KERKNIEUWS. In deTransvaal voorhetgerccbt. cle veroordeeling van Dreyfus nog stukken verdwenen. De inlichtingen omtrent Drey- fa* waren aanvankelijk slecht, doch ten laatste vervielen alle beschuldigingen. Dreyfus hield van grootspraak en dit is hem slecht opgebroken. Zijn overtuiging omtrent Dreyfus'schuld berustte op de eenstemmigheid der rechters; doch toen hij later bemerkte dat men den datum van 't bordereau gtng vervroegen begon by te twijfelen en thans is hij meer dan ooit overtuigd van Dreyfus' onschuld. Get ige is antisemiet, doch zou niet gaarne een onschnldigen Jood vervolgen. Met verschillende andere getnigen ge confronteerd, gaf deze getuige nog ver schillende inlichtingen. Na hem kwam de oud-minister De Freycinet voor, die zich niet uitsprak over schuld bij Dreyfus, maar alleen ver klaarde vertrouwen te stellen in de eer lijkheid zijner voorgangers. Toen hem gevraagd werd of 't waar is dat hij aan Mercier gezegd heeft dat Duitsch- land 35 miljoen francs heeft betaald voor dd Dreyfns-campagne, antwoorde deze ge tuige alleen gesproken te hebben over enorme kosten van publiciteit. Toen Labori den oud-minister vroeg wat deze dacht van de krantenartikelen waaraan Scheurer Kestner en Trarieux bloot stonden, weigerde de voorzitter daar over het woord en verweet Labori dat hij de hartstochten opwekte. Wel een bewijs voor den geest die heerscht. Het kookt in de kringen der generaals en de krijgsraad is niet vrij in zijn beweging. Spreek ook eens recht op een krater Op verzoek van den regeerings-commis- saris Carrière zal een rogatoire commissie den zieken du Paty te Parijs gaan opzoe ken om diens mondelijke verklaring te verkrijgen. Zullen vertegenwoordigers van den beschuldigde of beschuldigde zelf bij dit verhoor ook tegenwoordig mogen zijn? Dat aan de geneeskundige verklaring niet getornd wordt, is te begrijpen. Maar het feit dat de broeder van du Paty's advocaat, du Paty's dokter is, geeft wel aanleiding tot althans eenige ongerustheid. Figaro (het onpartijdige blad) zegt: Niemand verdenkt de eerlijkheid van dezen geneesheer, maar de wereld zou kunnen denken dat zijn helderziendheid verminderd is door zijne vriendschap. Intusschen verneemt men dat du Paty zijne verklaring schriftelijk heeft inge zonden. Maar wat geeft dat. Wanneer Labori niet mee kan, of niet in de gelegenheid is door zijn pertinente vragen hem tot waarheidspreken te ver lokken, dan geeft een dergelijk, eigenlijk onwettig en dus waardeloos verhoor, niets I Ruim 150 dreigbrieven ontvingen La bori en Demange reeds in die veertien dagen. En ook Jouaust en de overige leden van den krijgsraad ontvangen er dagelijks. Dientengevolge worden de kleederen van de toehoorders op de tribune dagelijks onderzocht. De kelderluiken die het sousterrain van het Lyceum verlichten zijn met ijzeren platen afgesloten. 30 Aug. '99. Uit Meiringen ontvangen wij bericht, dat de begrafenis van Mevrouw Fuyper aldaar op Maandag 11. met groote plechtig heid, en tevens met grooten eenvoud, heeft plaats gehad; zooveel mogelijk geheel naar het plaatselijk gebruik. Tegen twaalf ure kwamen de acht naaste huren met de lijkbaar aan het sterfhuis, waarin het gezin van Prof. Knyper ver- eenigd was, voor zooTer het in Nederland woont, en waar eenige vrienden van daar, met name Prof. Rutgers en de heer T. H. van Eeghen met hunne echtgenooten, en de heer Hovy, zich reeds bij hen ge voegd hadden, om deel te nemen aan eene korte, huiselijke godsdienstoefening. Door de twee hoofdstraten van hetkleine stadje ging men nu te voet naar het kerk hof, achter de lijkbaar aan, die door de acht bovengenoemde buren werd gedragen onder het* luiden van de groote kerkklok. En treffend was het, te zien,hoe de kleine stoet voortdurend aangroeide. Tot betooning ▼an deelneming stonden bij ieder huis de bewoners in rouwgewaad voor de deur; en uit ieder huis voegde zich minstens één der bewoners, als vertegenwoordiger van dat huis, bij den stoet, zoodat deze op het kerkhof reeds meer dan vertiendubbeld was. Bij het open graf stond de predikant der Gereformeerde kerk van Meiringen, met zijn kerkeraad en nog vele anderen. En zoo werd de overledene van den aanvang tot het einde der begrafenis door de gansehe gemeente geheel als een van hare eigene leden beschouwd en behandeld. Met het oog op die groote schare van Zwitsersohe broeders en zusters, en als erkenning van de hartelijke belangstelling welke deze betoond hadden, voelde Prof. Rutgers, die bij het graf een kort woord sprak, zich gedrongen dit in het Dnitsch te doen, hoofdzakelijk om te doen uitkomen, waarom deze familie en vrienden uit den vreemde hier zoo diep bedroefd waren, en waarom zij toch niet treurden als degenen die geene hoop hebben, maar dit stof gerust aan de aarde kond*n toevertrouwen, ver wachtende door het geloof eene opstanding tot zaligheid. Daarna sprak Prof. Kuyper zelf nog een woord van dankbetuiging, aan den genees heer die met zooveel ijver en toewijding voor de kranke gezorgd had, aan den pre dikant en den kerkeraad, die uit naam der gemeente het graf hadden afgestaan, de zuster uit het buitenland als hunne eigene aannemende, aan de dragers, die hun lief dedienst geheel belangeloos hadden verricht en aan alle aanwezigen voor hunne ver troostende deelneming. Volgens plaatselijk gebruik begaven allen zich toen in het kerkgebouw, waar de predikant eenige toepasselijke S-hriftwoor- den voorlas, en met een toepasselijk gebed bes'oot, daarbij geheel de gewone Berner liturgie, die hier zeer schoon en treffend is, volgende. Op alle aanwezigen, en wel allereerst op de treurenden zeiven, maakte deze gan sehe plechtigheid, met hare huiselijke vor men en met haar treffenden eenvoud, een diepen indruk, zóo opwekkend, zóo liefelijk en zóó troostend, als de aandoenlijke plech tigheid eener begrafenis slechts zelden is. Standaard. Bij ken. besluit zijn benoemd tot lid van het bestuur van het waterschap de Damespolder F. Neve tot dykgraaf van den Egbert Petruspolder J. Zan lee Pieter Zoon; tot dykgraaf voor den eersten Bath- polder J. Vogel; tot plaatsvervangend dijk graaf voorden TweedenBathpolderdezelfde. De Staatscourant bevat de statuten van de Hulpvereeniging voor Gereformeerd School onderwijs, te Biggekerke. DeFfaafs Courant bevat een wijziging in de statuten der Coöperatieve Zierikzeesche Cichorei- en Stoommaalfabriek de Land bouwonderneming te Zierikzee. Bij de stemming voor twee leden van den gemeenteraad te Amsterdam is gekozen een liberaal, terwijl voor den tweeden zetel in herstemming komen een radicaal, een Roomsche en een antirevolu tionair, beide laatsten hadden evenveel stemmen en moeten nu met den radicaal om dien eenen zetel kampen. De uit Oost-Indië teruggekeerde le luit. H. P. van der Mieden van Opmeer wordt weder ingedeeld by het 3e reg. in fanterie te Middelburg; terwijl de bij dit zelfde 3e regiment benoemde kapitein J. Burger is bestemd voor het 4e bataljon te Vlissingen. KERMIS! „Ik raad al mijn catechisanten en u allen die trouw bij my in de kerk komt, ten sterkste aan om vooral dezen keer de ker mis te bezoeken. Daar kunt gij er vast op rekenen, dat gij slechts geloovigen ont moet. Ongeloovigen komen uiet op de ker mis. Daar hebt gij zulk een mooie gele genheid om al zwaaiende op de straat of al draaiende in den draaimolen aan de eeuwigheid te denken. Daar kunt gij uw geld eerst nuttig besteden niet voor de kerk en niet voor de tending en niet voor de armen en niet voor brood, maar enkel voor pret. Daar kunt gij eens waarlijk ge nieten. Want de kermisvreugd is een edel genot, dat den mensch boven hetaard- sche stof verheft. De kermis is het voor portaal van den hemel. Maar vergeet vooral niet, voordat gy van huis gaat, te bidden. Anders zoudt gij miesokien geen zegen kunnen ontvangen. Welk een voorrecht dat in onze gemeente de kermis nog niet is afgeschaft. Daarom lang leve de kermis!" „Zoo schreef een mijner vrienden, predi kant in een dorp waar, zooals helaas.' ook hier, de kermis nog niet is afgeschaft, en het gemeentebestuur vermakelijkheden in bescherming neemt, die Godonteerend, die des duivels zijn. En met die woorden, scherp en snijdend, maar uiet te scherp waar het, dezen gruwel geldt, waarschuw ik ook mijne gemeente, ook mijne catechisanten, de zielen aau mijne zorg toevertrouwd. O, bedenkt wat gij doet, gij die „kermis zult houdenen met het effen gezicht van den Farizeër straks weer in het huis des Heeren en aan den disch des Heeren zult verschijnen. Alzoo doende vergadert gy uzelven den toorn op den dag des toorns en der openbaring van het rechtvaardig oordeel Gods aldus brengt gij over uzel ven de eeuwige verdoemenisGij zyt ge waarschuwd, bedenkt het: dat vermeerdert uwe verantwoordelijkheid." EEN PREDIKANT. Wij namen dit over uit De Luthersche Kerkbode. Schrijver is ds. Westermann te Schiedam, 't Is misschien voor hier ook goed. Ned. Herv. Kerk. Drietal te Sliedrecht ds. A. M. Knottne- rus te /aamslag, ds. D. Meerburg te Vrees wijk en ds. J. de Visser te Leerdam. Beroepen te Kuinre toez. C. Boerendo ik cand. te Rotterdam te Nieuw Stads kanaal ds. H. Stegenga te Haulerwijk; te Grevelingen ds. C. F. M. Deeleman te Stadskanaalte Delfzijl ds. W. Huls bergen te Noordlaren. Aangenomen naar Etten-Leur door ds- A. Steehouwer te Dinthernaar Kwa- dijk door J. M. Natzijl cand. te Zwaag. Bedankt voor Nes door ds. C. Broek- huijsen te Oostrumvoor Haastrecht door ds. J. H. v. d. Palm te Ysbrechtnm; voor Marsum door ds. G. D. Goedhuis te Loppersum voor Hnins door ds. A. de Pecker te Spijkenisse voor Zuid Scharwoude door J. M. Natzijl cand. Ev. Luth. Gem. Beroepen te Zierikzee S. J. A. Helper Sesbrugger te Amsterdam. Doopsgezinde Gem, Beroepen te Witmarsum en Pingjum J. Ens, prop. te Kampen. Geref. Kerken. Tweetal te Voorburg ds. J. G. Meynen te Rinsumageest en ds. C. J. v. Binsbergen te Loosduinente O peinde ds. T. Kramer te Monster en ds. R. Smeding te Yselmonde. Beroepen te Oud Loosdrecht ds. R. Brouwer te Rhoon; te Bieiswijk (2e maaljds. H. R. Nieborg te Witmarsum; te Berkel J. L. Schouten cand. te Zwolle; te Voorburg ds. J. G. Meynen te Rin sumageest. Generale Synode. Wij deelen nog het volgende mede uit de zitting van Vrijdag. Nu het overlijden van Mevrouw J. H. Kuyper, ter algemeene kennisse is gebracht, worde aan 't verslag van de zitting van j.l. Vrijdag nog iets toegevoegd, 't welk kieschheidshalve toen weg moest blijven. Ongeveer te 10 ure zag de hoogleeraar Rutgers zich geroepen tot de zware taak aan Dr. H. H. Kuyper het overlijden zjner waarde en lieve Moeder te boodschappen. Toen Dr. Kuyper dit diep-smartelyk be richt den Prmses had meegedeeld, richtte Z.W.E. enkele korte maar treffende woorden van deelneming en vertroosting tot den diep bedroefden zoon. Daarna werd onmid dellijk met fijnen tact de zitting vooreenigen tijd verdaagd. De aanwezigen, zoowel de afgevaardigden als de vele toehoorders, waren zeer getroffen. En vooral was de FEUILLETON. O Ik heb de twijfelachtige eer gehad, als misdadiger voor het gerecht te moeten verschijnen. Zaterdagmorgen 10 Juni, le 5 uur, kwa men wij van het schitterend geslaagde on derwijshongres te Pretoria op ons station aan. We hadden slecht geslapen, maar ik nog beter dan onze corpulente voorzitter ▼an de schoolcommissie. Ik kruip altijd maar op de plank boven in de coupé, ter wijl genoemde voorzitter, beneden willende slapen, te veel gezelschap kreeg om zich te kunnen neerleggen. Zoo'n reisje naar Pretoria kost elk ge woon mensch 30 guldenons, die half geld betaalden, f15. Men moet hier eerste klasse reizenalleen arme stakkers en koelies reizen tweede. Een derde klasse is er niet, tenzij men het hok een soort van beestenwagen derde klasse wil noemen, dat alleen voor de Kaf fers is. Witmenschen kannen daarvoor geen biljet krijgen. We reizen dus eerste klasse, maar deze is niet zoo sierlijk en geriefelijk als de tweede in Nederland. Toch is er een toiletkamertje, natuurlijk. In elke coupé is naar luid der bordjes plaats voor zes personen; er is echter maar slaapgelegenheid voor 4, twee boven en tw66 beneden. En zoo'n geheelen nacht zitten is ver schrikkelijk onaangenaam. Ik heb het eens ondervonden, toen ik van de bovenste slaapplaatsen geen gebruik verkoos te maken toen het nog tijd was. We kwamen dus te 5 uur aan, braaf sla perig. Het was nog donker, want Juni is hier winter, met korte dagen en lange nach ten. Het was koud ook en we zetten ons bij het kacheltje op het bureau. Daar deelde de chef my mede, dat er een dagvaarding voor my gekomen was om a.s. Dinsdag voor het gerecht van den Landdrost te verschijnen. De stationschefs zijn namely k alle post- agentenop hunne postkantoren kan men zyn brieven afhalen, de telegrammen even zoo, zoodat deze spoedeischende mededee- lingen soms laat den geadreseeerde bereiken, omdat men geen kennisgeving krijgt, als er een telegram is aangekomen. Die dagvaarding benam mij allen lust om nog eens lekker te gaan zitten dutten bij het vuur. Wat was de zaak? „Ik had me schuldig gemaakt aan het misdrijf, vermeld in art. 19 van wet no. 18, hebbende 3 Mei jl. een brief verzonden, gefrankeerd met een penny-postzegel, die van een briefkaart verwijderd, was." Ik had den postzegel afgeknipt van een briefkaart, die ik verschreven had en dien gebruikt voor een brief. Die brief werd als gefrankeerd beschouwd, want de geadres seerde hid geen strafport te betalen, maar de afzender werd vervolgd. Ik zat in zak en asch. Om een penny weer een dure reis maken, ditmaal naar Middelburg, waar het Landdrostkmtoor is. Zoo'n Landdrost is het hoofd van een district, dus ongeveer als een commissaris der Koningin in Holland. Het district Middelburg is zoo groot als Nederland. Z o'n Landdrost heeft wel eenige administrative bekwaamheden, maar heeft nooit in eenige rechtsgeleerdheid gestudeerd. En toch is hij rechter. Ik zou dns veroordeeld worden en dan in appèl moeten gaan bij het Hoog gerechtshof te Pretoria. Het zou een duur zaakje worden, dat ik zoo ten naastenbij op 50 p. st. of f 600 berekende. Het was eene ware nachtmerrie. Ik schreef den Landdrost, dat ik Dinsdag niet kon komen, omdat ik ziek was, wat werkelijk 't geval was. Ik vleide my, dat Z. E. A. het zaakje maar af zou doen ontroering algemeen, toen Professor Rutgers Dr. H. H. Kuyper uit de zaal wegleidde. Na de heropening deelde de hoogleeraar Rutgers met door droefheid gebroken stem mede, dat ZHG. onmiddellijk naar Zwit serland moest vertrekken, terwijl hij den zegen des Heeren over de verdere werkzaam heden der Synode afbad. De praeses dankte Prof. Rutgers voor de vele diensten der Synde, door zijne keurige en glasheldere adviezen bewezen, en sprak den wensch uit dat 't den hoog leeraar gegeven mocht zij n Professor Kuyper en de zijnen te troosten en te sterken te midden hunner groote smart. Voorts stelde de praeses namens het moleramen voor om Dr. A. Kuyper per telegram van de harte lijke deelneming inzijnrouw te verzekeren. Dankbaar werd dit voorstel ontvangen, gelijk ook in bijzonderen zin het hart zich uitte, toen bij den aanvang der middag zitting op verzoek van den praeses werd gezongen Ps. 103 8 en 9. Ds. Littooij was de eerste die na de schorsing der vergadering 't woord voerde. Ook door Z.W.E. werd in gevoelvolle bewoordingen uitgesproken, hoezeer hij deelde in de droefheid, waarmede 't hart van Prof. Kuyper vervuld zou zijn. Inzake de Doopledenquaestie is met 17 tegen 15 stemmen aangenomen het volgende voorstel Rutgers-Bavinck lo. De gedoopte kinderen zijn leden van de kerk, in welke zij gedoopt zyn. Als leden der kerk zijn zij ook vanzelf objecten van de kerkelijke tucht. Maar in overeenstem ming met hun toestand kan die kerkelijke tucht ook slechts „incompleet" zyn en alleen door vermaning, berisping en dergelijke middelen worden uitgeoefend. 2o. De sub lo. bedoelde gedoopten die op volwassen leeftijd door eigen schuld niet tot kerkelijke belijdenis en verbinte nis komen, moeten door de kerk ernstiglijk en by herhaling daartoe vermaand worden en wanneer zij die vermaning niet opvolgen moeten zij geacht worden het lidmaatschaj van de kerk te verliezen waarbij wensche- lijk is, dat de kerkeraad dit ook uitspreke uiterlijk met hun 30e levensjaar. Ophou dende lid te zijn van de kerk, honden zij dns ook op, objecten te zyn van de kerke lyke tucht. 3o. Met 'tsub 2e gedeelte moet noodzake lijk samengaan, dat de aldaar bedoelde gedoopten, niet alleen ten aanzien van de kerkelyke tucht, maar ook in ieder ander opzicht, niet meer als leden der kerk be- schonwd en behandeld worden. Namens de commissie van Praeadvies rap porteert Prof. Lindeboom over punt F van de Agenda „Diaconaat". Drie zaken zijn aan de orde: 1. de Synode geve eene na dere principieels uiteenzetting van de be diening en de bevoegdheid van het diaken ambt; 2 de Synode spreke zich uit over t al of niet wenschelijke van „classiale dia conieën"; 3 de Synode doe door deputaten uitgeven een tractaat over 't diakenambt. Met alle waardeering van het in conferen- tie's besprokene en in de bladen ter sprake gebrachte wordt voorgesteld aan den wensch onder punt I genoemd niet te voldoen, aangezien 't niet op den weg eener Synode ligt dergelijke uitspraken vaa algemeenen aard te doen en moet gewacht tot dat be paalde voorstellen tot wiiziging van de Kerken-Ordening werden ingediend geen deputaten te benoemen met den last een tractaat over 't diakenambt uit te geven, wijl 't zeer bezwaarlijk is, dat enkele des kundigen saam zulk een tractaat uitgeven en bovendien reeds vele broeders zich geroe pen gevoelen studie over 't diakenambt te maken. De Synode neemt dit voorstel aan. Goes. Van 10—12 Sept. heeft alhier de Nationale kolfwedstrijd plaats van den Nederlandschen Kolfbond de Sociëteit „Prins van Oranje" alhier (eere-voorzitter de burgemeeste voorzitter dhr. Lunenburg, secretaris de heer F. Q. C. den Hollander, penningmeester de heer A. Lindhout) is met de ontvangst belast. In Juli jl. verspreidden de heeren I. D. Fransen van de Putte, W. F. K. Lens hoek, I. G. J. Kakebeeke en D. J. van zonder mijdat spaarde een lastige reis uit. Maar neen. Ik kreeg een telegram dat de zaak drie dagen uitgesteld was. Dan moest ik komen. Ik stapte dan Donderdagavond naar het station,legde me daar neer op de rustbank in het wachthokje tot 's morgens 5 uur, toen de goederentrein kwam. Ik daarin met een biljet eerste klasseToevallig was eene ruit stuk in de leege conducteurs- waggon, zoodat het schrikkelijk koud was ondanks mijn twee dekens, die de goede Boerin me meegegeven had. Na twee en een half uur was ik te Mid delburg 't Was 11 uur. Wat nog meer, publieke aanklager vraagt de Landdrost. Deze las de dagvaarding voor, zooals die eensluidend aan my was gezonden. De Landdrost zat op een vernevenheid voor een lessenaar. Hij zag er niets rech- terachtig uit, zonder bef, toga en baret. „Waar is die mynheer Ik ging naar voren, maar behoefde niet in de box der beschuldigden plaats te nemen. „Die postzegel was zeker al eens ge bruikt? „Neen, zegt de publieke aanklager, zie maar, hier is de couvert, Landdrost. „Maar wat heeft de man dan strafbaars der Have een circulaire, waarin zy mede werking vroegen voor de oprichting eener afdeeling „Goes en omstreken der Neder landse h* maatschappij voor Tuinbouw en PlantkundeDie circulaire is met voldoende sympathie ontvangen ruim veertig per sonen verklaarden te willen medewerken zoodat de genoemde heeren thans eene constitueerende vergadering hebben uitge schreven *egen Dinsdag 12 September, 's middags te half 3, in de restauratiezaal der sociëteit Van Ongenuchten Vrij te Goes. Bij hunne uitnoodiging daartoe voegen de genoemde heeren een concept-huishoude lijk reglement om ter vergadering te be handelen, terwijl zy verder een bestuur willen benoemd zien. Art. 1 van het concept-huishoudelijk reglement luidt: De afdeeling Goes en omstreken tracht de belangen van tuinbouw, ooftteelt en plantkunde en de kennis van al hetgeen daarop betrekking heeft, naar de behoefte en den aard der streek, met alle haar ten dienste staande middelen zooveel mogelijk te bevorderen. Art. 2 bepaalt dat de afdeeling bestaat uit gewone leden, 6 buitengewone leden en c leden van verdienste. Art. 5 schrijft voor dat de gewone leden f5 contributie per jaar betalen, tuinlieden en daarmede gelijkgestelden als buitenge wone leden f 2.50. Eindelijk bepaalt het reglement dat het bestuur zal bestaan uit een voorzitter, een onder-voorzitter, een secretaris-penningmees ter en vier leden. Wissenkerke. Inde raadsvergadering van Dinsdag jl. werden o. m. overgelegd berichten van Ged. Staten tot goedkeuring van raadsbesluiten, tot traktementsverhooging voor het hoofd der school te Kamperland en tot vaststelling op f 500 voor den te benoemen onderwijzer of onderwijzeres aau de school op het dorp en eene dankbetui ging van den heer Heulevoorde verhooging van zijn traktement op f 900. Besloten werd tot voorlooptge vaststelling der gemeenterekening over 1898 in ontvang op f23313,816 in uitgaaf op f21776,42 en alzoo met een goed slot van f 1537,39». Daarna werd nagezien en vastgesteld de rekening van het Burgerl. Armbestuur van 1898 in ontvang op f 1508,135 in uitgaaf op f 1230,96» en alzoo met een goed slot van f277,17 en voorts de begrooting van dat armbestuur voor 1900 vastgesteld, in ontvang en uitgaaf op f 1517,17 met een subsidie van de gemeente van f 1200. Werd voorgelezen een adres van den onderwijzer Ro.-ijn te Kamperland, waarin deze onder aanhaling van verschillende motieven, den raad verzoekt, om de, door ontslagname van den heer Haarman, vrij gevallen gratificatie van f100, voortaan aan hem te willen verleenen. Dat verzoek wordt bij gemotiveerd advies gesteund door het hoofd der school aldaar. Op dat vi rzoek wordt voornamelijk op grond van zijne, gedurende 15 jaren aan de gemeente bewezen diensten als onder wijzer, gunstig beschikt en met algemeene stemmen besloten aan adressant tot weder- opzeggens, eene gratificatie van f100 te verleenen, uit te keeren na ieder vol jaar dienst als onderwijzer na 1 Januari 19U0. Nog werd overgelegd een verzoek van G. J. de Smit, dat als zijnde ongezegeld, werd ter zijde gelegd, maar waarvan de inhoud naar de voorzitter meedeelt neer komt op den naar adressants zeggen, onge- oorloofden toestand van den dicht by zijne woning staandeu asehbak. De voorzitter zegt den veldwachter last te zullen geven tot strenger toezicht daarop. Ten slotte werd den Raad de gemeente- begrooting voor 1900 aangeboden. Bij de gewone rondvraag aan het einde der zitting, wijst de heer Maris op eene onbillijkheid voorkomende by de betaling van het verteer dat gemaakt wordt bij het onderzoek der rekening, de heer Dieleman herinnert aau de toezegging van uitbreiding van het Burgerl. armbestuur door vermeer dering van het aantal leden en de heer van Damma vraagt naar de uitkomsten van het onderzoek van uitdieping der zaten in de haven te Kamperland. gedaan? vraagt de L. Hij heeft den Staat toch geen schade gedaan „Neen, zegt de P. A., maar de wet stelt dit strafbaar. Waar? Lees het artikel. „Het is verboden postzegels van briefkaarten te verwijderen of postzegels, die reeds opgeplakt zyn en die elders te gebruiken „Zoo! Zijn er ook straffen genoemd? Ja, zegt de P. A., tot hoogstens 50pst. of f 600 boete of enz. Ik rilde. Zeg dat hoogstens een beetje hard P. A. verzocht ik. De P. A. deed het. „Wat heb je voor je eigen te pleiten", vroeg me de Larddrost. Nu ik had veel te zeggen a. pas kort in dit land; b. geen fraude gepleegd c. ge brek aan postzegels d. algelegenheid van woonplaats enz. „Nu, ik ben het met die wet niet eens, zegt de Landdrost. De Staat lijdt geen schade, er is geen bedrog gepleegd. Ik kan geen straf opleggen. Maar ik raad u aan zoo iets maar niet meer te doen". „Dank u, Landdrost." Arnh. Ct.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 2