NIEUWSBLAD
VOOR ZEELAND.
CHRISTELIJK- r
HISTORISCH
ienstbode
Meid
en een MEID,
TBODE.
MEID,
-ROTTERDAM-
esterschelde.
VERSCHIJNT
G. M. KLEMKERK, te Goes
F. P. D'HUIJ, te Middelburg.
PRUS DER ADVERTENTIËN
De Ongevallenwet
ïiddelburg
lo. 136. 1899.
Safccilag 19 lupsfns
Decfirnde ïaarpni).
October
DINGEMANSE Az. te
)MPE, Wolfertsdijk.
P. G., in een gezin met
te wasch bniten huis,
TJSON—GUILLAUME
Ylissingen.
irstond
den Boerenstand adres
1 te Middelburg verlangt
nette, fatsoenlijke
>ug.
a ms che tij d.
Van Rotterdam:
'smor. 'smid.
Vryd.18 10.30
Zater.19 11,
Zond. 20 11,—
Maan.21 11.30
Dins. 22 11,30
O Woen23 11,—
Dond.24 11,
Vrijd.25 11,—
Zater.26 11,
Zond. 27 11,—
Maan. 28 11,30
Dins. 29 11,30
Woen30 11,
Dond.31 11,—
00TDIEN8T
burg en Zierikzoe.
irikzee Spoorweg Gosi
Aug.
Van Zierikzoe:
dd 'smorg.8 midd
.0 Vryd.18 7,50 3,15
O Zater.19 7,50 3,15
Zond.20
Maan.21
Dinsd22
Woen23
Dond.24
Vrijd.25
Zater.26
Zond.27
Maan.28
Dins. 29
Woen30
Dond.31
6-
7,50
7,5C
7,50
6-
7,50
7,50
6,—
7,50
7,50
7,50
6.30
4,45
3,15
3,15
3,15
3,15
3,15
3,15
4.45
3,15
3,15
3.15
3.15
55a) nm. 3,25 en 6,2 Ob
25a) nm. 3,55 en 6,50
,25 nm. 1,55a) en 4,45
40 2,15a) en 5,05
11,55a 3,25 en 6,20J)
12,15a 3,45 en 6,40/
'i Breskens ten hoogste
singen naar Borsselen
ilegd.
*,40
3,62
8,59
4,12
4,82
4,84
1,40
4,47
4.57
6,4
5,17
5.2»
5,38
5,47
7,17
8,46
9.58
5,—
5,9
5,28
*,5
6,20
7,34
8,40
9,58
8.49
9.—
6,25
(3)
16,80
7,34
8.48
9,58
8.49
9—
6,20
6.80
0,86
8,48
6,57
7,o«
7.18
7,28
7.35
7.48
7.59
8.07
8,15
9.2
9.4
10.4
10,2
10.4
'geland orer Vliifingsn.
-TM
KLKEN MAANDAG-, WOENSDAG- en VRIJDAGAVOND.
Prijs per drie maanden franco p. p0,95.
Enkele nummers0,025.
UITGAVE VAN
EN
van 1 5 regels 25 cent, iedere regel meer 5 cent.
Familieberichten van 1 5 regels 50 cent, iedere regel
meer 10 cent.
ui.
De vraag of een dergelijke wet noodig
is, kan niet meer ontkennend worden be
antwoord.
Een beroep op den goeden ouden tijd,
toen men er ook zonder verzekering kwam
en ook tevreden was met zijn ongevallen,
gaat niet meer op.
Vroeger is nu niet.
Vroeger had de werkman niet zoo groote
kans op een ongeval. Hij werkte met de
hand, zittend op pen stoel of staand aan
zijn werkbank, waar hij nu in fabriek of
werkplaats met de machine heeft om te
gaan.
Ook was de band tusschen patroon en
werkman inniger, er was contact en conti act
dat wil zeggen voeling en overeenkomst. De
gilden zorgden voor toezicht op de richtige
behandeling van den vakman, den gilde-
broeder.De concurrentie zweeg, sprak althans
zeer bescheiden. Men kende geen drijf
jachten of gejaagdheid. Men kreeg den tijd
er voor om zijn werk goed af te maken,
i Helaas, hoe is dit nu anders. Met de gil-
Iden op te ruimen, sneed de Napoleontische
wetgeving ook den band tusschen werkge
ver en werknemer door. De stoom bracht
groote veranderingen te weeg. De loonen
I werden wel iets hooger; doch niet in verhou-
ding tot de vermeerderde behoeften en den
i verhoogden levensstandaard,
j W \arlijk een dergelijk ontwerp is drin
gend noodig. Het is de vraag maarzal 't
kunnen voldoen?
t Waarin bestaat de ongevallenverzekering?
Het ontwerp zegt:
FEUILLET ON.
10,87
10,28
u,4a
12.22
12,38
1255
1.68
1,25
3,10
3,50
4,6
4,22
8,18
«,8
7.25
8,10
8.26
8,41
Onderstaande indrukken van een Engelsch
toerist vonden we onlangs in een vermaard
Engelsch blad als bijschrift bij eene arti
stieke plaat, welke de aloude Middelburg-
sche botermarkt weergeeft op het oogenblik
der welbekende, eigenaardige drukte, dus
in vollen gang.
We meenden den lezers van de Zeeuw
geen ondienst te doen met zooveel doenlijk
den indruk weer te geven, welken een be
zoek aan de „beurs" op den ongenoemden
Engelschman heeft gemaakt. Moge eene
niet al te vrije vertaling eenigszins kunnen
vergoeden, wat door gemis van de teeke-
ning noodwendig aan aanschouwelijkheid
moet ontbreken.
Ten volle beamen wij de opmerking,
waarmede de toerist zijn opstel begint, de
opmerking n. 1. dat men den kunstenaar
zijn penseel zon benijden, om eentooneeltje
als daar op die markt vertoond wordt, naar
waarheid te kunnen schetsen.
Het is toch buiten kijf, dat woorden on
toereikend zijn, om in nauwkeurige, fijne
detailteekening, de eigenaardigheden van
zulke groepjes boeren en boerinnen met
hnnne vreemdsoortige opzichtige kleeder
dracht te kunnen weêrgeven.
De kunstenaar daarentegen weet met zijn
spel van lynen en kleuren het beeld te
rcaliseeren, dat zich aan zijn oog vertoont.
Tooh zullen we ons met woorden moeten
tevreden stellen.
D00h geven we den Engelschman zeiven
het woord.
Bijna in elk hoekje van Hollandzegt
hij, worden er botermarkten gehouden,
maar nergens een zooals die te Middelburg,
Afgedacht van plaatselijke gebruiken bij
den boterhandel en eigenaardigheden, alleen
bekend bij lieden, die in deze streek ge
wonnen en geboren zijn, is de kleederdracht
op en top Walchersch.
In geen enkel ander deel van het land,
zelfs niet in het nabijgelegen Zuid-Beveland
O Met Holland wordt natuurlijk Nader
end bedoeld.
De Rijksverzekeringsbank verleent den
verzekerde, wien een ongeval overkomt in
de uitoefening van het bedrijf, als schade
loosstelling genees- en heelkundige behande
ling ei vergoeding daarvoor volgens regelen
bij algemeenen maatregel van bestuur te
stellen; en indien het ongeval tengevolge
heeft dat de verzekerde drie weken naden
dag van het ongeval gedeeltelijk of geheel
ongeschikt is tot werken, ontvangt hij van
de Rijksverzekeringsbank als verdere scha
deloosstelling een geregelde uitkeering rente
genaajud. Deze rente nu bedraagt per werk
dag:
a. In geval van geheele ongeschiktheid
tot werken zeventig procent van het verze
kerde dagloon
b. in geval van gedeeltelijke ongeschikt
heid tot werken een deel der onder a ge
noemde rente in verhouding tot de be
houden geschiktheid tot werken.
Indien de verzekerde ten gevolge vaneen
ongeval, hem in de uitoefening van het
bedrijf'overkomen,overlydt, keert deRijks-
verzekeringbank de navolgende schadeloos
stelling uit.
Ie. voor begrafeniskosten dertigmaal het
dagloon van den overledene, uit te betalen
aan dengene vaude nagelaten betrekkingen,
die aanspraak op een rente heeft en voor
de begrafenis heeft ge orgden
2e. een rente aan de nagelaten betrek
kingen van den overledene te rekenen van
den dag van het overlijden. De wednwe
ontvangt 30 pCt.ieder wettig kind 15 pCt.
Het bedrag dier rente mag voor vrouw en
kinderen te zamen niet meer zijn dan zestig
pCt, van des overledenen dagloon.
dragen de boerinnetjes zulke fijn bewerkte
stroohoeden als hier.
Van eene eigenlijke Hollandsrhe kleeder
dracht kan men niet spreken, hoewel men
dit doorgaans doet.
Op de kaasmarkten in provinciën meer
oostwaarts ziet men vrouwengroepjes, alleen
onderscheiden door zwart en wit, geheel
donkere massa's behalve het wit der mutsen
en schorten, meer zooals men ze in België
aantreft, en die bepaald fijner effect maken
dan hier in Zeeland. Aan de kleederdraclit
kan men de Friezin van de Noord-Brabant-
sche vrouw, evenzeer den Zuidhollandschen
eilandbewoner van den Zeeuw onderschei
den. Tusschen deze groote, eigenaardige
provinciale kenmerken liggen een aantal
andere, waardoor meer in het bijzonder de
districten en zelfs de dorpen uit eikander
gehouden worden.
De steden komen bij deze beschouwing
niet in aanmerking. Daar is de eigenaardige
kleederdracht niet in stand gebleven.
Hier te Middelbarg b. v. ziet men ze
alleen dragen door marktbezoekers van
bniten of ook wol door meiejes, die, „in
stad" dienen en hare boerenkleeding nog
niet afgelegd hebben.
By bijzondere gelegenheden wordt in de
steden door sommige dames het provinciaal
costnnm nog wei eens aangetrokken, maar
overigens is het de gewone alledaagsche
kleeding van de boeren alleen.
Op de visch- boter- kaas- en groente
markten treft men het in alle variëteiten
aan, doch nergens zoo in zyn geheel als
op de Middelbnrgsehe markt.
Deze wordt iedere week en wel des
Donderdags gehouden.
Daar komt men uit alle oorden van
Zeeland bij elkander.
Op het gebied van kleederdracht is Zee
land wel de meest primitieve der Holtand-
sche provinciën en overigens in alle andere
opzichten waarschijnlijk wel de meest
conservatieve. Daar de plaat niet gekleurd
is, ontbreekt daaraan wel is waar, het
opzichtige van het origineel, doch daardoor
is ze er volstrekt niet minder om.
In den regel zyn de Holl ndsche klee-
derdi achten eerder vreemdsoortig dan w„l
bijzonder bekoorlijk voor 'toog; nuendan,
voornamelijk 's Zoudags, zijn ze zelfs zeer
buitenmodelsch en opzichtig. Hoe meer ze
in overeenstemming zijn met den gewonen,
dagelykschen arbeid, zoowel te zee ais te
Gedurende de eerste drie weken na het
ongeval ontvangt de (on)gevallene derhalve
niets.
Wie dit betalen zal?
De werkgevers. Zij, en zij alleen, betalen
alle kosten voor administratie, reservefonds,
uitkeeringen enz. benoodigd. Zij betalen
heel de premie. En wel bij het Rijk.
De Staat verstrekt alleen bij het in wer
king treden der wet een voorschot aan de
Rijksbank, voldoende ter bestrijding der
oprichtingskosten en voor 'alle sohadeloos-
telling en administratie gedurende het eer
ste halfjaar, met dien verstande dat dit voor
schot binnen drie maanden moet terng be
taald zyn.
Het bedrag der premie zal afhangen van
den aard van 't bedrijf en de gevaren aan
de uitoefening er van verbonden. Deze
bedrijven worden naar dien maatstaf in
klassen verdeeld.
Het maximum (het grootst mogelijke)
gevaar wordt voorgesteld door honderd
procent. Elke gevarenklasse bevat een
aantal gevarenprocenten. In een tarief
wordt voor elk gevarenprocent de verschul
digde premie per een gulden loon aan
gewezen.
De werkgever is verplicht terstond na
een ongeval zyn knecht of een zijner werk
lieden overkomen, een dokter te waar
schuwen die den gehoffene onderzoekt en
hulp verleent. Binnen 24 nren doet de
patroon aan het postkantoor aangifte van
't ongeval.
Wij wezen reeds vroeger op bezwaren
die 't ontwerp op deze punten ontmoet.
Het bezwaar dat slechts 70 procent van
land, hoe mooier ze schijnen.
Om deze reden zien de vissehers en
boeren er over het algemeen stemmiger
uit dan de leden van de vrouwelijke sexe,
hoewel ook de vrouwen haar aandeel in
het werk hebben.
Eens toen ik door Zeeland spoorde, de
avond begon reeds te vallen, kon ik nog
juist eventjes een boer te paard opnemen.
Hij stond stil bij een zoogenaamde»
overweg, en wachtte om o.er de lijn te
gaan, tot de trein voorbij was.
Hij had het gewone, stemmige boeren-
pakje aan, den rok niet te vergeten. Zyn
paard steigerde, terwijl hij het onder het
lommer der olmebeomen bij den teugel
hield.
Inderdaad, bezwaarlijk zon men forscher
en meer romantische figuur kunnen aan
treffen dan dit Zeeuwschc boertje.
Een der redenen, waardoor de kleeding
der mannen zooveel minder dan die der
vrouwen in het oog loopt, is voorzeker wel
de meer gemakkdijke en sneilere overgang
van hun officiëele dracht tot de meer ge
wone boerenkleeding.
Op iedere markt buiten de eilanden kan
men vrouwen zien, die de meest gewone
hoeden, vol bloemen en veeren boven op
de Holla dsche muts of de Friesche kap
dragen. Op sommige Zeeuwsche dorpen is
zelfs het hoofdtooisel het eenige, wat van
de kleederdracht nog over is.
Niet zoo in Walcheren.
Daar wordt ze r.og geheel door de vrou
wen gedragen, van de strooien kaphoeden
en de mutsen tot de schoenen met zwart
en witlederen strikken en zilveren gespen.
Wel is waar zijn de kleuren somtijds
opzichtig maar de opschik zelve is altijd
van echt goud of zilver. De boerinnen in
Holland dragen nooit valsch goud.
De kunstenaar heeft natuurlijk dit voor,
dat hij zelf zijne modellen kiest.
Men treft dan ook inderdaad meermalen
flinke boerenmeisjes aan, zulke, zooals de
teekening op den voorgrond te zien geeft,
doch meestal met onbevallig uiterlijk.
Zij zijn geheel en al ontsierd door armen,
welke afschuwelijk rood zien, eensdeels van
de zon, anderdeels van de opeenhooping van
het bloed, welke zooals men licht kan be
vroeden, veroorzaakt wordt door de nanw-
slnitende fluweelen banden om de mouwen.
Evenzoo is het gemakkelijk bij de mannen
in Zeeland gelaatstrekken te vindeD, welke
het loon wordt uitgekeerd, waar nu reeds
tal van werklieden zyn die bij particuliere
verzekering voor 100 procent verzekerd
zijn, wordt gedeeltelijk ondervangen door
de bepaling bij de wijziging van 't ont
werp gemaakt, dat de ontbrekende 30
procent van 't loon door den werkman bij
particuliere maatschappijen kan verzekerd
worden. Doch eigenlijk is dit geen tegemoet
koming. Immers wie zon dit toeh den
werkman kunnen beletten!
Nog een ander bezwaar, dat de eerste
drie weken na 't ongeval niets uitgekeerd
wordt, is eenigszins weggenomen "door Jde
bepaling dat 50 procent van het dagloon
gedurende de tweeie en derde week na 't
ongeval bij geheele ongeschiktheid tot werken
zal worden uitgekeerd.
Maar dat hier de werkgevers al den last
alleen dragen zulle. is de grief waaraan
de ministers niet schijnen te kunnen tege
moet komen. Eene onbillijkheid te meer
in het oog springend, dewijl de patroons
niets te zeggen zullen hebben, dan in
den Raad ra i toezicht. In andere landen, bij
voorbeeld in Oostenrijk, betaalt de werk
man het een tiende der premie, terwijl ook
het Rijk een gedeelte der kosten draagt.
Natuurlijk is 't de vraag niet of de werk
man 't kan; er zijn vele patroons en voor
al de kleintjes onder hen, omtrent wie
deze zelfde vraag zon kunnen gelden. De
vraag is sleohts of het billijk ia.
Ojk zijn sommige mannen van de practijk
er niet gerust op of het premiestelsel wel 't
voordeeligste stelsel zou zijn.
Het omslagstelsel zou, naar sommigen
meenen, voor de werkgevers geldelijk voor
geheel en al in overeenstemming zyn met
hunne deftige en stemmige kleeding.
Toch wordt er echter evenveel malen
een aardig, grappig contrast gevonden tus
schen't gelaat en de geheele figuur, ja in het
optreden merkt men] soms eenelinkschheid
en onbeholpenheid, welke de teekenaar op
zettelijk heeft geconcentreerd in den jon
gen, dien men in het midden van de plaat
ziet.
Middelburg, waar deze boertjes hun boter
ter markt brengen, is de hoofdstad van het
half dozijn eilanden, welke de provincie
Zeeland uitmak n.
De stad ligt op Walcheren, eenigszins
te midden in het land. In vreegere tijden
was ze eene zeestad met een haven, van
waaruit de Zeeuwen hunne wakkere, moe
dige tochten ondernamen tegen de Span
jaarden.
Op de gobelins van Jan de Maeght, welke
Dog in de Abdij bewaard worden, ziet
men eenige van die tochten voorgesteld.
De oeversin Holland schuiven onophon-
delijk af en nergens over zulk eene groote
lengte dan wel op de eilanden.
Daar moet eene taaie, volhardende kamp,
zoowel aauvallend als verdedigend, met de
zee ondernomen worden.
Op verschillende tijden is zelfs geheel
Zeeland overstroomd.
De geduchte Westkappelsche zeedijk,
aan de westkust van Walcheren, is meer
dan eenmaal doorgebroken.
Reeds in de 16e eeuw stond het eiland
drie weken lang onder water. Zelfs nog in
deze eeuw is het voorgekomen, dat het
zeewater te Middelburg zoo hoog stond als
de daken der huizen.
Eau sprekend voorbeeld van den aanval
der zee is het treurig lot van Roimerswaal
in Zuid-Beveland.
In de Gouden] Eenw, welke Holland
mocht doorleven,1 (was Reimerswaal eene
stad met aanzienlijke burgerrechten, eene
der vijf stemhebbende steden in Zeelands
Staten. Langzamerhand werd het door de
zee verzwolgen. Een honderdtal jaren gele
den kon men bij laag water, staande op de
„slikken" of „schorren" nog enkele der
puinhoopen ontdekken.
Nu is de plaats waar de stad lagteeenen-
male vergeten.
De zee is er echter het slimst aan toe.
De Zeeuwen toch verdedigen niet alleen
hunne provincie tegen verdere overstroo-
deeliger zyn en hen tevens prikkelen om
ongevallen te doen voorkómen,
ij; Blij kens het Voorloopig Verslag van deaf-
deelingen der Tweede Kamer die het ontwerp
onderzochten, hadden sommige leden ook
bezwaar tegen de regeling dezer zaak door de
Overheid, dewijl dit een begin van staats
socialisme is.
De antirevolutionaire party heeft ten
allen tijde geoordeeld dat de Overheid
helpend en steunend moet optreden waar
't de belangen van den arbeid geldt en
zijn rechtspositie. En nu li&t aan dit
vraagstuk ook een rechtsbeginsel ten
grondslag. Niet dat de Staat verplicht
zou zijn de private,persoonlijke,geldelijke
aangelegenheden der onderdanen te regelen.
Uit de geldkas naar de broodkas doen ver
huizen is inderdaad een geweldpleging die
alleen naar revolutionaire beginselen kan
worden verdedigd.
De antirevolutionaire party ontzeilt beide
klippen. De conservatieve klip „niets doen"
en de revolutionaire klip „bevoordeeliug
van den een ten nadeele van den ander"
worden ook bij de aanvaarding van dit
ontwerp door haar vermeden.
Dit wordt in het Voorloopig Verslag heel
duidelijk saamgevat.
Antirevolutionair (zijn in ieder geval
onderstaande opmerkingen
„Naar het eerste etandpnnt, het z. g.
humanitaire, wordt de Ongevallen-verzeke
ring een tak van armenzorg
Naar het tweede standpunt, het sociale,
zou de Staat optreden tot verzorging van
bijzondere belangen der burgers, hetgeen
ten slotte de bijzondere huishoudingen zou
mingea, maar eischen zelfs iets van het
verlorene op. Wat eens eene verbrokkelde
provincie was, waarover de zeevlam haar
kleed van mist e nevel spreidde, wordt
nu van lieverlede één v tstland.
Op deze wijze is Middelburg, evenals
vele zeesteden in Holland, in het midden
van het land geraakt en dienvolge.,8 in
belangrijkheid afgenomen.
Gelegen aan de Schelde, met een soort
afvoerkanaal, was de stad in de middel
eeuwen door de natnur als aangewezen tot
een belangrijk handelsdepót.
Haar charter, nog op het stadhuis be
waard, is wel het oudste vau de bestaande
Hollandsohe steden. Het is bovendien
hoogst belangryk doordien het in zeer
zwaar en soepel Hollandsch is geschreven,
hoewel het reeds dagteekent uit de 13e
eeuw, toen graaf Willem het de stad ver-
leenle.
Na den val van Brugge en ook na dien
van Antwerpen als middelpunten van den
Hanséhaudel, kwamen groote handelaars,
mannen van kapitaal, zich te Middelburg
vestigen. De vele buitenverblijven in
Walcheren leggen getuigenis af van de
rijkdommen der Middelbnrgsehe kooplieden
uit dien tijd.
Nu echter is de groothandel van Middel
burg vervallen. De stad moet zich tevreden
stellen met den kleinhandel in verschillende
artikelen, zonder bepaald in eenigea tak
van nijverheid den voorrang te bezitten.
Maar, moge echter Zeelands hoofdstad ge
daald zyn van het hoogtepunt van vroeger,
in geen enkel opzicht heeft ze maar iets
van hare waardigheid ingeboet.
Nog bezit de stal de beroemde Abdy,
nu weder gedeeltelijk gerestaureerd, bene
vens het Stadhuis, dagteekenend uit de
Gouden Eeuw, met de levensgroote beelden
der vijf en twintig Graven en Gravinnen
van Holland en Zeeland in zyn gothischen
gevel.
Bovendien vindt men er een aantal fraaie
heerenhuizen.
Dit alles te zamen genomen geeft Middel
burg het voorkomen van eene deftige ma
trone, die enkele bekoorlijkheden harer
jengd nog tot in den ouderdom heeft weten
te bewaren.
Z.
de R.