SCHOOLNIEUWS.
KERKNIEUWS.
BEKENDMAKINGEN.
•tellen n ear aanleiding van eene stadie over
de mobilisatie, doch Dreyfus kwam tas-
schenbeide met de verklaring nooit bij dat
werk met de Fransche Bank in contact
te zijn geweest.
Het gerncht loopt dat naar aanleiding
van bovengenoemd incident voor den
krijgsraad, Je generaal Merciergearresteerd
zal worden wegens het afleggen van valsche
getuigenis.
Wij gelooven het niet.
Immers wanneer men dat wilde had de
Krijgsraad hem Vrijdag al dadelijk kunnen
vasthouden.
Vermoedelijk zijn wij nn metdegetuigen
a charge klaar. Morgen beginnen de getui
gen h. decharge.
Een dame te Lyon vond Vrijdag onder
de brug aan den rechteroever der Rhone
een klein zwart lederen zakje, waarin zich
een sleutel bevond en een klein stukje
papier, waarop met potlood geschreven
„Labori, Lorinier, Bazel. Niets zal bekend
worden. Dreyfus onschuldig. Vry willige
zelfmoord. De order uitgevoerd."
Het zakje in quaestie en de inhondisaan
de rechtbank overhandigd.
(Een kleine afwisseling). Gast, in een
koffiehuis: AannemenGeef me een flesch
bordereau
KellnerBordereau ?U bedoelt bordesus:
Gast't Is precies hetzelfde. Allebei
vervalscht
Goes. Gedurende de kermis zal de
passage met rij- en voertuigen door „Het
Rijfelstraatje" en „de Stalstraat", alsmede
over „de Vlasmarkt", gestremd zgn, met
dien verstande, wat de Vlasmarkt betreft,
dat deze alleen mag bereden worden van
uit het Waterstraatje naar de Wijngaard
straat, in rechte richting, langs de woningen
der heeren F. J. Boone en A. v. Schelven.
Voorts is het draven op de markten en
jn de belendende straten verboden.
De belanghebbenden wordt herinnerd
dat, zonder vergunning van Burgemeester
en wethouders, op verbeurte van eene
boete van ten hoogste vijftien gulden, de
Stoepen of Open plaatsen voor de panden
in deze gemeente niet voor het geven
van vertooningen of het doen van uitstal
lingen afgestaan of voor dat doel ingenomen
mogen worden.
De aanvrage om vergunning moet ge
schieden bij den marktmeester.
De passage over de Draaibrug is gedu
rende deze week voor rij- en voertuigen
28 Augustus '99.
Bg beschikking van den minister van
Waterstaat zyn benoemd tot buitengewoon
opzichter L. F. E. v. Hoogenhnijze te
's Gravenhage, bij de verbetering van het
kanaal van Ter Neuzen;en de civiel-inge-
meur L. G. de Graaf, te Scherpenisse, bg
de uitvoering van baggerwerk in de Boven
Merwede.
Bg Kon. besluit is eervol ontslag
verleend als kantonrechter-plaatsvervanger
in het kanton Ter Neuzen, aan den heer
J. N. J. Boom, laatst inspecteur der belas
tingen aldaar.
Het intrekken van l et bgeenroepen
van de Tweede Kamer is door den voo zit-
ter als volgt ter kennis van de leden
gebracht:
„Aangezien de heer dr. Kuyper blijkens
^eden ontvangen telegrafisch bericht wegens
geurige familieomstandigheden verhinderd
in het schip waren de biddenden op hun
aangezicht neergevallen en baden steeds
dringender. Op het dek verwachtte men
met angst en benauwdheid de tweede laag
van het zich wendend roofschip, en deze
volgde met daverenden donderknal-? doch
er volgde geen nieuwe uitbarsting. De
roover, van zgn buit zeker, liet de enter
haken uitleggen. Het lot van de Brittannia
moest binnen eenige minuten beslist zijn.
Doch nu werd dit schip opeens als van
een wervelwind aangegrepen een vliegende
storm raasde door wand en stengen en deed
de weinige, nog onbeschadigde zeilen van
de Brittannia zwellen. De roover gaf nu
weder en aanhoudend laag op laag. Hij
scheen het reeds fel geteisterd schip in
den grond te willen boren. De donder van
zijn geschut kraakte vreeselijk. Een dikke
kruitdamp omhulde de Brittannia als een
mist zoodat men ter na iwemood de naaste
voorwerpen onderscheiden kon. Ieder achtte
dus den roover meester van het schip, en
evenwel was de vgand nog niet aan boord.
Een wonderbare beweging overweldigde nu
het slingerend vaartuig. Het draaide zich
een tydlang als in een kring rond. De man
schap scheen niet meer meester van het
•chip, maar het was als in de macht van
de golven der zee. De elementen hadden
zich als het ware in den strgd gemengd
met den rooverin één woordde Brit
tannia werd rechtstreeks naar het zuiden
heengestormd. Nu hoorde men als in de
verte de kanonschoten en men denke zich
de verbazing der manschap van de Brit
tannia, toen zg den kaper op verren afstand
van zich aanschouwde, die hun als ten af
scheid een saluutschot nazond. Hg had de
bloedvlag gestreken, en stuurde naar het
westen. Alle waarnemingen gaven te ken
nen, dat hg de vervolging had opgegeven,
doch om wat oorzaak was voor alien on-
begrypelyk.
Thans begaf zich de kapitein in de kajuit
is gevolg te geven aan zgn voornemen om
eerstdaags een nadere nota betredende 2
amendementen op de Ongevallenwet in te
dienen, wordt de bgeenroeping van de
Tweede Kamer tegen 6 September bg deze
door den voorzitter ingetrokken."
Door de Nederlandsche en Belgische
regeeringen is met het oog op de ver
betering van het kanaal GentTemeuzen
een commissie van ingenieurs belast
met een onderzoek der groote waterbouw
werken aan het vaste land.
Deze heeren zgn dezer dagen te Hamburg
aangekomen.
De overheden stelden stoombarkassen te
hunner beschikking en onder leiding van
een hoofdambtenaar bezochten zg de Ham
burger havenwerken, in 't bijzonder de
electrische en hydraulische inrichtingen der
haven. In de commissie hebben zitting voor
België de ingenieurs De Heem en Grenier,
van Gent, en Troost, van Brusselvoor ons
land de inspecteur van den waterstaat
Nelemans, van Temeuzen; hoofdingenieur
Bekaer, van Middelburg, en ingenieur De
Groot, van ïerneuzen. Vad.
Te Leiden is overleden prof. dr. P.
J. Cosgn, hoogleeruar in de Ned. taal aan
de Universiteit aldaar.
Pieter Jacob Cosgn werd geboren 29
Nov. 1840 te Rgswgk. H:i studeerde in
de letteren te Leiden, werd eerst conreotor
te Winschoten, daarna leeraar in de Nederl.
taal en letterkunde aan de H. B. S. cn
het gymnasium te Haarlem en in 1879
hoogleeraar aau de Leidsche hoogeschool.
Vooral bekend als taalkundige schreef hg
o. a. een „Nederlandsche Spraakkunst" in
2 deelen, „Vergelg kende Spraakleer der
Nederl., Hoogduitsche en Engdlsche taal"
enz., en was hg een zeer gewaardeerd
medewerker aan Het Nederl. Woordenboek
Geslaagd te 's Gravenhage voor het
Fransch, lager onderwgs mej. C. J. van
Mensch te Zaamslag.
Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Heteren ds. R. Jaarsma te
Balk; te Groot Ammers ds. C. J. Leen-
mans te Zettente Cillaarshoek C.
Boerendonk cand. te Rotterdam te
Berg Ambacht ds. J. Vonk te Oldebroek
te Annerveen ds. H. Th. Obbink te
Hoogersmilde.
Bedankt voor Gaastmeer door ds. L. J.
Wesseldyk teSchraard;voor Appelscha
toez. door C. Boerendonk cand. te Rot-
terdum.
Stavenisse. In de vacature van kerk
voogd bij de N. H. K. alhier, ontstaan ten
gevolge van het overlij-'en van den heer
H. van 't Hof, is voorzien door de benoe
ming van den heer A. J. Steendgk, die
zich de keuze heeft laten welgevallen.
Ev. Luth. Gem.
Groede. Onze Iiieuwberoepen leeraar
werd Zondag in e voormiddaggodsdienst
oefening bevestigd door ds. J. Bergman,
van Rotterdam, met eene leerrede naar
Job. 21 15-17.
Des namiddags verbond ds. L. Sehutte
zich aan de gemeente met de woorden uit
1 Cor. 2 2. De gemeente zong hem de
bede toe uit Gezang 344 8.
Beide malen groote ipkomst.
Geref. Kerken.
Beroepen te Meliskerke ds. W. Kapteyn
te Breda.
Bedankt voor Weesp door ds. G. P.
waar de biddende familie nog op de knieën
lag. Hg riep hun toe: „Gedankt zg God,
Die uw gebed verhoord heeft: wg zgn ge
red!" Hg knielde nevens hen neder.
Met vreugdetranen in de oogen, zongen nu
de Broeders en Zusters het vers van het lied
,,'t Halleluja zg Hem aangeheven,
Die ons machtig heeft gered
Dat we ons Hem geheel ten offer geven,
Die ons hoorde op ons gebed.
Ja, Gg maakt de deur des kerkers open,
Gg verlost, die op uw goedheid hopen!
De uwen zgn wg, God en Heer!
U zg eeuwig dank en eer
Zg gingen daarop allen op het dek, waar
het scheepsvolk hen wachtte. De kaper
werd nu nog zeer in de verte gezien. Allen
wierpen zich op de knieën en de oudste
der Zendelingen dankte den Heere in een
hartroerend gebed, dat het hem weder be
haagd had de zgnen te behoeden, en hun
Zgn wonderen te doen zien. Tevens ver
maande hg de geheele manschap, dat zg
den Heere, die hen gered had, nu ook hun
hart geven, en niet langer in onverschillig-
beid leven mochten, opdat ook zij gezegd
konden worden, het duur verworven eigen
dom van den Heere Jezus Christus te zgn.
Dit gebed had een verblgdende uitwerking.
De matrozen reikten den Broeder de hand
en baden om zyne voorbidding tot den Heere;
en toen zij na eenige dagen gelukkig te
St. Thomas aankwamen en dasr afscheid
namen, omarmde de kapitein de zendelingen
en zeide tot hen: „Uw gebed heeft ons
gered; bidt verder voor mg en de mgnen."
Men kan zich voorstellen, met welke
gewaarwordingen vandankerkentenis de Zen
delingen door hunne Broeders en Zusters
op St. Thomas ontvingen werden. Bij het
verhaal van het doorgestane gevaar, ver
wonderden zich allen over hnn buitenge
wone en onbegrg pelyke redding, en deze
gebeurtenis was hun een dierbaar bewys
Oberman te Ylstvoor Zevenhuizen r
door ds.C. W.de Vries te Ngawier voor
Renkum door ds. H. Teerink te Amersfoort
voor Langeslag doer ds. J. v. Haeringen
te Genderen.
Geven wg nu nog een kort verslag van
de behandeling van het voorstel Bavinck;
wij moeten om der plaatsruimte wil, er maar
een enkel woordje uit aanstippen.
Het rapport der commissie bevatte een
tiental conclusiën waarvan de considerans
(de overwegingen) aldus luidde
De generale synode constateer inde de
onmogelijkheid om de beide opleidingsscho
len thans te vereenigen, bestendige den
bestaanden toestand, en handhave en beves-
tige de Theologische School als de inrich
ting der Kerken voor de opleiding tot den
dienst des Woords.
Het spreekt van zelf dat deze „overwe
gingen", deze sleutel als 't ware waarmee
de deur moest worden opengemaakt, deze
inleiding tot de tien voorgestelde besluiten,
deze considerans flink onder handen geno
men werd.
Van de verschillende sprekers noemen
wg slechts enkele typen.
Prof. Lindeboom waardeerde de pogiug
der commissie doch vond ze ondo -lmatig.
Haar voorstel heft de moeilgkheid niet
op maar bestendigt haar. Zij wil eigenlyk
zeggen: wg zien er tegen op de zaak op
te lossen, laten wg ze maar zoo laten.
Laat de syno'.e nu eindelijk eens beslissen
omtrent het recht der kerken in deze zaak.
Er moet zekerheid komen voor het bestaan
der Theologische School.
Is die er, dan zullen de giften voor haar
weer ruim vloeien. Het tekort van f 10000
zal in drie maanden gedekt zgn.
En dan spreekt de considerans van
„opleidingsscholen", doch dit is onjuist.
VVij hebben maar é3ne opleidingsschool en
daarby is er nog eene theologische facul
teit aan de Vrye Universiteit, waarmee
de Kerkeu contractueel verbonden zgn maar
dat contract kan altgd opgezegd worden.
Eu nu zegt men dat de zaak vergemak
kelijkt is geworden. Het tegendeel is waar.
De zaak is ingewikkelder dan ooit, doordat
de Vereeniging voor Hooger Ouderwijs de
beslissing der Synode niet heeft afgewacht
en maar een hoogleeraar benoemd heeft
omdat er toch i.iets van de zaak komt.
l'e Synode, vertegenwoordigster van 700
kerken, mag daarvoor echter niet uit den
weg gaan.
Professor Rutgers zegt onder meer, dat
hij het voorstel-Baviuck niet wilde be
spreken, dit toch is doelloos op dit oogen-
blik. Nu willen wg alleen komen tot een
heid van opleiding, maar niet onder de leus
alles of niets, gelyk prof. Lindeboom wil.
Met redevoeringen als van dezen professor
zet men de zaak achteruit.
De echte opleiding, zoo zegt deze spreker,
is de onze wijl de Kerken een eigen in
richting te Kampen hebben. Maar dit is
zoo nïet. De kerken hebben wel het recht,
niet de roeping een eigen inrichting te heb
ben. En tusschen recht en roeping is een
groot verschil.
Nu is hier tweeërlei overtuiging. De
meerderheid der kerken gaat stellig niet
met prof. Lindeboom mee.
Wanneer er nu twee overtuigingen
zgn, is 't verkeerd daarom scheuring te
maken; dan liever wachten. |En nu is 't
voorstel der Commissie een modus vivendi
een poging om de twee meeningen te ver
zoenen.
Spreker kan zich met dën considerans
wel niet geheel vereenigen maar hij legt
er zich bg neer, om de rust der Kerken
te bestendigen.
Wat zgn schrgvenin de Standaard aan.
tan gebedsverhooring, en van de waarheid:
dat de Heere diegenen niet verlaat die zich
aan Hem op leven en dood hebben over
gegeven.
Jaren waren sedert voorbygegaan. De
vrede was aan de wereld teruggeschonken
maar de Zendelingen konden niet nalaten,
den dag van deze hunne wonderbare red
ding als een geheel bijzonderen genadedag
te blijven vieren. Toen zg eens juist tot
dat doel by een waren, liet zich een heer
hg hen aanmelden. Een aanzienlijk man
treedt binnen. Hij is hnn allen onbekend;
doch in weerwil van een forsch uitzicht,
hebben zgne wezenstrekken de onnavolg
bare vriendelykheid, waarin zich de stralen
afspiegelen van een licht, hetwelk blijk
baar heerlyk afschgnt van het Ryk Gods,
en dat toch zoovelen verborgen is.
Men vroeg hem, wien men het genoegen
had bg zich te zien? Hg antwoordde:
„Vergunt mg vooraf eene vraag aan
ulieden: kwaamt gg voor omtrent vyfjaar
metde Engelschebrik Brittannia hier aan?"
Toen men dit met „ja!" beantwoordde,
voer hg voort
„Werd niet uw schip daor een Kaper
aangegrepen P"
„Ja, dat is waarheiden waarom vraagt
gg dat?"
„Om lat ik zelf de Kaperkapitein ben,
die u aangreep."
Nu zagen allen hem verwonderd aan.
„De wonderbare redding van uw schip,
hernam hg, heeft mg van de ketenen des
duivels gered; hoort, hoe dit geschiedde:
In stouten moed zag ik uw kleine brik
voor goeden prgs aan. Reeds liet ik haar
enteren, toen op eenmaal uw schip eene
beweging kreeg, die het volk met de en
terhaken in zee slingerde. Ik liet nieuw
volk toetreden, maar alle moeite om het
schip opnieuw te enteren was vruchteloos.
Nu wilde ik het in den grond boren, maar
er gebeurde iets ongehoordsalle schoten
gaat, hg heeft eenvoudig geconstateerd een
feit, en wel dat er niets van komt. Dit is
een waarheid die elk zien kon en kan; er
staan twee overtuigingen tegen elkauder
over, en hieraan verandert men niets.
Prof. Noordtzij gelooft dat de zaak geheel
anders had kunnen marcheereu wanneer de
kranten er zioh buiten gehouden hadden.
Men heeft 't voorstel Bavinck als modus
vivendi niet voldoende bestudeerd alvorens
bette bestryden. Er is boven lien nog een
dienstvaardigheid dei practijk welke zich
belichaamde in dit woordLaat ons stil
zgn, de Theologische Schoolgaat toch finan-
ciëel te gioude.
Prof. Biesterveld denkt er ook zoo over.
Prof'. Wielenga dito. Maar hij betreurt
het dat wij nu zeven jaar saamgewoond
hebben en nog niet verder zgn dan aan
dezen indruk „een prmcipiëele bespre
king over deze zaak is onvruchtbaar
wg leden der Synode inde kerken kunnen
het niet lgden dat wij de zaak principieel
bespreken". Wg kunnen niet auders dan
het voorstel der commissie aannemen, doch
de onrust der kerken zal er niet door
weggenomen worden.
Zij die staan op het universitaire stand
punt zullen dit voorstel als een tydelyke
concessie aan de theologische school beschou
wen. Maar wij moeten verder op. Er
komt strgd. Wg moeten een oog in 't zeil
houden. H.tgaat over de vraag: zullen
in laatste ins autie de Kerken of zal
de Academie het laatste woord hebben
inzake de opleiding? En nu heeft men een
gunstige gelegenheid laten voordijgaan met
terzyde te stellen het voorstel-Bavinck dat
eenheid van opleidingdien eisch des tijds,
bedoelt.
Ds. Liltooij gaat mee met smart. Wanneer
de voorstanders der Vrge Universiteit meer
verlangen dan bet voorstel Bavinck, dan
vragen wg, zegt Spreker, wat wilt gg?
Is de theologische school voor u een ge
vaar?
Maar dan is de Vrge Universiteit het
voor ons ook. Wg willen de opleiding
van predikanten der Tbeol. school en ook
van vrge studie. Maar dit laatste mag
niet zoo verstaan dat de kerken daarop niets
te zeggen hebben.
Ds. Bavinck Senior beaamt dit. Hy
begroet 't voorstel der commissie metdiepe
smart en zegt: Late n.,oit de kerk de be
noeming van hoogleeraren los. Wg willen
de eenheid, maar onder die voorwaarde.
Prof. Bavinck betuigde zyn spgt over
de eervolle begrafenis aan zgn voorstel te
beurt gevallen. Op het probleem der kerken,
opgelost in 1892, had het probleem der
opleiding opgelost in 1899 kunnen volgen.
Prof. Kuyper had gezegd er moet nog een
amendement in 't voorstel-Bavinck. Maar
waarom dit dan niet gedaan? Spreker voor
zich wil wel dat de school te gronde gaat,
maar achter die school zit een beginsel. Bet
gaat om het recht der kerken, om het
confessio eel beginsel. Wanneer de tegen
woordige hoogleeraren der Vrije Univer
siteit bleven leven, zou 't gevaar,zoo groot
niet zgn. Maar er zal een nieuw geslacht
opstaan en wie waarborgt dau de kerken
een stel hoogleeraren dat kerkelijk en con
fessioneel voldoet Dan staan de kerken
machteloos tegenover een particuliere
vereeniging. De vereeniging voor Hooger
Onderwgs moet meer waarborg geven
voor de kerken. Wg moeten viagen welken
toestand gaan de Kerken inzake de opleiding
tegemoet als wg de Theologische school
loslaten Dit is het probleem hetwelk
ingedacht moet worden. De quaestie gaat
nu en voortaan over de verhouding van
Theologische Faculteit en de Kerken.
Dr. Kuyper uit Leeuwarden zegt, ik heb
gingen te zeer onder water om te kunnen
treffen, en toen de kruitdamp, door den
stormwind die zich plotseling verhief, was
weggedreven, zageu wg uw schip verre
van ons verwijderd, en met zulk eene snel
heid zuidwaarts zeilen, als ik nog nooit
een vaartuig had zien doen. Bg nauwkeu
rig naoogen met mgn kgker, zag ik het
schip als het ware met eene menigte zeilen
bedekt zoodat ik ze nauweigks tellen kon;
het kwam mg duidelgk voor, alsof een
heir vanengelen voor het schip henenvloog,
terwijl mgn trotsche oorlogsbrik met duivelen
omringd was, die zich aan bet stuurroer
vastklemden. Toen liet ik het bevel uit
gaan westwaarts te sturen, en welhaast was
ik uit het gezicht van de Brittania.
„Intusschen had een sprakelooze ver
baasdheid mij en al mgn scheepsvolk be
vangen. Het was duidelgk dat een hoogere
macht dat schip aan mgn geweld onttogen
had; ik kon niet begrypen hoe dit plaats
had en geraakte daarover in eene ver-
wonderlyke onrust. Metde grootste nieuws
gierigheid onderzocht ik wie de Brittannia
aan boord had gehad, en het woordelyk
antwoord van den schipper van mgn vaar
tuig was„de Zendelingen der Broeder
gemeente van St. Thomas. Zeker heeft hun
gebed het schip gered van den rooden
Jacobijn".
„Dit bericht werkte op mg met wonder
bare kracht. „Die zendelingen waren dus
in den dienst van den Heer des lichts, en
ik in den dienst van den vorst der duister
nis! zoo dacht ik; en van die ure afheb
ik gezocht deze lieden ,te leeren kennen;
ja deze begeerte liet mg dag noch nacht
rust. Ik verkocht mijn brik te St. Domingo
en begaf mg naar Noord Amerika. Te
New-York bezocht ik eene kerk welke
mg bgzonder was aanbevolen. Aldaar
hoorde ik eene leerrede over de woorden:
werkt uzelfs zaligheid met vreezen en
beven. Phil. 2 12. Deze predikatie ont-
,t voorstel-Bavinck bestredendcch wat
deze laatste vraag betreft, daarin zal ik
prof. B. steunen. Ook spreker gelooft dat
het rechte verband moet komen tusschen de
Theologische Faculteit en de Kerken.
Prof. Rutgers zegt nog, 't volkomen
eens te zijn met prof. Bavinck omtrent
de vraag welke waarborgen de Kerken
zullen hebben dat het Theologisch onder
wgs aan de Vrge Universiteit zijn Gerefor
meerd karakter zal behouden. Die vraag
had dan ook de brochure-Bavinck moeten
beheerschen. Of er bg diens streven, dat
't rechte verband kome tusschen die facul
teit en de Kerken geen strgd meer zal
zgn, dat betwgfelde spreker. Prof. Bavinck
krggt bg dien strijd prof. Lmdeboom niet
mee. De2e toch verlangt invloed der
kerken op de benoeming van hoogleeraren
wat hun Geref. belydenis ,en onderwgs be
treft, e hun geschiktheid voor opleiding
van de dienaren Jes Woords, maar niet
op hnn wetenschappelijk onderwgs.
Door zgn spreken, eindigt prof. Rutgers
heeft piof Lindeboom de eenheid van op
leiding twee is.-i.xgachteruit, de rede van prof.
Bavink heeft haar vier jaar vooruit gebracht.
ZENDING.
Ds. Hessels rapporteert over 't rapport
van Deputaten voor de Zending onder de
Joden Dej utaten hebben aangesteld tot ar
beiders ouder de Joden broeder Smit te
Zwolle, die met ongewektheid zynm .eilgk
werk verricht. Zij hebben steun geboden
aan sommige Zondagsscholen, die door kin
deren van Joden worden bezocht, en aan
het Institatum Delftzschianum te Lei >zig,
waar arbeiders ,onder de Joden werden
opgeleid. De Deputaten gaven uit,,'t
Leven van Daniël Landsman", en een
tractaat, getiteld: „Wat leeren de Rabbij
nen aangaande deu Messias". De commissie
van praeadves steltvoor:
le. deputaten dank te zeggen voor hun
belangrijken arbeid;
2e. deputaten voor de Zending onder de
Joden te machtigen een quaestor missionaris,
geen depntaat zgnde, te benoemen;
3e. te besluiten dat bijaldien een deputaat
voor de Zending zgn mandaat niet langer
kan uitvoeren, de classe waartoe hij
behoort een ander in zgne plaats zal
benoemen.
Ds. Donner rapporteert over de hande
lingen van deputaten voor de Zending op
Midden-Java ten Zuiden. Deze deputaten
deelen o.a. mede: dat Ds. Adriaanse een
goed deel van zgn tgd besteedde aan de
studie van de taal en aan het paganisme,
gelijk't aldaar optreedt, dat Ds. Adriaanse
geregeld de desa's be ocht en al spoedig
tot de conclussie kwam dat de zooge
naamde Christengemeenten alle vrucht zgn
van den arbeid van mevrouw Philips; dat
Ds. Adriaanse in den helper Moesa een
goede hulp vond, zoodat Z.Eerw. hem dan
ook als onderwijzer aan de school te Temon
heeft aangesteld; dat Ds. Adriaanse aan
de beste leerlingen van de Keuchenius-
school eenig onderwgs heeft gegeven
tg deus de afwezigheid van br. Zuidema;
dat de kerkeraad van Utrecht Ds. Adriaanse
als Dienaar Missionair beriep; dat deze
roeping werd opgevolgd en alzoo Ds.
Adriaanse 1 Oct. 1897 dienaar des Woords
bg de kerk te Utrecht werd.
De Kerker ad van Utrecht voegt aan
dit rapport, 't welk natuurlijk slechts tot
1 Oct. 1897 liep, 't vMgende toe. Ds.
Adriaanse heeft na 1 Oct. 1897 zgne boven
genoemde studiën en zyu bezoek aan de
desa's getrouw en met yver voortgezet;
enkele scholen zgu door Z.E.W. geopend,
o. a. te Djenar, waaraan als hoofd helper
Samuel is verbonden; zonder Sadrach, af
te stooten werkt Ds. A. toch onafhanke'yk
dekte mgne zonden aan mij zeiven, maar
gaf mg tevens den raad en de bestiering,
om niet te wanhopen, maar om te midden
mijner zonden rechtstreeks tot den Zalig
maker der zondaren toe te treden en aan
zijne voeten om vergeving mijner zonden
en een nieuw hart te bidden: want indien
ik geloofde, zoo had Christus ook mgne
zonden door zijn bioedigen kruisdood ge
boet. Na de predikatie bezocht ik den
leeraar, en openbaarde hem mgnen ziels
toestand. Hij herhaalde mij op de vriende-
delgkste wijze hetgeen hij' in de kerk had
uitgesproken, en gaf mij den raad zoolang
in het gebed tot den Heere Jezus Christus
aan te houden, tot ik den vrede myner
ziel zou gevonden hebben. Zulks deed ik
dan ook met geheel mijn hart. Ik smeekte
zoo lsng, totdat ik aan de voeten van Jezus
vergeving ontving.
Nu begaf ik mij tot mgnen leeraar, en
hoe groot was mgn blgdschap toen ik ver
nam, dat hij predikanj bij de Moravische
Bioe .ergemeente was. Ik kreeg hemendie
gemeente gedurig liever, en ben door des
Heeren genade van een Kaperkapitein een
arm zondaar geworden, die den Heere da-
gelyks looft en prgst daarvoor, dat Hg
mij als een vuurbrand uit het vuur gered
heeft. Het behoorde nu ook steeds tot mgn
liefste wenschen, u, mijne Broeders en
Zusters, deze bekeering persoonlyk te ver
halen, ten einde met u den Heere te kun
nen prgzen, die zulke groote dingen aan
mg gedaan heeft."
Welk eene hooge wyding deze gedenk
dag der Zendelingen doo: deze ontmoeting
en dit verbaal verkreeg, laat zich eer
gevoelen dan beschryven. Dezelfde man stond
tegenover hen, die nog voor vyf jaren het
Rijk des Satans diende, knielde thans met
hen neder, om den Heere Jezus Christus
zich voor eeuwig over te geven, en stond
op met het woord van het lied: „Het lust
ons bg het kruis te blyven!" Jong.bode,