VOOR ZEELAND. CHRISTELIJK- HISTORISCH gevraagd, Middelburg ndknecht NSTBODE ESKNECHT NIEUWSBLAD vvnumAjL». ROTTERDAM- Van Zierikzee: idd 'smorg.s midd Vrijd.25 7,50 3,15 VERSCHIJNT Uitgave van G. M. KLEMKERK, te Goes F. P. D'HUIJ, te Middelburg. PRIJS DER ADVERTENTIÉN De Ongevallenwet. Het proces Dreyfus. 3DDE Lz., en W. Souburg. k met November aan huis. Adres Mej. tstraat, Middelbug. een ioegen kan. Adres D. e. aankomende den de 16 jaar. len Uitgever te Goes. raagd in een gezin zonder ende MEID adres Boekh. D'HUIJ, bug. en van Antwerpen Vlaandag) 's morg. 8.u. OOTDIEN8T )DELB.-ROTTERDAM gustus. onderd des Zondags, van van Middelburg 8,45; «g- a m s c h e tg d. Van Rotterdam: 'smor. 'smid. Vrijd.25 11,— Zater.26 11, Zond. 27 11, Maan, 28 11,30 Dins. 29 11,30 Woen30 11,— Dond.31 11,— is. ÜOTDIENST burg en Zierikzee. srikzee Spoorweg (doei Aug. Zater.26 Zond.27 Maan.28 Dins. 29 Woen30 Dond.31 7,50 6,- 7,50 7,50 7,50 6.30 3,15 4.45 3,15 3,15 3.15 3.15 resterschelde. >5o) nm. 3,25 en 6,20 25a) nm. 3,55 en 6,50 ,25 nm. 1,55a) en 4,45 40 2,15a) en 5,50 11,55a 3,25 en 6,206 12,15a 3,45en 6,40f tr Breskens ten hoogste singen naar Borsselen ilegd. 4,47 4.57 5,4 5,17 5,2» 5,38 5,47 7,17 8,46 9.58 6, 5,9 5,2.i (3) 5,28 6,5 6,20 7,84 8,46 9,58 8.49 ®i f6,80 7,34 8,46 9,58 8.49 9—1 6,20 6.80 t,8i 6,48 6,57 7.06 7,18 7,28 7.35 7.48 7.69 8.07 8,15 9,2 9,1 10.4 9.— igeland over Vlissingen. 10,37 10,28 11,40 12,22 12,88 12,56 1,58 1,25 3,10 8,50 4,6 4,22 6,13 6,3 7.25 8,10 8.26 8,41 Ho. Sftfcrifiin 26 Hupsfits, MirntfR laarpag. .-.LKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND. Vrijs per drie maanden franco p p0,95. Enkele nummers0,025. EN van 1 5 regels 25 centiedere regel meer 5 cent. Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel meer 10 cent. L. IV. De grooto grief wij herinnerden daar aan in een vorig opstel over bovengenoemd ontwerp is de aanitelling eoner Rijksr- verzekerin/bauk. Op zichzelf is een dergelijke bank i iet alleen onschuldig, maar zeis nultig, voor- deelig en boven particuliere banken te vorkieZJii. Niet alle centra'isatie is in de practijk gebleken uit len booze te zijn. En indien er nu niet til van particulieie verzekerings banken aan groote industrieels inrichtingen verben en sinds jaren zegen gespreid had den, wij zouden ons van de nuttigheid eener Rijksinstelling voor allen terstond laten overtuigen. Maar er bestaan tal van fonlsen door maatschappijen en fabrikanten in 't leven geroepen, fondsen die goed werken en met meer voordeel voorden werkman en minder opoffering van den patroon. Waartoe dan deis fondsen te ruineeren of althans in de war te sturen eu de fabrikanten te dwingen in zulk een Rij ksverzekeringb nk te gaan? Maar eene verzekering is te sierker en te vertrouwbaarder, ook te goedkooper als zij in een zoo ruim mogelijken kring werkt, de risico s worden dan bet meest verdeeld, do kosten van beheer kunnen 't geringst zijn, de premiën het laagst. Bovendien levert een Rijksbank die op liet Staalscre- diet steunt, meer waarborg voor ds werk lieden dan particuliere fonlsen die veelal afhankelijk zijn van 'et voorthes aan van het bedrijf èa de soliditeit der patrooriB. Aldus redeneert men van liberale zijde, althans het Handelsblad. E i er is veel waars in de redenèering. Veel, doch niet alles. Immers er staat toch tegenover dat par ticulieren 't goedkooper, en toch goed, voor zich inrichten kunnen. Aan zulk een Rijksbank betealt men ieder jaar vaste premien terwijl aan de particu liere verzekering on Ier beheer der fabriek, bijvoorbeeld van v. Marken of Schwartz of de Storks jaren verloopen dat geen premie betaling noodig is, dewijl er geen ongeluk ken zijn. Maar bier komt dan ook te beter de onrechtvaardigheid van het centralisatie stelsel door uit. Centra!iseeren, met wegvaging of tegen werking v n hetgeen 't partiknlier initia tief reeds deed en met bepaalde voorschrij- viiu' van meedoen ook aan hen die er niet van gediend zijn, is onrecht plegen. En met alle welwillendheid jegens dit ontwerp, moeten wij ons dan ook tegen dit stelsel verzetten; of liever ons bij het vei zet der particuliere nijverheid en dei- staatss; oormaatechapi ii aanslu ten. Een rijksvefZckeringbank *oor allen, indien er geen particuliere fondsen waren, zou ons inderdaad toelachen. Het spreekt, van zelf dat 't er dan eene moest zijn, waarbij bestuur en toezicht en medezeggenschap ook aar. particuheien weid toezes'aan. Maar de bank gelijk de regeering die thans voorstelt, geeft %an dit alles niets. De leden ran die Rijksbank hebben niets te zeggen; zelfs muzen zij niet medeweiki-n nan de verkiezing van bet centiaal bestuur aar. drie leden, en van de commissie van toezicht. De regeering, en zij alleen, doet dat. En 't b stuur bepaalt 't bedrag der premiën (contributiën) en of een werkman een geregelde nitkeering zal hebben. Ook mist zulk een rijksbank hare op zichzelf riatnurlyke voordeelen. De premien zullen honger zijn dan hij bestaande fond sen; en de werkmeu zal een onnoo .ige uitkeering ingeval van ongeval krijgen, wanneer hg in zijn fabriek of werkplaats behoorlijk verzekerd is. Hier is een oplossing noodig. De partijen moeten t >t elkander gebracht. De protesieerende werkgevers moeten den dooizettcnlen ministers straks dankbaar kunnen zijn voor 't goede werk door hen ondernomen. En dit zou alzno kunnen zijn, wanneer, 't geen ook elders, hijvnorb -eldin Frankrijk, Oostenrijk en 1 tal c is toegelaten, in het ontwerp der Nederlandsche regeering als geoorloofd geboekt weid; dat ook particu liere ondernemingen voor hunne arbeiders zorgen, mits behoorlijk toezicht van den Saat. In Duitschland is zelfs de geliecle taak der verzekering nan beroeps-vereenigingen opgedragen. Op dit punt is eehter de Nederlandsche regeeiing niet best te spreken. Nederland is een klein lun 1 en zal nn de Rijksverzekeringbank bloeien, zoo zegt zij, dan moeten allen deelnementerwijl wanneer men voor partieul ere vereenigin- gen bijzondere bepalingen maakt, de kracht der Rijksbank te veel z 1 worden verzwakt. En wat de tegeüng betreft, ook deze wenscht de regeering te handhaven. Het eeuige wat de leden (de patroons) doen mogen, is: betalen, en wel wat 't bestuur voorschrijft. Dit zal gemiddeld IV2 pet. vau 't loon zijn en 't percentage kan uiteenloopen tusschen 0,C6 en 6,24 pet. naar gelang de gevarenklasse. Is hieraan nn niets te veranderen Het kamerlid Dr. Kuyper heeft deze vraag beantwoord. Hij acht verandering, tegemoetkoming mogelijk, en legde zijn denkbeelden hieromtrent neer in een amendement. Dit amendenr'iit strekt om aan het ont werp behalveeen hoofdbepaling omtrent het toelaten van „bediijfsvereenigingen" toe te voegen een geheel nieuw hoofdstuk, uit ruim 30 artikelen bestaand e.i waarin de voorsteller heeft „opgeuomeneen volledige regeling dier bedrijfsvereeiiigingen, aan welker oprichters bij koninklijk besluit het recht kan worden toegekend om onder ver band met de Rijksinstelling ten deele zelve in het aoel der wet to voorzien." Het is gelijk het Handelsblad hij de indiening erkende „een weldoordacht voor stel, waarin hij de voordeelen van liet particulier initiatief met de waarborgen ioor den werkman heeft willen veiee- nigen". Dit amendement nu is, gelijk den lezer bekend is, door allo industriëeien met in stemming begroet, en in tal van adressen aan de tweede kamer werd door dezen verzocht dat groote amendement aan te nemen. De hoofdtrekken der regeling zijn de volgende: Het recht om een Badrijfavereeniging op te richten moet worden gevraagd door tenminste vijf werkgevers die gemiddeld in het kalenderjaar elk ten minste 50 en samen ten minste 5000 vaste werklieden in dienst hebben. De erkenning geschiedt door goedkeuring der statuten, welke openbaar gemaak moeten worden, waarbij in acht genomen wordt eene opgaaf van namen der aange sloten weikgevers, bestuurde.-s en loontrek- kenden tegen wtlk loon. Ook moeten registers aanwezig zijn, onder anderen een van de vereeniging, van loon lijsten en van ongevallen. Be bedrijfsvereeniging moet aan hare ver zekerden dezelfde voorrechten waarborgen a's de Rijksverzekeringsbank. Een commissie uit de we klieden inge steld endoor de werklieden gekizen zal onder anderon geboord worden omtrent veiligheidsmaatregelen en eene commissie van arbitrage aanwijzen. Verder regelt het amendement uitvoerig de verhouding tot de Rijksverzekerings bank, bij welke de vereeniging voor de betaalbaar gestelde rente een dekkingssom moet storten, waarvan int reiilebedrag tegen 3 pr.xent per jaar, gelijk is aan het bedrag der toegekende rente. Bovendien moet als reserve een waarborgsom worden gestort voldoende om gedurende een jaar de rente uit te verwachten ongevallen met het kapitaal der uit te keeren renten te dekken. De Bedrijfsvereeniging betaalt mede aan de Rijksbank over elk jaar voor eiken ver zekerde van de er hoofd berekende a lininistratiek osten. Verder wor len geregeld het toezicht, door liet bestuur der Rijksbank uit te oefenen (met beroep), bet uittreden van werkgevers, de intrekking van het recht en de ontbin ding eu de gevolgen er van o. a. de ver effening. Blijkt alsdan, dat de goederen der vereeniging ontoereikend :gn tot vo'doe- ning van hare verbintenissen, dan zijn de werkgevers, die bij de ontbinding leden waren, uf in het vorige jaar zijn uitgetre den, tot dekking aansprakel jk, volgens de regeling hij de coöperatieve vereenigingen. Verder nog eeuige strafbedreigingen wegens onjuiste opgaven, enz. Wij achten het niet ge wensclit verder in de details van dit amendement door te dringen. Bij dit warme weer, en de groote druk ten der lezers is't misschien wel wat zwaar. Ook zal 't amendement wel niet onge wijzigd worden aangenomen. De liberale pers heelt 't over het alge meen gunstig oeoji'deeld. Het Handelsblad acht 't gewenacht „dat bÜ een zoo gewichtig onderwerp de proeve van oplossing bij het voorname geschilpunt dat iu zoo ruimen kring belangstelling vindt nauwkeurig dient te worden overwogen. Ook de nijverheid behoort de gelegenheid te erlangen zich er over te doen hooren. Aldus kan dan wellicht het merkwaardig „amendement" tot een bevredigende regeling leiden". En Het Nieuws, na er op gewezen te hebben dat in hef buitenland do wetgover met deze particuliere vereenigingen rekent, merkt met instemming op „Bestaat er dan inderdaad reden voor den Nederlandseben wetgever, om het Staats gezag alle particuliere bemoeiing in deze mtêdoogenloos te niette laten doen? Wij kunnen bet niet gelooven. Volkomen waar schijnen ons de woorden, door den voorstel- lir van het amendement in zijne Tuelich- ting 1 eergerchreven „„Vooral bij sociale wetgeving blijft het eisch, niet meer dan strikt noodig is, de actio van boven af en uiteen enkel iniddtn- punt te laten voortkomen. Hoe meer zulk eene wetgeving het initiatief de weJer- keetige aanraking en de onderlinge samen werking van werkgever en werklieden be vordert, hoe beter ze doel zal treffen."" Aldus sobreve- deze bladen reeds in Juni; en ook de adressen vanfirma'sals v. Marken, Stork, v. Kempen en anderen, benevens de sy npathiebetuigingt n van verschillende an dere zijde in vergaderingen uitgesproken, zijn ook na naanden wachteus niet herroe pen. Reden waarom wij op dit amendement mede de aandacht vestigen. Lat het ingaat tegen het door hem af gekeurde stelsel der wet; dat het stelsel van bet amendement als principieel meer gelijk van antïrev. zijde steeds is aangepre zen, door ons hartelijk gesteund woidt, kan het amendement niet helpen en ligt ook niet aan den voorsteller. Daarom protesteeren wy er tegen dat in het liberale hoofdblad onzer provincie de antirevolutionaire pers beschuldigd wordt van „drijven om k t amendement voor te stellen als de vlag waaromheen alle antire volutionairen zich moeten vereenigen" dat „de verdiensten van dat amendement breel uitgemeten maar dj bezwaren ver zwegen worden" „de ongevallenwet herleid wordt tot een quaeetie van politiek partij- succesen de vraag zal de werkman tegen ongelukken worden verzekerd wordt ver drongen door deze of dr. Kuyper de eer z.tl hebben zijn stelsel in de wet beli chaamt te zien." Dit is een onbewezen beschuldiging niet alleen; doch waarvan wij de juistheid voor hetgeen onszelf aangaat, beslist ont kennen. Wie onze aitikelen over de On gevallenwet las heeft kunnen zien dat wij slechts ;zeer ter loops het amendement-Kuy- per even aangeroerd hadden. Indien waar is, wat niet bewezen werd, schoon ook niet weerlegd, dat het amende- ment-Kuyper den werkmanen den kleinen patroon onvoordeelig zal zijn, wat wij nog niet inzien dan moet het amendement worden gewijzigd. In ieder geval moeten alle partijen samenv. erken om dit wetsont werp voor alle partijen aannemelijk te maken. Laat men 't amendement Kuyper verbeteren zooveel men kan, en met bet aldus verboterde amendement bet wetsont werp verbeteren; opdat het klinke als een klok, en het eene nationale wet worde. Wij zijn nog niet aan het eind van onze lectuur; de belangrijke amendementen Pyttersen, Drucker, t. Kol en andere hopen wij evenzeer te bespreken; en wij zullen iedere verbeter'ng in het belang van den werkman even dankbaar aanvaar den uit de hand van den oud-liberaal als van den socialisten of professor Drucker of professor Kuyper het ons bezoigt, zal ons koud latenals het ma r iets goeds is, en dat vinden wij in het grmte amen dement, door een talentvol man voorgedra gen, door liberale bladen geprezen, doi>r de industrie gesteund en door knappe staats lieden aanbevolen. O Men zie nu onder anderen weer in de N R. C. van heden 2e Blad hot adres der Koninklijke Weefgoederenfabriek, deHen- geloscie Bontweverjj, e. a. in Twentheaaii de Tweede Kamer, tot aanprijzing van dit amendement. Dat Laboii terug is worden de getuigen gewaar. Hij weet het net van leugens en abuizen te ontwarren of er door heen te slaan dat 't stof hun ora de ooren vliegt. Deze week wss het de week der kame raden en wekte 't weerzin die onde wapen broederen vrienden van Dreyt'us, sommigen met zoo groote kwaadaardigheid allerlei kleinigheden te hooren ophalen om daarmee 't vonnis van '94 goed te praten. Kleinigheden, men versta ons wel, noemen wij 't alles in verhouding van dit proces. Dat Dreyfus zich in 1887, drie jaar voor zijn huwelijk, met slechte vrouwen afgaf, is verachtelijk en diep zondig, vooral ineen Jood die de Goddeii|ke wetten tegen de ontucht kennen kan, en wiens volk over 't algemeen de ontucht verfoeit; maar komt de ophaling vau dit kwaad te pas bij eene be.tcuuldiging van hoogverraad De verdediging ging wijselijk op de praatjes niet in maar de beschuldigde wond er zich zeer over op; misschien is 't ook hier wel „qui Be fache a tort" (die kwaad wordt toont schuld), maar in dit pro ces verzwaart 't den beklaagde al even weinig als tot nog toe de overige verkla ringen dat gedaan hebben. Thans nog iets omtrent de zittingen van Woensdag en Donderdag. Labori w ist Gonse zeer bezwarende ver klaringen ten opzichte van du Paty de Clarn tc ontlokkenbijvoorbeeld dat Du Paty documenten die Gonse niet kende aan Esterhazy heeft medegedeeld'lat hij de schrijver is van het artikel „Dixi". Labori eoustateerde stellig dat de Staf der generaal Saussier ten r-jziebte van Es terhazy misleid heelt. Gonse erkende ook dat Dn Paty en de verdediger van Esterhazy Tezenas lamenkomsten hadden. Getaige Langvety die verklaarde Dreyfus in 1894 te Brussel gezien te hebben, trok deze beschuldiging in, bet was in 1884 geweest 11a de Amsterdamsche tentoonstel ling. Di tyfus vei klaarde dat men hem die twee jaren achtereen op 't examen goede cijfers had gehad, bij 't, examen voor den staf no: 5 gegeven had, omdat, naar een lid der sub-commissie hem zelf heeft meegedeeld, men daar niet. op een Jood gesteld was. Een ander kwam verklaren indertijd ran nu wijlen kolonel Sandhem vernomen te hebben dat de broeders van Dreyfus 250 duizend franes boden om de „zaak" te schikken. Deze leugen werd terstond ontzenuwd door DeniMige die e 11 brief van wijlen Sandbcri' zelve» voorlas, waarin gezegd wordt dat de broeders van Dreyfus in Drey fus' onschuld geloovend, verklaard hebben hun gansche fortuin er aan te zullen wagen om de waarheid tevinden. Hier ligt derhalve ook de ooreprongvan het praatje omtrent hot syndicaat, dat, naaf Mercier herhaaldelijk ter terechtzitting in sinueerde, miljoenen had uitgegeven om Dreyfns te redden. Majoor Maurel (voorzitter van den Krijgs raad in 1894) verklaarde op de meast stellige wijze dat in den loop der debatten van dat proces aan de leden van den krijgsraad geenerlei mondelinge of schriftelijke mede- deeling is gedaan dat Henry te „overdre ven" waB in zijne beschuldigingen, dat Dreyfus' houding correct was geweest en natuurlijk dat het eenige briefje, hetwelk in den loop der debatten in de Dreyfvszaak hem, getuige, werd gebracht door Dn Paty de Clamdat bij na slechts één atuk gelezen te hebben, de andere maar niet meer heeft ingezien, wijl zijn overtuiging omtrent Dreyfus' schuld toen reeds gevestigd was Hoe kou u, vraagt Labori, reeds op éen •tuk een gevestigde overtuiging hebben De getuige weigert te antwoorden, daar bij anders aver den inhoud va» dat stuk spreken moet. (Hier is derhalve opLeldering noodig. Als Du Pa'y enFreystaetter nn maar komen getuigen, zal Labori zich die wel verschaffen, is te denken. Het schijnt dat hier een valsch stuk aan den Keizer van Duitsch land toegeschreven is bedoeld; en daar nu Maurel, voorzitter van den Krggaraad, verklaart door dit éene stuk te zijn over tuigd geworden, zal 't van belang zijn de val8ohbeid van dit stuk te kunnen vast stellen). Labori vraagt nu aar. Mercier of bij erkent aan Maurel last te hebben gegeven geheime stukken aan de leden van den krijgsraad mee te declen. Deze antwoordde bevestigend. En op verdere vrageii vau Labori antwoordend, zegt hij: ik keude op 't oogenblik van Dreyfus' inhechtenisneming niets anders dan het borderel. Dat waren slechts vermoedens. Maar er was baast bij de zaak opdat het verraad zou eindigen. Verschillende andere vragen weigerde deze getuige te beantwoorden. Labori toonde tegenover hem aan dat Dreyfus het stuk omtrent de hydraulische rem niet heeft kunnen le,ren kennen; en vroeg waarom Mercier gem proces verbaal op liet maken van de „bekentenis". Mercier antwoordde dit niet noodig te achten. Herhaaldelijk vroeg Lubori inlichtingen omtrent de vervalsching van den datum jvan het borderel. Majoor Lauth ze', ik meen te weten dat 't stuk voor 't proces van '94 bestaan beeft. Waarom, herneemt Labori, is 't dan, terwijl het Dreyfus be lastte, niet bij de stukken van het proces geweest? Mercier zeide ik heb het niet gekend; en Lauth zeide: ik nam niet aan de instructie deel en ben derhalve niet aansprakelijk; tn Gonse zei dat Sundherr het stuk had en 't by 't „geheime" dossier gevoegd had. Labori vroeg hierop Mercier naar het commentaar (toelichting) op dat geheime stuk; eu Mercier antwoordde dat Lij 't ver nietigd had. Labori vroeg nog naar een ander stuk, waarop Mercier zei dat Cnamoin dat wist, en deze had het van Du Paty de Clam. Het stuk wordt hierop voorgelezen. Er is sprake in van twee vertalingen der depêche van 2 Nov. waarvan een Dreyfïis als den verrader aanwijst en de ander niet. Labori werkte op dat Paleolugue, de secretaris aan 't ministerie van buitenlandscke 'taken, ontkent dat de Minister die vertaling had overgelegd, en vroeg waarom Mercier zich tot tusscbenpersoon van Du Paty liet ge bruiken. Generaal Chamoin verklaarde het stuk in qnaestie slechts als paiticulur do cument (I) te hebben meegedeeld; hij erkent daarmee een fout te hebben begaan. De voorzitter zei hierop dat dan de Krijgs

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1899 | | pagina 1