NIEUWSBLAD VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- sr HISTORISCH lo. 150. 1899. DonMag 21 Scpfcmficc. Mimtfc lanrgang. VERSCHIJNT G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIËN De boer van Zuid-Afrika. Buitenlandse!! Overzicht. :llkeu MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Prijs per drie maanden franco p. p0,95. Enkele nummers0,025. UITGAVE VAN en van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. Zij die zich met 1 October a. s. op ons blad wenschen te abonneeren, ontvangen het tot dien datum gratis. DE TROONREDE. Mijne Heer en! Het is Mij aangenaam U bijeen te zien tot hervatting uwer werkzaamheden. Moge de algemeene toestand van Ons Vaderland en zijne overzeesche gewesten ruime staf geven tot dankbaarheid, er is op menig gebied dringend be 'oefte aan krach tige wetgevende maatregelen. Ik reken, tot voorziening daarin, op den ijver en de toewijding der Staten-Generaal. De betrekkingen met de Buitenlandsche Mogendheden big ven zeer vriendschappelijk. Op de Vredesconferentie, te dezer stede ingevolge nitnoodiging van Zgne Majesteit den Keizer van Rusland door Mij bijeen geroepen, zijn internationale verdragen van gewichtige strekking tot stand gekomen, tot welke Mijne regeering is toegetreden. Ik heb grond te hopen, dat eerlang alle Mogendheden, die aan de Conferentie heb ben deelgenomen, die verdragen znllen onderteekenen. De gunstige verwachtingen met betrek king tot den toestand in Atjeh, ten vorigen jare door mij uitg esproken, zgn verwezen lijkt. In Groot-A^eh is de rust bijna on gestoord gebleven, en in de kustlanden breidt onze invloed zich voortdurend uit. Hoewel ons gezag zich op eenige plaatsen nog met de wapens moest doen gelden, konden de aanwezige troepen tot de vorige sterkte worden teruggebracht. Voorde jongste krijgsverrichtingen breng Ik warme hulde aan het Eederlandsch- Indische leger, alsook aan de Vloot en kare landings-divisie. Nieuwe wetsontwerpen zullen U in den loop van dit zittingjaar worden aangeboden. Voordrachten tot regeling van de samen stelling der Landmacht en tot nadere wijziging en aanvulling der Mili tiewet zullen U eerlang bereiken. Ook zal U een verbeterde regeling van de bevordering, het ontslag en de pensionneering van officieren, alsmede van de militaire pensi oenen, ioowel voor de Zee- als voor de Landmacht worden voorgedragen. Van de verder in te dienen ontwerpen vermeld Ik die betreffende het arbeids contract, de drankwet, de armenwet, het FEUILLETON. o Hij heeft weinig eischen. Midden in de wildernis, in de eindelooze prairiën heeft hij zijn tent opgeslagen. In de stad, tnsschen die nauwe muren, zou hij 't besterven. Naar op de wijde, golvende vlakte, waar he gestamp der machine en het gedruisch der straten niet komen kan, daar voelt hg zich thuis. Daar gaat zijn hart opendaar haait hg rnim, ruim adem. Daar woont hg in zijn eenvoudig huis, welks kleine vensters door de sappige ranken van den wijnstok worden omlijst, verlustigt zich in zijn weiden als de regen de harde Atrikaansche aarde heeft gedrenkt, en er voor zijn honderden runderen en schapen gras en voedsel te vinden is en leest met de vrouw zijner keuze en een gewoonlijk groot aantal kin deren op gezette uren een kapittel uit den sterken, verwoerden Statenbijbel. Hij wil rust, vrede vrij en onafhankelgk wil hg zijn pad bewandelen totdat zgn stof wordt vergaderd tot het stof zgner vaderen. Vrij en onafhankelgk, zeg ik. Om de staatkundige onafhankelijkheid is hg het Engelsche diensthuis uitgetrokken, het on bekende, geheimzinnige Noorden in. He was een verwonderlijk stoute tocht. Hy werd aangevallen door het bloeddorstir gedierte, bestormd door het nog bloeddo tarief van invoerrechten en de comptabiliteit Wat de Oost-Indische Koloniën betreft, zal Uwe medewerking wo den gevraagd ten behoeve der verkeersmiddelen in Atjeh en der bevloeiingswerken op het eiland Java. Ik vertrouw, dat de arbiid, dien Gij verrichten zult, onder Gods zegen dienstbaar zal zgn aan de belangen van het Koninkrijk, Ik veklaar de gewone zitting der Staten-Genreraal te zgn geopend. De troonrede keiimerkt zich door groote soepelheid en soberheid, dit is nochtans haar verdienste. Er was in een vorige troonrede zooveel beloofd, wat nog niet gegeven werd, dat met eene stilzwijgende verwijzing naar 't toegezegde en hetgeen in staat van wijzen is, kon worden volstaan. Dat de Vredesconferentie op deze rede een vriendelijke lichtstraal werpt en de paragraaf over Atjeh met wat meerdere opge wektheid kon worden geschreven, is een gelukje dat wij deze regeering bij haar moeilijke taak niet benijden. Wat Indië betreft, hieromtrent zijn de toezeggingen wel wat heel mager. Velerlei hervormingen zgn daar noodig, en in den tegenwoordigen minister van koloniën was toch de man gezien om ze te brengen of althans met vas e hand voor te bereiden. Zon men dan zoo mis gezien hebben? Reeds in het vorige jaar hokte zgn wa gentje wel na en dan. Zoodit he-" tot voor zichtigheid irocht genoopt hekben, zal 't hem toch wel niet als lusteloosheid aan gerekend worden, gelukskind als hg is, die zoo alle partijen om zich weet te vereenigen. Maar een aandrang in de richting van die velerlei gewenschte hervormingen mag daarom op deze regeering niet ontbreken. Meer dan ooit moet thans op Indië en op ons koloniaal bezit de aandacht geves tigd blijven. Wat ons vaderland betreft, de toegezegde verbeteringen en „verbeteringen" znllen, met of tegen onzen zin, toch wel komen. Moge de „hervatting der werkzaamheden" den „algemeenen toestand van Ons Vader land en zgne overzeesche bezittingen" ten goede komen. Minister Borgesins' concessie aan de soci aal democraten in zake schoolvoeding tee_ kenden wij in onze artikelen „Een Inch stiger Kaffervolk. Zgn weg ging door woes tijnen, door rivieren, over de met eeuwige sneeuw bedekte toppen van het Drakenge bergte. Hij trok door met onvervaarden moed, onder het oog van den Almachtigen God der oude patriarchen. Maar Dingaan, de valsche koning van Zoeloeland, overviel de trekkende Boeren en doodde hen bij honderden. Toen ont waakte de toorn in het hart van den Boer en hij is vreeselijk in zgn toorn. Veertig Kaffersperen verhieven zich tegen één Boe- rengeweer, doch de Boer telde die speren niet en hg verpletterde den valschen koning van Zoeloeland. Zoo zette de Boer zich neder in Natal in het land der duizend heuvelenwaar ontelbare beken, neervlietend van de bergen, het landschap bevochtigen. Mai.r de En- gelschman kwam, en hij zag, dat het land goed was, en hij zeide tot den Boer „Wat doe jij hier? Dit land is van mg 1" Dit was echter een leugen van den En- gelschman, en de Boer haalde den haan over van zgn geweer en schoot op den vreemden indringer. Maar hij moest na een dapper verweer zwichten voor de overmacht, en spande opnieuw den grooten, hotsenden ossenwagen in met de acht juk ossen er voor, en vestigde zich voor goed in de Transvaal en den Oranje Vrijstaat. De Transvaal en de Oranje Vrijstaat werden twee kleine re publieken, de Boer had nu efndelijk rust. En in den Oranje Vrijstaat, aan een tige memorie"als een zeer bedenkelijke. NI iet alleen omdat hij zijne medewerking om 't te verkrijgen in uitzicht stelt. Maar ook om de averechtsche wetsuit- legging wairmede hij dezen zijn overstap op staats-soeialistiseh terrein verdedigt. Schroomvallig om zelf 't voorstel tot voeding en kleeding van gemeente wege te doen, verwijst hij naar den wetgever van '89 zijn antirevolutionaire voorgan ger Mackay zal er ook raar van opzien 1 Hij zegt namelijk dat artikel 47 der schoolwet aldus kan uitgelegd dat school voeding en-kleeding van gemeentewege mag worden toegestaan. Dit artikel geeft gemeentebesturen be voegdheid tot bevordering van getrouw schoolbezoek eereblijken en belooningen te verleenen. Tot nog toe meende men altijd dat hiermee bedoeld werden kleinigheden als boeken of plaatwerken, om, desnoods door middel van daartoe opgetreden commissiën, den leerlingen die gedurende zekeren tijd prompt de school hebben bezocht een aan moediging te geven om op dien weg voort te gaan Toen dan ook de gemeenteraad van Sneek in 1892 voor schoolvoeding en-kleeding gelden voteerde werd dit besluit, op advies van niemand minder dan minister Tak, Borgesins' grooten geestverwant en voor ganger, als in strijd met de schoolwet, en dus ook met artikel 47 der schoolwet, bij koninklijk besluit vernietigd. Maar nu opent deze minister de moge lijkheid dat dergelijke eet- en kleed-cere moniën in de school wel geoorloofd, ja zelfs door diezelfde wet geboden zgn. Ja, zelfs; indien mogelijk uitgemaakt werd dat de wet toch dit soort van ger meentehulp niet toestaat, zou de minister een wetswijziging op dit punt willen uit lokken. Daze manier om een paar stemmetjes veor zgn zwakke leerplichtontwerp te winnen, verdient geen goedkeuring. Indien zij tenminste ernstig gemeend is. Want indien zij ernstig gemeend is, zit er aan die concessie heel wat meer vast, dan men oppervlakkig zou denken. Tot. nog toe wg zeiden het reeds werden belooningen uitgekeerd voor vol bracht schoolbezoek. Nu zal men belooningen krijgen voor toekomstig schoolbezoek. kleine rivier, woonde een eenvoudige Boe r Niehoer was zijn naam en zijndoch- terke speelde op zekeren dag voor de deur op het erf. Zij had twee steen en in hair hand, en een vreemdeling, die bij haar stond, zeide „Toe laat mij die steentjes eens zien, waarmee gij speelt." Want die steentjes schitterden en fonkelden in de zonnestralen in warme, heldere kleuren. Het dochterke van Nieboer reikte hem dus die kleine steenen over, en hij verzocht om ze te mogen houden. Toen lachte het kleine meisje, want die kleine steenen had den immers geen waarde, en zij gaf ze aan den vreemdeling. En hij ging naar den oever der kleine rivier, en zocht zoo lang totdat zij weer een paar van die kleine steenen had. De leuke vreemdeling echter haastte zich weg, en verkocht ze aan een scha- cherenden Jood voor duizend galden. Maar hij kende de waarde evenmin als het kleine meisje, want de Jood verkocht die twee kleine steenjes te Londen voor tachtig duizend gulden. Het nieuws werd gauw bekend. Lïeve schepsel bij Nieboer had men de diamanten maarzoo voor het oprapen! Er kwamen zwermen van gelukzoekers; Niehoer had zgn besten tgd gehad. Men klopte 's nachts aan zijn ramen en riep; „He, zgn we hier bij baas Nieboer?" Het was geer. leven meer voor Nieboer, want hg was een rechte Afrikaansohe Boer, die vaD geen rumoer of drukte hield, en zgne dagen in vrede wilde besluiten. Het werd hem te benauwd onder die gelukzoe Een doorloopende belooning. Het kin! krijgt een nieuw pak kleeren een paar schoenen, ondergoed misschien ook, en dan daarbij zijn dagelijksch brood, inclusief middagpot. Daarbij zal dan nog kunnen komen een kostelooze gelegenheid tot bewassohing. Iedere school wordt van een badinrichting voorzien; wanneer dan de juffrouw over de kindertjes in 't bad inspectie houdt en de vuile kleertjes ziet zal zg allicht in de verzoeking komen om 't gemeentebestuur voor testellen ook de kleertjes der kleinen te wasschen, straks ook ze te verstellen en de kousjes te stoppen er bij. Dan wordt dit een belooning voor ge trouw seh olbezoek in den vorm van kost, inwoning, en uitrusting, met bestopping en henaaiing er bij. ig,Het kind „kostganger" op de „inwoaing" na, doch ook dit eene quaestie van tijd. Wanneer maar de wet in beginsel dit eene toestaat, geeft zij voor het andere van zelf ook permissie. De school wordt dan op vele plaatsen waar dit staats-socialisme of gemeeute- socialisme tieren wil, de school met den pappot, de school met de wasch- enstrijk- inrichting, en wat al niet meer. Maar, maar, wie dit al betalen moet? Hén kopje thee voor elk schoolkind daags zou per jaar een uitgaaf worden van tnsschen de 1 en 2 miljoen. En dan zal men er brood en middag- pot, kleeren en schoenen; ondergoed en' wasohgelegenheid bij gaan doen aLles niet tot belooning vanmaar tot uitlokking tot schoolbezoek. Zon de minister de aanneming van zgn ontwerp niet te duur willen koopen Of wg dan het arme schoolkind zijn maal eten misgunnen Men begrijpt wel beter. Maar wat de taak der ouders is, zal nooit met onze instemming de taak der over heid worden. En zegt men dan, maar die ouders kun nen 't hun niet geven, dan antwoorden wijgelukkig, velen kunnen het nog wel. En wie 't niet kunnen, wijl het hun aan overleg ontbreekt en zij den drankduivel dienen, straf ze wegens -verwaarloozing terwijl de absoluut oninachtigen niet zoo dienen geholpen dat slechts een deel van 't gezin er tij delg k door zij gebaat. Daar is blijvende hulpe noodig in den kende, halfrazende menschen, en hij was ten hoogste verbaasd, dat die vreemdelin gen met zoo'n woede naar diamanten zoch ten. Hij nam zijn geweer en dreigde de vreemdelingen n.er te schieten en met den grooten kettinghond van zijn erf te jagen. Maar het hielp niet; het bleef hij dreigen. Nieboer was een goedhartige kerel, die geen mng kwaad zou doen. Zoo verkocht hij dan, om rust te hebben, zgn boerderij aan een maatschappij voor een goeie zestig duizend gulden en trok opnieuw de wildernis in. Nu had bij rust, want op zgn nieuwe hoe ve waren gelukkig geen diamanten. En toen later iemand tot hem zeide, dat hij met dien verkoop millioenen had wegge gooid, lachte hij maar, stopte zgn pijp en was tevreden. Doeb de Oranje Vrijstaat had minder reden om tevreden te zijn. De Engelsche regeering naastte die oude hoeve van Nie- bioer en de geheele strook gronds. waar de daamanten werden gevonden en hechte ze a n de Kaapkolonie. Het protest van de Boeren republiek baatte niets; de diamant velden van Kimberley zijn tot op den huidigen dag aan Engeland verbleven. Doch in de Transvaal had de Boer rust. Wel weri het land in 1877 door Enge land wederrechtelijk geannexeerd, doch in 1881 ontving de Transvaalsche Boer als prijs voor zgn moed en dapperhei 1, waar mede hg tegen den geweldenaar was opge sprongen, van den eerlijken en edelen Gladstone, die juist aan het hoofd van het zin van verbetering der sociale verhoudin gen; 't scheppen der mogelijkheid op betere loonsregeling en dito arbeidstijdmet pen sioneering van den werkman en verzekering tegen den zieken, den invaliden en den ouden dag. Uit Frankrijk komt het verrassend bericht dat de ministerraad, na kennis genomen te hebben van den wil van den president der republiek, in beginsel besloten heeft tot het verleenen van gratie aan Dreyfus. Gratie met eerherstel was natnurlijk niet mogelijk; 'teen sluit 'tander uit. Maar niets zal Dreyfus beletten, ook waar hij op die wijs in vrgheid ging, dat eer herstel te zoeken, en daarmee het rechts herstel, dat tegelijk het eerherstel van Frankrijk zal zgn. Het schgntdat zgne vrienden dezen uitsiag hadden verwacht. Zgn vrouw moet gezegd hebben laat men mij hem eerst teruggeven, dan zullen wij verder zien. In aanmerking genomen den zeer ongnn- stigen gezondheidstoestand van den ex-bal ling, is zgn besluit om de gratie te aan vaarden en zgn aanvraag om herziening van zijn vonnis voorloopig in te trekken, metterdaad te prijzen. De publieke opinie zal het ongetwijfeld zgne vrouw nazeggen: wij znllen verder zien. Inmiddels zwelt de adressenstroom in het buitenland gelukkig ook in Nederland zeer aan, om sympathie te betuigen met de kloeke vrouw en haar vervolgden man en hun moed in te spreken bij den strijd tegen zoo groot onrecht als hen trof. Dat de adressen ook handteekeningen van Roomsch Katholieken dragen, is een goed teeken. Het bewijst dat bij dezén ten slotte toch ook rechtsbesef over godsdienst- en rassenhaat triomfeert. Reeds is hij over de grenzen Maandag is hij in stilte ontslagen en in de richting Nantes per trein vertrokken. De regeering had alle voorzorgsmaat regelen genomen en hem op alles voorbe reid. Een droeve schaduw wordt op deze big- eindende tragedie geworpen door den dood van den oud-vicepresident van den Senaat Scheurer Kestnbr. Deze was de eerste dio in 1897 bij de regeering dej Dreyfus-zaak Engelsche ministerie was getreden, zijn vrgheid en onafhankelijkheid terug. Helaas, de tijden zgn veranderd I De groote Gladstone rust tusohen koningen en helden in de Westminster abdij, en de Transvaalsche boer heeft het ongeluk, dat zgn ongelooide veldsch'oenen rusten op een groud, waarin millioenen en miliarden slui meren. Transvaal is een van de rijkBte landen der wereld hier, in het zonnige zuiden, heeft de Heere een tegen banger ge leverd van het door ijs en sneeuwstormen ge teisterde Klondike. Mijnen van koper, van ijzer, van zilver, van goud dooraderen den rotsachtigen grond, en het waagstuk der Boeren, om een gewest, den Witwater- rand bij Johannesburg, voor de goudindu strie open te stellen, heeft bewezen, dat de oude Boeren in zeker opzicht gelijk had den, toen zg zeiden: „Laat hst goud rus ten in de diepe schacht, opdat de booze geesten niet worden ontketend van den gouddorst en de hebzucht 't Is wel waar geweest. Nu zitten de Boeren in het geval. Joseph Chamberlain, de Engelsche minister van koloniën, schaamt zieh niet, om voor eenige woelachtige for tuinjagers en geldmannen den Boer het mes op de keel te zetten. Deze verschrikke lijke man staat voor niets. De Transvaal moet er onder I dat is het parool. Goed schiks, als 't kan en anderskwaadschiks met den dumdumkogel Dat doet de gouddorst. Is de gierigheid niet de wortel van alle kwaad? (H. A.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1