SCHOOLNIEUWS. KERKNIEUWS. BEKENDMAKINGEN. •tellen n ear aanleiding van eene stadie over de mobilisatie, doch Dreyfus kwam tas- schenbeide met de verklaring nooit bij dat werk met de Fransche Bank in contact te zijn geweest. Het gerncht loopt dat naar aanleiding van bovengenoemd incident voor den krijgsraad, Je generaal Merciergearresteerd zal worden wegens het afleggen van valsche getuigenis. Wij gelooven het niet. Immers wanneer men dat wilde had de Krijgsraad hem Vrijdag al dadelijk kunnen vasthouden. Vermoedelijk zijn wij nn metdegetuigen a charge klaar. Morgen beginnen de getui gen h. decharge. Een dame te Lyon vond Vrijdag onder de brug aan den rechteroever der Rhone een klein zwart lederen zakje, waarin zich een sleutel bevond en een klein stukje papier, waarop met potlood geschreven „Labori, Lorinier, Bazel. Niets zal bekend worden. Dreyfus onschuldig. Vry willige zelfmoord. De order uitgevoerd." Het zakje in quaestie en de inhondisaan de rechtbank overhandigd. (Een kleine afwisseling). Gast, in een koffiehuis: AannemenGeef me een flesch bordereau KellnerBordereau ?U bedoelt bordesus: Gast't Is precies hetzelfde. Allebei vervalscht Goes. Gedurende de kermis zal de passage met rij- en voertuigen door „Het Rijfelstraatje" en „de Stalstraat", alsmede over „de Vlasmarkt", gestremd zgn, met dien verstande, wat de Vlasmarkt betreft, dat deze alleen mag bereden worden van uit het Waterstraatje naar de Wijngaard straat, in rechte richting, langs de woningen der heeren F. J. Boone en A. v. Schelven. Voorts is het draven op de markten en jn de belendende straten verboden. De belanghebbenden wordt herinnerd dat, zonder vergunning van Burgemeester en wethouders, op verbeurte van eene boete van ten hoogste vijftien gulden, de Stoepen of Open plaatsen voor de panden in deze gemeente niet voor het geven van vertooningen of het doen van uitstal lingen afgestaan of voor dat doel ingenomen mogen worden. De aanvrage om vergunning moet ge schieden bij den marktmeester. De passage over de Draaibrug is gedu rende deze week voor rij- en voertuigen 28 Augustus '99. Bg beschikking van den minister van Waterstaat zyn benoemd tot buitengewoon opzichter L. F. E. v. Hoogenhnijze te 's Gravenhage, bij de verbetering van het kanaal van Ter Neuzen;en de civiel-inge- meur L. G. de Graaf, te Scherpenisse, bg de uitvoering van baggerwerk in de Boven Merwede. Bg Kon. besluit is eervol ontslag verleend als kantonrechter-plaatsvervanger in het kanton Ter Neuzen, aan den heer J. N. J. Boom, laatst inspecteur der belas tingen aldaar. Het intrekken van l et bgeenroepen van de Tweede Kamer is door den voo zit- ter als volgt ter kennis van de leden gebracht: „Aangezien de heer dr. Kuyper blijkens ^eden ontvangen telegrafisch bericht wegens geurige familieomstandigheden verhinderd in het schip waren de biddenden op hun aangezicht neergevallen en baden steeds dringender. Op het dek verwachtte men met angst en benauwdheid de tweede laag van het zich wendend roofschip, en deze volgde met daverenden donderknal-? doch er volgde geen nieuwe uitbarsting. De roover, van zgn buit zeker, liet de enter haken uitleggen. Het lot van de Brittannia moest binnen eenige minuten beslist zijn. Doch nu werd dit schip opeens als van een wervelwind aangegrepen een vliegende storm raasde door wand en stengen en deed de weinige, nog onbeschadigde zeilen van de Brittannia zwellen. De roover gaf nu weder en aanhoudend laag op laag. Hij scheen het reeds fel geteisterd schip in den grond te willen boren. De donder van zijn geschut kraakte vreeselijk. Een dikke kruitdamp omhulde de Brittannia als een mist zoodat men ter na iwemood de naaste voorwerpen onderscheiden kon. Ieder achtte dus den roover meester van het schip, en evenwel was de vgand nog niet aan boord. Een wonderbare beweging overweldigde nu het slingerend vaartuig. Het draaide zich een tydlang als in een kring rond. De man schap scheen niet meer meester van het •chip, maar het was als in de macht van de golven der zee. De elementen hadden zich als het ware in den strgd gemengd met den rooverin één woordde Brit tannia werd rechtstreeks naar het zuiden heengestormd. Nu hoorde men als in de verte de kanonschoten en men denke zich de verbazing der manschap van de Brit tannia, toen zg den kaper op verren afstand van zich aanschouwde, die hun als ten af scheid een saluutschot nazond. Hg had de bloedvlag gestreken, en stuurde naar het westen. Alle waarnemingen gaven te ken nen, dat hg de vervolging had opgegeven, doch om wat oorzaak was voor alien on- begrypelyk. Thans begaf zich de kapitein in de kajuit is gevolg te geven aan zgn voornemen om eerstdaags een nadere nota betredende 2 amendementen op de Ongevallenwet in te dienen, wordt de bgeenroeping van de Tweede Kamer tegen 6 September bg deze door den voorzitter ingetrokken." Door de Nederlandsche en Belgische regeeringen is met het oog op de ver betering van het kanaal GentTemeuzen een commissie van ingenieurs belast met een onderzoek der groote waterbouw werken aan het vaste land. Deze heeren zgn dezer dagen te Hamburg aangekomen. De overheden stelden stoombarkassen te hunner beschikking en onder leiding van een hoofdambtenaar bezochten zg de Ham burger havenwerken, in 't bijzonder de electrische en hydraulische inrichtingen der haven. In de commissie hebben zitting voor België de ingenieurs De Heem en Grenier, van Gent, en Troost, van Brusselvoor ons land de inspecteur van den waterstaat Nelemans, van Temeuzen; hoofdingenieur Bekaer, van Middelburg, en ingenieur De Groot, van ïerneuzen. Vad. Te Leiden is overleden prof. dr. P. J. Cosgn, hoogleeruar in de Ned. taal aan de Universiteit aldaar. Pieter Jacob Cosgn werd geboren 29 Nov. 1840 te Rgswgk. H:i studeerde in de letteren te Leiden, werd eerst conreotor te Winschoten, daarna leeraar in de Nederl. taal en letterkunde aan de H. B. S. cn het gymnasium te Haarlem en in 1879 hoogleeraar aau de Leidsche hoogeschool. Vooral bekend als taalkundige schreef hg o. a. een „Nederlandsche Spraakkunst" in 2 deelen, „Vergelg kende Spraakleer der Nederl., Hoogduitsche en Engdlsche taal" enz., en was hg een zeer gewaardeerd medewerker aan Het Nederl. Woordenboek Geslaagd te 's Gravenhage voor het Fransch, lager onderwgs mej. C. J. van Mensch te Zaamslag. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Heteren ds. R. Jaarsma te Balk; te Groot Ammers ds. C. J. Leen- mans te Zettente Cillaarshoek C. Boerendonk cand. te Rotterdam te Berg Ambacht ds. J. Vonk te Oldebroek te Annerveen ds. H. Th. Obbink te Hoogersmilde. Bedankt voor Gaastmeer door ds. L. J. Wesseldyk teSchraard;voor Appelscha toez. door C. Boerendonk cand. te Rot- terdum. Stavenisse. In de vacature van kerk voogd bij de N. H. K. alhier, ontstaan ten gevolge van het overlij-'en van den heer H. van 't Hof, is voorzien door de benoe ming van den heer A. J. Steendgk, die zich de keuze heeft laten welgevallen. Ev. Luth. Gem. Groede. Onze Iiieuwberoepen leeraar werd Zondag in e voormiddaggodsdienst oefening bevestigd door ds. J. Bergman, van Rotterdam, met eene leerrede naar Job. 21 15-17. Des namiddags verbond ds. L. Sehutte zich aan de gemeente met de woorden uit 1 Cor. 2 2. De gemeente zong hem de bede toe uit Gezang 344 8. Beide malen groote ipkomst. Geref. Kerken. Beroepen te Meliskerke ds. W. Kapteyn te Breda. Bedankt voor Weesp door ds. G. P. waar de biddende familie nog op de knieën lag. Hg riep hun toe: „Gedankt zg God, Die uw gebed verhoord heeft: wg zgn ge red!" Hg knielde nevens hen neder. Met vreugdetranen in de oogen, zongen nu de Broeders en Zusters het vers van het lied ,,'t Halleluja zg Hem aangeheven, Die ons machtig heeft gered Dat we ons Hem geheel ten offer geven, Die ons hoorde op ons gebed. Ja, Gg maakt de deur des kerkers open, Gg verlost, die op uw goedheid hopen! De uwen zgn wg, God en Heer! U zg eeuwig dank en eer Zg gingen daarop allen op het dek, waar het scheepsvolk hen wachtte. De kaper werd nu nog zeer in de verte gezien. Allen wierpen zich op de knieën en de oudste der Zendelingen dankte den Heere in een hartroerend gebed, dat het hem weder be haagd had de zgnen te behoeden, en hun Zgn wonderen te doen zien. Tevens ver maande hg de geheele manschap, dat zg den Heere, die hen gered had, nu ook hun hart geven, en niet langer in onverschillig- beid leven mochten, opdat ook zij gezegd konden worden, het duur verworven eigen dom van den Heere Jezus Christus te zgn. Dit gebed had een verblgdende uitwerking. De matrozen reikten den Broeder de hand en baden om zyne voorbidding tot den Heere; en toen zij na eenige dagen gelukkig te St. Thomas aankwamen en dasr afscheid namen, omarmde de kapitein de zendelingen en zeide tot hen: „Uw gebed heeft ons gered; bidt verder voor mg en de mgnen." Men kan zich voorstellen, met welke gewaarwordingen vandankerkentenis de Zen delingen door hunne Broeders en Zusters op St. Thomas ontvingen werden. Bij het verhaal van het doorgestane gevaar, ver wonderden zich allen over hnn buitenge wone en onbegrg pelyke redding, en deze gebeurtenis was hun een dierbaar bewys Oberman te Ylstvoor Zevenhuizen r door ds.C. W.de Vries te Ngawier voor Renkum door ds. H. Teerink te Amersfoort voor Langeslag doer ds. J. v. Haeringen te Genderen. Geven wg nu nog een kort verslag van de behandeling van het voorstel Bavinck; wij moeten om der plaatsruimte wil, er maar een enkel woordje uit aanstippen. Het rapport der commissie bevatte een tiental conclusiën waarvan de considerans (de overwegingen) aldus luidde De generale synode constateer inde de onmogelijkheid om de beide opleidingsscho len thans te vereenigen, bestendige den bestaanden toestand, en handhave en beves- tige de Theologische School als de inrich ting der Kerken voor de opleiding tot den dienst des Woords. Het spreekt van zelf dat deze „overwe gingen", deze sleutel als 't ware waarmee de deur moest worden opengemaakt, deze inleiding tot de tien voorgestelde besluiten, deze considerans flink onder handen geno men werd. Van de verschillende sprekers noemen wg slechts enkele typen. Prof. Lindeboom waardeerde de pogiug der commissie doch vond ze ondo -lmatig. Haar voorstel heft de moeilgkheid niet op maar bestendigt haar. Zij wil eigenlyk zeggen: wg zien er tegen op de zaak op te lossen, laten wg ze maar zoo laten. Laat de syno'.e nu eindelijk eens beslissen omtrent het recht der kerken in deze zaak. Er moet zekerheid komen voor het bestaan der Theologische School. Is die er, dan zullen de giften voor haar weer ruim vloeien. Het tekort van f 10000 zal in drie maanden gedekt zgn. En dan spreekt de considerans van „opleidingsscholen", doch dit is onjuist. VVij hebben maar é3ne opleidingsschool en daarby is er nog eene theologische facul teit aan de Vrye Universiteit, waarmee de Kerkeu contractueel verbonden zgn maar dat contract kan altgd opgezegd worden. Eu nu zegt men dat de zaak vergemak kelijkt is geworden. Het tegendeel is waar. De zaak is ingewikkelder dan ooit, doordat de Vereeniging voor Hooger Ouderwijs de beslissing der Synode niet heeft afgewacht en maar een hoogleeraar benoemd heeft omdat er toch i.iets van de zaak komt. l'e Synode, vertegenwoordigster van 700 kerken, mag daarvoor echter niet uit den weg gaan. Professor Rutgers zegt onder meer, dat hij het voorstel-Baviuck niet wilde be spreken, dit toch is doelloos op dit oogen- blik. Nu willen wg alleen komen tot een heid van opleiding, maar niet onder de leus alles of niets, gelyk prof. Lindeboom wil. Met redevoeringen als van dezen professor zet men de zaak achteruit. De echte opleiding, zoo zegt deze spreker, is de onze wijl de Kerken een eigen in richting te Kampen hebben. Maar dit is zoo nïet. De kerken hebben wel het recht, niet de roeping een eigen inrichting te heb ben. En tusschen recht en roeping is een groot verschil. Nu is hier tweeërlei overtuiging. De meerderheid der kerken gaat stellig niet met prof. Lindeboom mee. Wanneer er nu twee overtuigingen zgn, is 't verkeerd daarom scheuring te maken; dan liever wachten. |En nu is 't voorstel der Commissie een modus vivendi een poging om de twee meeningen te ver zoenen. Spreker kan zich met dën considerans wel niet geheel vereenigen maar hij legt er zich bg neer, om de rust der Kerken te bestendigen. Wat zgn schrgvenin de Standaard aan. tan gebedsverhooring, en van de waarheid: dat de Heere diegenen niet verlaat die zich aan Hem op leven en dood hebben over gegeven. Jaren waren sedert voorbygegaan. De vrede was aan de wereld teruggeschonken maar de Zendelingen konden niet nalaten, den dag van deze hunne wonderbare red ding als een geheel bijzonderen genadedag te blijven vieren. Toen zg eens juist tot dat doel by een waren, liet zich een heer hg hen aanmelden. Een aanzienlijk man treedt binnen. Hij is hnn allen onbekend; doch in weerwil van een forsch uitzicht, hebben zgne wezenstrekken de onnavolg bare vriendelykheid, waarin zich de stralen afspiegelen van een licht, hetwelk blijk baar heerlyk afschgnt van het Ryk Gods, en dat toch zoovelen verborgen is. Men vroeg hem, wien men het genoegen had bg zich te zien? Hg antwoordde: „Vergunt mg vooraf eene vraag aan ulieden: kwaamt gg voor omtrent vyfjaar metde Engelschebrik Brittannia hier aan?" Toen men dit met „ja!" beantwoordde, voer hg voort „Werd niet uw schip daor een Kaper aangegrepen P" „Ja, dat is waarheiden waarom vraagt gg dat?" „Om lat ik zelf de Kaperkapitein ben, die u aangreep." Nu zagen allen hem verwonderd aan. „De wonderbare redding van uw schip, hernam hg, heeft mg van de ketenen des duivels gered; hoort, hoe dit geschiedde: In stouten moed zag ik uw kleine brik voor goeden prgs aan. Reeds liet ik haar enteren, toen op eenmaal uw schip eene beweging kreeg, die het volk met de en terhaken in zee slingerde. Ik liet nieuw volk toetreden, maar alle moeite om het schip opnieuw te enteren was vruchteloos. Nu wilde ik het in den grond boren, maar er gebeurde iets ongehoordsalle schoten gaat, hg heeft eenvoudig geconstateerd een feit, en wel dat er niets van komt. Dit is een waarheid die elk zien kon en kan; er staan twee overtuigingen tegen elkauder over, en hieraan verandert men niets. Prof. Noordtzij gelooft dat de zaak geheel anders had kunnen marcheereu wanneer de kranten er zioh buiten gehouden hadden. Men heeft 't voorstel Bavinck als modus vivendi niet voldoende bestudeerd alvorens bette bestryden. Er is boven lien nog een dienstvaardigheid dei practijk welke zich belichaamde in dit woordLaat ons stil zgn, de Theologische Schoolgaat toch finan- ciëel te gioude. Prof. Biesterveld denkt er ook zoo over. Prof'. Wielenga dito. Maar hij betreurt het dat wij nu zeven jaar saamgewoond hebben en nog niet verder zgn dan aan dezen indruk „een prmcipiëele bespre king over deze zaak is onvruchtbaar wg leden der Synode inde kerken kunnen het niet lgden dat wij de zaak principieel bespreken". Wg kunnen niet auders dan het voorstel der commissie aannemen, doch de onrust der kerken zal er niet door weggenomen worden. Zij die staan op het universitaire stand punt zullen dit voorstel als een tydelyke concessie aan de theologische school beschou wen. Maar wij moeten verder op. Er komt strgd. Wg moeten een oog in 't zeil houden. H.tgaat over de vraag: zullen in laatste ins autie de Kerken of zal de Academie het laatste woord hebben inzake de opleiding? En nu heeft men een gunstige gelegenheid laten voordijgaan met terzyde te stellen het voorstel-Bavinck dat eenheid van opleidingdien eisch des tijds, bedoelt. Ds. Liltooij gaat mee met smart. Wanneer de voorstanders der Vrge Universiteit meer verlangen dan bet voorstel Bavinck, dan vragen wg, zegt Spreker, wat wilt gg? Is de theologische school voor u een ge vaar? Maar dan is de Vrge Universiteit het voor ons ook. Wg willen de opleiding van predikanten der Tbeol. school en ook van vrge studie. Maar dit laatste mag niet zoo verstaan dat de kerken daarop niets te zeggen hebben. Ds. Bavinck Senior beaamt dit. Hy begroet 't voorstel der commissie metdiepe smart en zegt: Late n.,oit de kerk de be noeming van hoogleeraren los. Wg willen de eenheid, maar onder die voorwaarde. Prof. Bavinck betuigde zyn spgt over de eervolle begrafenis aan zgn voorstel te beurt gevallen. Op het probleem der kerken, opgelost in 1892, had het probleem der opleiding opgelost in 1899 kunnen volgen. Prof. Kuyper had gezegd er moet nog een amendement in 't voorstel-Bavinck. Maar waarom dit dan niet gedaan? Spreker voor zich wil wel dat de school te gronde gaat, maar achter die school zit een beginsel. Bet gaat om het recht der kerken, om het confessio eel beginsel. Wanneer de tegen woordige hoogleeraren der Vrije Univer siteit bleven leven, zou 't gevaar,zoo groot niet zgn. Maar er zal een nieuw geslacht opstaan en wie waarborgt dau de kerken een stel hoogleeraren dat kerkelijk en con fessioneel voldoet Dan staan de kerken machteloos tegenover een particuliere vereeniging. De vereeniging voor Hooger Onderwgs moet meer waarborg geven voor de kerken. Wg moeten viagen welken toestand gaan de Kerken inzake de opleiding tegemoet als wg de Theologische school loslaten Dit is het probleem hetwelk ingedacht moet worden. De quaestie gaat nu en voortaan over de verhouding van Theologische Faculteit en de Kerken. Dr. Kuyper uit Leeuwarden zegt, ik heb gingen te zeer onder water om te kunnen treffen, en toen de kruitdamp, door den stormwind die zich plotseling verhief, was weggedreven, zageu wg uw schip verre van ons verwijderd, en met zulk eene snel heid zuidwaarts zeilen, als ik nog nooit een vaartuig had zien doen. Bg nauwkeu rig naoogen met mgn kgker, zag ik het schip als het ware met eene menigte zeilen bedekt zoodat ik ze nauweigks tellen kon; het kwam mg duidelgk voor, alsof een heir vanengelen voor het schip henenvloog, terwijl mgn trotsche oorlogsbrik met duivelen omringd was, die zich aan bet stuurroer vastklemden. Toen liet ik het bevel uit gaan westwaarts te sturen, en welhaast was ik uit het gezicht van de Brittania. „Intusschen had een sprakelooze ver baasdheid mij en al mgn scheepsvolk be vangen. Het was duidelgk dat een hoogere macht dat schip aan mgn geweld onttogen had; ik kon niet begrypen hoe dit plaats had en geraakte daarover in eene ver- wonderlyke onrust. Metde grootste nieuws gierigheid onderzocht ik wie de Brittannia aan boord had gehad, en het woordelyk antwoord van den schipper van mgn vaar tuig was„de Zendelingen der Broeder gemeente van St. Thomas. Zeker heeft hun gebed het schip gered van den rooden Jacobijn". „Dit bericht werkte op mg met wonder bare kracht. „Die zendelingen waren dus in den dienst van den Heer des lichts, en ik in den dienst van den vorst der duister nis! zoo dacht ik; en van die ure afheb ik gezocht deze lieden ,te leeren kennen; ja deze begeerte liet mg dag noch nacht rust. Ik verkocht mijn brik te St. Domingo en begaf mg naar Noord Amerika. Te New-York bezocht ik eene kerk welke mg bgzonder was aanbevolen. Aldaar hoorde ik eene leerrede over de woorden: werkt uzelfs zaligheid met vreezen en beven. Phil. 2 12. Deze predikatie ont- ,t voorstel-Bavinck bestredendcch wat deze laatste vraag betreft, daarin zal ik prof. B. steunen. Ook spreker gelooft dat het rechte verband moet komen tusschen de Theologische Faculteit en de Kerken. Prof. Rutgers zegt nog, 't volkomen eens te zijn met prof. Bavinck omtrent de vraag welke waarborgen de Kerken zullen hebben dat het Theologisch onder wgs aan de Vrge Universiteit zijn Gerefor meerd karakter zal behouden. Die vraag had dan ook de brochure-Bavinck moeten beheerschen. Of er bg diens streven, dat 't rechte verband kome tusschen die facul teit en de Kerken geen strgd meer zal zgn, dat betwgfelde spreker. Prof. Bavinck krggt bg dien strijd prof. Lmdeboom niet mee. De2e toch verlangt invloed der kerken op de benoeming van hoogleeraren wat hun Geref. belydenis ,en onderwgs be treft, e hun geschiktheid voor opleiding van de dienaren Jes Woords, maar niet op hnn wetenschappelijk onderwgs. Door zgn spreken, eindigt prof. Rutgers heeft piof Lindeboom de eenheid van op leiding twee is.-i.xgachteruit, de rede van prof. Bavink heeft haar vier jaar vooruit gebracht. ZENDING. Ds. Hessels rapporteert over 't rapport van Deputaten voor de Zending onder de Joden Dej utaten hebben aangesteld tot ar beiders ouder de Joden broeder Smit te Zwolle, die met ongewektheid zynm .eilgk werk verricht. Zij hebben steun geboden aan sommige Zondagsscholen, die door kin deren van Joden worden bezocht, en aan het Institatum Delftzschianum te Lei >zig, waar arbeiders ,onder de Joden werden opgeleid. De Deputaten gaven uit,,'t Leven van Daniël Landsman", en een tractaat, getiteld: „Wat leeren de Rabbij nen aangaande deu Messias". De commissie van praeadves steltvoor: le. deputaten dank te zeggen voor hun belangrijken arbeid; 2e. deputaten voor de Zending onder de Joden te machtigen een quaestor missionaris, geen depntaat zgnde, te benoemen; 3e. te besluiten dat bijaldien een deputaat voor de Zending zgn mandaat niet langer kan uitvoeren, de classe waartoe hij behoort een ander in zgne plaats zal benoemen. Ds. Donner rapporteert over de hande lingen van deputaten voor de Zending op Midden-Java ten Zuiden. Deze deputaten deelen o.a. mede: dat Ds. Adriaanse een goed deel van zgn tgd besteedde aan de studie van de taal en aan het paganisme, gelijk't aldaar optreedt, dat Ds. Adriaanse geregeld de desa's be ocht en al spoedig tot de conclussie kwam dat de zooge naamde Christengemeenten alle vrucht zgn van den arbeid van mevrouw Philips; dat Ds. Adriaanse in den helper Moesa een goede hulp vond, zoodat Z.Eerw. hem dan ook als onderwijzer aan de school te Temon heeft aangesteld; dat Ds. Adriaanse aan de beste leerlingen van de Keuchenius- school eenig onderwgs heeft gegeven tg deus de afwezigheid van br. Zuidema; dat de kerkeraad van Utrecht Ds. Adriaanse als Dienaar Missionair beriep; dat deze roeping werd opgevolgd en alzoo Ds. Adriaanse 1 Oct. 1897 dienaar des Woords bg de kerk te Utrecht werd. De Kerker ad van Utrecht voegt aan dit rapport, 't welk natuurlijk slechts tot 1 Oct. 1897 liep, 't vMgende toe. Ds. Adriaanse heeft na 1 Oct. 1897 zgne boven genoemde studiën en zyu bezoek aan de desa's getrouw en met yver voortgezet; enkele scholen zgu door Z.E.W. geopend, o. a. te Djenar, waaraan als hoofd helper Samuel is verbonden; zonder Sadrach, af te stooten werkt Ds. A. toch onafhanke'yk dekte mgne zonden aan mij zeiven, maar gaf mg tevens den raad en de bestiering, om niet te wanhopen, maar om te midden mijner zonden rechtstreeks tot den Zalig maker der zondaren toe te treden en aan zijne voeten om vergeving mijner zonden en een nieuw hart te bidden: want indien ik geloofde, zoo had Christus ook mgne zonden door zijn bioedigen kruisdood ge boet. Na de predikatie bezocht ik den leeraar, en openbaarde hem mgnen ziels toestand. Hij herhaalde mij op de vriende- delgkste wijze hetgeen hij' in de kerk had uitgesproken, en gaf mij den raad zoolang in het gebed tot den Heere Jezus Christus aan te houden, tot ik den vrede myner ziel zou gevonden hebben. Zulks deed ik dan ook met geheel mijn hart. Ik smeekte zoo lsng, totdat ik aan de voeten van Jezus vergeving ontving. Nu begaf ik mij tot mgnen leeraar, en hoe groot was mgn blgdschap toen ik ver nam, dat hij predikanj bij de Moravische Bioe .ergemeente was. Ik kreeg hemendie gemeente gedurig liever, en ben door des Heeren genade van een Kaperkapitein een arm zondaar geworden, die den Heere da- gelyks looft en prgst daarvoor, dat Hg mij als een vuurbrand uit het vuur gered heeft. Het behoorde nu ook steeds tot mgn liefste wenschen, u, mijne Broeders en Zusters, deze bekeering persoonlyk te ver halen, ten einde met u den Heere te kun nen prgzen, die zulke groote dingen aan mg gedaan heeft." Welk eene hooge wyding deze gedenk dag der Zendelingen doo: deze ontmoeting en dit verbaal verkreeg, laat zich eer gevoelen dan beschryven. Dezelfde man stond tegenover hen, die nog voor vyf jaren het Rijk des Satans diende, knielde thans met hen neder, om den Heere Jezus Christus zich voor eeuwig over te geven, en stond op met het woord van het lied: „Het lust ons bg het kruis te blyven!" Jong.bode,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 2