KERKNIEUWS.
SCHOOLNIEUWS.
Landbouw.
BEKENDMAKINGEN-
De Bouwgrond.
van een half miljoen pond sterling, gecon*
fiskeerd (onteigend). De regeering heeft
reeds 26000 mijnkaffers over de grenzen
gezet. Nog slechts 12 mijnen \aD den Wit-
watersrand zijn aan het we'k.
Het commando uit Wakkerstroom heeft
met groote moeite een zwaar stuk geschut
opgesteld boven op den top van een heuvel,
die een gedeelte van Natal bestrijkt. Eerst
trachtte men het gevaarte met ossen naar
boven te krijgen, hetgeen mislukte. Daarop
maakten de Boeten een pad, waarlangs het
stuk naar den top werd geheschen.
De Boeren bedreigen nu ook Kimberley.
Zij hebben vermoedelijk den Bpoorweg bij
Modderrivier bezet. Men verwacht dat Kim
berley, Mafeking, Vrijburg en andere plaat
sen op de westgrens in handen der Boeren
zijn of komen zullen.
Inmiddels wacht de Engelsche regeering
belangrijke versterkingen, daar de contin
genten uit Nieuw Zeeland en Tasmanië en
ook uit het moederland iederen dag kunnen
worden verwacht.
Het gerucht loopt dat een Engelsche
troepenmacht een Transvaalsch commando
heeft tegengehouden, dat zich poogde te
vereenigen met een commando dat te Mod
derrivier staat, en dat een belangrijk treffen
heeft plaats gehad te Spitsfontein, ten zuiden
van Kimberley. Stellige berichten zyn er
echter niet, dank zij de algebroken telegra
fische gemeenschap op vele plaatsen.
Ter kennis van belanghebbenden wordt
gebracht dat de invoer van Melkvee langs
Clinge (station) en Clinge (dorp) met ia-
gang van 15 dezer is gesloten.
16 Oct. '99.
A. s. Donderdag moet te Wissenkerke
gestemd worden voor een lid van den raad.
Van antirevolutionaire zijde, zoowel te
"Wissenkerke als te Kamperland, is de aan
dacht gevestigd op den heer A. Abra-
hamse.
Wij kennen de candidaten niet en kunnen
derhalve over hunne geschiktheid niet
ooideelen. Wie hen aanbevelen en candidaat
stelden weten dit wel en daarop vertrou
wende, merken wy alleen op dat de heer
Abrahamse een ijverig voorstander der
vrije school is en voorzitter van 't bestuur
der Chr. school te Kamperlanden 't derhalve
voor de hand ligt dat alle voorstanders
van vrij Christelijk onderwijs dezen candi
daat hebben te steunen. De beide andere
candidaten zijn van liberale zijde candidaat
gesteld, of zoo zij ook al door niet-liberalen
worden aanbevolen, zij steunen toch't christe
lijk onderwijs niet, terwijl zij hunne kinderen
naar de openbare school zenden; zoodat
üij 't vertrouwen van de oprechte voorstan
ders der vrije school niet hebben.
Die allen stemmen
A. ABRAHAMSE.
Omtrent de ramp op Ceram schrijft
professor Martin te Leiden aan de Nieuwe
Rott. Crt. dat de aardbeviig niet gevolg
kan zijn van vulcanische werkingen, dewijl
er op Ceram geen bergketenen van vutca-
nischen aard aanwezig zijn. Haast uitslui
tend is het eiland opgebouwd uit vier ver
schillende groepen van gesteenten le oude
kristallijne gesteenten, vooral schieters be-
hoorende tot de oudste vormingen der aarde;
2e zandsteenachtige; eveneens zeer oude
vormingen, zoogenaamde grauwakken; de
oudere kalksteenen; 4e jonge koraalkalken.
Yan deze is de eerste groep vooral op
de zuidkust en op 't zuidelijk schiereiland
Koeameeal ontwikkeld en strekt zich van
hier tot ver in het binnenland uit. De zand
steenachtige gesteenten en de andere kalk
steenen (2e en 3e) vindt men zoowel in de
noordelijke helft van 'teiland, waar zij
tot uiterst schilderachtige bergen aanleiding
hebben gegeven. Maar ook het gebergte,
hetwelk de waterscheiding tusschen noord
en zuid vormt is uit deze grauwakken en
kalksteenen opgebouwd. De vierde groep
bestaat uit pas opgeheven koraalriffen langs
de kust, o. a. ook aan de Piroe en de
Elpapoeti-baai. Deze beide bochten, die
diepe inhammen in de zuidkust van beran
vormen, zijn door verzakkingen van ge-
deelten der aardschors ontstaan, en heete
bronnen die zich vlak aan het stnnd be
vonden, duiden wellicht nog het beloop der
lijnen aan waarlangs de breuk plaats had.
De aardbeving van 29 Sept. is waarschijn
lijk ook weer aan een aardverschuiving toe
te schrijven; die in nauw verband s'aat
bovendien met de hevige aardbeving die op
6 Januari 1898 Ambon heeft geteisterd.
Er zullen nog wel verdere aardbevingen
navolgen, maar hoe zwaar die zullen zijn,
i» natuurlijk niemand bekend.
gij Kon. besluit is benoemd tot grif
fier bij het kantongerecht te Tholen mr.
j W. C. Milders advocaat te Amsterdam.
j)e oorlog in Zuid-Afrika.
In De Standaard beoogt de heer F.
Lion Cachet, dat de Transvalers en Oranje-
Vrijstatevs niet langer met een actief op
treden konden wachten.
De Trensvalers en Ynj-itaters moesten
de deuren hunner poorten openlatentotdat
deze niet gesloten konden worden vanwege,
de menigte der Britsche soldaten, die er,
niet vóór, maar in zouden staan. Zoo wilde
Chamberlain het schrijft genoemde heer.
Doch dit was onhoudbaar; dat konden en
mochten zij niet dnlden. En, gelijk het
,lanror> door Chamberlain was aangelegd,
£t hebben de Boeren niet geduld. Het
m02e zelfmoord genoe nd warden, dat zij
tot den beslissenden stap zijn overgegaan
noe meer zelfmoordig zou 't geweest zijn om
de Britsche troepen te laten voortrukken
tot in Transvaal en den Vrijstaat.
Bij de beoordeeling der daad van de
Boeren in het zenden van een ultimatum
aan Engeland, in plaats \an nog langer te
wachten op een ultimatum van Chamberlain,
vergete men diens taktiek niet om, door
de Boeren te laten wachten, een geest van
ontevredenheid onder hen te wekken tegen
hun leiders, wat meer dienen moest om een
deel der gecommandeerenden „huis toe" te
drijven. De Boeren kunnen vechten, maar
niet weken, maanden lang, werkeloos,
schijnbaar doelloos onder de wapenen zijn,
gelijk soldaten. Ook dit heeft den d'orslag
gegeven tot het nemen van het besluit,
om niet langer te wachten maar handelend
op te treden. Ieder die zelf op commando
geweest is, en in laager „gestaan" heeft,
zal dit ten volle verstaan; doch uok in ons
land is het te begrijpen.
Hoe dit zij, de teerling is nu geworpen.
De 74e jaardag van president Paul Kruger
zag den aanvang der nieuwe worsteling
van Transvaal met Groot-Brittanje om be
houd des nationalen bestaans. Naar den
mensch gesproken, is de ongelijke strijd
hopeioos voor de Boeren. Maar bij den
Heere God is de uitslag ook van dezen
kr jg. Hij leeft en Hij regeert.
Yan menschen-hulp, in Europa en Ame
rika heeft Transvaal, naar het schijnt, nu
niets te verwachten. Men verfoeit, vooral
ook in Dnitschland, Albion's politiek- en
roofaanval in dezen; doch gelijk te ver
staan is, om Transvaal te helpen zal men
zich niet blootstellen aan een Europeeschen
oorlog. Yan Nederland uit schijntgeen andere
hulp aan Transvaal geboden te kunnen
worden dan inden vorm vaneen „Album"
vol ontboezemingen in proza en poëzie en
dergelijke dingen, de „opbrengst" waarvan
na aftrek van alle onkosten zal dienenter
ondersteuning van eventueele weduwen en
weezen der gevallen strijders.
Ook zal men misschien trachten een
afdeeling van het „Roode Kruis" naar
Transvaal te zenden ..als het niet meer
noodig is. Och arme! Doen wij, in elk
geval, aan geen Jobsvrienden-vertroosting
van de Boeren, die daar ginds hun leven wa
gen voor Recht en Onafhankelijkheid, mede!
Daar is, op het oogenblik maar één weg,
waarin wij onze stamverwanten in Z.-Afrika
waarlijk kunnen helpen het Gebed. Gebed
in verootmoediging; Gebed in onderworpen
heid Gebed in vertrouwen op Gods mach
tige hulpe. Ben kleine gemeente in Fries
land gaf het voorbeeld om dit ook gezamen
lijk, als kerk, te doen. God boort het
gebed. Hij ontferme zich over Transvaal.
Verplaatst met ingang 1 Nov. a. s. naar
St. Maartensdijk dhr. P. van Wouwe, kom
mies bij 's Rijksbelastingen te Hansweert.
Blijkens bericht van Harer Majesteits
gezant te Brussel bevat de Moniteur Beige
van Vrijdag het beric' t dat, met ingang
van 15 dezer, de invoer van melkkoeien
in België langs Clinge (station en dorp)
verboden is, terwijl met tngang van9 dezer
de invoer per spoor van Nederl. runderen
en schapen voor de slachthuizen te Ander-
lecht, Antwerpen, Brussel, Gent en Luik,
wordt toegelaten op alle Maandagen van
1112 uur langs Clinge (station) onder
de voorwaarden van het K. B. van 14 Dec. 96.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Vrouwepolder ds. J. Draaisma
te Steen wijk.
Viertal te Voorschoten ds. L. C. Schuller
tot Peursum te Purmerlaad, C. v. "Wijn
gaarden te Kamperveen, J. H. Schreuder te
Ovezand en L. H. F. Creutzberg te Echteld,
Beroepen te BovensmilJe (toez.) P. J.
Steyns cand. te Sluis te Den Helder
ds. W. Bax Jr. te Kolhorn te Randwijk
dr. H. Visscher te Delft; te Nieuw-
Stadskanaal ftoez.) ds. R. Torenbeek te
Vollenhoven.
Aan renomen naar Goingarijp door P. J.
Bakker cand. te Utrecht; naar 's Gra-
venzande (toez.door ds. W. v. d. Bijtel Jr.
te Makkum en Kornwerd.
Bedankt voor Haastrecht doords. Th.H.
P. v. Papenrecht te Brielsch Nieuwland
voor Lunteren door ds. H. C. Lamherts te
Eexta voor Groot Ammers door ds. S.
Dijkstra te Hilversum.
Aan ds. A. Keers te Hazerswoude is
tegen 15 November e. k. op zijn verzoek
eervol emeritaat verleend.
Ds. Keers stond van 19 Oct. 1862 tot 1866
te Zaamslag, daarna te Koudekerke van
1869 tot 27 Sept. 1874 te Enschedé, en
sinds te Hazerswoude.
Wemeldinge. Bij de Vrijdag gehou
den stemming voor vijf leden van het kies
college werden ingeleverd 77 briefjes. Her
kozen werden M. Houtekamer met 74,
K. Dominicus met 64, Antb. de Broekert
met 53 en W. Dekker met 42 stemmen.
Het aftredend lid C. Lindenbergh verkreeg
38 stemmen en komt in herstemming met
Jacob Burger die 25 stemmen bekwam.
Verder bekwamen Jacs. Ruissen 23, P.
Lindenbergh 20 en verschillende personen
nog minder stemmen.
Geref. Kerken.
Drietal te Leeuwarden ds. J. D. v. d.
Munnik te Barendrecht, ds. P. A. E. Sillevis
Smitt te Rotterdam en ds. J. E. Vonken-
berg te Voorthuizen.
Beroepen te Grandrapids N. A. (2e maal)
M. H.A.v. d. Valk cand. te Dantumawoude
te Meliskerke ds. G. Meijer te Borger
te Grijpskerke ds. J. M. Mulder te
's Hertogen bosch.
Aangenomen naar Leiden A door ds. J-
H. Kouwenhoven te Groningen A.
Bedankt voor Strijen door ds. D. Koffijberg
te Barneveld.
Vrijdag 20 Oct. a. s. zal de hoogleeraar
dr. A. Kuyper L. L. D., na het houden
van eene redevoering, het rectoraat der Vrije
Universiteit overdragen aan den hoog
leeraar mr. D. P. D. Fabins.
Alles op aarde is vergankelijk, niets
bestaat ar, dat, naar eene geijkte uitdruk
king, den tand des tijde kan weerstaan.
Zelfs de trotsche gebergten, welke zoo
stout hunne kruinen ten hemel heffen,
kunnen geen weerstand bieden aan den
invloed der vernielende krachten.
Zelfs de hardste |granietsteen valt door
den vernielenden invloed van vocht en
dampkringslucht iii grove stukken uiteen.
Maar hiermede is deze inwerking van
vocht en lucht, welke men verweering
noemt, niet afgeloopen; zij gaat voortdurend
verder, tot de grove stukken zijn uiteenge
vallen tot een korrelig mengsel van klei
en zand, dat door het stroomend water
weggevoerd, weer in in andere streken
door rivieren en zeeën wordt afgezet of
..angeslibd.
Deze aangeslibde gronden bestaan natuur
lijk uit de verweeringsproducten van ver
schillende gebergten en zyn dus van zeer
samengestelden aard.
De hoofdbestanddeelen zyn: kléi, zand
en kalk, waarbij nog humus en ijzerver
bindingen komen.
In deze door aanslibbing verkregen gron
den gaat de verweering altijd door en dien
tengevolge ontstaan er in den bouwgrond
eene reeks van stoffen, welke den gewassen
als voedsel moeten dienen.
.i.'e verweering wordt bevorderd dooreene
zorgvuldige bewerking van den bodem,
waardoor deze behoorlijk los gemaakt wordt
en zoo aan water en lucht gelegenheid
schenkt, om nun verweeringsarbeil voort
te zetten.
Diepwortelende gewassen maken de die
pe'e lagen los en bespoedigen zoodoende
ook daar de verweering.
Ook ommige bacteriëosoorten treden als
hulptroepen van den landbouwer op, om
hem bij het verweeringsproces een handje
te helpen.
Het door de verweering ontstane voedsel
wordt gedeeltelijk door de p anten opge
nomen; het overschot blijft grootendeels in
den bodem aanwezig en daardoor (alsmede
door de bemesting) ontstaat in den grond
een voorraad van planten voedsel.
Dat deze voorraad in den bouwgrond
aanwezig blijft en niet met het water naar
den ondergrond gespoeld of lang» de op
pervlakte weggespoeld wordt, is een gevolg
van de absorbeerende eigenschappen van
den bodemi
De bodem heelt namelijk het vermogen
om sommige stoffen, die in het bodemwater
opgelost zijn, aan deze oplossing te ont
trekken en vast te houden.
De-,e eigenschap, welke men absorbtie of
opslorping noemt, is van groot belang voor
den landbouw; immers door deze eigenschap
wordt het plantenvoedsel, dat anders verloren
zou gaan, voor de gewassen behouden.
Dat de bodem deze eigenschap bezit kan
door een eenvoudige proef aangetcond
worden.
Men neemt een bloempot, bijna gevuld
met vochtige aarde, en laat nu door deze
aarde eene zekere hoeveelheid troebel,
donker mestwater loopen, na eene korte
poos komt dit mestwater uit de opening,
welke zich onder in de bloempot bevindt,
helder te voorschijn.
Daaruit blijkt, dat de aarde sommige
stoffen, welke in het mestwater opgelost
waren, daaraan heeft onttrokken en vast
gehouden.
Het absorbtie-vermogen van den bodem
is niet voor alle stoffen even sterk.
Ammoniak, kali, phosphorzuur en mag
nesia worden door den bodem sterk geab
sorbeerd, kalk heel weinig en chloor, sal
peterzuur en zwavelzuur bijna in het geheel
niet.
Uit deze omstandigheid kunnen wij voor
den landbouwer gewichtige gevolgtrekkin
gen maken.
lo. Het is in het algemeen niet wen-
schelijk, om de Chilisalpeter uit testruoien
vóór het zaaizaad wortels heeft geschoten
in de Chilisalpeter toch komt de stikstof
voor in den vorm van salpeterzuur endaar
dit nu door den bodem niet wordt geab
sorbeerd of vastgehouden, kan het heel licht
gebeuren, dat door overvloedigen regen
het salpeterzuur wordt weggespoeld voor
de planten het kunnen opnemen.
2o. Het is voor sommige gewassen bijv.
suikerbieten en mangels, beter de Chilisal
peter in twee keeren dan in éen keer te
geven.
Geeft men al de Chilisalpeter in één
keer dan loopt men wederom gevaar, dat
men door overvloedigen regenval een groot
deel van het salpeterzuur verspeelt.
3o. Het is in de meeste gevallen niet
gewenscht om bij de wintergranen eene
salpeter- of ammoniakbemesting in den
herfst toe te dienen, aangezien dan door de
winterregens een groot stiks^ofverlies vrij
zeker i*.
4o. By superphosphaat, slakkenmeel, kali
meststoffen, amironiak-superphosphaat, Pe
ru-guano bestaat er geen gevaar voor een
snelle wegzakk:ng, waarom men deze mest
stoffen dan ook voor het zaaien in den bodem
kan brengen, wat om andere redenen ook
gebeuren moet.
5o. Het is noodig om de kunstmest
stoffen, welke chloorverbindingen bevatten,
bijv. kaïuiet, sylviniet enz. in het najaar
uit te strooien, aaugezien dan het chloor,
hetwelk de planten kan schaden, door de
winterregens naar dtn ondergrond ge
spoeld kan worden.
6o. Het zwavelzuur, aanwezig in de
zwavelzure ammoniak en het ammoniak-
superphosphaat, wordt met het water mee
gevoerd en kan zich aldus niet in den
bodem ophoopen en daardoor den planten
groei benadeelen.
Proeven teu dien opzichte door Dr. Paul
Wagner genomen hebben voldingend bewe
zen, dat het zwavelzuur in bovengenoemde
meststoffen geen nadeeligen invloed uit
oefent.
7o. De kalk wordt ook voor hetgrootste deel
uitgespoeld en dientengevolge zijnde meeste
onzer bouwgronden te arm aan kalk, om
maximale oogsten op te kunnen leveren.
Het spreekt van zelf, dat deze gevolg
trekkingen niet volstiekt voor alle gron
den gelden aangezien de verschillende
grondsoorten, zooals wij straks hopen aan
te toonen, n et alle even sterk absorbeeren.
Z loals men na het bovenstaande licht be
grijpen zal, zou zonder het absorbtievermo-
gen van den bodem, van een doeltref
fende bemesting en bijgevolg ook van een
loonenden landbouw geen sprake kunnen
zijn.
Immers alle in water oplosbaar planten
voedsel zou alsdan door het water 'naar den
ondergrond of in deslooten gespoeld worden,
en daardoor zou in de bovenste lagen of
eigenlijken bouwgrond geen plantenvoedsel
voor verscheidene oogsten opeengehoopt en
bewaard kunnen worden.
Door de absorbtie is dit wel het geval
en nu kan men door een diepe grondbe
werking en eene ruime bemesting den bouw
grond ruimschoots van plantenvoedsel voor
zien voor meer dan éénen oogst.
Hebben wij alzoo gezien, dat de bouw
grond de eigenschap bezit, om de planten-
voedingstoffen, welke in het bodemwater
opgelost zyn, aan die oplossing te onttrekken
en voor wegzinken of uitspoelen te be
waren, thans willen wij esns nagaan, of
dit vasthouden niet zoo sterk is, dat de
planten ze niet kunnen losmaken.
Was dit het geval, dan zou de land
bouwer weinig voordeel van de absorbtie
hebben; doch gelukkig is dit het geval
niet, de geabsorbeerde stoffen zitten niet
zoo achter slot, dat de planten er niet bij
kunnen.
De geabsorbeerde stoffen zijn niet totaal
onoplosbaar in water, maar alleen moeilijk
oplosbaar.
Maar bovendien worden de geabsorbeerde
stoffen ook nog op andere wijzen voor de
planten toegankelijk.
Door de wortels der planten worden
zuren afgescheiden, die als eene oplossende
kracht op de geabsorbeerde stoffen
inwerken, de fijnste wortelvezeltjes ver
binden zich zoo innig met de aarddeeltjes,
dat zij van deze niet gescheiden kunnen
worden zonder ze te schenden en deze
innigs verbinding werkt de oplossing door
de wortelzuren krachtig in de hand.
In de tweede plaats worden de geabsor
beerde st ffen tot oplossing gebraeht door
het koolzuur, dat zich doorgaans in ruime
hooveelheid ;n den bodem bevindt.
Verder worden de geabsorbeerde stoffen
tot oplossing gebracht door de inwerking
van chloor-natrium (keukenzout), zwavel
zure kalk (gips), Chilisalpeter en kalk.
De Chilisalpeter en de kalk zijn dus niet
alleen voedingsstoffen voor de gewassen,
maar zy vervullen ook de rel van drijver
daar zij veel geabsorbeerd plantenvoedsel
tot oplossing brengen en dus den bodem
tot grooter vruchtbaarheid drijven.
Beide meststoffen moeten dan ook met
groote voorzichtigheid gebruikt worden
daar zij anders aanleiding kunnen geven
tot uitputting van den bodem.
Het spreekwoord: „Kalk maakt rijke
ouders, maar arme kinders", wijst er ons
op, dat wij voorzichtig moeten zyn met
de kalkbemesting.
Voorzichtig gebruikt, zijn echter èn kalk
èn Chilisalpeter twee uitmuntende middelen,
om den grond tot grooter opbrengst te
brengen.
Wij hebben boven gezien, dat de bodem
niet alle voedingsstoffen absorbeert of niet
alle even sterkde hoegrootheid of sterkte
van het absorbtie-vermogen hangt hoofd
zakelijk samen met het gehalte aan kleizand
en humus.
Hoe grooter het kleigehalte van den
bodem is, hoe sterker zijn absorbtie ver
mogen, vandaar, dat in zware gronden de
verspreiding der voedingstoffen zeer lang
zaam gaat en men op soortgelijke gronden
niet zoo spoedig bloot staat aan uitspoeling
van plantenvoedende stoffen.
Het sterke absorbtie-vermogen der zware
kleigronden houdt de voedingsstoffen wel
eens te veel vast en dan is het wemchelijb,
dat dit vermogen wat verminderd wordt.
Dit kan o. a. gebeuren door een flinke,
krachtige bewerking van den bodem, waar
door deze flink losgemaakt wordt.
Ploegt men dergelijke gronden in het
najaar, dan kan de vorst in den winter
heel veel meehelpen, om door losvriezen
van de gronddeeltjes de te sterke absorbtie
te matigen.
Ook een bemesting met kalk of met mer
gel kan in dit opzicht zeer goede dienste,,
bewijzen, hetwelk eveneens het geval jg
met eene ruime bemesting van nog weinig
verteerden stalmest; kon het gebeuren, dan
was versche stalmest hier goed op zijn
plaats.
Gronden met een gering gehalte aan klei
en humus en een hoog zandgehalte zyn ten
opzichte van de absorbtie ot opslorping
juist het tegenbeeld der zware kleibodems.
Zij staan wegens hun gering opslorpings
vermogen zeer bloot aan verlies van plan
tenvoedsel, waarom zij dikwijls, doch niet
sterk bemest moeten worden, vooral zij men
op deze gronden voorzichtig met het ge
bruik van Chilisalpeter en kalk.
Ging men deze gronden zwaar bemesten
dan zou er natuurlijk een groot deel van
het plantenvoedsel, voorzoo/er het niet door
de planten kon opgenomen worden, in den
ondergrond verzinken.
Het is zeer wenschelijk,dat menopdeze
gronden het absorbtievermogen tracht te
verhoogen.
Dit kan geschieden door het humnsge-
halte var. den bodem te vergrooten door
middel van groenbemesting en eene dikwijls
terugkeerende bemesting met stalmest.
O eene vermeerdering van het humus-
gehalte moet men op deze gronden des te
meer bedacht zijn, omdat hier, door het
gemakkelijk indringen van de lucht, de hu
mus veel sneller ontleed wordt dan op
de zware kleigronden, welke hetinlringen
van de lucht zeer bemoe.lijken.
Wij zien dus, dat het voor een oordeel
kundig gebruik van den stalmest maar
vooral van de kunstmeststoffen van groot
belang is, dat men acht geeft op het absorbtie-
vermogen van den bodem, menigeen heeft
bijv. geen of anders slechte resultaten ge
had met Chilisalpeter, omdat hij geen ie-
kening hield met het opslorpingsvermogen
van zijn bodem.
Eu viel dan de proef niet goed nit, dan
kreeg natuurlijk de kunstmest de schuld
terwijl men beter had gedaan eens te on
derzoeken, welke de oorzaken waren, dat
de proef mislukte.
Onbekendheid met de eigenschappen van
den bodem en hare verhouding tot le
verschillende voedingsstoffen heeft menige
proefneming doen mislukken. „Kennis is
macht", geldt ook, ja vooral, in den land
bouw
Evenals aan elke zaak is er ook aan het
absorbtievermogen eene grens gesteld; de
eene grondsoort moge dit vermogen in hoo-
ger mate bezitten dan de andere, eenmaal
bereikt ook zij eene grens, die zij niet
vermag te overschrijden; dus als een grond
soort zooveel planteutenvoedsel heeft opge
slorpt als zij naar haren aard vasthouden
kan, dan kan zij verder niets meer vast-
leggen.
Wordt zulk een, wy zullen nu maar eens
zeggen, verzadigden bodem verder bemest,
dan gaat het plantenvoedsel, dat nog wordt
toegevoerd, naar den ondergrond.
Hieruit volgt dat de ondergrond sneller
van plantenvoedsel voorzieu wordt, naar
mate de bovengrond rijker is aan opgeslorpte
voedingsstoffen, terwijl het van zelf spreekt
dat de aard van den boveugrond hierbij
ook een groote rol speelt.
Is de bouwgrond middelmatig of zwaar,
dan kan het jaren duren, eer de ondergrond
voldoende van plantenvoedsel voorzien is;
dit geldt inzonderheid van die voedings
stoffen, welke door den bouwgrond sterk ge
absorbeerd worden, bijv. kali. Daarom kan
men met diepwortelende gewassen met
klavers bijv. niet dikwijls terugkomen maar
moet men jaren lang wachten eer men op
nieuw op hetzelfde veld klavers kan ver
bouwen.
Het absorbtievermogen van den bodem
spreekt ook een woordje mee, waar het de
vraag geldt, op welke wijze de kunstmest
stoffen in den grond gebracht moeten
worden.
Wij willen dit met een paar voorbeelden
toelichten. Kali wordt, zooals wij gezien
hebben, zeer sterk door den bodem opge-
sloopt en inzonderheid, waar men te doen
heeft met kleibodems.
Wanneer men dus een kalimeststof ge
bruikt, dan moet men deze na het uitstrooien
onderploegen of minstens flink ineggen,
doet men dit niet dan blijft de kali te
lang in de bovenste lagen gebonden, terwijl
ook de verspreiding in alle richtingen dan
niet tot haar recht komt.
De Chilisalpeter daarentegen moet niet
zoo diep ondergebracht worden omdat het
salpeterzuur, het werkzame deel voor de
Chilisalpeter, niet door deu bodem wordt
opgeslorpt.
Brengt men nu de Chilisalpeter diep
onder, dan loopt men des te zekerder ge
vaar ,oor een wegzinken in den onder
grond.
Tal van voorbeelden zouden wij nog bij
kunnen brengen, om te doen zien, hoe de
absorbtie ook van grooten in vloed is op de
wijze van bemesting. Ons J bestek laat dit
evenwel niet toe en daarom willen wij hier
afscheid nemen van den weiwillenden
lezer, om in een volgend opstel, naar
wij hopen, onze beschouwing van den
bouwgrond voort te zetten.
Kamperland. Zaterdagmiddag sloegen
twee paarden van den landbouwer J. L.,
alhier op hol. De knecht en een jongetje
van |7 jaar bleven ongeaeerddoch een
21 jarige jongeling die een ongelukkig
been heeft, liet zich van den wagen glijden
en kwam juist op dat been terecht, zoodat
't boven de knie een snede had van 11
centimeter lengte. Dr. Hocke legde het
verband. De p
den wagen. Een
't andere holdé
's Heer Ai
Zaterdag jl.
werd de begroij
dienstjaar 1900
in ontvang en
f22226.24 met
uitgaven vanfj
Daarna werdl
van het Burgeif
Arendskerke, el
stuur van 's Hf
eens voor 190(f
Nadat een t|
Hoofdelijken
behandeld, teng|
op het kohier,
werden gerooieel
werden vervolgl
ningen op de hel
haven-, los-, lal
schoolgelden. VT
verzoek aan Me|
ontslag verleend
openbare school|
Ten slotte we
geneesheer te
heer C. H. vaal
Abtskerke in p]
Groot aan wien
Bruinisse.
Zwier Visser va
Zaterdagavond
van de „Nederl!
ging". Een df
terstond als lede
de verwachting
ter aantal binnel
de oprichting dl
bestaande Vissclf
ln 't vervolg
leden kenbaar zf
vlak boven in h|
Middelburg
zing van een cou
stuur van Walcï
van het bedank
Snijders, is als v
Te Middelburi
en te Westkapel
waarvan 1 blancef
96 stemmen.
Gekozen is de I
Middelburg met
Verder waren
J. P. Fokker 68j
St. Joosland 5,
ieder 2 stemmen
J- Langebeeke
Tholen. De
een kind in een
en bekwam zoo<3
het na eenigedag
In den effe(|
Amsterdam was
Twee Engelschel
heiligdom, maar
in de bijt werde|
vangen en raaktef
ze maar gauw ml
tempel van Mere]
Het lijkje
v. Wezel te 'sGn
schouwd, doch 't
eenige zekerheid
't orerlijden te
van misdaad word
waarin het lijk g|
ook in de opgravl
vergulde knikkerJ
deu 25en April, d|
van den kleinen
den aan een and
man beschrijft als!
jaren.
Het stoffelijk o'J
ie Zaterdag onder J
menigte begraven
het volk opgewek
in haar zoeken na
heimzinnige misda
Reeds is een m
Haarlem, met 't 1
wijzers geconfront
schuldig aan de n
Een treffer
Van de familie
deze week de vyf
Te Hoogwoui
man in varkens, to
rel gekochte vai
onaangename ontdi
tefeuiile kwijt was
hok der zooeven g<
uist op hetzelfde
beesten het laatste
(en daarmee ook ru
verslinden zag.
Te Drumpt
zijn land bezig me
uit te zoeken, ovt
en gevallen, hi) bl
Te Bolswar
hevig onweer een
geraakt en verdron
°P eenmaal door d
dood. Te Wo
molens getroffen, ei
de andere was ook
getroffen geworden
paard te Beemst
den bliksem. ]je j,
overvloedig, dat d<
mede bedekt was.