontstaan, en heete bronnen die zich vlak aan het stnnd be vonden, duiden wellicht nog het beloop der lijnen aan waarlangs de breuk plaats had. De aardbeving van 29 Sept. is waarschijn lijk ook weer aan een aardverschuiving toe te schrijven; die in nauw verband s'aat bovendien met de hevige aardbeving die op 6 Januari 1898 Ambon heeft geteisterd. Er zullen nog wel verdere aardbevingen navolgen, maar hoe zwaar die zullen zijn, i» natuurlijk niemand bekend. gij Kon. besluit is benoemd tot grif fier bij het kantongerecht te Tholen mr. j W. C. Milders advocaat te Amsterdam. j)e oorlog in Zuid-Afrika. In De Standaard beoogt de heer F. Lion Cachet, dat de Transvalers en Oranje- Vrijstatevs niet langer met een actief op treden konden wachten. De Trensvalers en Ynj-itaters moesten de deuren hunner poorten openlatentotdat deze niet gesloten konden worden vanwege, de menigte der Britsche soldaten, die er, niet vóór, maar in zouden staan. Zoo wilde Chamberlain het schrijft genoemde heer. Doch dit was onhoudbaar; dat konden en mochten zij niet dnlden. En, gelijk het ,lanror> door Chamberlain was aangelegd, £t hebben de Boeren niet geduld. Het m02e zelfmoord genoe nd warden, dat zij tot den beslissenden stap zijn overgegaan noe meer zelfmoordig zou 't geweest zijn om de Britsche troepen te laten voortrukken tot in Transvaal en den Vrijstaat. Bij de beoordeeling der daad van de Boeren in het zenden van een ultimatum aan Engeland, in plaats \an nog langer te wachten op een ultimatum van Chamberlain, vergete men diens taktiek niet om, door de Boeren te laten wachten, een geest van ontevredenheid onder hen te wekken tegen hun leiders, wat meer dienen moest om een deel der gecommandeerenden „huis toe" te drijven. De Boeren kunnen vechten, maar niet weken, maanden lang, werkeloos, schijnbaar doelloos onder de wapenen zijn, gelijk soldaten. Ook dit heeft den d'orslag gegeven tot het nemen van het besluit, om niet langer te wachten maar handelend op te treden. Ieder die zelf op commando geweest is, en in laager „gestaan" heeft, zal dit ten volle verstaan; doch uok in ons land is het te begrijpen. Hoe dit zij, de teerling is nu geworpen. De 74e jaardag van president Paul Kruger zag den aanvang der nieuwe worsteling van Transvaal met Groot-Brittanje om be houd des nationalen bestaans. Naar den mensch gesproken, is de ongelijke strijd hopeioos voor de Boeren. Maar bij den Heere God is de uitslag ook van dezen kr jg. Hij leeft en Hij regeert. Yan menschen-hulp, in Europa en Ame rika heeft Transvaal, naar het schijnt, nu niets te verwachten. Men verfoeit, vooral ook in Dnitschland, Albion's politiek- en roofaanval in dezen; doch gelijk te ver staan is, om Transvaal te helpen zal men zich niet blootstellen aan een Europeeschen oorlog. Yan Nederland uit schijntgeen andere hulp aan Transvaal geboden te kunnen worden dan inden vorm vaneen „Album" vol ontboezemingen in proza en poëzie en dergelijke dingen, de „opbrengst" waarvan na aftrek van alle onkosten zal dienenter ondersteuning van eventueele weduwen en weezen der gevallen strijders. Ook zal men misschien trachten een afdeeling van het „Roode Kruis" naar Transvaal te zenden ..als het niet meer noodig is. Och arme! Doen wij, in elk geval, aan geen Jobsvrienden-vertroosting van de Boeren, die daar ginds hun leven wa gen voor Recht en Onafhankelijkheid, mede! Daar is, op het oogenblik maar één weg, waarin wij onze stamverwanten in Z.-Afrika waarlijk kunnen helpen het Gebed. Gebed in verootmoediging; Gebed in onderworpen heid Gebed in vertrouwen op Gods mach tige hulpe. Ben kleine gemeente in Fries land gaf het voorbeeld om dit ook gezamen lijk, als kerk, te doen. God boort het gebed. Hij ontferme zich over Transvaal. Verplaatst met ingang 1 Nov. a. s. naar St. Maartensdijk dhr. P. van Wouwe, kom mies bij 's Rijksbelastingen te Hansweert. Blijkens bericht van Harer Majesteits gezant te Brussel bevat de Moniteur Beige van Vrijdag het beric' t dat, met ingang van 15 dezer, de invoer van melkkoeien in België langs Clinge (station en dorp) verboden is, terwijl met tngang van9 dezer de invoer per spoor van Nederl. runderen en schapen voor de slachthuizen te Ander- lecht, Antwerpen, Brussel, Gent en Luik, wordt toegelaten op alle Maandagen van 1112 uur langs Clinge (station) onder de voorwaarden van het K. B. van 14 Dec. 96. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Vrouwepolder ds. J. Draaisma te Steen wijk. Viertal te Voorschoten ds. L. C. Schuller tot Peursum te Purmerlaad, C. v. "Wijn gaarden te Kamperveen, J. H. Schreuder te Ovezand en L. H. F. Creutzberg te Echteld, Beroepen te BovensmilJe (toez.) P. J. Steyns cand. te Sluis te Den Helder ds. W. Bax Jr. te Kolhorn te Randwijk dr. H. Visscher te Delft; te Nieuw- Stadskanaal ftoez.) ds. R. Torenbeek te Vollenhoven. Aan renomen naar Goingarijp door P. J. Bakker cand. te Utrecht; naar 's Gra- venzande (toez.door ds. W. v. d. Bijtel Jr. te Makkum en Kornwerd. Bedankt voor Haastrecht doords. Th.H. P. v. Papenrecht te Brielsch Nieuwland voor Lunteren door ds. H. C. Lamherts te Eexta voor Groot Ammers door ds. S. Dijkstra te Hilversum. Aan ds. A. Keers te Hazerswoude is tegen 15 November e. k. op zijn verzoek eervol emeritaat verleend. Ds. Keers stond van 19 Oct. 1862 tot 1866 te Zaamslag, daarna te Koudekerke van 1869 tot 27 Sept. 1874 te Enschedé, en sinds te Hazerswoude. Wemeldinge. Bij de Vrijdag gehou den stemming voor vijf leden van het kies college werden ingeleverd 77 briefjes. Her kozen werden M. Houtekamer met 74, K. Dominicus met 64, Antb. de Broekert met 53 en W. Dekker met 42 stemmen. Het aftredend lid C. Lindenbergh verkreeg 38 stemmen en komt in herstemming met Jacob Burger die 25 stemmen bekwam. Verder bekwamen Jacs. Ruissen 23, P. Lindenbergh 20 en verschillende personen nog minder stemmen. Geref. Kerken. Drietal te Leeuwarden ds. J. D. v. d. Munnik te Barendrecht, ds. P. A. E. Sillevis Smitt te Rotterdam en ds. J. E. Vonken- berg te Voorthuizen. Beroepen te Grandrapids N. A. (2e maal) M. H.A.v. d. Valk cand. te Dantumawoude te Meliskerke ds. G. Meijer te Borger te Grijpskerke ds. J. M. Mulder te 's Hertogen bosch. Aangenomen naar Leiden A door ds. J- H. Kouwenhoven te Groningen A. Bedankt voor Strijen door ds. D. Koffijberg te Barneveld. Vrijdag 20 Oct. a. s. zal de hoogleeraar dr. A. Kuyper L. L. D., na het houden van eene redevoering, het rectoraat der Vrije Universiteit overdragen aan den hoog leeraar mr. D. P. D. Fabins. Alles op aarde is vergankelijk, niets bestaat ar, dat, naar eene geijkte uitdruk king, den tand des tijde kan weerstaan. Zelfs de trotsche gebergten, welke zoo stout hunne kruinen ten hemel heffen, kunnen geen weerstand bieden aan den invloed der vernielende krachten. Zelfs de hardste |granietsteen valt door den vernielenden invloed van vocht en dampkringslucht iii grove stukken uiteen. Maar hiermede is deze inwerking van vocht en lucht, welke men verweering noemt, niet afgeloopen; zij gaat voortdurend verder, tot de grove stukken zijn uiteenge vallen tot een korrelig mengsel van klei en zand, dat door het stroomend water weggevoerd, weer in in andere streken door rivieren en zeeën wordt afgezet of ..angeslibd. Deze aangeslibde gronden bestaan natuur lijk uit de verweeringsproducten van ver schillende gebergten en zyn dus van zeer samengestelden aard. De hoofdbestanddeelen zyn: kléi, zand en kalk, waarbij nog humus en ijzerver bindingen komen. In deze door aanslibbing verkregen gron den gaat de verweering altijd door en dien tengevolge ontstaan er in den bouwgrond eene reeks van stoffen, welke den gewassen als voedsel moeten dienen. .i.'e verweering wordt bevorderd dooreene zorgvuldige bewerking van den bodem, waardoor deze behoorlijk los gemaakt wordt en zoo aan water en lucht gelegenheid schenkt, om nun verweeringsarbeil voort te zetten. Diepwortelende gewassen maken de die pe'e lagen los en bespoedigen zoodoende ook daar de verweering. Ook ommige bacteriëosoorten treden als hulptroepen van den landbouwer op, om hem bij het verweeringsproces een handje te helpen. Het door de verweering ontstane voedsel wordt gedeeltelijk door de p anten opge nomen; het overschot blijft grootendeels in den bodem aanwezig en daardoor (alsmede door de bemesting) ontstaat in den grond een voorraad van planten voedsel. Dat deze voorraad in den bouwgrond aanwezig blijft en niet met het water naar den ondergrond gespoeld of lang» de op pervlakte weggespoeld wordt, is een gevolg van de absorbeerende eigenschappen van den bodemi De bodem heelt namelijk het vermogen om sommige stoffen, die in het bodemwater opgelost zijn, aan deze oplossing te ont trekken en vast te houden. De-,e eigenschap, welke men absorbtie of opslorping noemt, is van groot belang voor den landbouw; immers door deze eigenschap wordt het plantenvoedsel, dat anders verloren zou gaan, voor de gewassen behouden. Dat de bodem deze eigenschap bezit kan door een eenvoudige proef aangetcond worden. Men neemt een bloempot, bijna gevuld met vochtige aarde, en laat nu door deze aarde eene zekere hoeveelheid troebel, donker mestwater loopen, na eene korte poos komt dit mestwater uit de opening, welke zich onder in de bloempot bevindt, helder te voorschijn. Daaruit blijkt, dat de aarde sommige stoffen, welke in het mestwater opgelost waren, daaraan heeft onttrokken en vast gehouden. Het absorbtie-vermogen van den bodem is niet voor alle stoffen even sterk. Ammoniak, kali, phosphorzuur en mag nesia worden door den bodem sterk geab sorbeerd, kalk heel weinig en chloor, sal peterzuur en zwavelzuur bijna in het geheel niet. Uit deze omstandigheid kunnen wij voor den landbouwer gewichtige gevolgtrekkin gen maken. lo. Het is in het algemeen niet wen- schelijk, om de Chilisalpeter uit testruoien vóór het zaaizaad wortels heeft geschoten in de Chilisalpeter toch komt de stikstof voor in den vorm van salpeterzuur endaar dit nu door den bodem niet wordt geab sorbeerd of vastgehouden, kan het heel licht gebeuren, dat door overvloedigen regen het salpeterzuur wordt weggespoeld voor de planten het kunnen opnemen. 2o. Het is voor sommige gewassen bijv. suikerbieten en mangels, beter de Chilisal peter in twee keeren dan in éen keer te geven. Geeft men al de Chilisalpeter in één keer dan loopt men wederom gevaar, dat men door overvloedigen regenval een groot deel van het salpeterzuur verspeelt. 3o. Het is in de meeste gevallen niet gewenscht om bij de wintergranen eene salpeter- of ammoniakbemesting in den herfst toe te dienen, aangezien dan door de winterregens een groot stiks^ofverlies vrij zeker i*. 4o. By superphosphaat, slakkenmeel, kali meststoffen, amironiak-superphosphaat, Pe ru-guano bestaat er geen gevaar voor een snelle wegzakk:ng, waarom men deze mest stoffen dan ook voor het zaaien in den bodem kan brengen, wat om andere redenen ook gebeuren moet. 5o. Het is noodig om de kunstmest stoffen, welke chloorverbindingen bevatten, bijv. kaïuiet, sylviniet enz. in het najaar uit te strooien, aaugezien dan het chloor, hetwelk de planten kan schaden, door de winterregens naar dtn ondergrond ge spoeld kan worden. 6o. Het zwavelzuur, aanwezig in de zwavelzure ammoniak en het ammoniak- superphosphaat, wordt met het water mee gevoerd en kan zich aldus niet in den bodem ophoopen en daardoor den planten groei benadeelen. Proeven teu dien opzichte door Dr. Paul Wagner genomen hebben voldingend bewe zen, dat het zwavelzuur in bovengenoemde meststoffen geen nadeeligen invloed uit oefent. 7o. De kalk wordt ook voor hetgrootste deel uitgespoeld en dientengevolge zijnde meeste onzer bouwgronden te arm aan kalk, om maximale oogsten op te kunnen leveren. Het spreekt van zelf, dat deze gevolg trekkingen niet volstiekt voor alle gron den gelden aangezien de verschillende grondsoorten, zooals wij straks hopen aan te toonen, n et alle even sterk absorbeeren. Z loals men na het bovenstaande licht be grijpen zal, zou zonder het absorbtievermo- gen van den bodem, van een doeltref fende bemesting en bijgevolg ook van een loonenden landbouw geen sprake kunnen zijn. Immers alle in water oplosbaar planten voedsel zou alsdan door het water 'naar den ondergrond of in deslooten gespoeld worden, en daardoor zou in de bovenste lagen of eigenlijken bouwgrond geen plantenvoedsel voor verscheidene oogsten opeengehoopt en bewaard kunnen worden. Door de absorbtie is dit wel het geval en nu kan men door een diepe grondbe werking en eene ruime bemesting den bouw grond ruimschoots van plantenvoedsel voor zien voor meer dan éénen oogst. Hebben wij alzoo gezien, dat de bouw grond de eigenschap bezit, om de planten- voedingstoffen, welke in het bodemwater opgelost zyn, aan die oplossing te onttrekken en voor wegzinken of uitspoelen te be waren, thans willen wij esns nagaan, of dit vasthouden niet zoo sterk is, dat de planten ze niet kunnen losmaken. Was dit het geval, dan zou de land bouwer weinig voordeel van de absorbtie hebben; doch gelukkig is dit het geval niet, de geabsorbeerde stoffen zitten niet zoo achter slot, dat de planten er niet bij kunnen. De geabsorbeerde stoffen zijn niet totaal onoplosbaar in water, maar alleen moeilijk oplosbaar. Maar bovendien worden de geabsorbeerde stoffen ook nog op andere wijzen voor de planten toegankelijk. Door de wortels der planten worden zuren afgescheiden, die als eene oplossende kracht op de geabsorbeerde stoffen inwerken, de fijnste wortelvezeltjes ver binden zich zoo innig met de aarddeeltjes, dat zij van deze niet gescheiden kunnen worden zonder ze te schenden en deze innigs verbinding werkt de oplossing door de wortelzuren krachtig in de hand. In de tweede plaats worden de geabsor beerde st ffen tot oplossing gebraeht door het koolzuur, dat zich doorgaans in ruime hooveelheid ;n den bodem bevindt. Verder worden de geabsorbeerde stoffen tot oplossing gebracht door de inwerking van chloor-natrium (keukenzout), zwavel zure kalk (gips), Chilisalpeter en kalk. De Chilisalpeter en de kalk zijn dus niet alleen voedingsstoffen voor de gewassen, maar zy vervullen ook de rel van drijver daar zij veel geabsorbeerd plantenvoedsel tot oplossing brengen en dus den bodem tot grooter vruchtbaarheid drijven. Beide meststoffen moeten dan ook met groote voorzichtigheid gebruikt worden daar zij anders aanleiding kunnen geven tot uitputting van den bodem. Het spreekwoord: „Kalk maakt rijke ouders, maar arme kinders", wijst er ons op, dat wij voorzichtig moeten zyn met de kalkbemesting. Voorzichtig gebruikt, zijn echter èn kalk èn Chilisalpeter twee uitmuntende middelen, om den grond tot grooter opbrengst te brengen. Wij hebben boven gezien, dat de bodem niet alle voedingsstoffen absorbeert of niet alle even sterkde hoegrootheid of sterkte van het absorbtie-vermogen hangt hoofd zakelijk samen met het gehalte aan kleizand en humus. Hoe grooter het kleigehalte van den bodem is, hoe sterker zijn absorbtie ver mogen, vandaar, dat in zware gronden de verspreiding der voedingstoffen zeer lang zaam gaat en men op soortgelijke gronden niet zoo spoedig bloot staat aan uitspoeling van plantenvoedende stoffen. Het sterke absorbtie-vermogen der zware kleigronden houdt de voedingsstoffen wel eens te veel vast en dan is het wemchelijb, dat dit vermogen wat verminderd wordt. Dit kan o. a. gebeuren door een flinke, krachtige bewerking van den bodem, waar door deze flink losgemaakt wordt. Ploegt men dergelijke gronden in het najaar, dan kan de vorst in den winter heel veel meehelpen, om door losvriezen van de gronddeeltjes de te sterke absorbtie te matigen. Ook een bemesting met kalk of met mer gel kan in dit opzicht zeer goede dienste,, bewijzen, hetwelk eveneens het geval jg met eene ruime bemesting van nog weinig verteerden stalmest; kon het gebeuren, dan was versche stalmest hier goed op zijn plaats. Gronden met een gering gehalte aan klei en humus en een hoog zandgehalte zyn ten opzichte van de absorbtie ot opslorping juist het tegenbeeld der zware kleibodems. Zij staan wegens hun gering opslorpings vermogen zeer bloot aan verlies van plan tenvoedsel, waarom zij dikwijls, doch niet sterk bemest moeten worden, vooral zij men op deze gronden voorzichtig met het ge bruik van Chilisalpeter en kalk. Ging men deze gronden zwaar bemesten dan zou er natuurlijk een groot deel van het plantenvoedsel, voorzoo/er het niet door de planten kon opgenomen worden, in den ondergrond verzinken. Het is zeer wenschelijk,dat menopdeze gronden het absorbtievermogen tracht te verhoogen. Dit kan geschieden door het humnsge- halte var. den bodem te vergrooten door middel van groenbemesting en eene dikwijls terugkeerende bemesting met stalmest. O eene vermeerdering van het humus- gehalte moet men op deze gronden des te meer bedacht zijn, omdat hier, door het gemakkelijk indringen van de lucht, de hu mus veel sneller ontleed wordt dan op de zware kleigronden, welke hetinlringen van de lucht zeer bemoe.lijken. Wij zien dus, dat het voor een oordeel kundig gebruik van den stalmest maar vooral van de kunstmeststoffen van groot belang is, dat men acht geeft op het absorbtie- vermogen van den bodem, menigeen heeft bijv. geen of anders slechte resultaten ge had met Chilisalpeter, omdat hij geen ie- kening hield met het opslorpingsvermogen van zijn bodem. Eu viel dan de proef niet goed nit, dan kreeg natuurlijk de kunstmest de schuld terwijl men beter had gedaan eens te on derzoeken, welke de oorzaken waren, dat de proef mislukte. Onbekendheid met de eigenschappen van den bodem en hare verhouding tot le verschillende voedingsstoffen heeft menige proefneming doen mislukken. „Kennis is macht", geldt ook, ja vooral, in den land bouw Evenals aan elke zaak is er ook aan het absorbtievermogen eene grens gesteld; de eene grondsoort moge dit vermogen in hoo- ger mate bezitten dan de andere, eenmaal bereikt ook zij eene grens, die zij niet vermag te overschrijden; dus als een grond soort zooveel planteutenvoedsel heeft opge slorpt als zij naar haren aard vasthouden kan, dan kan zij verder niets meer vast- leggen. Wordt zulk een, wy zullen nu maar eens zeggen, verzadigden bodem verder bemest, dan gaat het plantenvoedsel, dat nog wordt toegevoerd, naar den ondergrond. Hieruit volgt dat de ondergrond sneller van plantenvoedsel voorzieu wordt, naar mate de bovengrond rijker is aan opgeslorpte voedingsstoffen, terwijl het van zelf spreekt dat de aard van den boveugrond hierbij ook een groote rol speelt. Is de bouwgrond middelmatig of zwaar, dan kan het jaren duren, eer de ondergrond voldoende van plantenvoedsel voorzien is; dit geldt inzonderheid van die voedings stoffen, welke door den bouwgrond sterk ge absorbeerd worden, bijv. kali. Daarom kan men met diepwortelende gewassen met klavers bijv. niet dikwijls terugkomen maar moet men jaren lang wachten eer men op nieuw op hetzelfde veld klavers kan ver bouwen. Het absorbtievermogen van den bodem spreekt ook een woordje mee, waar het de vraag geldt, op welke wijze de kunstmest stoffen in den grond gebracht moeten worden. Wij willen dit met een paar voorbeelden toelichten. Kali wordt, zooals wij gezien hebben, zeer sterk door den bodem opge- sloopt en inzonderheid, waar men te doen heeft met kleibodems. Wanneer men dus een kalimeststof ge bruikt, dan moet men deze na het uitstrooien onderploegen of minstens flink ineggen, doet men dit niet dan blijft de kali te lang in de bovenste lagen gebonden, terwijl ook de verspreiding in alle richtingen dan niet tot haar recht komt. De Chilisalpeter daarentegen moet niet zoo diep ondergebracht worden omdat het salpeterzuur, het werkzame deel voor de Chilisalpeter, niet door deu bodem wordt opgeslorpt. Brengt men nu de Chilisalpeter diep onder, dan loopt men des te zekerder ge vaar ,oor een wegzinken in den onder grond. Tal van voorbeelden zouden wij nog bij kunnen brengen, om te doen zien, hoe de absorbtie ook van grooten in vloed is op de wijze van bemesting. Ons J bestek laat dit evenwel niet toe en daarom willen wij hier afscheid nemen van den weiwillenden lezer, om in een volgend opstel, naar wij hopen, onze beschouwing van den bouwgrond voort te zetten. Kamperland. Zaterdagmiddag sloegen twee paarden van den landbouwer J. L., alhier op hol. De knecht en een jongetje van |7 jaar bleven ongeaeerddoch een 21 jarige jongeling die een ongelukkig been heeft, liet zich van den wagen glijden en kwam juist op dat been terecht, zoodat 't boven de knie een snede had van 11 centimeter lengte. Dr. Hocke legde het verband. De p den wagen. Een 't andere holdé 's Heer Ai Zaterdag jl. werd de begroij dienstjaar 1900 in ontvang en f22226.24 met uitgaven vanfj Daarna werdl van het Burgeif Arendskerke, el stuur van 's Hf eens voor 190(f Nadat een t| Hoofdelijken behandeld, teng| op het kohier, werden gerooieel werden vervolgl ningen op de hel haven-, los-, lal schoolgelden. VT verzoek aan Me| ontslag verleend openbare school| Ten slotte we geneesheer te heer C. H. vaal Abtskerke in p] Groot aan wien Bruinisse. Zwier Visser va Zaterdagavond van de „Nederl! ging". Een df terstond als lede de verwachting ter aantal binnel de oprichting dl bestaande Vissclf ln 't vervolg leden kenbaar zf vlak boven in h| Middelburg zing van een cou stuur van Walcï van het bedank Snijders, is als v Te Middelburi en te Westkapel waarvan 1 blancef 96 stemmen. Gekozen is de I Middelburg met Verder waren J. P. Fokker 68j St. Joosland 5, ieder 2 stemmen J- Langebeeke Tholen. De een kind in een en bekwam zoo<3 het na eenigedag In den effe(| Amsterdam was Twee Engelschel heiligdom, maar in de bijt werde| vangen en raaktef ze maar gauw ml tempel van Mere] Het lijkje v. Wezel te 'sGn schouwd, doch 't eenige zekerheid 't orerlijden te van misdaad word waarin het lijk g| ook in de opgravl vergulde knikkerJ deu 25en April, d| van den kleinen den aan een and man beschrijft als! jaren. Het stoffelijk o'J ie Zaterdag onder J menigte begraven het volk opgewek in haar zoeken na heimzinnige misda Reeds is een m Haarlem, met 't 1 wijzers geconfront schuldig aan de n Een treffer Van de familie deze week de vyf Te Hoogwoui man in varkens, to rel gekochte vai onaangename ontdi tefeuiile kwijt was hok der zooeven g< uist op hetzelfde beesten het laatste (en daarmee ook ru verslinden zag. Te Drumpt zijn land bezig me uit te zoeken, ovt en gevallen, hi) bl Te Bolswar hevig onweer een geraakt en verdron °P eenmaal door d dood. Te Wo molens getroffen, ei de andere was ook getroffen geworden paard te Beemst den bliksem. ]je j, overvloedig, dat d< mede bedekt was.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 2