NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH lo. 5. 1899. iDorufettfag 12 ®cfoGec, HcccfiendB Jaargang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN Iets over Transvaal. Transvaalsche Vrijheidslied. Engeland en Transvaal. :lke:i MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN EN van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 centiedere regel meer 10 cent. Met een der booten van de Castle Line uit Vlissingen op reis gaande, komt men door het Kanaa! in den Atlantischen Oceaan, langs de Fransche en Portugeesche en Afrikaansche kust, voorhij Madeira en de Kanarische eilanden, Assencion en Sint Helena, en zoo bereikt men, na drie weken reizens de Tafelbaai waaraan Kaap stad ligt, de hoofdstad dar Kaapkolonie, vroeger een Hollandsche, thans een En- gelsche bezitting. Per spoor, daarna per ossenwagen gaat de reis vervolgens naar de Zuid- Afrikaansche republiek, het merkwaardige Transvaal dat tan het Oosten naar het Westen al het land tusschen de Vaalrivier en de Limpopo omvat; en van het Noorden naar het Zuiden door de samenvloeiing van Marico- en Krokodilrivier en door de Bloedrivier besproeid wordt. Transvaal is 10 maal zoo groot als Nederland, bijna zoo groot als Pruisen, grooter dan Engeland; doch telt slechts ruim 500 duizend inwoners. De natuurlijke renzen van Transvaal zijn ten noordoosten en noorden de Lim popo, ten noorden en noordwesten de Marico en de Hartrivier, ten westen en zuidwesten de Vaalrivier, en ten zuiden en zuidoosten de Buffelrivier. Vrijstaat is ruim vier maal. grooter dan Nederland en Natal bijna anderhalf maal zoo groot. Het gebied van de Kaapkolonie is nog niet het dubbele van dat der Zuid- Alrikaansche Republiek. De Republiek is voer het bestuur des lands ingedeeld in de districten Pretoria, Potchefstroom, Rustenburg, Waterberg, Zoutpansberg, Lijdenburg, Middelburg, Standerton, Ermelo, Piet Retief, Wakker- stroom, Utrecht, Vrijheid, Heidelberg, Marico, Barberton, Boksburg, Carolini, Johannesburg, (standsdorp en omgeving), Krugersdorp, Wolmaranstad, Lichtenburg, Bloemhof en als het allernieuwste Bethel. Aan het hoofd des feestuurs van ieder district staat een landdrost. Voor de ver dediging is in elk district een commandant en voorts zijn er van 2 tot 6 veldkor- netten. Melden wij omtrent de ligging van Transvaal alleen dat deze republiek voor 't grootste gedeelte op een uit golvend heu velland bestaande hoogvlakte rust. Een drietal lage bergrijen doorsnijden haar. Naar de natuurlijke gesteldheid on derscheidt menhet Hoogeveld in het zuidoosten, waar de Vaalrivier ontspringt, het Boschveld in het Noorden, dat naar de Limpopo-rivier afdaalten het Gebroken- veld in het oosten. Uit Transvaals rijke geschiedenisstippen wij een en ander aan. In 1486 zeilde de Portugeesche zeevaar der Bartholomeüs Diaz de Kaap de Goede Hoop om. Kort daarna werd de zeeweg gevonden. En in 1651 toog de scheepsdokter Jan van Riebeek met drie schepen en een honderdtal mannen er heen om in dit door onbekende wilden bewoonde land een handelsstation te vestigen. Na een reis van honderd dagen bereikte hij de Tafelbaai en nam den 9en April 1652 plechtig bezit van het onbeheerde land. Hoe Van Riebeek daar met vaste hand en groote wijsheid beheerd en de koLnie tit bloei gebracht heeft, kunnen wij hier niet ophalen. Maar hij heeft zich den naam van „een groot man" in alle opzichten waardig gemaakt. De Compagnie zond naar Kaapland geen anderen dan protestanten, meest mannen; en in 1664 wist zij een vijftigtal weesmeisjes te bewegen hen te volgen In 1688, na de herroeping van het Edict van Nantes, vestigden zich ongeveer een honderdtal Hugenoten in de kolonie. Ook voor hen had de compagnie gezorgd in den vorm van vrijen overtocht, gratis bouw grond en een voorschot. Weldra werd het Fransch door het Hol- landsch overvleugeld, al leefden de Fransche familienamen tot op onze dagen voort. Aanvankelijk leefden Hollanders en Fran- schen zeer afgezonderd van elkaar. Doch na verloop van tijd had de samensmelting plaats. Binnen betrekkelijk korten tijd toch maakte „Jacques" het hof aan „Annemieke", ter wijl „Joris" het Jawoor-1 van „Made leine" ontving, zegt Lion Cachet in zijn bekend boek De Worstelstrijd. Na de immigratie der Fransehen hadden geen belangrijke landverhuizingen naar de Kaap meer plaats. Toch wies de kolonie snel aan. Naar onze meening doet men de gou verneurs van deze kolonie onrecht, wanneer men hen beschuldigt zoo kort mogelijk naar de Kaap te komen en dan met vollen buidel naar Nederland terug te keeren. Wat Oosterbaan (x) hiervan zegt, ook om trent afpersingen van ambtenaren en daar mee verband houdende uittochten der Boeren, moet men niet al te letterlijk op vatten. Toch zijn er ook slechte gouverneurs geweest. Van der Stel bijvoorbeeld werd in 1702 om zyn schanddaden afgezet. Doch een zijner opvolgers: Rijk Tulbach, die in 1771 stierf, was al zijn le ven als „Vader" Tulbach bekend geweest. De Fransche revolutie bracht een schok te weeg over de geheele wereld ook Zuid- Afrika voelde er wat van. De Boeren op de randen hadden reden tot billy ke klacht over te weinige bescher ming hunner gezinnen en have tegen de strooperijen der Kaffers. Verscheidene Boeren, door 't verbod om tegen deze roof er moordtochten eigen rechter te zijn verbitterd, kwamen in opstand, verdreven hun landdrosten riepen een „nationale ver gadering" bijeen. Die van Ztvelleudam riepen eene „vrije republiek" uit. Inmiddels werd ons Stadhouderlijk Huis in Nederland verdrevenen stelde de Prins van Oranje, die de Engelsche gast vrijheid genoot, Zuid-Afrika onder En gelsche bescherming; terwijl hij de Kape naars vermaande de Engelschen als vrienden te beschouwen. De Kaap?che regeering, beter dan hij met met 't karakter van den Engelschman op de hoogte, weigerde echter de 4000 En gelsche „vrienden" te ontvangen. Dan de tegenstand was te zwak en spoedig opende Kaapstad voor hen hare poorten. Den 16 September 1795 werd het Be stuur der Kaapkolonie aan Engeland overgedragen, nadat de Engelsche generaal verklaard had deze kolonie voor den Prins te zullen bewaren. Maar 't was ook „voor den Prins." Dat wil zeggen, er kwam niets van. In 1806 werd de Oost Indische Com pagnie, het machtige handelslichaam der oude Republiek, opgehe/en en de Engelsche vlag voor altijd op dezen Hollandschen bodem geplant. En hiermede begint de lange lijdensge schiedenis der Boeren, die wij in een vol gend opstel zullen beschrijven. (i) De Afrikaansche Boer. Uit gave le Cointre Middelburg. Overigens een mooi boek, dat vooral tegenwoordig druk behoorde gelezen te worden. Het kost maar SO cent. [oj Die Vierkleur (l) van ons dierbaar land Die waai weer o'er Transvaal En wee die God vergeten hand, Wat dit weer neer wil haal. Waai hoog nou in ons heldre lug, Transvaalse Vrijheidsvlag; Ons vijanden is weg gevlug Nou blink 'n blijer dag. Veul stormen het jy deurgestaan Mar ons was jou gétrou En nou die storm is o'ergegaan Wyk ons nooit weer van jou. Bestormd door Kaffers, Leeuws en Brits, Waai jy steeds o'er hul kop En tot hul spijt anskou hul dit, Ons bys jou hoger op. Met lage lis haal Albion Ons vaandel stil weg neer En doet toen net al wat hul kon Dat ons hul vlag moes eer. Ons so i dan alles daarbij win 'n Telegraaf en Spoor As ons die Rooivlag wou erken. Mar dit won ons nie hoor. Vier jaar lank het ons mooi gepraat, Om weer ons laad te kry Ons vraag jou, Brit, geen goed of kwaad. Gaat weg en laat ons blij. Maar toen die Brit ons nog vererg, Toen vat ons die geweer; Ons was al :ang genoeg geierg, Nou kon ons tog nie meer. En met Gods hulp het ons die juk Van England afgegooi Ons is weer vrijgeluk, geluk, Nou waai ons vlag weer mooi Dit het ons heldenbloed gekos, Maar England nog veul meer, So her die Heer ons weer verlos; Ons geef Hem ai die eer. Waai hoog nou o'er ons dierbaar land Waai vierkleur van Transvaal En wee die godvergeten hand, Wat jon ooit neêr wil haal. (1) De Transvaalsche vlag is de Hol landsche driekleur, met een groene baan aan den top loodrecht er tegen aan. TRANSVAALSE VOLKSLIED. Transvaal is vrij Geen dwingeland Kan ons tot slaive maak, Geen vijand zal ons land ooit kry, Die Heer zelf staat an onse sy. En in zijn kracht het ons gestry; Syn oog blijf ons bewaak, (bis) God gaf die land Ons van Syn hand Tot wettig eigendom. Ontneem Natal, met bloed gedrenk, Met Wtenens grafte, maar gelenk Transvaal is ons 'n Godsgeschenk. Bedenk dit en verslom. (bis) Laat Zandrivier Getuigen hier Van plegtig Brits tractaat, Waarby ons erfreg is erkend, Na soveul ongehoorde ellend Wie dit verbreek het, is bekend Met list en sluw verraad, (bis) Hoe vier jaar lang Die dwangjuk bang Ons skouwers het gedruk, Maar hoe na terging, smaad en hoon, Ons vaders God ons hulp betoon, En hoe Hij Self, die God der goon Verbreek die dwinglands juk. (bis) Spreek Bronkersspruit Met eerbied uit; Noem Potcbefsstroom bij naam. Pretoria en Langnekpas, Ingogo en Majuba-pas, Waar ons Verlosser met ons was. Vermeld die altesaam. (bis) Ons vrije vlag Geef nou ontsag, Die vierklenr waai in eer, En wapper o'er de Republiek Geen mag, geen lis, geen politiek Van Kaffers, Brit of Jingo-kliek Haal ooit die vlag weer neêr. (bis) Op nuw herplant Deur 's Heeren hand, Woon in ons vrij Transvaal. Geen vijand sal ons land ooit kry, Die Heer Self staat an onse sy. En in Syn krag kan ons weer stry, Die segen weer behaal. fbis.J Ontslag C. C. de Jonge. De Transvaalsche Eerste Volksraad heett den heer C. G. de Jonge, secretaris van het departement van onderwijs, ontslagen. De heer de Jonge was verleden jaar in Nederland en voerde onder enderen het woord óp de vergadering vaT1 de *er- eeniging van Chr. Onderwijs. Hu is een hoogst bekwaam, energziek, eerlijk man. Hij beeft vele onderwijzers uit Nederland doen overkomen en aan een goede betrekking geholpen. Hij is een Hol lander op ende op, en bevordert 't onder wijs in bet Nederlandseh aan de gouver- nementsseholen. Alle onderwijzers in Trans vaal achten hem hoog. Hoe hartelijk hij de heeren KI .ppers ontvangen heeft, kan men laatst nog in een brief van een hunner, in het Chr. Schoolblad opgenomen, lezen. Kn dien man beeft de Volksraad ont slagen, Waarom Om niets anders dan dat hij in de courant een stukje schreef m te protesteeren tegen het drijven van eenige jonge predikanten van de „Vereenigde Kerk", (ongeveer overeenkomende met de Ned. Herv. Ker ten onzent).* Deze predikanten waren al gerumen ty 1 aan het agiteeren om het Hollandsch van de scholen te verdrijven en 't benoemen van Hollandsche onderwijzers tegen te houden, terwijl zij openlijk van den kansel, de in voering uitsluitend van 't Engelsch aanbe valen. t Daartegen is de heer C. G. Je Jonge scherp maar waardig opgekomen. Eli dit heeft de heeren kwaad gemaakt. Zij zijn gaan schrijven en kuipen om den heer de Jonge weg te krijgen. En nu werd er in den Volksraad vier dagen acht ereen heftig gediscussieerd over een voorstel, naar aanleiding \an t verzoek der predikanten om ontslag van dezen verdienstelijken schoolman. De commissie voor de verzoekschriften stelde voor den heer de Jonge te ontslaan, dewijl hij ambtenaar is en dus dienaar van 't publiek en zich behoort te onthouden van openbare bestrijding van medeburgers, in oasu de predikanten. Daar kwam verzet. De beer Lombaard vond dat de predi kanten ook menscben zyn die men mag aanvallen, dat de Volksraad eigenlijk van krantengeschrijf geen notitie moest nemen dat een ambtenaar zoo hij aangevallen wordt evengoed 't recht beeft zich te ver dedigen als een ander. De voorzitter daarentegen vond dat een ambtenaar zyn mond moet houden. En de heer Erasmus zei dat de heer de Jonge zyn kerk beleedigd had. Een brief ran den heer de Jonge ter weerlegging van de beschuldigingen werd door den voorzitter voorgelezen en ter zijde gelegd. De heer Tosen vatte de zaak principieel op. Hij ontzegde den Volksraad bet recht een ambtenaar te ontslaan. Dit was laatst met den heer Mooijen op onrechtvaardige wüs geschied eu nu wilde men met den heer de Jonge net zoo handelen. Als de heer de Jonge lasterlijk geschreven heeft moet het Hof (Rechtbank) dit uitmaken. Alleen de Regeering kan een ambtenaar ontslaan. Ook president Kruger mengde zich in het debat. Hij waarschuwde den Riad geen besluit te nemen dat zelfs den schijn had van onrechtvaardigheid. Geen min mag ongehoord ve oordeeld worden. Z !fs God die alles weet, heeft Kaïn eerst gehoord, alvorens hem te veroordeelea. Er zijn twee wegen, zei oom Paul er bij, laat de Raad de Regeering opdragen den beerde Jonge voor het Hof te brengen; of laat bij over plaatsing voor hem vragen. Neemt de Raad een ander besluit, dan kan er nooit zegen op rusten. De heer Wolmarans, schoon zelf lid der Vereenigde Kerk, achtte zich door bet schrijven van den heer de Jonge mets be leedigd. Spreker zelf is er bij geweest dat predikanten vergaderingen leidden ommeer Engelscli op scholen te krijgen. Hij waar schuwt tegen predikantenregeering. Spreker heeft thans weder een briefje in zyn lade liggen, waarin een predikant hem aanraadt hoe te stemmen voor de drankwet; maar zoo werpt een predikant de reputatie zijner waardigheid weg en wordt politicusen dat moet hij niet worden. De heer de Jouge heeft als Burger zijn opinie uitgesproken en heeft daartoe als Burger recht. Niemand behoeft een predikant te volgen in politieke zaken. Doch tegenover al dergelijke degelijke argumenten stelden de tegenstanders van den heerde Jonge hun meerderheid van stemmen. Met 13 tegen 12 stemmen en 1 onthouding werd het rapport der Commissie goedge keurd en de regeering pgedragen denheer C. G. de Jonge onmiddellijk uit 's lands dienst te ontslaan. Natuurlijk stemden Engelschgezinden en persoonlijke tegenstanders van Kruger voor het ontslag. Wij noemen slechts één naam Loveday. Het besluit komt ons voor onrechtvaar dig te zijn. De Raad trad buiten zyn be voegdheid. Het ontslag komt bovendien op 't meest ongelegen tijdstip. En 't pleit niet voor 't doorzicht der meerderheid dat zij de Engelsche demonstratie die achter deze geheele beweging aankomt, niet heeft gevoeld. De Senaat verdeeld terwijl de vijand staat voor de poorten 1 Wij vertrouwen dat Kruger de opdracht tot ontslagverlening met de noodige wijs heil zal behandelen. Chamberlain heeft een dépêche gekregen van Milner, die de ontvangst meldde van ee i telegram van den Engelschen agent te Pretoria, waarin de agent zegt, van Reitz een nota te hebben ontvangen, waarbij de Tra"8vaalsche regeering vraagt: lo. om alle geschilpunten van weerszijden te laten regelen door vriendschappelijke arbitrage of door een zoodanig ander middel als waarover Transvaal en Engeland het eens mochten worden; 2o. de Engelsche troepen aan de grenzen van de Transvaal onmid dellijk terug te trekken; 3o. alle troepen- versterkingen, die sedert 1 Juni in Zuid- Afrika zijn aangekomen, uit Zuid-Afrika terug te trekken binnen een redelijken tijd waarover Engeland en Transvaal zich nader zullen verstaan, en met den waarborg van den kant van Transvaal datgeeneriei aanval zal worden gedaan op eenig deel van het Engelsche gebied zoolang de nieuwe on derhandelingen voortduren. Indien deze voorwaarde mocht worden aangenomen, zal de Transvaal van haren kant bereid zyn, de gewapende burgers van de grenzen terug te trekken 4o. de Engelsche troepen, over zee op weg, n'et te ontschepen in eenig gedeelte van Zuid-Afrika. De re geering van de Transvaal verzoekt met aandrang een bevestigend antwoord op deze vier punten en vraagt nadrukkelijk aan de Engelsche regeering, niet later te antwoor den dan Woensdag 11 October, om 5 uur des namiddags. De regeering wenscht er aan toe te voegen dat, in het onverwachte geval dat zij geen bevredigend antwoord mocht ontvangen binnen den vastgestelden termijn, zij zich tot haar groot leedwezen genoopt zou zien, de handelwijze van de Engelsche regeering als een formeele oor logsverklaring te beschouwendat zij zich niet verantwoordelijk zal achten voor de gevolgen en dat de Transvaalsche regee ring ook verplicht zal zijn, voor het geval nieuwe troepenbewegingen gedaan worden bij de Transvaalsche grenzen binnen den vastgestelden termijn, zoodanige bewegin gen als een formeele oorlogsverklaring te beschouwen. Aan ce eischen, vervat in het Trans vaalsche ultimatum, gnat een uitvoerige inleiding vooraf, waarin Transvaal opnieuw verwijst naar de conventie van 1884 en verklaart, dat schending van de rechten.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1