KERKNIEUWS.
In deTransvaal voorhetgerccbt.
cle veroordeeling van Dreyfus nog stukken
verdwenen. De inlichtingen omtrent Drey-
fa* waren aanvankelijk slecht, doch ten
laatste vervielen alle beschuldigingen.
Dreyfus hield van grootspraak en dit is
hem slecht opgebroken.
Zijn overtuiging omtrent Dreyfus'schuld
berustte op de eenstemmigheid der rechters;
doch toen hij later bemerkte dat men den
datum van 't bordereau gtng vervroegen
begon by te twijfelen en thans is hij meer
dan ooit overtuigd van Dreyfus' onschuld.
Get ige is antisemiet, doch zou niet gaarne
een onschnldigen Jood vervolgen.
Met verschillende andere getnigen ge
confronteerd, gaf deze getuige nog ver
schillende inlichtingen.
Na hem kwam de oud-minister De
Freycinet voor, die zich niet uitsprak
over schuld bij Dreyfus, maar alleen ver
klaarde vertrouwen te stellen in de eer
lijkheid zijner voorgangers.
Toen hem gevraagd werd of 't waar is
dat hij aan Mercier gezegd heeft dat Duitsch-
land 35 miljoen francs heeft betaald voor
dd Dreyfns-campagne, antwoorde deze ge
tuige alleen gesproken te hebben over
enorme kosten van publiciteit.
Toen Labori den oud-minister vroeg
wat deze dacht van de krantenartikelen
waaraan Scheurer Kestner en Trarieux
bloot stonden, weigerde de voorzitter daar
over het woord en verweet Labori dat
hij de hartstochten opwekte.
Wel een bewijs voor den geest die
heerscht. Het kookt in de kringen der
generaals en de krijgsraad is niet vrij in
zijn beweging. Spreek ook eens recht op
een krater
Op verzoek van den regeerings-commis-
saris Carrière zal een rogatoire commissie
den zieken du Paty te Parijs gaan opzoe
ken om diens mondelijke verklaring te
verkrijgen. Zullen vertegenwoordigers van
den beschuldigde of beschuldigde zelf bij dit
verhoor ook tegenwoordig mogen zijn?
Dat aan de geneeskundige verklaring
niet getornd wordt, is te begrijpen. Maar
het feit dat de broeder van du Paty's
advocaat, du Paty's dokter is, geeft wel
aanleiding tot althans eenige ongerustheid.
Figaro (het onpartijdige blad) zegt:
Niemand verdenkt de eerlijkheid van
dezen geneesheer, maar de wereld zou
kunnen denken dat zijn helderziendheid
verminderd is door zijne vriendschap.
Intusschen verneemt men dat du Paty
zijne verklaring schriftelijk heeft inge
zonden.
Maar wat geeft dat.
Wanneer Labori niet mee kan, of niet
in de gelegenheid is door zijn pertinente
vragen hem tot waarheidspreken te ver
lokken, dan geeft een dergelijk, eigenlijk
onwettig en dus waardeloos verhoor,
niets I
Ruim 150 dreigbrieven ontvingen La
bori en Demange reeds in die veertien
dagen. En ook Jouaust en de overige
leden van den krijgsraad ontvangen er
dagelijks.
Dientengevolge worden de kleederen
van de toehoorders op de tribune dagelijks
onderzocht. De kelderluiken die het
sousterrain van het Lyceum verlichten
zijn met ijzeren platen afgesloten.
30 Aug. '99.
Uit Meiringen ontvangen wij bericht,
dat de begrafenis van Mevrouw Fuyper
aldaar op Maandag 11. met groote plechtig
heid, en tevens met grooten eenvoud,
heeft plaats gehad; zooveel mogelijk geheel
naar het plaatselijk gebruik.
Tegen twaalf ure kwamen de acht naaste
huren met de lijkbaar aan het sterfhuis,
waarin het gezin van Prof. Knyper ver-
eenigd was, voor zooTer het in Nederland
woont, en waar eenige vrienden van daar,
met name Prof. Rutgers en de heer T.
H. van Eeghen met hunne echtgenooten,
en de heer Hovy, zich reeds bij hen ge
voegd hadden, om deel te nemen aan eene
korte, huiselijke godsdienstoefening.
Door de twee hoofdstraten van hetkleine
stadje ging men nu te voet naar het kerk
hof, achter de lijkbaar aan, die door de
acht bovengenoemde buren werd gedragen
onder het* luiden van de groote kerkklok.
En treffend was het, te zien,hoe de kleine
stoet voortdurend aangroeide. Tot betooning
▼an deelneming stonden bij ieder huis de
bewoners in rouwgewaad voor de deur;
en uit ieder huis voegde zich minstens één
der bewoners, als vertegenwoordiger van
dat huis, bij den stoet, zoodat deze op het
kerkhof reeds meer dan vertiendubbeld was.
Bij het open graf stond de predikant der
Gereformeerde kerk van Meiringen, met
zijn kerkeraad en nog vele anderen. En
zoo werd de overledene van den aanvang
tot het einde der begrafenis door de gansehe
gemeente geheel als een van hare eigene
leden beschouwd en behandeld.
Met het oog op die groote schare van
Zwitsersohe broeders en zusters, en als
erkenning van de hartelijke belangstelling
welke deze betoond hadden, voelde Prof.
Rutgers, die bij het graf een kort woord
sprak, zich gedrongen dit in het Dnitsch
te doen, hoofdzakelijk om te doen uitkomen,
waarom deze familie en vrienden uit den
vreemde hier zoo diep bedroefd waren, en
waarom zij toch niet treurden als degenen
die geene hoop hebben, maar dit stof gerust
aan de aarde kond*n toevertrouwen, ver
wachtende door het geloof eene opstanding
tot zaligheid.
Daarna sprak Prof. Kuyper zelf nog een
woord van dankbetuiging, aan den genees
heer die met zooveel ijver en toewijding
voor de kranke gezorgd had, aan den pre
dikant en den kerkeraad, die uit naam der
gemeente het graf hadden afgestaan, de
zuster uit het buitenland als hunne eigene
aannemende, aan de dragers, die hun lief
dedienst geheel belangeloos hadden verricht
en aan alle aanwezigen voor hunne ver
troostende deelneming.
Volgens plaatselijk gebruik begaven allen
zich toen in het kerkgebouw, waar de
predikant eenige toepasselijke S-hriftwoor-
den voorlas, en met een toepasselijk gebed
bes'oot, daarbij geheel de gewone Berner
liturgie, die hier zeer schoon en treffend
is, volgende.
Op alle aanwezigen, en wel allereerst
op de treurenden zeiven, maakte deze gan
sehe plechtigheid, met hare huiselijke vor
men en met haar treffenden eenvoud, een
diepen indruk, zóo opwekkend, zóo liefelijk
en zóó troostend, als de aandoenlijke plech
tigheid eener begrafenis slechts zelden is.
Standaard.
Bij ken. besluit zijn benoemd tot lid
van het bestuur van het waterschap de
Damespolder F. Neve tot dykgraaf van
den Egbert Petruspolder J. Zan lee Pieter
Zoon; tot dykgraaf voor den eersten Bath-
polder J. Vogel; tot plaatsvervangend dijk
graaf voorden TweedenBathpolderdezelfde.
De Staatscourant bevat de statuten van de
Hulpvereeniging voor Gereformeerd School
onderwijs, te Biggekerke.
DeFfaafs Courant bevat een wijziging in
de statuten der Coöperatieve Zierikzeesche
Cichorei- en Stoommaalfabriek de Land
bouwonderneming te Zierikzee.
Bij de stemming voor twee leden
van den gemeenteraad te Amsterdam is
gekozen een liberaal, terwijl voor den
tweeden zetel in herstemming komen een
radicaal, een Roomsche en een antirevolu
tionair, beide laatsten hadden evenveel
stemmen en moeten nu met den radicaal
om dien eenen zetel kampen.
De uit Oost-Indië teruggekeerde le
luit. H. P. van der Mieden van Opmeer
wordt weder ingedeeld by het 3e reg. in
fanterie te Middelburg; terwijl de bij dit
zelfde 3e regiment benoemde kapitein
J. Burger is bestemd voor het 4e bataljon
te Vlissingen.
KERMIS!
„Ik raad al mijn catechisanten en u allen
die trouw bij my in de kerk komt, ten
sterkste aan om vooral dezen keer de ker
mis te bezoeken. Daar kunt gij er vast
op rekenen, dat gij slechts geloovigen ont
moet. Ongeloovigen komen uiet op de ker
mis. Daar hebt gij zulk een mooie gele
genheid om al zwaaiende op de straat of
al draaiende in den draaimolen aan de
eeuwigheid te denken. Daar kunt gij uw
geld eerst nuttig besteden niet voor de
kerk en niet voor de tending en niet voor
de armen en niet voor brood, maar enkel
voor pret. Daar kunt gij eens waarlijk ge
nieten. Want de kermisvreugd is een
edel genot, dat den mensch boven hetaard-
sche stof verheft. De kermis is het voor
portaal van den hemel. Maar vergeet vooral
niet, voordat gy van huis gaat, te bidden.
Anders zoudt gij miesokien geen zegen
kunnen ontvangen. Welk een voorrecht
dat in onze gemeente de kermis nog niet
is afgeschaft. Daarom lang leve de kermis!"
„Zoo schreef een mijner vrienden, predi
kant in een dorp waar, zooals helaas.' ook
hier, de kermis nog niet is afgeschaft, en
het gemeentebestuur vermakelijkheden in
bescherming neemt, die Godonteerend, die
des duivels zijn. En met die woorden,
scherp en snijdend, maar uiet te scherp waar
het, dezen gruwel geldt, waarschuw ik ook
mijne gemeente, ook mijne catechisanten,
de zielen aau mijne zorg toevertrouwd.
O, bedenkt wat gij doet, gij die „kermis
zult houdenen met het effen gezicht van
den Farizeër straks weer in het huis des
Heeren en aan den disch des Heeren zult
verschijnen. Alzoo doende vergadert gy
uzelven den toorn op den dag des toorns
en der openbaring van het rechtvaardig
oordeel Gods aldus brengt gij over uzel
ven de eeuwige verdoemenisGij zyt ge
waarschuwd, bedenkt het: dat vermeerdert
uwe verantwoordelijkheid."
EEN PREDIKANT.
Wij namen dit over uit De Luthersche
Kerkbode. Schrijver is ds. Westermann te
Schiedam, 't Is misschien voor hier ook goed.
Ned. Herv. Kerk.
Drietal te Sliedrecht ds. A. M. Knottne-
rus te /aamslag, ds. D. Meerburg te Vrees
wijk en ds. J. de Visser te Leerdam.
Beroepen te Kuinre toez. C. Boerendo ik
cand. te Rotterdam te Nieuw Stads
kanaal ds. H. Stegenga te Haulerwijk;
te Grevelingen ds. C. F. M. Deeleman te
Stadskanaalte Delfzijl ds. W. Huls
bergen te Noordlaren.
Aangenomen naar Etten-Leur door ds-
A. Steehouwer te Dinthernaar Kwa-
dijk door J. M. Natzijl cand. te Zwaag.
Bedankt voor Nes door ds. C. Broek-
huijsen te Oostrumvoor Haastrecht
door ds. J. H. v. d. Palm te Ysbrechtnm;
voor Marsum door ds. G. D. Goedhuis
te Loppersum voor Hnins door ds.
A. de Pecker te Spijkenisse voor Zuid
Scharwoude door J. M. Natzijl cand.
Ev. Luth. Gem.
Beroepen te Zierikzee S. J. A. Helper
Sesbrugger te Amsterdam.
Doopsgezinde Gem,
Beroepen te Witmarsum en Pingjum J.
Ens, prop. te Kampen.
Geref. Kerken.
Tweetal te Voorburg ds. J. G. Meynen
te Rinsumageest en ds. C. J. v. Binsbergen
te Loosduinente O peinde ds. T. Kramer
te Monster en ds. R. Smeding te Yselmonde.
Beroepen te Oud Loosdrecht ds. R.
Brouwer te Rhoon; te Bieiswijk (2e
maaljds. H. R. Nieborg te Witmarsum;
te Berkel J. L. Schouten cand. te Zwolle;
te Voorburg ds. J. G. Meynen te Rin
sumageest.
Generale Synode.
Wij deelen nog het volgende mede uit
de zitting van Vrijdag.
Nu het overlijden van Mevrouw J. H.
Kuyper, ter algemeene kennisse is gebracht,
worde aan 't verslag van de zitting van
j.l. Vrijdag nog iets toegevoegd, 't welk
kieschheidshalve toen weg moest blijven.
Ongeveer te 10 ure zag de hoogleeraar
Rutgers zich geroepen tot de zware taak
aan Dr. H. H. Kuyper het overlijden zjner
waarde en lieve Moeder te boodschappen.
Toen Dr. Kuyper dit diep-smartelyk be
richt den Prmses had meegedeeld, richtte
Z.W.E. enkele korte maar treffende woorden
van deelneming en vertroosting tot den
diep bedroefden zoon. Daarna werd onmid
dellijk met fijnen tact de zitting vooreenigen
tijd verdaagd. De aanwezigen, zoowel de
afgevaardigden als de vele toehoorders,
waren zeer getroffen. En vooral was de
FEUILLETON.
O
Ik heb de twijfelachtige eer gehad, als
misdadiger voor het gerecht te moeten
verschijnen.
Zaterdagmorgen 10 Juni, le 5 uur, kwa
men wij van het schitterend geslaagde on
derwijshongres te Pretoria op ons station
aan. We hadden slecht geslapen, maar ik
nog beter dan onze corpulente voorzitter
▼an de schoolcommissie. Ik kruip altijd
maar op de plank boven in de coupé, ter
wijl genoemde voorzitter, beneden willende
slapen, te veel gezelschap kreeg om zich
te kunnen neerleggen.
Zoo'n reisje naar Pretoria kost elk ge
woon mensch 30 guldenons, die half geld
betaalden, f15.
Men moet hier eerste klasse reizenalleen
arme stakkers en koelies reizen tweede.
Een derde klasse is er niet, tenzij men het
hok een soort van beestenwagen derde
klasse wil noemen, dat alleen voor de Kaf
fers is. Witmenschen kannen daarvoor geen
biljet krijgen.
We reizen dus eerste klasse, maar deze
is niet zoo sierlijk en geriefelijk als de
tweede in Nederland.
Toch is er een toiletkamertje, natuurlijk.
In elke coupé is naar luid der bordjes
plaats voor zes personen; er is echter
maar slaapgelegenheid voor 4, twee boven
en tw66 beneden.
En zoo'n geheelen nacht zitten is ver
schrikkelijk onaangenaam. Ik heb het eens
ondervonden, toen ik van de bovenste
slaapplaatsen geen gebruik verkoos te maken
toen het nog tijd was.
We kwamen dus te 5 uur aan, braaf sla
perig. Het was nog donker, want Juni is
hier winter, met korte dagen en lange nach
ten. Het was koud ook en we zetten ons
bij het kacheltje op het bureau.
Daar deelde de chef my mede, dat er een
dagvaarding voor my gekomen was om a.s.
Dinsdag voor het gerecht van den Landdrost
te verschijnen.
De stationschefs zijn namely k alle post-
agentenop hunne postkantoren kan men
zyn brieven afhalen, de telegrammen even
zoo, zoodat deze spoedeischende mededee-
lingen soms laat den geadreseeerde bereiken,
omdat men geen kennisgeving krijgt, als
er een telegram is aangekomen.
Die dagvaarding benam mij allen lust om
nog eens lekker te gaan zitten dutten bij
het vuur. Wat was de zaak? „Ik had me
schuldig gemaakt aan het misdrijf, vermeld
in art. 19 van wet no. 18, hebbende 3 Mei
jl. een brief verzonden, gefrankeerd met een
penny-postzegel, die van een briefkaart
verwijderd, was."
Ik had den postzegel afgeknipt van een
briefkaart, die ik verschreven had en dien
gebruikt voor een brief. Die brief werd als
gefrankeerd beschouwd, want de geadres
seerde hid geen strafport te betalen, maar
de afzender werd vervolgd.
Ik zat in zak en asch. Om een penny
weer een dure reis maken, ditmaal naar
Middelburg, waar het Landdrostkmtoor is.
Zoo'n Landdrost is het hoofd van een
district, dus ongeveer als een commissaris
der Koningin in Holland. Het district
Middelburg is zoo groot als Nederland. Z o'n
Landdrost heeft wel eenige administrative
bekwaamheden, maar heeft nooit in eenige
rechtsgeleerdheid gestudeerd. En toch is
hij rechter. Ik zou dns veroordeeld worden
en dan in appèl moeten gaan bij het Hoog
gerechtshof te Pretoria. Het zou een duur
zaakje worden, dat ik zoo ten naastenbij
op 50 p. st. of f 600 berekende.
Het was eene ware nachtmerrie.
Ik schreef den Landdrost, dat ik Dinsdag
niet kon komen, omdat ik ziek was, wat
werkelijk 't geval was. Ik vleide my, dat
Z. E. A. het zaakje maar af zou doen
ontroering algemeen, toen Professor Rutgers
Dr. H. H. Kuyper uit de zaal wegleidde.
Na de heropening deelde de hoogleeraar
Rutgers met door droefheid gebroken stem
mede, dat ZHG. onmiddellijk naar Zwit
serland moest vertrekken, terwijl hij den
zegen des Heeren over de verdere werkzaam
heden der Synode afbad.
De praeses dankte Prof. Rutgers voor
de vele diensten der Synde, door zijne
keurige en glasheldere adviezen bewezen,
en sprak den wensch uit dat 't den hoog
leeraar gegeven mocht zij n Professor Kuyper
en de zijnen te troosten en te sterken te
midden hunner groote smart. Voorts stelde
de praeses namens het moleramen voor om
Dr. A. Kuyper per telegram van de harte
lijke deelneming inzijnrouw te verzekeren.
Dankbaar werd dit voorstel ontvangen,
gelijk ook in bijzonderen zin het hart zich
uitte, toen bij den aanvang der middag
zitting op verzoek van den praeses werd
gezongen Ps. 103 8 en 9. Ds. Littooij
was de eerste die na de schorsing der
vergadering 't woord voerde. Ook door
Z.W.E. werd in gevoelvolle bewoordingen
uitgesproken, hoezeer hij deelde in de
droefheid, waarmede 't hart van Prof.
Kuyper vervuld zou zijn.
Inzake de Doopledenquaestie is met 17
tegen 15 stemmen aangenomen het volgende
voorstel Rutgers-Bavinck
lo. De gedoopte kinderen zijn leden van
de kerk, in welke zij gedoopt zyn. Als leden
der kerk zijn zij ook vanzelf objecten van
de kerkelijke tucht. Maar in overeenstem
ming met hun toestand kan die kerkelijke
tucht ook slechts „incompleet" zyn en alleen
door vermaning, berisping en dergelijke
middelen worden uitgeoefend.
2o. De sub lo. bedoelde gedoopten die
op volwassen leeftijd door eigen schuld
niet tot kerkelijke belijdenis en verbinte
nis komen, moeten door de kerk ernstiglijk
en by herhaling daartoe vermaand worden
en wanneer zij die vermaning niet opvolgen
moeten zij geacht worden het lidmaatschaj
van de kerk te verliezen waarbij wensche-
lijk is, dat de kerkeraad dit ook uitspreke
uiterlijk met hun 30e levensjaar. Ophou
dende lid te zijn van de kerk, honden zij
dns ook op, objecten te zyn van de kerke
lyke tucht.
3o. Met 'tsub 2e gedeelte moet noodzake
lijk samengaan, dat de aldaar bedoelde
gedoopten, niet alleen ten aanzien van de
kerkelyke tucht, maar ook in ieder ander
opzicht, niet meer als leden der kerk be-
schonwd en behandeld worden.
Namens de commissie van Praeadvies rap
porteert Prof. Lindeboom over punt F van
de Agenda „Diaconaat". Drie zaken zijn
aan de orde: 1. de Synode geve eene na
dere principieels uiteenzetting van de be
diening en de bevoegdheid van het diaken
ambt; 2 de Synode spreke zich uit over t
al of niet wenschelijke van „classiale dia
conieën"; 3 de Synode doe door deputaten
uitgeven een tractaat over 't diakenambt.
Met alle waardeering van het in conferen-
tie's besprokene en in de bladen ter sprake
gebrachte wordt voorgesteld aan den wensch
onder punt I genoemd niet te voldoen,
aangezien 't niet op den weg eener Synode
ligt dergelijke uitspraken vaa algemeenen
aard te doen en moet gewacht tot dat be
paalde voorstellen tot wiiziging van de
Kerken-Ordening werden ingediend geen
deputaten te benoemen met den last een
tractaat over 't diakenambt uit te geven,
wijl 't zeer bezwaarlijk is, dat enkele des
kundigen saam zulk een tractaat uitgeven
en bovendien reeds vele broeders zich geroe
pen gevoelen studie over 't diakenambt
te maken. De Synode neemt dit voorstel aan.
Goes. Van 10—12 Sept. heeft alhier
de Nationale kolfwedstrijd plaats van
den Nederlandschen Kolfbond de Sociëteit
„Prins van Oranje" alhier (eere-voorzitter
de burgemeeste voorzitter dhr. Lunenburg,
secretaris de heer F. Q. C. den Hollander,
penningmeester de heer A. Lindhout) is
met de ontvangst belast.
In Juli jl. verspreidden de heeren I.
D. Fransen van de Putte, W. F. K. Lens
hoek, I. G. J. Kakebeeke en D. J. van
zonder mijdat spaarde een lastige reis uit.
Maar neen. Ik kreeg een telegram dat de
zaak drie dagen uitgesteld was. Dan moest
ik komen.
Ik stapte dan Donderdagavond naar het
station,legde me daar neer op de rustbank
in het wachthokje tot 's morgens 5 uur,
toen de goederentrein kwam. Ik daarin
met een biljet eerste klasseToevallig was
eene ruit stuk in de leege conducteurs-
waggon, zoodat het schrikkelijk koud was
ondanks mijn twee dekens, die de goede
Boerin me meegegeven had.
Na twee en een half uur was ik te Mid
delburg
't Was 11 uur. Wat nog meer, publieke
aanklager vraagt de Landdrost.
Deze las de dagvaarding voor, zooals die
eensluidend aan my was gezonden.
De Landdrost zat op een vernevenheid
voor een lessenaar. Hij zag er niets rech-
terachtig uit, zonder bef, toga en baret.
„Waar is die mynheer
Ik ging naar voren, maar behoefde niet
in de box der beschuldigden plaats te
nemen.
„Die postzegel was zeker al eens ge
bruikt?
„Neen, zegt de publieke aanklager, zie
maar, hier is de couvert, Landdrost.
„Maar wat heeft de man dan strafbaars
der Have een circulaire, waarin zy mede
werking vroegen voor de oprichting eener
afdeeling „Goes en omstreken der Neder
landse h* maatschappij voor Tuinbouw en
PlantkundeDie circulaire is met voldoende
sympathie ontvangen ruim veertig per
sonen verklaarden te willen medewerken
zoodat de genoemde heeren thans eene
constitueerende vergadering hebben uitge
schreven *egen Dinsdag 12 September,
's middags te half 3, in de restauratiezaal
der sociëteit Van Ongenuchten Vrij te
Goes.
Bij hunne uitnoodiging daartoe voegen
de genoemde heeren een concept-huishoude
lijk reglement om ter vergadering te be
handelen, terwijl zy verder een bestuur
willen benoemd zien.
Art. 1 van het concept-huishoudelijk
reglement luidt: De afdeeling Goes en
omstreken tracht de belangen van tuinbouw,
ooftteelt en plantkunde en de kennis van
al hetgeen daarop betrekking heeft, naar
de behoefte en den aard der streek, met
alle haar ten dienste staande middelen
zooveel mogelijk te bevorderen.
Art. 2 bepaalt dat de afdeeling bestaat
uit gewone leden, 6 buitengewone leden
en c leden van verdienste.
Art. 5 schrijft voor dat de gewone leden
f5 contributie per jaar betalen, tuinlieden
en daarmede gelijkgestelden als buitenge
wone leden f 2.50.
Eindelijk bepaalt het reglement dat het
bestuur zal bestaan uit een voorzitter, een
onder-voorzitter, een secretaris-penningmees
ter en vier leden.
Wissenkerke. Inde raadsvergadering
van Dinsdag jl. werden o. m. overgelegd
berichten van Ged. Staten tot goedkeuring
van raadsbesluiten, tot traktementsverhooging
voor het hoofd der school te Kamperland
en tot vaststelling op f 500 voor den te
benoemen onderwijzer of onderwijzeres aau
de school op het dorp en eene dankbetui
ging van den heer Heulevoorde verhooging
van zijn traktement op f 900.
Besloten werd tot voorlooptge vaststelling
der gemeenterekening over 1898 in ontvang
op f23313,816 in uitgaaf op f21776,42 en
alzoo met een goed slot van f 1537,39».
Daarna werd nagezien en vastgesteld de
rekening van het Burgerl. Armbestuur van
1898 in ontvang op f 1508,135 in uitgaaf
op f 1230,96» en alzoo met een goed slot
van f277,17 en voorts de begrooting van
dat armbestuur voor 1900 vastgesteld, in
ontvang en uitgaaf op f 1517,17 met een
subsidie van de gemeente van f 1200.
Werd voorgelezen een adres van den
onderwijzer Ro.-ijn te Kamperland, waarin
deze onder aanhaling van verschillende
motieven, den raad verzoekt, om de, door
ontslagname van den heer Haarman, vrij
gevallen gratificatie van f100, voortaan
aan hem te willen verleenen. Dat verzoek
wordt bij gemotiveerd advies gesteund door
het hoofd der school aldaar.
Op dat vi rzoek wordt voornamelijk op
grond van zijne, gedurende 15 jaren aan
de gemeente bewezen diensten als onder
wijzer, gunstig beschikt en met algemeene
stemmen besloten aan adressant tot weder-
opzeggens, eene gratificatie van f100 te
verleenen, uit te keeren na ieder vol
jaar dienst als onderwijzer na 1 Januari
19U0.
Nog werd overgelegd een verzoek van
G. J. de Smit, dat als zijnde ongezegeld,
werd ter zijde gelegd, maar waarvan de
inhoud naar de voorzitter meedeelt neer
komt op den naar adressants zeggen, onge-
oorloofden toestand van den dicht by zijne
woning staandeu asehbak. De voorzitter
zegt den veldwachter last te zullen geven
tot strenger toezicht daarop.
Ten slotte werd den Raad de gemeente-
begrooting voor 1900 aangeboden.
Bij de gewone rondvraag aan het einde
der zitting, wijst de heer Maris op eene
onbillijkheid voorkomende by de betaling
van het verteer dat gemaakt wordt bij het
onderzoek der rekening, de heer Dieleman
herinnert aau de toezegging van uitbreiding
van het Burgerl. armbestuur door vermeer
dering van het aantal leden en de heer
van Damma vraagt naar de uitkomsten
van het onderzoek van uitdieping der
zaten in de haven te Kamperland.
gedaan? vraagt de L. Hij heeft den Staat
toch geen schade gedaan
„Neen, zegt de P. A., maar de wet stelt
dit strafbaar.
Waar? Lees het artikel.
„Het is verboden postzegels van
briefkaarten te verwijderen of postzegels,
die reeds opgeplakt zyn en die elders te
gebruiken
„Zoo! Zijn er ook straffen genoemd?
Ja, zegt de P. A., tot hoogstens 50pst.
of f 600 boete of enz.
Ik rilde. Zeg dat hoogstens een beetje
hard P. A. verzocht ik.
De P. A. deed het.
„Wat heb je voor je eigen te pleiten",
vroeg me de Larddrost.
Nu ik had veel te zeggen a. pas kort
in dit land; b. geen fraude gepleegd c. ge
brek aan postzegels d. algelegenheid van
woonplaats enz.
„Nu, ik ben het met die wet niet eens,
zegt de Landdrost. De Staat lijdt geen
schade, er is geen bedrog gepleegd. Ik kan
geen straf opleggen. Maar ik raad u
aan zoo iets maar niet meer te doen".
„Dank u, Landdrost."
Arnh. Ct.