„DE ZEEUW", BIJVOEGSEL UIT DE PERS. VAN van Zaterdag 23 September. Vergadering van Middelburgscben Gemeenteraad van 20 September 1899. Afwezig de heeren A. P. Snouck Hur- gronje, W. H. Snouck Hurgronje, van Dunné en van der Harst. Na het voorlezen en vaststellen der no tulen van bet verhandelde in de laatste zitting, stelt de Voorzitter de heer W. J. Sprenger, die bij ontstentenis van den Bur. gemeester het presidium waarneemt, aan de orde de volgende punten der agenda. I. Ingekomen Hukken. Daartoe behooren a. eene misssive van den heer E. P. Scbo- rer, waarbij hij bedankt voor zijne benoe ming als lid der commissie van Financiën b. eene missie^e van de Kamer van Koophandel en Fabrieken, kennis gevende dat uit haar midden benoemd is tot voor zitter de heer J. P. Fokker en tot vice- voorzitter de hear H. P. den Bouwmeester; c. een proces-verbaal van 15 September van opname der kas bij den gemeente ontvanger; en d. een verzoek van het Bestuur der Nij verheidsvereeniging te Middelburg om in de voorwaarden van aanbesteding eene bepaling op te nemen, waarin de levering van door die vereenigmg gefabriceerden steen wordt toegelaten. De stukken sub a, b en c worden voor kennisgeving aangenomen en dat sub d ge ren voiaerd naar B. en W. om advies. II. Benoeming lid Commissie van Finan ciën. Deze benoeming is noodig geworden door het bedanken van den heer E. P. Schorer. Bij eerste stemming worden uitgebracht op den heer van Dunne 6 op den heer Ver- hage 5, en op ieder der heeren Koole en de Veer 1 stem, zoodat niemand de vol strekte meerderheid verkreeg. Er volgt nu eene nieuwe vrije stemming waarbij bekwa men de heer van Dunné 7, de heer Ver- hage 5 en de heer de Veer 1 stem. Dien tengevolge is de heer van Dunné benoemd tot lid der commissie van Financiën. III. Eerste suppletoir kohier belasting op de honden 1899. Zonder discussie of stemming wordt het aangeboden kohier goedgekeurd en vastge- s'el l op een bedrag van f 99. IV. Vaststelling staten oninbare posten inkomstenbelasting 1898 en 1899. Zonder eenige bemerking worden beide staten vastgesteld, die van 1898 tot een bedrag van f 30.55 en die van 1899 ten bedrage van f 1094,90. V. Ver ordening op de heffing en invor dering van loon en voor het keuren van vee en vleesch en regeling jaarwedden keurmees ters en assistent keunneester In de vergadering van 26 Juli 1899 was het vaststellen dezer verordening aan gehouden, o dat de heer Schorer destijds amendementen indiende, welke teil doel hadden de loonen aan de keurmeesters te laten z >nder verantwoording aan de gemeen tekas. In eene memorie van 12 dezer ontraden B. en VV. op daarvoor aangevoerde gron den de aanneming dier amendementen. De heer Schorer verklaart nogmaals aan dezeDe te blijven vasthouden en tracht zooveel mogelijk de gronden door B. en W. aangevoerd te ontzenuwen. Volgens hem bestaat er gelegenheid tot fraude, wanneer het voorstel van B en W. wet wordt; eene aanzienlijke fraude in eene naburige gemeente strekt ten bewijze. Wel heeft hij hier niet het oog op de tegenwoordige titularissen, maar eenmaal zullen zij heen gaan; het geldt hier dan ook niet per sonen, maar beginselen. Bovendien 'in theorie is de opmerking van B. en W. dat het veiliger is de gelden bij den gemeente ontvanger te storten, misschien juist, maar men vergete niet dat het hier eene heffing geldt, waarvan de nitgaven de opbrengst overschrijden, want in de laatste 6 jaren heeft die beffing slechts gemiddeld f 1400 'sjaars bedragen. En wat de vrees van B. en W. aangaat dat de Minister van Binnenlandsche Zaken de verordening niet zal goedkeuren, deze kan bij niet deelen wel is in 1881 eene dusdanige verordening door den Minister afgekeurd, maar hij beschouwt dit meer als eene persoonlijke opvatting van den toenmaligen minister en het is bij lange niet zeker dat de tegenwoordige Minister er ook zoo over denkt; dein 1891 fungeerende Minister kenrleeene identieke verordening goed. De heer den Bouwmeester merkt den heer Schorer op dat, het moge waar zijn dat tot hier de uitgaven de opbrengst hebben overtroffen, er gegronde hoop bestaat dat onder de werking van het nieuw voorge stelde tarief deze toestand spoedig tot het verledene zal behooren. De heer Schorer antwoordt dat hoop geen zekerheid is en, zoolang die zekerheid niet is verkregen, zou hij den ouden toe stand willen bestendigen om dien dan later desnoods te veranderen, waarop de heer den Bouwmeester repliceert dat zulke handel wijze tegenover gemeenteambtenaren be lachelijk zijn zou; blijft de invoer van Tleesch in de gemeente dezelfde, waaraan hij niet twijfelt, dan kan hij, in verband met de aanteekeningen der tegenwoordige keurmeesters, verzekeren dat de jaarlijksche opbrengst f 500 a f600 zal stijgen. Nadat hierop het amendement Schorer met algemeene stemmen, behalve die des voorstellers, was verworpen, wordt de door B. en W. voorgestelde verordening zonder verdere discussie goedgekeurd. YI. Verordening op de heffing en invor dering van loonen voor het keuren van visch en schaaldieren. Zonder bemerking wordt deze verordening conform het ontwerp van B. en W. vast gesteld. YII. Verordeningen op de heffing en invordering van secretarie leges en nadere regeling jaarwedden ambtenaren ter secre tarie. Bij de behandeling dezer verordening releveert de heer Schorer gezien te hebben dat B. en W. naar aanleiding van eene opmerking van de Commissie \an Einanciën, leges bepalen voor copieëa van zooveel regels a zooveel lettergrepen van de origineele stukken; hij acht het beter, gelijk bij alle colleges gebeurt, van de afschriften a zooveel regels en zooveel lettergrepen; hij acht dit gemakkelijker in de praktijk, ofschoon hij moet toegeven, dat het aantal lettergrepen niet verandert, of men naar de origineele stukken of naar de afschriften rekent. De heeren Heijse en van der Swalme zetten de beweegredenen uiteen, die de Commissie van Finantiën geleid hebben tot de aanneming der origineele stukken, doch de heer Schorer blijft het rationeeler vinden dat nair de afschriften gerekend wordt. In verband met de voorgedragen be grooting vraagt de heer de Veer inlichtingen omtrent de nadere regeling van de jaar wedden der ambtenaren ter secretarie, waarop de heer den Bouwmeester antwoordt dat de verordening en niet de begrooting thans aan de orde is. Dit weet lk zeer goed, repliceert de heer de Veermaar dai moet ook die nadere regeling der jaarwedden bij de begrooting behandeld worden. Nadat hiertoe op voorstel des voorzitters besloten was, wordt de verordening zelve goedgekeurd met algemeene stemmen, be halve die der heeren Schorer, de Veer en Wisboom Verstegen. VIII. Verordeningen op de heffing en in vordering van eene belasting op de honden. De heer Koole vindt het zeer bezwaarlijk dat honden, die als waakhonden betalen, van geen merkteeken zullen moeten voor zien zijn, dit kan niet anders dan tot eene schromelijke verwarring aanleiding geven. De heer van der Swalme is van hetzelfde gevoelen en met hem ook de heer Schorer. Beiden zijn bovendien tegenstanders van die merkteekens, die in andere gemeenten als ondoeltreffend reeds zijn afgeschaft. Na een korte woordenwisseling tusschen de heeren Schorer, de Voorzitter en Heijse omtrent de clausules in de verordening dat de honden niet voorzien van een penning ter beschikking zijn van de politie, wordt de verordening zelve goedgekeurd alleen de artt. 7, 8 en 9, betrekking hebbende op het uitgeven en dragen van penningen, worden verworpen met 9 tegen 4 stemmen, die der heerenden Bouwmeester, de Waal, van de Ree en Sprenger. IX. Verordening op de heffing en invor dering van marktgelden. Na eene korte woorden wisseling tusschen de heeren den Bouwme ster en Wisboom Verstegen, die zich niet kon vereenigen met de terugbrenging van f U,55 op f 0,35 per vierkanten meter van het innemen van grond voor carousels, kramen, tenten enz. gedurande de jaarmarkt, wordt de verorde ningzonder verdere bemerking goedgekeurd. X. Verordening op de heffing en invor dering van het loon voor het onder geleide van een der boden of den concierge doen bezichtigen van het raadhuis. Angenomen zonder discussie ofstemming. XI. Verordening op de heffing en in vordering van het recht voor diensten door de gemeente bewezen bij het doen ruimen van beerputten. De heer van der Swalme kan zich zeer goed met het ontwerp vereenigen, doch hij zou daaruit willen doen vervallen de vrij stelling van de militaire gebouwen, die hij eene griote onbillijkheid acht. Hij dient daartoe een amendement in. De heer den Bouwmeester ondersteunt gaarne het amendement-van der Sw rime hij is mede van oordeel dat de vrijgevig heid tegenover het Departement van Oorlog eene groote onbillijkheid is. Het amendement van der Swalme wordt aangenomen met 10 tegen 3 stemmen, die der heeren Schorer, de Waal en Spren ger en het overige der verordening zonder verdere discussie goedgekeurd. XII. Verordeningen op de heffing en invordering van schoolgeld op het gymnasium, de burgeravondschoolde scholen van lager onderwijs, de openbare bewaarschool en de gemeente gymnastiekschool. Geen dezer verordeningen lokte bestrij ding uit alleen tegen die omtrent het schoolgeld aan de gymnastiekschool stemde de heer van der Swalme, daar hij zich niet kon vereenigen met de bepaling dat aan on- en minvermogenden gratis gymnastiek onderwijs wordt verstrekt. XIII. Verordening op de heffing en in vordering van kraan- en havengeld. Ook deze verordening ondervindt geene bestrijding en wordt zonder discussie of stemming goedgekeurd. Niets meer aan de orde zijnde en nie mand iets meer in het midden te brengen hebbende, gaat de vergadering uiteen. Prof. Bolland en de Anti-revolutionairen Dat de kath. bladen weinig sympathie koesteren voor prof. Bolland laat zich hooren. Maar ookdeanti-rev. partij is (natuurlijk) niet over hem te spreken. De Hollander („het wakkere anti-rev. orgaan", zooals het thans door het Centr. wordt genoemd) schrijft o. a. „Wanneer ial die groote Protestanten- party, die al zoo lang in de maak is, toch eindelijk komen Bolland, De Kanter, Gooszen, Bronsveld, Quast waarlijk er zijn wel leiders. Alleen maar, op ons, calvinisten, behoeft Bolland niet te rekenen. Daaromtrent heeft hij zich geen illusiën te vormen. Nooit zullen wij onder zijn banier Rome bestrijden, aiieen ten dienste v-n het ongeloof. En als Bolland de razende anti-papist, in wien Bronsveld zijn meester heeft ge- gevonden, scheldt, dat dr. Kuyp :r niet tegen Rome wil strijden zooals hij. Bolland, dat doet, dan ziet de mau geheel over het hoofd, dat dr. Kuyper hierin de voetsporen drukt van zijn grooten voorgan ger Mr. Groen van Prinsterer. Intusschen blijft het ons, bij al dat ge schetter en gezwets tegen Rune, heelemaal duister wat Bolland met zijn groote Prote stanten-partij hij noemt ze, nota bene! nationale partij toch eigenlijk wil be reiken. De Roomscb-Katholieken maken tot „kudde-dieren" van zijn party? Niemand die daarvan iets verwachten Bolland zelf ook niet. Invloed op de regeering verkrijgen, door „kudde dieren" van Bolland en consorten naar de Kamer af te vaardigen Zoo ja, maar dan? De wetten des lands veranderen, zoodat er verdraagzaamheid zal zjn jegens allen, behalve jegens de Roomschen, de ronmschen uitsluiten van alle landsbetrek kingen ze als paria's behandelen? Zou er een verstandig mensch zijn, die meent dat dit in dezen tijd nog kan? Maar wat wil men dan toch Den mond van Schaepman snoeren, zegt Bolland. Is dat nu alles? Nnwij ge- looven dat dit reeds bereikt is. Want zeer zouden we ons vergissen, indien Dr. Schaep man het de moete waard zal achten over de plannen van Bolland te schrijven of te spreken." Vrijwillige pensioenverzekering In het Sociaal Weekblad geeft de heer J. P. Cau een schets van een vrijwillige pensioenverzekering van werklieden. Hij gelooft niet dat de werklieden alleen door wettelijken dwang tot verzekering van hun toekomst kunnen worden gebracht. Volgens het rapport omtrent de zieken fondsen in Nederland, in 1895 door een commissie van onderzoek uitgebracht aan de „Maatschappij tot Nut van het Alge meen", waren er reeds in 1895 bijna 65.000 Nederlandsche werklieden, die door eigene middelen voorzagen in hun behoefte aan geldelijke ondersteuning in geval van ziek te. Bovendien waren er nog ruim 130 ge mengde ziekenfondsen, die behalve genees kundige hulp ook eenige ondersteuning in geld aan hun leden verschaften. Neemt men daarbij in aanmerking dat de opga ven der commissie liepen over de jaren 1892 tot 1895, en dat sedert dien tijd de Staatscourant telkens de statuten van nieuwe dergelijke fondsen bevat, dan mag veilig worden aangenomen, dat het aantal loden dier fondsen thans wel ongeveer 75.000 zal bedragen. „Deze fondsen verstrekken geldelijke uitkeeringen slechts bij tijdelijke ziekte, dus ingeval van tijdelijke invaliditeit. Uit tijdelijke invaliditeit vloeit even wel, helaas al te dikwijls blijvende invaliditeit voort, en daarom is bij mij de vraag gerezen, of die fondsen hun werkkring niet zouden kunnen uitbreiden tot pensionneering bij invaliditeit, waardoor zij dan van zelf zouden kunnen komen tot pensionneering wegens ouderdom, die in den grond alleen berust op een vermoeden van invaliditeit". Als een bewijs dat zulk een uitbreiding zeer goed mogelijk is, wijst de schrijver op het ondersteuningsfonds Onderling Hulpbetoon, te Zierikzee. Maar hoe zulke ondersteuningsfondsen uit te breiden tot pensioenfondsen De leden zullen daartoe nun contributie moeten verhoogen, maar aangezien dat boven de financieele krachten van de meesten zou gaan, zou men, evenals in Duitschland, in het ontwerp der staatscommissie de zaak zoo moeten r gelen, dat de helft werd bij gedragen door de patroons of andere be langstellenden. Daarenboven kan bij een vrijwillige pensioen verzekering elke ver- eeniging rekening houden met haar eigen behoeften en geldmiddelen, en het komt den schrijver voor, dat men verstandig zal doen, loor ziehin het begin te bepalen tot pensioneering wegens invaliditeit. „Volgens mijn overtuiging, zegt de Bchrij- ver ten slotte, zuilen langs den hier voren aangewezen weg de Nederlandsche werk lieden, die in staat en bereid zijn een bijdrage voor hun pensioen te betalen, tot pensioneering of pensioenverzekering kun nen komen. Die werklieden, welke door te geringe of ongeregelde verdienste niet in staat zijn een maiige bijdrage voor hun pensioen af te zonderen, zijn m. i. nog niet rijp voor pensioen verzekering en aan hen, die daartoe wèl in staat, maar niet bereid zijn, zou ik de pensioenverzekering niet willen opdringen of afdwingen, waar door men in plaats van tevredenheid slechts ontevredenheid zou verwekken. De geichie. denis leert, dat dergelijke hervormingen, welke diep in het volksleven ingrijpen, niet in eens, maar slechts geleidelijk wortel schieten. Alleen Duitschland heeft nog slechts enkele jaten geleden den weg van wettelijken dwang ingeslagen; maar het schijnt mij om vele redenen heter, en ook meer in overeenstemming met onzen land aard, de oplossing van bet pensioenvraag- stuk te zoeken langs den ouden, beproefden weg van vrijwillige vereenigingder belang hebbenden." Nog een laatste en vriendelijke bede aan hen, die belang stellen in het zielenheil onzer Militairen in Indië. Lieve Vrienden en Vriendinnen! Nog slechts enkele, hoogstens vier weken, en de kisten u.et Chr.. Scheurkalenders enz. moeten verzonden worden, zullen ze voor Kerstfeest alle Chr. Tehuizen in de ver schillende garnizoensplaatsen kunnen berei ken. Wie het nu een voorrecht is aan deze heerlijke Evangelisatie onder onze jongens mede te arbeiden, en verlangt dat er ook voor zijne of hare rekening eenige Chr. Scheurkalenders mede gaan, haaste zich ons eene gave te zenden. Veel is er noodig, dus kunnen wij nog veel geld gebruiken achten sommigen uwer zich nog gedrongen aan deze heerlijke zaak een dankoffer, hetzij groot of klein, te offeren, welnu hiertoe is nu nog gelegenheid, doch om onze bestellingen op tijd te kunnen doen, is het zeer gewenscht dat de bijdra gen ons spoedig worden toegezonden. Verder aandringen acht ik overbodig, daar het hier geldt de zaak des Heeren en het geestelijk heil der Militairen in Indië. Wij mogen nog met vriendelijken dank de volgende giften vermelden, die ons wer den toegezonden van 12 Aug. tot 11 Sept. 1.1.: Van H. H., te T., f 1.C. K. N., te Doorn, f2.50; een brief metgebr. postzegels en fl.er in, waarvoor we f 0.40 moesten boeten, daar het verboden is geld per brief te verzenden; N. N., Weesp Carsspel,f 1.50; N. N., Amsterdam, f5.N. N., te idem, f 1.50N. N., te idem, 10 zegels van 5 cent A. G. V. K., Haarlemmermeer, f5.J. D., te D., f3.A. B. te Den H., f 0.50; Mej. A. A., te G., f 2.C. B., te B., een pak traktaten; L. t. O., te G., f 1.A. B., te Z., per aanget. brief f 10.W. J. H., te Den Haag, f 1.25. Voorts eenige partijtjes gebr. postzegels en capsules. Voor alles onzen hartelijken dank. Mogen nu nog vele milde gaven ons worden toe gezonden, dan hopen wij die met dank aan den Heere en de afzenders te ontvangen. Men zende s.v.p. de bijdragen voor dit doel onder het motto: Voor Indië. Met heilbede en beleefde broedergroete A. CRUIJS Sr. Zaandam,(Molenpad 32), ll/9j'99. Humboldt laat u groeten De volgende vermakelijke anekdote om trent den grooten ontdekkingsreiziger zal zeker wel niet algemeen bekend zijn. Zekere heer VonR., landraad in de Kreiss Demden, was iemand die zich minder door groote geestesgaven dan door verwaand heid onderscheidde. Op zekeren dag reisde hij met den trein van Keulen naar Berlijn, 't Stemde hem reeds wrevelig dat hij aan het station Keulen geen coupé eerste klasse voor zich alleen meer kon krijgen en in zeer slechte luim nam hij plaats in ean coupé waarin reeds een heer zat. De monstering vau dezen door den landraad gaf den laat- sten bovendien nog de overtuiging, dat hij hem niet als „vol" behoefde te beschouwen. Nadat de trein vertrokken was, tracht te de medereiriger een gesprek met hem aan te knoopen. Hij kreeg echter van den landraad niets anders dan onaangename antwoorden. De ander evenwel, wiens goedgeluimdheid daardoor eerder scheen toe te nemen dan te verminderen, bleef voortdurend pogingen aanwenden het ge sprek voort te zetten, wat eindelijk de uitwerking had, dat de landraad hem woedend toesnauwde „Mijnbeer, verschoon mij verder van uwe geestelooze praatjes! U schijnt mij toe, alleen door pene vergis sing in een coupé eerste klasse te zijn te rechtgekomen. Voor het overige schijnt ge niet te weten, wien ge vooru hebt. Ik ben de landraad ven Kempen". „Ja, dan moet ik u wel verschooning vragen, hooggeachte heer landraad", antwoordde de vreemde; „dat wist ik werkelijk niet. Maar nu is uw wensch voor mij natuurlijk een be vel". En tot Berlijn heerschte er in de coupé stilzwijgen. Toen de trein het station te Berlijn binnenliep, wachtte koning Eriedrich Wil helm hem op, trad naar de conpé toe en heette den reisgenoot van den landraad een hartelijk welkom, terwijl hij uitriep „Mijn beste Humboldt, wat doet het mij een genoegen u na zulk een lange afwezigheid eens weer terug te zien!" Alexander von Humboldt waa nl. v^n een lange reis terug gekeerd. De landraad wilde zich zoo spoedig mogelijk verwijderen, wat hem even wel mistukte, daar Humboldt luide tot den koning zeide: „Majesteit, sta mij toe u mijn vriendelijken reisgenoot, den land raad van Kempen, voor te stellen, die my door zijn gezellig onderhoud de reis op de aangenaamste wij ze beeft verkort". „Dat was flink van u, landraad, dat ge mijn bes ten vriend zoo goed. hebt geholpen deu tijd te verdry ven", zeide de koning tot dezen. De arme landraad werd gloeiend rood en kon niet anders dan eenige onsamenhangende woorden stamalen, zoodat hij eerst verlicht opademde toen hij den koning met Von Humboldt zag wegrijden. De vorst amu seerde zich natuurlijk kostelijk, toen hij later de werkelijke toedracht van de zaak vernam. Het volgend jaar bezocht de koning de Rijnprovincie en ook de Kempen, waar de heer Von R. nog landraad was. De feest rede waarmede hij den koning zou begroe ten, ging sDoedig in een gestotter over en eindelijk bleef hij er geheel in steken, toen hij om den mond des konings een spotten- den trek zag. ,,'tls wel beste landraad, 't is al wel. Ik ben zoo evengoed overtuigd van de goede gezindheid van u en uwe stad. Overigens hallk bijna iets vergeten: Humboldt laat u groeten Een moderne Salomo. Voor een rechter in de nabijheid van Hamburg verschenen drie handwerksge zellen met de volgende merkwaardige zaak. Op hunne reis hadden zij een prachtige pijp gevonden, waar de eigenaar niet te vinden was zij maakten er alle drie gelij kelijk aanspraak op. Om aan den hierover ontstanen twist een einde te maken, be sloten zij de zaak aan de uitspraak van den naasten rechter te onderwer pen. Zoo gezogd, zoo gedaan. Lang dacht de rechter over 't moeilijke geval na en schudde herhaaldelijk 't grijze hoofd ein delijk kwam een luuiineus denkbeeld bij hem op. Wat zijt gij voor een landsman? vroeg hij den eersten. Ik ben een Dresdener kind. En gij Ik ben een Berlijnsche jongen. En gij -Ik ben een Ham- burge. Toen hij de nationaliteit der klagers aldus had vastgesteld, deed de moderne Salomo uitspraak ten voordeele van den Hamburger. Waar moet juist de Hambur ger eigenaar zijn? klonk het uit den mond der beiden anderen. Omdat kinderen en jongens niet mogen rooken. Dinsdag 26 Sept. Goes, 4 uur bij dhr- J. M. Kakebeeke biljetten met opschrift „Besteding Burgerlijk Armbestuur" levering brood en vleesch Oct.—Dec. Goes, 2 uur door dhr. J. Oele het weder opbouwen der afgebrande schuur bü L. Korstanjete Kattendijke. Jnl. dhr. I'Iannink. Zaterdag 30 Sept. Kapeile, 2 uur door den Willem Anna- polder het schoonmaken der watergangen. Samenkomst bij M. Ferdinandusse. Maandag 25 Sept. 'sHteer Arenclskerke, half 11 door deurw. Bollmann by wed. van Eijkeren 8 melk- en kalfkoeien, 8 tweejarige ossen en vaarzen, 30 graskalvers, 2 anderhalfjarige en 3 werkpaarden, loop en speenvarkens. Dinsdag 26 Sept. Iloudekerke, Zand door not. Loeffbij wed. Leenhouts een huis, schuurtje en tuin 767 cA. van J. J. Smit 1 uur. Vlissiiigen, door not. de Maret Tak 8 uur in het Veree.iigingslokaal lo.een huis, kantoor en bovenwoning Kaaskaaislop 1 Are; 2o. een pakhuis er naast 44 cA. 3o een houtloods daarnaast 242 cA. 4o. een loods, trasloods, enz. Slijkstraat 126 cA- 4o. een kolenloods 74 cA. 6o. 124 cA. bouw. grond7o. 2 loodsen daarnaast 120 cA. 8o. een pakhuis Kaaskade 126 cA. 9o. een een houtloods Koestraat 125 cA. lOo. een pakhui» Lange Noordstraat 63 cA. llo. een pakhuis met bouwgrond Keizersslop 214 cA. in 3 perceelen. Te zien 25 en 26 Sept. 10-12 en 2-4 uur. Woensdag 27 September. Middelburg, Schuttershof voor mejde Nood door deurw. Rosier 10 uur mahonie-en eikenhouten meubilair, pendules waaronder een Napoleontje) lijf- en linnengoederen keukengerief, 's Ileerenkoek, 10 uur by Clarys door not. Vos lo. 6 H. bouwl. in Nieuwen Craajjertpolder 2o. 1.6850 H. weiland onder s Heer Abtskerke 3o. 1.3680 H. aldaar, 3o. een 28ste aandeel in de Meestoot de Kroon te Borsele f3480 cA. Donderdag 28 Sept. Iersekendam, 9 uur voor de maatschap De Groot en Bolier bascules, cementvaten 1 nieuw halfslagkortros, 1 ijzeren palen- tvekker, 12 kornetten, 1 draaibank, werk bank met schroef, veldsmedery, brandkast, met lessenaar, boekenkast, copiëerpers, 1200 hospitalen, 200000 pannen, kar en ander oestermat riëel. een roeiboot, het zeilaakje de Meeuw met tuig, en het aakje De Adder. Daarna te Ierseke in de Oesterbeurs een huis en erf Damstiaat van J. Verschuure, 8 dito aldaar; en 3788 cA. bouw- en wei land en erf. Inl. dhr. Spruit te Ierseke en not. v. Gruting te B. o. Zoomen not. Houwer te Goes. Vrijdag 29 Sept. Serooskerke, door not. Hu vers in de Vriendschap 1 uur een huis en erf 140 cA. van A. v. d. Broecke. Maandag 2 Oct. Tholen, bij Moelker ook volgende dagen door den rentmeester van 't Kroondomein 10 uur verpachten voor 7 jaar zaai- en weilanden. Maandag perceel 1—75; Dinsdag perceel 76-150; Woensdag perc. 151—226; Donderdag 227—296, ten overstaan van not. v. Seters. Woensd g 4 Oct. IVieuwdorp, 11 uur bij Modderkreeke een huis, erf en tuin door not. Pilaar 566 cA. En om half 1 huisraad, mestputlooper hond met kar, alles van wed. de Visser. Maandag 9 October. Nisse, half 11 gemeenteherberg verpach ten door not. de Ronde Bresser 12,5882 H bouw- en weiland aan 's Heer Abtskerke in pacht bij A. d9 Back. Inl. dhr. W. F K- Lenshoek.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 5