AAN.
FRANK.
N1EUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
:id
(P.O.)
CHRISTELIJK-
HISTORISCH
elburg
Werken
ilver,
moodigd
erling9
\echt
tTBODE.
per flacon bij
12 en 13.
:u«\i
GES,
en Gitten,
ld en Zilver
oogste koers
clrt.
luwzeer.
.ijnkoeken.
mge Delft.
karnhond
BODE
Ho. 147.
Donderdag 14 Sepfem6er.
Mifnife faacgaHjj.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRIJS DER ADVERTENTIËN
Eene luchtige Memorie.
DELBURC'
1REN WERKEN,
JDEN en ZILYE-
ATEURS.
ltie)
nieuw.
IATIS.
>PEN
Laurens, aan 't
|et October
ICKE, Gapinge.
Temeldinge vraagt
enwoordige tegen
rder eene
Brood-, Beschuit-
pingen.
pKEBOOM Gz.,
KLEIJN-DE
tegen November
and. Adres Mejr
c, no. 89, Jliddelbr
iraiTsm
KLKEII MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,02s.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
Zij die zich met 1 Oct. a. s. op ons
hitd wenschente abonneeren, ontvangen
het tot dien datum gratis.
Minister Goeman Borgesius is een kundig,
vaardig en handig schoolman.
Kundig bleek hij reeds bij de behande
ling der schoolwet.
Vaardig was hg bij de indiening der
leerplicht-wet.
Handig toonde hij zich door de aange
brachte wijziging ;n, de verdediging van
zijn nieuwe standpunt en de wegruiming
der vele bezwaren.
Maar handigheid brengt niet altijd mse
dat men 't aan het reohte eiml heeft.
Dit gel ,t ook voor dezen kloeken be
windsman.
Door den algemeenen opstand tegen zijn
eerste, dracouisoh, ontwerp eenigszins tot
iukeer gebracht, zorgde hij er voor het
grsotste bezwaar te ondervangen door de
voorgestelde verlenging van het onderwijs
in de lagere school tot het veertiende jaar
terug te nemen.
Maar, begrijpende dat zijn radicale en
sociale geestverwanten hierover uit hun
muts zouden zijn, laschte hij in de tweede
editie van zijn ontwerp een nieuw ontwerp
in, te weten het herhilingaonderwijs.
Hij wist het kan veilig zonder schijn
van insinuatie worden vastgesteld 1 dat
hij de ontruste gemoederen der vooruit-
strevenden hierdoor zou kalmeeren.
Wij zeggen 'tden bekenden op schoolge
bied alleszins vertrouwbaren leider der vrij
antirevolutionairen, die heden met een glas
helder betoog de hoofdredactie van De Ne
derlander weer opoam, na: „De aanhaking
(van den wagon met het verplicht herha-
lingsonderwijs) beschouwen wij als eene
politieke handigheid, verricht om de uiter
ste linkerzijde tevreden te stellen."
En om nu den terugtocht inz ike het
veertiende levensjaar tegenover de ontevre
denen goed te praten „zal geparadeerd
worden met de „verplichte herhaling-
school"".
Aan dit blijk van handigheid wenechen
wij echter geen woord meer te verspillen,
te meer nu de minister met 't onnoozelste
gezicht ter werell dit „verwijt" als „on
juist, onbillijk, zonderling en onverklaar
baar" ter zijde stelt.
Die handigheid komt ook uit iu de wijze
van rangschikking en uitstalling der ver
schillende bezwaren, waarbij hij niet nalaat
het lieht te doen vallen op die welke den
toorn der uitersten opwekken. Metdie bezwa
ren te bestrijden dit weet hij wel, trekt
hij deze uiterste groepen in zijn gevleien
iedere stem is er één.
Op dnim en vingers is 't na te rekenen
dat de meerderheid voor zijn wetsontwerp
met deszelfs „zegenrijke" vruchten niet
groot zal zijn. Ja dat 't niet onmogelijk
schijnt dat de stemmen dei vier uit de
Begpartij van Troelstra, Schape-, Zwaag
en Van Kol, hier den doorslag geven.
Daarom weigort hij toe te ge vondst door
dit nieuwe omwerp de rechten der ouders
nog meer verkort worden dan door het
eerste.
Daarom weigert hij de socialistische grond
gedachte van zijn ontwerp het Staats
socialisme in schooien huis, te verloochenen.
Daarom „in antwoord op de belangrijke
beschouwingen over de voorziening in klee
ding en voeding voor kinderen van onver-
mogeuden kan de minister niet deelen in
het gevoelen van die leden welke af keerig
zijn van het verstrekken van kleeding en
voeding van gemeentewege aan kinderen
als middel van het schoolgaan te bevorde
ren", al noemt hij het „een andere vraag
of in dit wetsontwerp bepalingen behooren
te worden opgenomen om het doen van
uitgaven door gemeentebesturen voor dit
doel te bevorderen."
Men gevoelt wel, door dit recht der ge
meenteleden te erkennen heeft de minister
leeds den eersten stap op dit terrein gezet
en zullen de uiterste partgen wel niet
nalaten hem tot 't doen van den tweeden
te bewegen.
Doch om de harten van de volksmannen
van onzen tijd te winnen was inderdaad
dc-ze buiging aan 't adres der staats-socialisten
slim verzonnen.
Eu is 't verre van ons dit den minister
kwalijk te nemen. Hg behoort tot de
vooruitstrevenden dus is het niet meer dan
billijk, dat hij de vooruitstrevenden om
zich vereenigt.
Niets is ook natuurlijker dat hij hierbij
ook wel eens wat heel ver naar links ziet.
Van Houten zou, in zijn geval en misschien
niet minder dan hij meer dan hem lief was,
zich tot de hoorders rechts hebben over-
gebogen.
Wat echter den minister wel mag ver
weten worden, het is de luchtige wijze
van beantwoording der grieven en bezwa
ren, zoo principieele als practische, in het
voorloopig verslag als in de adressen, tegen
zijn ontwerp ingebracht.
Zij worden of ontkend of ter zijde ge
steld, of het schijnt zelfs dat met sommige
een loopje genomen wordt.
Het bezwaar dat't recht der ouders wordt
aangerand, woidt „weerlegd" met de sim
peleopmerking dat de minister dit geenszins
kan toegeven.
De opmerking dat de schoolopzieners te
zeer met werk worden overladen beant
woordt hg met een deel van hun taak op
de hoofden van scholen over te dragen.
„De vrees, dat het aan de bijzondere
onderwijzers opgedragen toezicht de ver
houding van die onderwijzers tot de ouders
zal bemoeilijken, omdat de ouders het zul
len wijten aan de onderwijzers, indien
wegens scnoolverznim eene strafvervolging
wordt ingesteld, deelt hij niet" wijl den
ot-derwijzer niet de bevoegdheid om eene
strafvervolging uit te lokken, maar wel om
ze te voorkomen is toegestaan; en let
wel „de ouders niets hebben te vreezen,
indien zij het hoofd der school hebben kun
nen overtuigen, dat er van schoolverzuim
zonder geldige redm geen sprake is. Door
de in het wetsontwerp gebrachte wijziging
zal dus de verhouding van de ouders tot
de onderwijzers niet worden bemoeilijkt,
maar veeleer beter worden."
Zoo staat 't letterlijk in de Memorie
van Antwoord.
Alsof men niet begrijpen zou dat in het
tegenovergestelde geval, wanneer de ouders
deu onderwijzer niet hebben kunnen over
tuigen, er wel wat anders op zitten zal
dan een „betere verhouding tusscheu de
ouders en den onderwijzer!"
Naar aanleiding vau de bedenking, dat
de bijzondere onderwijzers ten behoeve van
het 'Staatstoezicht vele administratieve
werkzaamheden zullen hebben te veniohten
zonder voor die werkzaamheden vergoeding
van Staatswege te ontvangen, deelt de
minister mede, dat, worden de bgzondere
scholen thans reeds van Staatswege gesub
sidieerd, nadat dit wetsontwerp tot stand
is gekomen, zoo spoedig mogelgk een voor
stel zal worden gedaan om de subsidiën nog
te verhoogen.
Alweer dus die tien vogels in de lucht;
die huid van den nog vrij loopenden beer.
Wanneer dan ook den minister wordt
toegeroepen dat zgn ministerieel leven niet
zoo zeker is, dan antwoordt hg kort en
goed: heb geen vrees, mijn opvolger zal't
dan wel doen.
Toelating van verzuim op bepaalde tijden
in sommige kringen wegens veldarbeid
„aoht de minister geen verbetering te zgn."
Dat geven wij toe.
Maar is daarmee 't bezwaar opgelost, het
groote sociaal bezwaar dat in menig gezin
zelfs die geringe inkomst van het kind bg
den inderdaad niet altijd vermoeienden of in-
spannenden arbeid niet kan worden gemist?
Is dat niet luchtig over de quaestie
heengegleden
Ook omtrent de kosten die deze wet
meebrengt schijnt de minister te optimis
tisch gestemd. Een vijftienduizend gulden
zegt hij, wat is dat nou; eu dan zoo groote
onkostenvermeerdering zal't wel niet worden.
En zoo ontmoeten wij op bijna elkpnnt
door de tegenstanders iu debat gebracht, bij
dezen minister dezelfde luchthartigheid.
Het heett altemaal niets te beduiden.)
Met de toekomst hebben wij niet te maken.
Men moei geen vrees hebben, dat zal
wel terecht komen.
Eene tactiek waarover de minister Bor-
gesins van thans door het kamerlid Borge
sius van vroeger men leze er zgne
redevoeringen maar op na zeer ernstig
wordt onder handen genomen. g
j }Wij kooren 't hem nog zeggen b:j de be
raadslagingen over de schoolwet van '89,
in den aai.hel zijner eerste rede tot bestrg-
ding dier wet.
^„Er is veel waarheid in het dezer dagen
gesproken woord van den beer Lobman
dat men van deze zijde zeer weinig heeft
aan geruststellende verklai ingen en dat
het veel meer aankomt op den inhoud der
voorgestelde bepalingen en haar werking in
de toekomst
Welnu, dat woord brengen wij deu steller
dezer Memorie iu herinnering.
Met zijne geruststellende verzekeringen
zuunen en mogen wij niet tevreden zgn.
Over de adressen hopen wg het later te
hebben. Doch vooral daar-waar zij soeialo
bezwa.en doen klinken, had de minister,
opgetreden in een ministerie van „sociale
rechtvaardigheid," wei wat duidelijker mogen
doen uitkomen dat zijn ontwerp de drin
gendste eiscben van sociale rechtvaardigheid
niet vertraagt.
De Ned. R. K. Volksbond heeft hierop
iu zijn adres wel deu grootsten nadruk ge
legd en de Memorie zal hem ook wel niet
hebben gerustgesteld hierin dat „door de
invoering van „leerplicht" de financiën
van den Staat, voor een groot deel dienende
om het militairisme te steuuen, nu wederom
dienstbaar znllen gemaakt worden om lasten
op te leggen, zonder dat biervan de nood
zakelijkheid is gebleken, en daardoor bet
belang van den werkman die tevergeefs
wacht op pensioneering, regeling van loon
en arbeidsduuroplossing van het woning
vraagstuk en verdere zaken, de sociale be
langen rakende en door de regeering beloofd
op den „ehtergrond wordt gestektdat
het ontwerp blijk geelt van volstrekt gemis
aan inzicht in den, belaas ongelukkigen
socialen toestand van den werkman dat iu
vele werkmansgezinnen, zoolang loon en
arbeidsduur niet zijngeregeld, de toestanden
van dien aard zgn, dat veie ouders met
straf zullen worden bedreigd, wanneer zg,
ter wille van kleine verdiensten, of om
andere voor hen geldige redenen, nu en dan
tot schoolverzuim hunner kinderen gedwon
gen wordonen dat, zooals de toestand
thans is, nu er nog zooveel te verbeteren
valt op sociaal gebied, de wetswording vau
het ontwerp op den „leerplicht" aUeen
verzwaring der positie vau deu vierden
stand zal teweegbrengen lasten, die niet
tegen de baten zullen opwegen."
Het schijnt dan ook al te zot de bezwaar
den die van gevoelen zgn dat de lotsver
betering van het kind moet begonnen
worden met ie lotsverbetering der ouders,
af te schepen met een wissel op de toekomst
en een verwijzing naar de „zegenrgke
vruchten" die zullen „in 't oog vallen."
Slot volgt.
(1) Wjj Cursiveeien.
A! wat zich roert, dat levend is, zij u
tot spijzeIk heb het u algegeven, Ge
neris 9:3.
Deze tekst kwam ons te binnen toen wij
het onderstaande lazen
De onde Arabieren waren zeer verlek
kerd op hondenvleesch. Men ving honden
evenals men bij ons eenden enz. vangt. Zij
smaakten (volgens een Egyptisch geleerde,
die dit mededeelt) bijna evenals katten.
Het vleesch van de zwarte kat had de
eigenschap de gevolgen van tooverij
te genezen, of die üer z.g. kwade hand.
Sprinkhanen en schorpioenen, in boterge
bakken, was een zeer geliefkoosd gerecht.
De natuurkundige Al-Djihey, die in de
tiende eeuw leefde, vertelt, dat hij bij een
bezoek aan den Arabischen stam der Basso-
rab's met verbazing opmerkte dat zij geen
sprinkhanen aten. „Er is toch niets heer
lijke!", merkte hij op. Hij vertelt verder,
dat, toen hij zijn vriend, den dichter Roo-
bah, ging bezoeken, hij hem op de hurken
vond zitten, bezig met rattenpastei op te
peuzelen; daarna liet hg hagelissen be
reiden.
In weerwil van de paardenteelt, die ze
als een bijna heilig werk beschouwen, waren
de Arabieren echte paardeters. Alleen, ze
aten slechts trekpaarden, en goeu renners.
Een gebraden of gekookte paardenkop, paar-
dendarmen met rijst en fijne kruiden gevuld
op de wijze van bloedworst, waren zeer
populaire gerechten. Men at alle soorten
weekdieren en insecten. En de Arabieren
waren verzot op zwarte Blangen, die ze ook
nu nog vangen.
Het Handelsblad eindigde gisteren haar
klacht over de onware en achterlijke rechts
pleging in Frankrijk met den uitroep:
Arm Frankrijk dat ons toont hoe ontzag-
tijk weinig is overgebleven van het werk der
Revolutie!
De schrijver heeft blijkbaar nist durven
spreken van „het groote werk der groote
Revolutie"
Hg heeft 't trouwens heelemaal mis. Hij
had moeten schrgven Ar >n Frankrijk dat
ons toont hoe ontzaglijk veel is overgebleven
van het werk der Revolutie
Niet alles wat de Revolutie bracht, is
verwerpelijk of verderfelijk geweest.
Er is ook in de Fransche Revolutie met
haar nasleep van 1789 tot 1813 veel goeds
geweest, op stoffelijk gebied. Maar niet
in de beginselen.
Da Revolutie was en is omkeering van
het Gezag.
Een stellen van de willekeur der men-
schen in de plaats van de ordeningen
Gods.
En dat niet toevallig, op één enkel pHnt.
Maar opzettelijke omkeering van begrippen
waardoor 't recht Gods voorde heerschappij
der Rede moet wijken. Derevolutie is een
stelsel, waarvan in alle landen, maar meest
in Frankrgk, o zooveel is overgebleven.
Alle partgen, in dit „arme" land li
beralen en clericalen, en deze laatsten niet
het miust! hebben de beginselen der
Revolutie in zie opgenomen, leven daar
uit en eten van hare vruchten.
Het is de Revolutie die den zedelijken
grondslag aan bet gezag heeft ontnomen,
en de oorzaak is zoowel van lespotisme als
van bandeloosheid, die twee machteu welke
zoo God 't niet verhoedt! Frankrijk
te gronde richten.
Tenzij de Dreyfuszaak de poliep blijken
mocht die haar omvangt en verworgt.
Zeer juist schrijft de Nederlander met 't
oog op deze qnaestie:
„De Revolutie, die den baud met God
verbreekt, ontwricht hierdoor liet maat
schappelijk organisme, proclameert het recht
van den sterkste, brengt machthebbers en
onderdanen in een onnatuurlijke verhouding,
voert in beginsel tot verzet van den onder
daan èn tot machtsmisbruik van de autori
teit. Zoolang bet Gezag zich bewust blijft
van zgn goddelijken oorsprong, zal het in
dien adelbrief zgn eigen afbakening vindon.
Zoolang het recht blijft gefundeerd in koo
geren grondslag, zal zgn eerbiedwaardigheid
het er voor behoeden om speelbal te wor
den van persoonlijke en politieke belangen.
Maar wanneer gezag en recht, losgerukt
van hun wortel, feitelijk niet anders worden
dan producten van het toeval, dan voert
dit tot een toestand, waarin iets als het
thans gebeurde mogelgk is."
Het Handelsblad voorziet ook „een strijd
tusschen dompergeest en vooruitgang, tus-
scher. gezag en vrijheid, tusschen machts
misbruik eu recht".
Maar deze tegenstelling tusschen gezag
en vrijheid dit voelt de lezer wel
is door en door foutief.
Het gezag hier bedoeld, op éen lijn
gesteld met dwang in den zin van machts
misbruik en aan ware vrijheid tegengesteld,
is niets anders dan de willekeur waarvan
we hierboven spraken despotisme.
Dat is het gezag der Fransche revolutie 1
Eerst wanneer in Frankrgk het gezag
in zgn Goddelijken oorsprong weer zal
worden erkend, de band met God in de
consciëntie van overheden en onderdanen zal
hersteld worden, de Revolutie voor het
Evangelie zal plaats gemaakt hebben,
zal kunnen gezegd worden, dat Frankrijk
„toont hoe weinig er overgebleven is van het
werk der Revolutie
Eer niet.
De quaestie-Dreyfus mag de zaak Saak-
sumhnizen niet nit het oog doen verliezen.
Wij blijven met belangstelling den loop
derzakeu aldaar volgen en wachten op de
liberale pers, vooral in het Zuiden, om
deze daad van een liberaal schoolhoofd in
het Noorden, met zgn boeren, eindelijk te
veroordeel en.
Van de openbare-schoolbladen hield Het
Schoolblad, van de liberale per» de Arn-
hemeche Crt. de eer op, door, zij het ook
in zachte termen of wel eenigszins daartoe
van anlirevolu ionaire zijde geprest, tegen
het bedrijf der Baaksumhaizensohe werkge
vers te protesteeren.
Doch overigens zwijgt men als een mof.
Naar de N. Prov. Gron. Crt. meldt,
heeft nög een arbeider aldaar zgn kinderen
van de openbare school genomen oen ze te
zenden naar deChr. sohool te Baflo;en wel
zonder voorafgaand vermaan en ondanks
de boeren hunne bedreiging met wegzending
uit den dienst aan twee andere arbeider*
en twee arbeidsters reeds hadden vol
trokken.
Reeds hebben 9 kinderen van de 26 die
op de openbare school te Saaksamhnizen
gaan, die school verlaten, terwijl meerdere
zullen volgen. De arbeiders, sterk in 't
vertrouwen op hun God, zulle 't er op
wagen.
De vier ontslagenen zgn terstond door
een liberalen boer aldaar, als protest tegen
't drijven zijner geestverwanten, in dienst
genomen.
Deze boer die de eer der liberale partij
in het Noorden zoo kranig heeft opge
houden, heet Bruins, en verdient eene
eervolle vermelding.
Indien de waarheid in deze zaak maar
tot hun bewustzijn wil doordringeu, zullen
straks alle liberale persmannen zich haa-ten,
hun beschermend stilzwijgen te verbreken,
het liberale beginsel hoog te honden en de
„aanranding der vrijheid van ouders in de
keuze der school voor hunne kinderen door
hen van wie zg voor hun levensonderhoud
afhankelijk zgn" met de Arnhemsche Courant
en alle antirevolutionairen te veroordeelen,
De berichten uit Transvaal schijnen iets
minder onrustbarend.
Een telegram bevattende de eiscben van
Chamberlain in betrekking tot eene sa-
menspreking te Kaapstad te honden, is
aan Kruger ter hand gesteld.
Men zegt dat deze daarin zal toestemmen.
Reeds woiden als gedelegeerden genoemd:
Piet Joubert, Wolmarans en Fischer, lid
van den Uitvoerenden Raad van Oranje
Vrg staat.
Moge de onderhandeling leiden leiden
tot een vredelievende oplossing van blij
vende waardij 1
Wat baat het
Mr. Cornelius v. d. Bilt, de bekende
millionair en spoorwegkoning de man
bezat immers minstens 150 miljoen dollar?